Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Olst-Wijhe 2023

De raad van de gemeente Olst-Wijhe;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 oktober 2023

Gelet op de artikel 35 van de Wet op de lijkbezorging en artikel 149 van de Gemeentewet;

Besluit:

Vast te stellen de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Olst-Wijhe 2023

Hoofdstuk 1 INLEIDENDE BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

• a. begraafplaatsen: de begraafplaatsen Olst (Hendrik Droststraat), Den Nul en "Rust Zacht" te Wijhe;

• b. graf: een zandgraf of keldergraf;

• c. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet;

• d. asbus: een bus ter berging van as van een overledene;

• e. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

• f. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1. het doen begraven en begraven houden van lijken;

  • 2. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 3. het doen verstrooien van as.

• g. algemeen graf: een graf bij de gemeente in eigendom en beheer, waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

• h. particulier kindergraf: een graf, waarvoor aan een natuurlijk of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen begraven van een lijk van een kind beneden de leeftijd van 12 jaar;

• i. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

  • 1. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

  • 2. het doen verstrooien van as.

• j. algemeen urnengraf: een graf bij de gemeente in eigendom waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen bijzetten van asbussen met of zonder urnen;

• k. particuliere urnennis van het columbarium: een nis in een columbarium op de begraafplaats, bij de gemeente in eigendom en beheer, waarin gelegenheid voor bepaalde tijd wordt geboden tot het doen bijzetten van maximaal 2 asbussen per nis;

• l. gedenkplaats: een door de gemeente aan te wijzen plek, op een van de gemeentelijke begraafplaatsen, om overledenen te gedenken;

• m. verstrooiingsplaats: een door de gemeente aan te wijzen plek, op een van de gemeentelijke begraafplaatsen, waar as kan worden verstrooid;

• n. grafbedekking: gedenkteken en grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

• o. beheerder: de ambtenaar die namens de gemeente Olst-Wijhe belast is met het beheer van de begraafplaats(en) of degene die hem vervangt;

• p. rechthebbende: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie het uitsluitend recht tot begraven is verleend op een particulier graf of een particulier urnengraf, dan wel degene die redelijkerwijze geacht kan worden in diens plaats te zijn getreden;

• q. gebruiker: natuurlijk persoon of rechtspersoon aan wie een recht tot gebruik van een ruimte in een algemeen graf of een algemeen urnengraf is verleend, dan wel degene die redelijkerwijze kan worden geacht in diens plaats te zijn getreden;

• r. ruimen: onder ruimen wordt verstaan het leegmaken van een graf, waarbij de resten van een overledene opnieuw op een begraafplaats ter aarde worden besteld of worden gecremeerd. Ruimen kan alleen plaatsvinden na het verstrijken van de wettelijke grafrusttermijn van tenminste 10 jaar;

• s. schudden: schudden is een vorm van ruimen waarbij de resten (op alle diepten) uit een graf worden verzameld en in hetzelfde graf (onder de onderste diepte) worden geborgen om opnieuw ruimte te maken voor het begraven van nieuwe overledenen (maximaal twee inlages). In het graf kan daarna opnieuw worden begraven. Schudden gebeurt alleen op verzoek van de rechthebbende en is alleen mogelijk wanneer er voldoende grafrechten rusten op het graf. Bij onvoldoende grafrecht worden de grafrechten verplicht verlengd

Artikel 2 Uitbreiding begrippen particulier en algemeen graf

• 1. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt onder 'particulier graf' ook verstaan: particulier kindergraf, particulier urnengraf, particuliere urnennis en particuliere gedenkplaats.

• 2. Voor de toepassing van het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt onder 'algemeen graf' ook verstaan: algemeen urnengraf.

Hoofdstuk 2 OPENSTELLING, ORDE EN RUST OP DE BEGRAAFPLAATS

Artikel 3 Openstelling begraafplaatsen

• 1. De begraafplaatsen zijn voor iedereen dagelijks toegankelijk van zonsopgang tot zonsondergang.

• 2. De begraafplaatsen zijn niet toegankelijk op die momenten dat werkzaamheden rondom ruimen, schudden en opgraven plaatsvinden.

• 3. Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaatsen kunnen de toegangen tijdelijk worden gesloten.

• 4. Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaatsen niet voor het publiek geopend zijn, zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as.

• 5. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 4 Ordemaatregelen

• 1. Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaatsen hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder van de begraafplaats.

• 2. De beheerder van de begraafplaats kan personen die zich niet aan de in het eerste lid bedoelde aanwijzing houden van de begraafplaats verwijderen of laten verwijderen.

• 3. Het is verboden met motorrijtuigen op de begraafplaatsen te rijden:

  • a. elders dan op de daartoe aangewezen rijwegen; motorrijtuigen zijn buiten de rijwegen (slechts) toegestaan voor begrafenissen of voor het vervoer van materialen;

  • b. sneller dan 10 km per uur.

• 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod, bedoeld in de aanhef en onder a van het derde lid.

• 5. Honden worden uitsluitend aangelijnd toegelaten.

Artikel 5 Plechtigheden

• 1. Herdenkingsbijeenkomsten, onthullingen van gedenktekens en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats kunnen slechts plaatsvinden nadat deze ten minste vijf werkdagen tevoren zijn gemeld aan de gemeente. Datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop deze zal plaatsvinden worden in overleg met de aanvrager door de gemeente vastgesteld.

• 2. De deelnemers aan de plechtigheid, bedoeld in het eerste lid, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 6 Opgravingen en ruimen

Bij het opgraven van lijken en de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de opdrachtgever met deze werkzaamheden zijn belast.

Hoofdstuk 3 VOORSCHRIFTEN VOOR LIJKBEZORGING

Artikel 7 Kennisgeving begraven en asbezorging, openen en sluiten van het graf

• 1. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten of as wil doen verstrooien, geeft daarvan uiterlijk om 12.00 uur van de werkdag voorafgaande aan die waarop de begraving, bijzetting of verstrooiing zal plaatsvinden, kennis aan de gemeente via daarvoor door de gemeente beschikbaar gesteld formulier.

  • Formulier verzoek tot begraven.

  • Formulier verzoek tot bijzetten van een urn (van as).

  • Formulier verzoek tot het verstrooien van as.

• Deze formulieren dienen geplaatst te worden op de website van de gemeente Olst-Wijhe en daarnaast gemaild worden naar de uitvaartondernemers en steenhouwerijen in de gemeente en directe omgevend. Het spreekt voor zich dat de formulieren goed dienen te worden ingevuld en ondertekend door de rechthebbende.

• 2. Degene die wil doen begraven, as wil doen bijzetten draagt zorg voor verwijdering en herplaatsen van de eventueel op het graf aanwezige grafbedekking.

• 3. In de normale situatie zal een steenhouwerij of een ander bedrijf deze taken verrichten vandaar dat het van groot belang is dat de beheerder van de begraafplaats is geïnformeerd voor het uitvoeren van deze werkzaamheden middels het Formulier verzoek tot begraven.

• 4. Het lijk, dan wel het omhulsel en de asbus of urn, moeten zijn voorzien van een identiteitskenmerk.

• Het openen van een graf ter begraving of voor het bezorgen van as en het daarna sluiten van een graf, evenals de verstrooiing van as en het bedienen van de hulpmiddelen mag uitsluitend geschieden door het personeel van de begraafplaats op aanwijzingen en onder toezicht van de beheerder. De nabestaanden kunnen deze werkzaamheden onder toezicht van de medewerker begraafplaatsen geheel of gedeeltelijk zelf verrichten indien zij hun wens daartoe uiterlijk om 12.00 uur van de voorafgaande werkdag mondeling of schriftelijk aan de opdrachtgever hebben kenbaar gemaakt. Zij dienen bij deze werkzaamheden de aanwijzingen van de beheerder op te volgen.

• 5. De zaterdag geldt voor de toepassing van dit artikel niet als werkdag.

Artikel 8 Gebouwen en muziekinstallatie

• 1. het gebruik van de muziekinstallatie moet, uiterlijk twee dagen voorafgaande aan de dag waarop er gebruik van wordt gemaakt, worden aangevraagd bij de gemeente.

• 2. De muziekinstallatie staan voor iedere plechtigheid, door een vooraf te bepalen tijdsduur, ter beschikking van de aanvrager.

Artikel 9 Te overleggen stukken

• 1. Tot begraving of bezorging van de as wordt niet eerder overgegaan dan nadat het verlof tot begraven, verstrekt door de gemeente waarin het overlijden heeft plaatsgevonden, is overgelegd aan de beheerder van de begraafplaatsen.

• 2. Wanneer de begraving of de bezorging van as in een bestaand graf zal plaatsvinden, dient een toestemming daartoe aan de gemeente te worden overgelegd ondertekend door de rechthebbende of wanneer deze is overleden, door degene die in de uitvaart voorziet.

• 3. Begraving of bijzetting in een bestaand graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de wettelijke grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaatsvinden onder gelijktijdige verlenging van de uitgiftetermijn met tenminste tien jaar. Deze verlenging is een verplichte verlenging en wordt door de gemeente opgelegd aan de rechthebbende.

• 4. De beheerder begraafplaatsen onderzoekt of de overgelegde stukken toereikend zijn en voert uit of weigert op grond van dit onderzoek de opdracht.

Artikel 10 Tijden van begraven en asbezorging

• 1. Tenminste elke dag welke geen zondag of algemeen erkende feestdag is, wordt gelegenheid tot begraven gegeven.

• 2. De tijd van begraven en het bezorgen van as is:

  • op werkdagen van 9.00 uur tot 15.00 uur;

  • in de periode van 1 november tot 1 april van 10.00 uur tot 15.00 uur;

  • op zaterdag 10.00 uur tot 13.00 uur.

• 3. Het college kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

Artikel 10a Wijze van begraven

• 1. Een lijk wordt begraven in een kist.

• 2. Begraving mag zonder kist, mits het lijk zich bevindt in een ander omhulsel. Dit omhulsel moet op het doel van begraven zijn afgestemd.

• 3. Een kist of ander omhulsel mag voor begraving worden gebruikt wanneer deze zijn vervaardigd van biologisch afbreekbare materialen die het doel van begraving niet belemmeren.

• 4. Het is verboden in een kist of ander omhulsel voorwerpen of objecten bij te sluiten die niet tot de kist of het lijk behoren, anders dan kleine verteerbare grafgiften.

Hoofdstuk 4 INDELING EN UITGIFTE VAN DE GRAVEN

Artikel 11 Indeling graven en asbezorging

• 1. Op de begraafplaatsen kunnen worden uitgegeven:

  • a. particuliere graven en particuliere urnengraven;

  • b. particuliere urnennissen in columbaria;

  • c. particuliere kindergraven;

  • d. algemene graven.

• 2.a. Begraafplaats “Den Nul”:

• op deze begraafplaats wordt er in een particulier graf ten hoogste 1 lijk begraven of 1 asbus bijgezet.

• Begraafplaats “Wijhe”:

• op deze begraafplaats wordt er in een particulier graf ten hoogste twee lijken begraven, of 1 lijk en 1 asbus, of er kunnen 2 asbussen worden bijgezet.

• Begraafplaats “Olst”: op deze begraafplaats vinden er in de particuliere graven alleen nog bijzettingen (2e inlage) plaats.

• In een urnenkelder mogen ten hoogste twee asbussen worden bijgezet.

• 2.b. In een nis van een columbarium mogen ten hoogste twee asbussen worden bijgezet.

• 3. In afwijking op lid 2a worden graven uitgegeven voor 2 of 3 lijken als de uitgifte betrekking heeft op een overleden kind tot de leeftijd van één jaar én één (Den Nul) of de beide ouders (Wijhe). Het betreft hier een particulier graf, geen kindergraf.

• 4. De gehele begraafplaats is aangewezen als plaats waar as kan worden verstrooid.

  • Voor het verstrooien van de as zijn strooivelden aangewezen.

• 5. Het verstrooien van de As op een graf is allen toegestaan wanner de rechthebbende van het graf hiervoor schriftelijk toestemming heeft gegeven.

• Volgens de gemeentelijke Verordening en de Wet op lijkbezorging geldt eveneens dat voor alle soorten van de activiteiten (begraven, bijzetten, as verstrooien en het plaatsen monumenten) op de begraafplaats een schriftelijk toestemming van de rechthebbende aanwezig moet zijn.

• Van belang is dat de gemeente de handtekening van de rechthebbende in het bezit moet hebben.

• De beheerder van de begraafplaats is aanwezig bij het verstrooien van de as. In de verordening van de gemeente Olst Wijhe is niet opgenomen dat de belangrijkste taken van de beheerder, voor de begrafenis, het verstrooien van de as, de bijzetting van een asbus in het graf of urnennis Is het controleren de volgende gegevens:

• Controleren van het registratienummer (dit nummer staat op de kist of op de asbus) met het nummer op het verlof tot begraving of Bijzetting of het verstrooien van de inhoud van een bus;

  • De naam en voornamen van overledene.

  • Datum en plaats van de geboorte.

  • Datum en plaats van overlijden.

  • Geslacht van de overledene.

  • Het verstrooien van de as op een graf is alleen toegestaan wanneer de rechthebbende van het graf hiervoor schriftelijk toestemming heeft gegeven.

  • De beheerder is aanwezig bij het verstrooien van de as.

Artikel 12 Aantal overledenen in algemene graven

• 1. In de algemene graven worden ten hoogste twee lijken begraven of twee asbussen bijgezet.

• 2. Op de algemene graven is het niet toegestaan gedenktekens te plaatsen.

Artikel 13 Volgorde van uitgifte

• 1. De graven worden slechts voor directe begraving en in volgorde van ligging uitgegeven.

• 2. In afwijking van de voorgaande bepaling wordt voor de begraafplaats Den Nul een aanvraag ter verkrijging van een eigen graf niet geweigerd voor een graf, gelegen onmiddellijk naast een graf dat is/wordt uitgegeven voor directe begraving en gelijktijdig daarmee is/wordt aangevraagd.

• 3. Het college kan een graf toewijzen anders dan voor directe begraving en buiten de volgorde van uitgifte, wanneer dit wegens de situatie op de begraafplaatsniet bezwaarlijk is.

Artikel 14 Categorieën

Het college kan bij nader vast te stellen regels de algemene en particuliere graven onderverdelen in categorieën. Het college bepaalt voor de verschillende categorieën de situering en oppervlakte.

Artikel 15 Termijnen particuliere graven

• 1. Het college verleent, voor zover de daartoe bestemde ruimte van de begraafplaatsen dat toelaat, op een daartoe bij hen schriftelijk in te dienen aanvraag, voor de tijd van 20 jaar, het uitsluitend recht tot begraven op een particulier graf alsmede het doen bijzetten van asbussen in een particulier graf of een particulier urnengraf. De termijn begint te lopen op de datum (dag van begraven) waarop het particuliere graf of het particuliere urnengraf wordt uitgegeven.

• 2. Het recht tot het plaatsen van asbussen in een columbarium wordt uitgegeven voor de tijd van 10 of 20 jaren.

• 3. Het in het eerste lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tenminste 10 of 20 jaren mits het verzoek daartoe vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

• 4. Het in het tweede lid van dit artikel bedoelde recht wordt op aanvraag van de rechthebbende verlengd telkens met een termijn van tenminste 5, 10 of 20 jaren, mits het verzoek daartoe vóór het verstrijken van de lopende termijn wordt ingediend.

• 6. Het in dit artikel, in de leden 1 t/m 4, bedoelde recht kan niet langer gelden dan tot het tijdstip, waarop het terrein feitelijk aan zijn bestemming als begraafplaats zal zijn onttrokken.

• 7. Een recht, als in dit artikel bedoeld, kan slechts aan één rechthebbende worden verleend.

Artikel 16 Grafkelder

Het college kan aan de rechthebbende op een particulier graf toestemming verlenen tot het daarin -voor eigen rekening- doen aanbrengen van een grafkelder overeenkomstig de door het college te stellen voorwaarden.

Artikel 17 Overschrijving van verleende rechten

• 1. Na het overlijden van de rechthebbende kan het recht op het particuliere graf worden overgeschreven op naam van een natuurlijk persoon of rechtspersoon. De aanvraag moet worden gedaan binnen zes maanden na het overlijden van de rechthebbende.

• 2. Wanneer de overledene ook de rechthebbende is en in het graf wordt begraven of wanneer de asbus met zijn resten in het graf wordt bijgezet, moet het verzoek tot overschrijving door een nieuwe rechthebbende daaraan voorafgaand worden gedaan.

• 3. Wanneer na het overlijden van de rechthebbende de aanvraag tot overschrijving aan het college niet wordt gedaan binnen de in het tweede lid van dit artikel gestelde termijn van zes maanden, is het college bevoegd het recht op het particuliere graf te doen vervallen.

• 4. Het college kan voor graven uitgegeven voor onbepaalde tijd, die niet meer op naam staan van een actuele rechthebbende, een besluit nemen om de rechten op de graven vervallen te verklaren.

• Het college kan voor de graven die zijn uitgegeven voor onbepaalde tijd, en die niet meer op naam staan van een actuele rechthebbende, een besluit nemen om de rechten op deze graven vervallen te verklaren. De gemeente Olst-Wijhe zal hiertoe een weloverwogen besluit moeten nemen. Er is een bestaand proces beschikbaar om te besluiten deze graven vervallen te verklaren. Tevens is er een proces beschikbaar om nieuwe rechthebbenden voor deze graven te achterhalen.

• Stappenplan bij het ontbreken van rechthebbenden:

  • De begraafplaatsen medewerker zoekt in de BRP en GBA-V naar een nieuwe rechthebbende. Indien geen resultaat, dan met behulp van de beheerder van de begraafplaatsen de volgende acties uitzetten:

  • Plaatsen van een sticker op het graf, of een bordje ernaast met de hulpvraag om contact op te nemen met de begraafplaatsen administratie indien iemand kennis draagt van de overledene of rechthebbende(n).

  • Plaatsen van een overzicht met graven zonder rechthebbenden op het informatie bord bij de ingang van de begraafplaats.

  • Plaatsen een advertenties in regionale bladen en desgewenst landelijk.

• De doorloop van dit proces duurt ongeveer 18 maanden tot 24 maanden.

• Komt er geen reactie op de hulpvragen dan kan het college besluiten beslissen om de rechten vervallen te verklaren.

Artikel 18 Afstand doen van graven

Zonder aanspraak te kunnen maken op enige vergoeding kan de rechthebbende schriftelijk afstand doen ten behoeve van de gemeente van het recht op het particuliere graf/columbarium/urnenkelder. Wanneer er afstand is gedaan wordt het gedenkteken verwijderd en kan het graf worden geruimd.

Artikel 19 Sluiting van graven

• 1. Op aanvraag van de rechthebbende kan het college een graf gesloten verklaren. Gedurende de tijd dat een graf gesloten is, mag daarop geen andere grafbedekking worden geplaatst, mogen er geen begravingen plaatsvinden, geen asbussen worden bijgezet en geen as worden verstrooid anders dan van de personen die de rechthebbende in zijn aanvraag met name heeft genoemd.

• 2. Het college bepaalt voordat het graf gesloten wordt verklaard in overleg met de rechthebbende de bijzondere voorwaarden en de periode waarvoor de in het eerste lid bedoelde sluiting zal geschieden.

Hoofdstuk 5 GRAFBEDEKKING EN ONDERHOUD

Artikel 20 Vergunning grafbedekking

• 1. Voor het hebben van grafbedekking waaronder een gedenkteken is geen vergunning nodig van het college. De rechthebbende krijgt bij de uitgifte van een nieuw graf toestemming voor het aanbrengen van grafbedekking. De grafbedekking moet voldoen aan de nadere regels die hiervoor worden vastgesteld.

• 2. Het college stelt nadere regels vast over de aard en de afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen. (zie voorschriften grafbedekkingen)

• 3. Het college kan besluiten handhavende maatregelen te treffen wanneer:

  • a. niet voldaan wordt aan de vastgestelde nadere regels, genoemd in het tweede lid;

  • b. de grafbedekking of een gedenkteken afbreuk doet aan het aanzien van de begraafplaats;

  • c. de duurzaamheid van de materialen onvoldoende is;

  • d. de constructie van het gedenkteken ondeugdelijk is.

Artikel 21 Onderhoud gedenkteken en/of grafbedekking

• 1. Het (doen) plaatsen, aanbrengen, herstellen, vernieuwen of verwijderen en het schoonhouden van het gedenkteken en/of grafbedekking geschiedt door en voor rekening en voor risico van de rechthebbende.

• 2. De rechthebbende is verplicht het gedenkteken en/of grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Schade als gevolg van brand, vandalisme, vorst, wateroverlast en andere van buiten komende oorzaken, of zijn ontstaan door het weghalen en terugplaatsen van een gedenkteken ten behoeve van een bijzetting of opgraving en eventuele gevolgschade door derden, is voor risico en rekening van de rechthebbende.

• 3. Het college kan de rechthebbende per aanschrijving verplichten een beschadiging aan het gedenkteken en/of de grafbedekking te herstellen binnen de door het college gestelde termijn wanneer de beschadiging zodanig is dat deze naar het oordeel van het college het uiterlijk aanzien van de begraafplaats schaadt of gevaar op levert voor derden.

• 4. Wanneer de rechthebbende nalaat het gedenkteken en/of grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het college de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende zes weken ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is.

• 5. Bij de gemeente Olst-Wijhe, de vrijwilligers doen de onderhoud werkzaamheden niet alleen op de begraafplaats maar ook op de graven.Vrijwilligers zijn altijd welkom om de beheerder van de begraafplaatsen en de medewerkers van buitendienst te ondersteunen alsmede ook de nabestaanden.

• De vrijwilligers verrichten hun werkzaamheden onder de begeleiding en verantwoordelijkheid van de beheerder van de begraafplaats of van de medewerker van de buitendienst.

• 6. De verwijdering vindt pas plaats nadat het college de rechthebbende schriftelijk op de hoogte heeft gesteld van de toestand van het gedenkteken en/of grafbedekking. Wanneer het adres van de rechthebbende of de gebruiker niet bekend is maakt het college een melding bij de ingang van de begraafplaats op het mededelingenbord. Bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

Artikel 22 Grafbeplanting

• 1. Niet-blijvende beplanting (seizoensaanplant) op een graf dat in een verwaarloosde staat verkeert maar ook sterk wortelende onkruiden kunnen door de beheerder van de begraafplaats worden verwijderd zonder dat er aanspraak kan worden gemaakt op schadevergoeding.

• 2. Losse bloemen, planten, kransen en dergelijke worden, kunnen wanneer zij verwelkt zijn, door de beheerder van de begraafplaats worden verwijderd.

• 3. Linten, siervazen en dergelijke voorwerpen worden gedurende zes weken ter beschikking gehouden van de rechthebbende of, wanneer het een algemeen graf betreft, van de belanghebbende.

• 4. De winterharde gewassen die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden en moeten door besnoeiing (door de rechthebbende) binnen de oppervlakte worden gehouden en

  • a. de maximale hoogte voor deze beplanting is 1,50 meter;

  • b. het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen is niet toegestaan.

Artikel 23 Verwijdering gedenkteken en/of grafbedekking na verstrijken van de termijn

• 1. Het gedenkteken en/of grafbedekking wordt na het verstrijken van de termijn van uitgifte van het graf, wanneer de grafrechten niet worden verlengd, verwijderd.

• 2. Het voornemen tot verwijdering van het gedenkteken en/of grafbedekking maakt het college vooraf per brief aan de rechthebbende bekend.

• 3. Wanneer het adres van de rechthebbende niet bekend is, maakt het college het voornemen tot verwijdering van het gedenkteken en/of grafbedekking gedurende een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop de grafbedekking zal worden verwijderd door middel van een bij het graf te plaatsen bordje en bij de ingang van de begraafplaats bekend.

• 4. Wanneer het gedenkteken en/of grafbedekking niet binnen zes weken na de verwijdering is opgehaald, vervalt deze aan de gemeente, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

Hoofdstuk 6 RUIMEN VAN GRAVEN, URNENGRAVEN EN URNENNISSEN

Artikel 24 Ruiming, bezorging van overblijfselen en as

Ruimen gebeurt alleen in opdracht van de begraafplaatshouder en kan alleen als de grafrechten van een particulier graf zijn vervallen, of als er afstand is gedaan, of als de grafrechten niet meer zijn verlengd en er geen sprake meer is van een rechthebbende.

• 1. Het voornemen van het college om een graf te ruimen wordt, gedurende ten minste een jaar voorafgaande aan het tijdstip waarop het graf geruimd zal worden, kenbaar gemaakt op het publicatiebord en door op een bij het te ruimen graf een bordje te plaatsen.

• 2. De beheerder draagt er zorg voor dat er bij de ruimen van het graf met de nog aanwezige stoffelijke resten te allen tijde respectvol wordt omgegaan en dat bezoekers van de begraafplaats niet met stoffelijke resten worden geconfronteerd.

• 3. De nog aanwezige stoffelijke resten worden herbegraven en as wordt verstrooid op een van de daartoe bestemde gedeelten van de begraafplaats.

• 4. De gemeente kan besluiten om het graf wat vrijkomt opnieuw uit te geven.

• Bij de ruiming van graven zijn geen andere personen aanwezig dan degenen die door de gemeente met deze werkzaamheden zijn belast. Wanneer de rechthebbende aanwezig wenst te zijn kan hij hiervoor een verzoek indienen bij het college.

Artikel 25 Schudden:

• 1. De rechthebbende van een particulier graf kan, na de verplichte grafrusttermijn van 10 jaar, bij de gemeente een verzoek indienen om het graf te laten schudden. De rechthebbende geeft aan of er 1 laag of 2 lagen geschud moet worden. Het schudden van een graf wordt maximaal twee keer per graf toegestaan.

• 2. Om de wettelijke termijn van 10 jaar grafrust te volbrengen na een inlage is een verplichte verlenging van grafrechten nodig waarmee aan deze verplichte grafrust van tenminste 10 jaar kan worden voldaan.

• 3. De kosten, die gemaakt worden voor het schudden op verzoek van de rechthebbende, komen voor rekening van de rechthebbende.

Artikel 26 Opgraven:

• 1. De rechthebbende van een particulier graf kan, na de verplichte grafrusttermijn van 10 jaar, bij de gemeente een verzoek indienen om het stoffelijk overschot te laten opgraven om het te laten cremeren of om elders te laten begraven.

• 2. Voor het opgraven van een stoffelijk overschot is te allen tijde de toestemming nodig van de burgemeester.

• 3. De kosten, die gemaakt worden voor het opgraven van een stoffelijk overschot op verzoek van de rechthebbende, komen voor rekening van de rechthebbende.

Hoofdstuk 7 IN STAND HOUDEN HISTORISCHE GRAVEN EN OPVALLENDE GRAFBEDEKKING

Artikel 27 Lijst

• 1. Het college houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

• 2. Het gaat om graven waarvan de grafrechten verlopen zijn of waarvan afstand is gedaan.

• 3. Alvorens tot ruiming van graven wordt overgegaan onderzoekt het college of er graven zijn die in aanmerking komen om op deze lijst te worden bijgeschreven.

• 4. Het college beslist over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekkingen die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Hoofdstuk 8 INRICHTING REGISTER

Artikel 28 Voorschriften

• 1. Het college stelt voorschriften vast voor het register van de begraven lijken, de bijzetting van asbussen en het verstrooien van as.

• 2. Het register wordt bijgehouden door de beheerder van de begraafplaatsen.

Hoofdstuk 9 SLOTBEPALINGEN

Artikel 29 Overgangsbepaling

Wanneer voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag of een verzoek

-hoe ook genaamd- op grond van de beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Olst-Wijhe 2003 is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op de aanvraag is beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.

De rechten en verplichtingen met betrekking tot eigen graven die voortvloeien uit de ingevolge artikel 33 ingetrokken verordeningen, worden geacht ingevolge deze verordening te zijn ontstaan.

Artikel 30 Klachten

Ingezetenen en in de gemeente een belanghebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen omtrent feitelijke handelingen of het nalaten van feitelijke handelingen betreffende de begraafplaats bij het college schriftelijk een klacht indienen.

Artikel 31 Strafbepaling

Hij die handelt in strijd met artikel 3 lid 2,3 en 4, artikel 4 lid 3a en b en artikel 6 wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 32 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen, bij indeling, uitgifte van graven en het onderhoud van grafbedekkingen, ten gunste van de rechthebbende afwijken van de bepalingen in deze verordening, zo nodig na advies te hebben gevraagd van deskundigen.

Artikel 33 Inwerkingtreding en intrekking oude regeling

Deze verordening treedt in werking op de dag na de datum van publicatie. Met ingang van dezelfde datum vervalt de beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Olst-Wijhe 2003.

Artikel 34 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als:

Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen Olst-Wijhe 2023.

Wijhe, 2023

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering d.d. 13-11-2023

De raad voornoemd,

de griffier

J.T.J.J. (Jacqueline) van Zwam

de voorzitter

Mr. Y.P. (Yvonne) van Mastrigt