Gemeenteblad van Vlieland
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlieland | Gemeenteblad 2024, 15756 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlieland | Gemeenteblad 2024, 15756 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening Jeugdhulp gemeente Vlieland 2024
De raad van de gemeente Vlieland;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 november 2023;
gelet op de artikelen 2.9, 2.10, 2.12 en 8.1.1, derde lid, van de Jeugdwet;
het noodzakelijk is om regels vast te stellen over de door het college te verlenen individuele voorzieningen en overige voorzieningen, met betrekking tot de voorwaarden voor toekenning en de wijze van beoordeling van, en de afwegingsfactoren bij een individuele voorziening, over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening wordt afgestemd met andere voorzieningen, de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget wordt vastgesteld, voor de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of een persoonsgebonden budget alsmede misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet, en regels ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van jeugdhulp of de uitvoering van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering en de eisen die worden gesteld aan de kwaliteit daarvan;
besluit vast te stellen de Verordening Jeugdhulp gemeente Vlieland 2024
In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
begeleiding: het bieden van ondersteuning of begeleiding aan de belanghebbende en/of hun omgeving, gericht op het verbeteren, ontwikkelen, stabiliseren en/of compenseren van de zelfredzaamheid, het welbevinden en/of de kwaliteit van leven. Het kan kort of lang duren en kan wisselen in intensiteit. Er is geen diagnose vereist.
jeugdige: een persoon die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt, impliceert ook een ongeborene. In de volgende situaties kan het ook een persoon in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar betreffen:
Als door de gemeente bepaald is dat (hoog) specialistische jeugdhulp noodzakelijk is, bij een jeugdige die niet in aanmerking komt voor jeugdhulp in het kader van de Jeugdwet, geen aanspraak kan maken op de Wet langdurige zorg en de Zorgverzekeringswet en waarvoor ondersteuning in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 niet passend is;
ordeningsprincipe: het ordeningsprincipe Kind in Fryslân is een instrument dat vanuit dialoog tussen belanghebbende en betrokken hulpverleners bepaalt welke zwaarte van ondersteuning nodig is. Met behulp van het instrument wordt een inschatting gemaakt van de zwaarte van de benodigde ondersteuning. Er worden vier vormen onderscheiden: opvoedingsvragen, opvoedingsspanning, opvoedingsnood en opvoedingscrisis.
professional: beroepskracht met aantoonbare specifieke kennis en vaardigheden ten aanzien van de opgroei-, opvoed- en ontwikkelingsproblematiek van de belanghebbende en/of de benodigde ondersteuning, die aantoonbaar voldoet aan de in de branche geldende (kwaliteits-)eisen én een gericht op de voorziening passende registratie heeft.
Artikel 3. Toegang jeugdhulp anders dan via het gebiedsteam
Het college zorgt voor de inzet van jeugdhulp na een verwijzing door de huisarts, medisch specialist of jeugdarts naar een jeugdhulpaanbieder als en voor zover genoemde jeugdhulpaanbieder van oordeel is dat inzet van jeugdhulp nodig is. Dat geldt ook na een verwijzing door de Gecertificeerde Instelling, rechter, Raad voor de Kinderbescherming of Officier van Justitie.
In spoedeisende gevallen beslist het gebiedsteam na een melding zo spoedig mogelijk tot verstrekking van een tijdelijke individuele voorziening of vraagt het gebiedsteam een voorlopige ondertoezichtstelling of spoedmachtiging gesloten jeugdhulp als bedoeld in hoofdstuk 6 van de wet. In afwachting van de uitkomst van het onderzoek en de aanvraag van de belanghebbende.
Het gebiedsteam verzamelt alle voor het onderzoek, bedoeld in artikel 4.3, van belang zijnde en toegankelijke gegevens over de jeugdige en zijn situatie en maakt vervolgens zo spoedig mogelijk met hem en/of zijn ouders een afspraak voor een gesprek. Hierbij brengt het gebiedsteam de belanghebbende op de hoogte van de mogelijkheid om binnen een redelijke termijn een familiegroepsplan als bedoeld in artikel 1.1 van de wet op te stellen. Als de belanghebbenden niet afzien van het opstellen van een familiegroepsplan, ondersteunt het gebiedsteam indien nodig daarbij.
Artikel 4.3. Onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren.
Het gebiedsteam vergaart voldoende kennis over de voor het nemen van een besluit over jeugdhulp van belang zijnde feiten en af te wegen belangen. Het gebiedsteam onderzoekt in samenspraak met de belanghebbende dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger:
Of en in hoeverre de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen van de ouder(s) en van het sociale netwerk of andere instellingen die ondersteuning bieden toereikend zijn om zelf de nodige hulp en ondersteuning te kunnen bieden. Voor de beoordeling van de eigen mogelijkheden en het probleemoplossend vermogen wordt een afweging gemaakt tussen bijvoorbeeld de behoefte en de mogelijkheden van de jeugdige. De daarbij voor hem benodigde ondersteuning en de duur daarvan, de mogelijkheden, de draagkracht en de belastbaarheid van zijn ouders, de samenstelling van het gezin en de woonsituatie en het belang van de ouders om te voorzien in een inkomen. Toepassing van dit lid kan ertoe leiden dat geen gebruikelijke of bovengebruikelijke hulp wordt verstrekt.
Bij het onderzoek wordt aan de belanghebbende dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger medegedeeld welke mogelijkheden bestaan om te kiezen voor de verstrekking van een PGB. De belanghebbende dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger wordt in begrijpelijke bewoordingen ingelicht over de gevolgen van die keuze.
Indien de belanghebbenden dan wel hun wettelijk vertegenwoordiger met redenen omkleed aangeven dat het onderzoek geheel of gedeeltelijk te belastend is en de gebiedsteammedewerker het daarmee eens is, wordt door de gebiedsteammedewerker in samenspraak met de belanghebbenden dan wel hun wettelijk vertegenwoordiger gezocht naar een alternatieve onderzoeksmethode.
Indien de belanghebbenden dan wel hun wettelijk vertegenwoordiger bij herhaling hebben aangegeven geen medewerking te willen verlenen aan (een deel van) het onderzoek en zonder dit onderzoek de toegankelijkheid en passendheid van ondersteuning in de vorm van een individuele maatwerkvoorziening niet kan worden vastgesteld. Op de aanvraag kan dan (deels) negatief worden besloten.
Wanneer het voornemen bestaat naar aanleiding van het onderzoek als bedoeld in artikel 4.3. een aanvraag in te dienen, verstrekt het gebiedsteam aan de belanghebbende dan wel aan zijn wettelijk vertegenwoordiger het ondersteuningsplan. Wanneer de belanghebbende dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger daarom verzoekt, verstrekt het gebiedsteam eveneens het plan van aanpak en/of andere onderdelen uit het dossier.
Wanneer niet het voornemen bestaat naar aanleiding van het onderzoek als bedoeld in artikel 4.3 een aanvraag individuele voorziening in te dienen, verstrekt het gebiedsteam dan op verzoek van de belanghebbende dan wel aan zijn wettelijk vertegenwoordiger het plan van aanpak en/of andere onderdelen uit het dossier.
Artikel 4.6. Criteria voor een individuele voorziening
Artikel 4.7. Deskundig oordeel en advies
Het college wint een specifiek deskundig oordeel en advies in, als het onderzoek of de beoordeling van een aanvraag dit vereist.
Een PGB kan worden verstrekt indien:
de belanghebbenden, al dan niet met hulp uit hun sociale netwerk dan wel van een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde, in staat zijn de aan een PGB verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Als er een bewindvoerder betrokken is, dan zal iemand anders de zorginhoudelijke taken moeten vertegenwoordigen. En andersom;
Bij de tariefbepaling voor een PGB wordt uitgegaan van een benodigd opleidingsniveau van de zorgaanbieder. Indien de belanghebbenden hiervan willen afwijken, de gewenste zorgaanbieder heeft niet het benodigde opleidingsniveau, dan wordt bij het te verstrekken PGB uitgegaan van het opleidingsniveau van de door de belanghebbende gekozen zorgaanbieder waarbij het maximum vastgestelde tarief in het Financieel Besluit Jeugdhulp gelijk blijft als ware door de belanghebbende was gekozen voor een zorgaanbieder met het benodigd opleidingsniveau.
Een belanghebbende die in aanmerking komt voor een individuele voorziening middels een PGB, kan informele ondersteuning inkopen, onder de volgende voorwaarden:
de opgroei- en opvoedproblematiek niet op eigen kracht kan worden opgelost, het de gebruikelijke hulp overstijgt, boven gebruikelijke hulp of mantelzorg geen passende oplossing biedt, er geen mogelijkheden zijn voor andere voorzieningen of inzet van vrijwilligers en dit aantoonbaar tot een beter resultaat leidt en aantoonbaar doelmatiger is dan formele ondersteuning of zorg in natura;
Artikel 7. Voorkoming en bestrijding ten onrechte ontvangen individuele voorzieningen (in natura of PGB) en misbruik of oneigenlijk gebruik
Het college informeert de belanghebbende dan wel zijn wettelijk vertegenwoordiger in begrijpelijke bewoordingen over de rechten en plichten die aan het ontvangen van een individuele voorziening (in natura of PGB) zijn verbonden en over de mogelijke gevolgen van misbruik en oneigenlijk gebruik van de wet.
Onverminderd de wet artikel 8.1.2 van de wet doen belanghebbenden op verzoek of zo spoedig mogelijk uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hun redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn voor een heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening.
Artikel 8. Gegevensverwerking en privacy
Binnentreden van de woning geschiedt in samenspraak met de belanghebbende, tenzij in het kader van jeugdhulp binnentreden zonder instemming noodzakelijk is omdat er acuut levensgevaar dreigt voor betrokkene en/of een ander dan wel een aanzienlijk risico op ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische, materiële, immateriële of financiële schade, ernstige verwaarlozing of maatschappelijke teloorgang, of om ernstig in zijn ontwikkeling te worden geschaad, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Artikel 9. Inspraak en medezeggenschap
Het college stelt cliënten en vertegenwoordigers van cliëntgroepen vroegtijdig in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende jeugdhulp te doen, advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende jeugdhulp, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Een pilot is gebaseerd op een opzet welke door het college als zodanig is goedgekeurd en kenmerkt zich door zowel een beperkte omvang in kosten als een beperkte omvang in duur. In de opzet wordt naast de pilot aandacht besteed aan de bepalingen in deze verordening en/of in de beleidsregels waarvan tijdelijk wordt afgeweken.
Artikel 12. Intrekking oude verordening
De Verordening Jeugdhulp 2021 gemeente Vlieland wordt ingetrokken
In afwijking van het tweede lid worden beschikkingen van jeugdigen voor een specialistisch jeugdhulptraject, en/of een verblijfscomponent die doorlopen na 1 juli 2024 in 2024 herbeoordeeld conform de voor 2024 geldende Verordening jeugdhulp en Beleidsregels jeugdhulp, om te bepalen welke vorm van ondersteuning het meest passend is.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-15756.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.