Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld tot wijziging van de Nadere regels wegslepen gemeente Barneveld

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Barneveld;

gelet op de artikelen 3 en 4 van de Wegsleepverordening gemeente Barneveld;

besluit:

Artikel I Wijziging van de Nadere regels wegslepen gemeente Barneveld

A

Artikel 3 komt te luiden:

Artikel 3 Voorrijkosten

• 1. Zonder tijdige annulering is de kentekenhouder/bestuurder in ieder geval een bedrag van € 138,81 aan voorrijkosten verschuldigd, als het voertuig een eigen gewicht heeft tot 3.500 kg en de opdracht verleend is op een moment dat valt binnen een tijdvak dat, of op een dag die, genoemd is in artikel 2, tweede lid.

• 2. In afwijking van het eerste lid bedragen de bedoelde voorrijkosten € 196,65 (bestaande uit de vergoeding als genoemd in het eerste lid, vermeerderd met een toeslag van € 57,84) als de opdracht verleend is op een moment dat valt binnen een tijdvak dat, of op een dag die, genoemd is in artikel 2, derde lid.

B

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Wegsleepkosten

• 1. Als het voertuig een eigen gewicht heeft tot 3.500 kg is de kentekenhouder/bestuurder vanaf de aanvang van de bergingshandelingen ter plaatse ook een wegsleepvergoeding van € 231,35 verschuldigd, als de opdracht verleend is op een moment dat valt binnen een tijdvak dat, of op een dag die, genoemd is in artikel 2, tweede lid.

• 2. In afwijking van het eerste lid bedraagt de wegsleepvergoeding € 289,19 (bestaande uit de vergoeding als genoemd in het eerste lid, vermeerderd met een toeslag van € 57,84), als de opdracht verleend is op een moment dat valt binnen een tijdvak dat, of een dag die, genoemd is in artikel 2, derde lid.

C

Artikel 5 komt te luiden:

Artikel 5. Kosten van (in)bewaring(stelling)

• 1. De kentekenhouder/bestuurder is een vergoeding van € 34,70 verschuldigd voor het in bewaring nemen van een voertuig met een eigen gewicht tot 3.500 kg, inclusief een stallingsvergoeding voor het lopende etmaal tot en met 23:59:59 uur, te rekenen vanaf het moment van het verlenen van de opdracht.

• 2. Voor elke dag dat het voertuig zich na 23:59:59 uur van het lopende etmaal, bedoeld in het eerste lid, op de bewaarplaats bevindt, is de kentekenhouder/bestuurder tevens een vergoeding van € 18,51 verschuldigd.

• 3. Als de kentekenhouder/bestuurder het voertuig bij de bewaarplaats ophaalt op een moment dat valt binnen een tijdvak dat, of op een dag die, genoemd is in artikel 2, derde lid, dan is hij eveneens een afgiftevergoeding verschuldigd van € 92,54.

D

Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6. Voorrijkosten

• 1. Als de opdracht verleend is op een moment dat valt binnen een tijdvak dat, of op een dag die, genoemd is in artikel 2, tweede lid, en niet tijdig geannuleerd is, is de kentekenhouder/bestuurder voor een voertuig met een eigen gewicht vanaf 3.500 kg een bedrag aan voorrijkosten verschuldigd dat bestaat uit het aantal door de berger gewerkte uren vanaf de opdrachtverlening tot aan aflevering op het depot (met een minimum van 2 uur) vermenigvuldigd met € 462,70. Dit bedrag is ook verschuldigd als het voertuig toch niet weggesleept behoeft te worden.

• 2. Als de opdracht verleend is op een moment dat valt binnen een tijdvak dat, of op een dag die, genoemd is in artikel 2, derde lid, dan wordt het bedrag, bedoeld in het tweede lid, vermeerderd met een toeslag van € 115,68 per uur.

E

Artikel 7 komt te luiden:

Artikel 7. Wegsleepkosten

• 1. Als de opdracht verleend is op een moment dat valt binnen een tijdvak dat, of op een dag die, genoemd is in artikel 2, tweede lid, wordt voor een voertuig met een eigen gewicht vanaf 3.500 kg een wegsleepvergoeding in rekening gebracht die gelijk is aan het aantal uur dat verstreken is tussen de aanvang van de bergingsactiviteiten en de aflevering op de bewaarplaats (met een minimum van 2 uur), vermenigvuldigd met € 462,70.

• 2. Als de opdracht verleend is op een moment dat valt binnen een tijdvak dat, of op een dag die, genoemd is in artikel 2, derde lid, dan wordt het bedrag bedoeld in het eerste lid vermeerderd met een toeslag van € 115,68 per uur.

F

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8. Kosten van (in)bewaring(stelling)

• 1. De kentekenhouder/bestuurder is een vergoeding van € 69,41 verschuldigd voor het in bewaring nemen van een voertuig met een eigen gewicht vanaf 3.500 kg, inclusief een stallingsvergoeding voor het lopende etmaal tot en met 23:59:59 uur, te rekenen vanaf het moment van de opdracht.

• 2. Voor elke dag dat een voertuig zich na 23:59:59 uur van het lopende etmaal, bedoeld in het eerste lid, op de bewaarplaats bevindt, is de kentekenhouder/bestuurder tevens een vergoeding van € 37,02 verschuldigd.

• 3. Als de kentekenhouder/bestuurder het voertuig bij de bewaarplaats ophaalt op een moment dat valt binnen een tijdvak dat, of op een dag die, genoemd is in artikel 2, derde lid, dan is hij eveneens een afgiftevergoeding verschuldigd van € 92,54.

Artikel II Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking en werkt terug tot en met 1 april 2024.

Aldus vastgesteld op 2 april 2024,

Burgemeester en wethouders voornoemd,

W. Wieringa

Secretaris

J. van der Tak,

Burgemeester