Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Harlingen 2020

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen (verder te noemen het college)

 

Overwegende dat het in het belang van een doelmatige verwijdering van huishoudelijke afvalstoffen wenselijk is nadere regels te stellen als bedoeld in de Afvalstoffenverordening Harlingen 2012 (verder te noemen de Verordening)

 

Gelet op de bepalingen van de Verordening

 

BESLUIT

 

Vast te stellen het volgende Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening Harlingen 2012

Artikel 1 Aanwijzing inzameldienst en andere inzamelaars

  • 1.

    Als inzamelaar op grond van artikel 2, eerste lid van de Verordening wijst het college aan:

    • NV Fryslân Miljeu (verder te noemen Omrin)

  • 2.

    Als inzamelaar op grond van artikel 2, tweede lid van de Verordening wijst het college aan:

    • Kerken, scholen, verenigingen en andere maatschappelijke entiteiten voor de inzameling van oud papier en karton dat afkomstig is van huishoudens of organisaties die een hoeveelheid oud papier hebben vergelijkbaar met een meerpersoonshuishouden voor zover zij een overeenkomst hebben met de gemeente Harlingen.

    • Diverse charitatieve instellingen voor huis-aan-huis inzameling van textiel, voor zover zij een vergunning hebben voor de inzameling.

Artikel 2 Inzamelmiddelen en –voorzieningen

  • 1.

    Op grond van artikel 4 tweede lid, van de Verordening wijst het college de volgende inzamelmiddelen en inzamelvoorzieningen aan:

    • a.

      voor restafval van huishoudens de door of namens de gemeente verstrekte grijze minicontainer, 180 of 240 liter, en de door of namens de gemeente geplaatste onder- of bovengrondse gezamenlijke restafvalcontainer;

    • b.

      voor GFT-afval van huishoudens de door de gemeente verstrekte groene minicontainer (240 of 180 liter) en de door of namens de gemeente geplaatste gezamenlijke Gft-container;

    • c.

      voor glas de door of namens de gemeente geplaatste boven- en ondergrondse glascontainer;

    • d.

      voor textiel de door of namens de gemeente geplaatste boven- of ondergrondse textielcontainer;

    • e.

      voor klein chemisch afval de door of namens de gemeente verstrekte milieubox;

    • f.

      bladkorven

  • 2.

    De inzameldienst is, met toestemming van de gemeente, bevoegd om de container te voorzien van een chip en/of sticker waarop staat vermeld: een barcode, de afvalstroom waarvoor de container is bestemd, het volume van de container, een postcode, een plaatsnaam, een straatnaam of een huisnummer.

  • 3.

    De door of namens de gemeente verstrekte inzamelmiddelen behoren bij de woning/perceel.

  • 4.

    De gebruiker van een perceel dient zich tot de klantenservice van OMRIN te wenden indien bij een verhuizing naar een perceel geen of een kapot inzamelmiddel wordt aangetroffen, bij verdwijning, vermissing of beschadiging van een inzamelmiddel.

  • 5.

    De inzamelmiddelen blijven eigendom van de verstrekker.

  • 6.

    Het beheer van de ondergrondse containers berust bij Omrin resp. de gemeente als eigenaar.

  • 7.

    De volgende categorieën huishoudelijke afvalstoffen kunnen zonder aangewezen inzamelmiddel ter inzameling worden aangeboden:

    • a.

      oud papier en karton dat aan een inzamelaar ter inzameling wordt aangeboden moet verpakt of gebonden aan de kant van de weg worden geplaatst op zodanige wijze dat hiervan geen hinder wordt ondervonden;

    • b.

      grof huishoudelijk afval, grof tuinafval, elektrische en elektronische apparatuur (bruin- en witgoed) wordt op de met de inzameldienst afgesproken dag en tijd op een voor het inzamelmaterieel goed bereikbare plaats bij de woning opgehaald.

  • 8.

    Bij het plaatsen van gezamenlijke inzamelvoorzieningen houdt het college –indien van toepassing- rekening met:

    • a.

      De (verkeers)veiligheid;

    • c.

      De fysieke bereikbaarheid van de voorziening voor gebruikers en inzameldienst;

    • d.

      De fysieke geschiktheid van de locatie en zijn omgeving;

    • e.

      De aanwezige kabels en (riool)leidingen in de bodem;

    • f.

      Het beperken van overlast en het voorkomen van (milieu)schade;

    • g.

      Bestaande groen- en parkeervoorzieningen;

    • h.

      Voldoende laagdrempelig voor wat betreft de loopafstand;

    • i.

      De voorziene aanpassing van de omgeving (zoals periodiek groot onderhoud);

    • j.

      De doelmatige bedrijfsvoering (incl. kosten) van de inzameldienst.

  • 9.

    Voor de locatie van de inzamelvoorziening geldt dat de afstand tussen perceel en inzamelvoorziening voor 90% een maximale afstand van 100 meter en voor 100% een maximale afstand van 250 meter.

Artikel 3: ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen

Op grond van artikel 10 lid 3 van de Verordening stelt het college de volgende regels omtrent de plaats en wijze waarop huishoudelijke afvalstoffen moeten worden aangeboden.

 

a.

Het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen in minicontainers dient ordelijk te geschieden door plaatsing van de minicontainer op het voetpad, zo dicht mogelijk bij de rijweg, of, bij het ontbreken van een voetpad, aan de kant van de openbare weg, dan wel op een inzamel- of clusterplaats, zodanig dat het voetgangers- en overige verkeer niet wordt gehinderd of in de doorgang wordt belemmerd en gevaar of schade wordt voorkomen en waarbij aanwijzingen van de inzameldienst dienen te worden opgevolgd.

 

b.

Inzamelmiddelen dienen goed gesloten te zijn, inzamelvoorzieningen moeten na gebruik goed gesloten worden.

 

c.

Uit de inzamelmiddelen en de inzamelvoorziening mogen geen voorwerpen steken.

 

d.

Afvalstoffen welke ten onrechte of op een onjuiste wijze zijn aangeboden en welke na inzameling daardoor in de container zijn achtergebleven, dienen onverwijld door de aanbieder uit de container te worden verwijderd.

 

e.

Klein chemisch afval mag om veiligheidsredenen niet aan de openbare weg worden aangeboden, anders dan in de milieubox en anders persoonlijk worden overhandigd bij het afvalbrengstation.

 

f.

De afvalbrengstations van de gemeente worden aangewezen als brengvoorziening waar de afvalstoffen als vermeld in artikel 3, eerste lid, van de verordening kunnen worden achter gelaten.

 

g.

Op de afgifte van afvalstoffen op een afvalbrengstation zijn van toepassing de acceptatievoorwaarden van de inzamelaar in de zin van artikel 2, eerste lid, van de verordening.

 

h.

De ontdoener van afvalstoffen moet zich bij of op een afvalbrengstation kunnen legitimeren met een door de gemeente voor dit doel verstrekte pas.

 

i.

De inzameling van grof huishoudelijk afval, grof tuinafval/takken en grote elektrische en elektronische apparaten vindt op afroep plaats, de aanbieder dient voor deze inzameling op afroep een afspraak te maken met de inzameldienst via de grofvuiltelefoon.

 

j.

Het grof huishoudelijk afval dient op de afgesproken dag en tijd op een voor het inzamelmaterieel goed bereikbare plaats bij de woning klaar te staan.

 

k.

Grote gebruiksartikelen, die niet gebundeld kunnen worden op de wijze als hierna genoemd onder n van de onderhavige bepaling, mogen los (dat wil zeggen niet gebundeld) worden aangeboden.

 

l.

Kleinere stukken grof huishoudelijk afval of grof tuinafval moet overgedragen of aangeboden worden in bundels.

 

m.

Papier en karton mag zonder inzamelmiddel alleen gebundeld, ter inzameling worden aangeboden.

 

o.

Papier en karton, alsmede glas, textiel en bladeren kunnen worden achtergelaten in de voor deze categorieën huishoudelijke afvalstoffen bestemde verzamelcontainers die van gemeentewege zijn geplaatst. Hierbij moet de overdracht op een dusdanige wijze geschieden dat geen afvalstoffen buiten de verzamelcontainer achterblijven.

Artikel 4. Dagen en tijden voor het inzamelen aanbieden

Op grond van artikel 11 Lid 1 stelt het college de volgende regels.

  • 1.

    Inzamelmiddelen moeten door de gebruiker van het perceel worden aangeboden op de voor dat perceel vastgestelde inzameldag zoals aangegeven op de huisvuilkalender.

  • 2.

    Op de bij sub a van dit artikel bedoelde percelen mogen de inzamelmiddelen niet worden aangeboden vóór 20.00 uur op de avond voorafgaand aan de vastgestelde inzameldag.

  • 3.

    De inzamelmiddelen moeten worden aangeboden op de vastgestelde inzameldag vóór 7.30 uur.

  • 4.

    De inzamelmiddelen moeten zo spoedig mogelijk na lediging door de inzameldienst, doch uiterlijk aan het einde van de vastgestelde inzameldag, van de openbare weg zijn verwijderd.

  • 5.

    Bewoners die gebruik maken van gemeenschappelijke (breng-)inzamelvoorzieningen, staat het vrij om daarvan op elk door hen gewenst tijdstip gebruik te maken, mits als gevolg daarvan geen geluids- en/of andere overlast naar omwonenden wordt veroorzaakt. Hiervan wordt uitgegaan als glascontainers tussen 19.30 uur en 7.30 uur worden gebruikt.

  • 6.

    Grof huishoudelijk afval, snoeiafval, afgedankte elektrische apparaten en klein chemisch afval mogen alleen op de dag worden aangeboden, die is afgesproken door aanmelding via de grofvuiltelefoon.

  • 7.

    Oud papier mag ter inzameling worden aangeboden op de door de betreffende inzamelaar aan te geven tijdstippen.

  • 8.

    Overige categorieën van huishoudelijke afvalstoffen mogen niet aan de openbare weg ter inzameling worden aangeboden.

Artikel 5. Het in bijzondere gevallen ter inzameling aanbieden van huishoudelijk afval

Op grond van artikel 12 van de Verordening stelt het college de volgende regel :

  • -

    Indien het voor de inzameldienst als gevolg van bijzondere omstandigheden, werkzaamheden of belemmeringen in de openbare ruimte niet mogelijk is om de gebruikelijke inzamelplaatsen op de gebruikelijke dagen te bereiken, kan het huishoudelijk afval voor de duur van de werkzaamheden of belemmeringen op tijdelijke inzamelplaatsen en/of inzameldagen worden aangeboden. Van deze tijdelijke inzamelplaatsen en/of inzameldagen wordt kennisgegeven aan betrokken aansluitingen. Het huishoudelijk afval mag alleen op een tijdelijke inzamelplaats en/of inzameldag worden aangeboden waarvan kennis is gegeven.

Artikel 6. Inzameling bedrijfsafval door inzameldienst

Bedrijven die krachtens artikel 14 tweede lid van de verordening bedrijfsafvalstoffen aanbieden, dienen deze aan te bieden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels ten aanzien van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 7. Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst

Op grond van artikel 15 Het college kan regels stellen voor het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafval aan een ander dan de inzameldienst. Ook stelt ze dagen en tijden vast waarop bedrijfsafvalstoffen kunnen worden aangeboden.

  • 1

    De inzamelmiddelen mogen niet op of aan de openbare weg geplaatst worden anders dan voor onmiddellijke overdracht aan de inzamelaar.

  • 2.

    De gebruikte inzamelmiddelen dienen na lediging onmiddellijk te worden teruggeplaatst in of op het perceel van de gebruiker overeenkomstig de daarvoor geldende regels.

  • 3.

    De aanbieders reinigen of laten het gedeelte van de weg voor hun bedrijf reinigen indien er als gevolg van het aanbieden of inzamelen van bedrijfsafval afval op de (openbare) weg komt en achterblijft.

  • 4.

    Het bedrijfsafval moet in goed gesloten containers worden aangeboden, met uitzondering van KWD-afval (kantoor, winkel en diensten) dat moet worden aangeboden overeenkomstig de in de verordening en dit uitvoeringsbesluit gestelde regels ten aanzien van huishoudelijke afvalstoffen.

Artikel 8. Inwerkingtreding

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op 1 april 2020..

 

Met de inwerkingtreding van dit besluit komen alle eerdere genomen uitvoeringsbesluiten te vervallen.

Artikel 10. Citeerbepaling

Dit uitvoeringsbesluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2020.

 

Harlingen, 10 maart 2020

Burgemeester en wethouders van Harlingen,

de secretaris, de burgemeester,

S. van den Broek, W.R. Sluiter

Naar boven