Tweede wijzigingsbesluit Beleidsnota prostitutie en seksbranche 2018

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van Almere, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft,

 

gelet op:

  • artikel 151a Gemeentewet;

  • hoofdstuk 3 Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011;

  • artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht.

BESLUITEN:

 

Vast te stellen het Tweede wijzigingsbesluit Beleidsnota prostitutie en seksbranche 2018

ARTIKEL I  

Het prostitutiebeleid wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

In artikel 1.4 komt het vierde lid te luiden:

 

  • 4.

    Toezicht seksbranche

    Binnen de vergunde branche wordt opgetreden tegen misstanden en overtredingen door een streng en intensief toezicht- en handhavingsbeleid. Illegale prostitutie wordt - gelet op de onzichtbaarheid en daardoor een hoger risico op misstanden - zoveel mogelijk bestreden met het oog op de openbare orde en veiligheid. Het handhavingsarrangement maakt dat er op een uniforme en effectieve manier kan worden opgetreden, zodat de bestuurlijke aanpak daadkrachtig is en er een stevig signaal wordt afgegeven dat misstanden in deze branche niet worden geaccepteerd.

    Seksbedrijven en zelfstandige sekswerkers mogen net als andere beroepsgroepen de veiligheid en leefbaarheid van Almere niet aantasten. Om overlast in wijken en buurten tegen te gaan zijn seksbedrijven en thuiswerkers gebonden aan een aantal regels. Voor seksbedrijven geldt dat zij moeten voldoen aan de regelgeving uit de APV (hoofdstuk 3) en de vergunningsvoorwaarden. De locatie van het seksbedrijf moet passen binnen het geldende bestemmingsplan. Daarnaast moet er ruimte zijn binnen het maximumstelsel (zie hoofdstuk 2). Voor thuiswerkers geldt dat zij zich moeten houden aan de regels voor aan-huis-verbonden beroepen. Deze regels zijn opgenomen in de bestemmingsplannen (straks omgevingsplannen). Voor thuiswerkers geldt verder dat zij zich moeten houden aan de voorwaarden/regels die in dit beleid opgenomen zijn.

     

    Bij het niet naleven van de regelgeving uit de APV, het bestemmingsplan of dit beleid kan de gemeente handhaven of de vergunning intrekken.

B.

 

In artikel 1.5 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

 

  • 1.

    In de definitie van seksbedrijf, wordt na de punt achter het woord ‘betaling’, de volgende zin toegevoegd: Thuiswerken valt niet onder de term seksbedrijf.

  • 2.

    Onder de definitie van escortbedrijf wordt een definitie toegevoegd, luidende:

    Thuiswerker: de natuurlijke persoon die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen betaling in of vanuit de eigen woning (inschrijving Basisregistratie personen is leidend). Er mogen geen andere prostituees wonen en werken in de woning.

C.

 

Artikel 2.1 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Tabel 1 komt te luiden:

Tabel 1: soorten seksbedrijven, onderverdeeld naar locatiegebonden en niet locatiegebonden.

 

Soort seksbedrijf

Locatiegebonden

Niet locatiegebonden

Prostitutiebedrijf

Raambordeel

Escortbedrijf

 

Seksclub/privéhuis1

Straatprostitutie

 

Erotische massagesalon

 

 

Prostitutie vanuit woningen

 

 

 

 

Seksbedrijf overig

Sekstheater/peepshow

Webcamseks

 

Seksbioscoop/ seksautomatenhal

 

Zelfstandig sekswerk

Thuiswerken

 

 

  • 2.

    De tekst onder de kop “Mét aanscherping” wordt vervangen door:

Bedrijfsmatig thuiswerken is toegestaan zonder vergunning. De sekswerker die vanuit zijn of haar woning werkt moet daarbij voldoen aan de voorwaarden van een aan-huis-verbonden beroep die zijn opgenomen in de bestemmingsplannen (straks omgevingsplannen)*. Deze voorwaarden gelden niet specifiek voor sekswerkers, maar voor alle aan-huis-verbonden beroepen. Hier vallen ook andere dienstverlenende beroepen onder zoals kappers en nagelstylisten die vanuit huis werken.

 

De voorwaarden voor aan-huis-verbonden beroepen zijn doorgaans:

  • -

    De activiteit heeft een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van de woning of bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en waarbij de activiteit een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

  • -

    De activiteit wordt uitgeoefend door de hoofdbewoner van het desbetreffende pand;

  • -

    De activiteit mag geen nadelige invloed hebben op de normale verkeersafwikkeling en er moet worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid;

  • -

    Er mag geen bedrijfsmatige activiteit buiten een gebouw plaatsvinden (behoudens in- en uitladen);

  • -

    De activiteit mag zowel naar de aard als ten aanzien van de visuele aspecten ervan geen afbreuk doen aan het karakter van de woning en de woonomgeving;

  • -

    De activiteit leidt niet tot onevenredige hinder voor het woonmilieu en doet geen afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;

  • -

    Er mag geen horeca en geen detailhandel plaatsvinden.

*: de regelgeving omtrent aan-huis-verbonden beroepen kan per bestemmingsplan verschillen. De regelgeving van een aan-huis-verbonden beroep zoals opgenomen in het geldende bestemmingsplan (met ingang van 1 januari 2024 onderdeel van het tijdelijk omgevingsplan) is leidend.

 

C.

 

In artikel 5.1 wordt “Op dit moment is de politie aangewezen als de bestuurlijk toezichthouder op de vergunde seksbranche. Het Team Mensenhandel en Mensensmokkel (TMM) van de politie Midden-Nederland voert samen met de toezichthouders van de gemeente de bestuurlijke controles uit op de vergunde bedrijven.” vervangen door: De toezichthouders van de gemeente voeren samen met de politie Midden-Nederland de bestuurlijke controles uit op de vergunde bedrijven. Indien de situatie daarom vraagt kan de expertise van het Team Mensenhandel en Mensensmokkel (TMM) van de politie Midden-Nederland ingeschakeld worden.

 

D.

 

In artikel 5.2 wordt “In de meeste gevallen wordt een last onder dwangsom opgelegd en er kan ook overgegaan worden tot het sluiten van een pand op grond van verstoring van de openbare orde.” vervangen door: De handhavingsuitgangspunten staan vermeld in het handhavingsarrangement (bijlage 2).

 

E.

 

In nummer 1.2 van bijlage 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

 

  • 1.

    De begripsomschrijving ernstige overtreding komt te luiden:

    Een ernstige overtreding is een zodanige overtreding dat er: sprake is van een verstoring van de openbare orde en/of een verstoring van het woon- en leefklimaat en/of volksgezondheid.

  • 2.

    In de begripsomschrijving herhaalde overtreding wordt na het woord onderneming de aanduiding < ** > geplaatst.

  • 3.

    Na de begripsomschrijving herhaalde overtreding worden twee begrippen annex omschrijvingen toegevoegd luidende:

     

    Lokaal

    Onder een lokaal en het daarbij behorende erf wordt in het kader van deze beleidsregel het volgende verstaan: alle al dan niet voor publiek opengestelde lokalen en bijbehorende erven. Onder een voor publiek opengesteld lokaal wordt verstaan: een besloten ruimte, met inbegrip van een daarbij behorend erf, dat al dan niet met enige beperking voor het publiek toegankelijk is. Bijvoorbeeld: winkels, horecabedrijven, hotels, restaurants, pensions, cafés, cafetaria’s, snackbars, discotheken, buurthuizen en clubhuizen. Hieronder wordt tevens verstaan een bij dit bedrijf/lokaal behorend terras en andere aanhorigheden. Onder een niet voor publiek opengesteld lokaal wordt verstaan: een besloten ruimte, met inbegrip van een daarbij behorend erf, dat niet voor het publiek toegankelijk is, niet zijnde een woning. Bijvoorbeeld: bedrijfsruimten, magazijnen en loodsen. In deze beleidsregel wordt geen onderscheid gemaakt tussen wel of niet voor publiek toegankelijke lokalen.

    Woning

    Onder een woning wordt in het kader van deze beleidsregel het volgende verstaan: Een woning is een verblijf dat in hoofdzaak dient tot woning dan wel dienstbaar is aan het wonen. Hieronder valt zowel een koopwoning als een huurwoning, maar bijvoorbeeld ook stacaravans, woonschepen, woonwagens, et cetera. Het is de plaats waar een persoon zijn private huishoudelijke leven leidt. Dit wordt niet zonder meer bepaald door uiterlijke kenmerken, zoals de bouw en de aanwezigheid van een bed en andere huisraad, maar ook de daadwerkelijk, feitelijk daaraan gegeven bestemming. Een persoon die incidenteel overnacht in een woning wordt niet aangemerkt als bewoner. Een inschrijving in de Basisregistratie Personen is een indicatie voor bewoning, maar hoeft niet doorslaggevend te zijn. Het komt voor dat een woning niet meer wordt gebruikt als woning zoals bedoeld in deze beleidsregel, maar enkel als seksinrichting. Dit kan onder andere blijken uit de omstandigheden dat: de prostituee enkel verblijft in de woning voor het verrichten van seksuele handelingen, er staat niemand ingeschreven in de Basisregistratie Personen (of de wel ingeschreven perso(o)n(en) verblijft niet in de woning op het adres en er worden geen overige spullen aangetroffen waaruit blijkt dat de locatie gebruikt wordt als woning). De feitelijke constatering over het gebruik van de woning wordt vastgesteld op het moment van constatering van de overtreding. Bij een onbewoonde woning of bij gebruik van de woning enkel als seksinrichting wordt conform dit beleid de matrix toegepast die geldt voor een lokaal.

  • 4.

    Na de begripsomschrijving woning (nieuw) wordt de volgende tekst opgenomen:

**: in het geval het een seksinrichting of -bedrijf betreft dat in strijd met artikel 3.3 van de APV 2011 wordt geëxploiteerd, kan er ook sprake zijn van een: eigenaar, huurder, verhuurder, beheerder of andere (rechts)persoon die aangeschreven wordt om de overtreding op te heffen en opgeheven te houden).

 

F.

 

In nummer 2 van bijlage 2 wordt in de opsomming van de uitgangspunten met betrekking tot te maken keuzes bij het opleggen van sancties de volgende wijzigingen aangebracht:

  • 1.

    in de tekst behorende tot het tweede opsommingsteken wordt “twee jaar” gewijzigd in: drie jaar

  • 2.

    de tekst behorende tot het derde opsommingsteken komt te luiden: Als binnen drie jaar na een overtreding geen nieuwe overtreding plaatsvindt, zal de zaak als afgedaan worden beschouwd. Een latere constatering zal dan gelden als een eerste overtreding.

G.

 

In nummer 3 van bijlage 2 wordt in de omschrijving van stap 2 de zinsnede “bepaalt de toezichthouder de strafbare feiten” vervangen door: bepaalt de toezichthouder de handhavingsstrategie.

 

H.

 

In nummer 4 van bijlage 2 worden de volgende wijzigingen aangebracht:

 

  • 1.

    De kolommen met betrekking tot overtreding van artikel 3:3 lid 1 komen te luiden:

Overtreding van (…)

Omschrijving

Categorie indeling

Strategie

Opmerking

Artikel 3:3, lid 1

Zonder vergunning een seksbedrijf uitoefenen (geen zicht op legalisatie)

Ernstige overtreding

  • 1.

    Vooraankondiging last onder dwangsom of bestuursdwang

  • 2.

    Last onder dwangsom (€ 15.000) of Bestuursdwang (sluiting bepaalde tijd: drie maanden)

  • 3.

    Last onder bestuursdwang (sluiting voor bepaalde tijd: drie maanden of zes maanden)

Toelichting op punt 1. en 2. uit de kolom Strategie, uitgangspunt is bij een:

  • -

    Bewoonde woning: (vooraankondiging) last onder dwangsom

  • o

    Hoogte dwangsom:

    € 15.000; €7.500 wegens overtreding van artikel 3:3, lid 1 APV én €7.500 wegens overtreding van artikel 2.1, eerste lid onder c van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, in samenhang met het betreffende artikel uit het bestemmingsplan (straks omgevingsplannen) van het gebied waar de overtreding heeft plaatsgevonden

  • -

    Lokaal: (vooraankondiging) last onder bestuursdwang

  • o

    Sluitingsduur 3 maanden: hier zoeken we aansluiting bij de sluitingsduur in het Damoclesbeleid van Almere. Deze sluitingsduur heeft als doel o.a. het doorbreken van de loop naar het pand en het terugkeren van de rust en leefbaarheid in de buurt

Feiten en verzwarende omstandigheden van de casus kunnen maken dat hiervan gemotiveerd afgeweken wordt en gelijk een (vooraankondiging) last onder bestuursdwang opgelegd wordt of het pand voor een langere periode gesloten wordt. De volgende indicatoren (niet limitatief) zijn daarvoor bepalend: mate van overlast rondom/vanuit het pand, duur van de overtreding, hoeveelheid observaties/meldingen, aantal betrokken prostituees, staat van het pand, etc.

 

Toelichting op punt 3. uit de kolom Strategie:

  • -

    Sluiting voor drie maanden: als in eerste instantie een last onder dwangsom is opgelegd of als sprake is van een eerste overtreding in een lokaal

  • -

    Sluiting voor zes maanden: als in eerste instantie een last onder bestuursdwang is opgelegd voor een sluiting van drie maanden

 

Het seksbedrijf uitoefenen terwijl vergunning is geweigerd, geschorst, ingetrokken of buiten behandeling gesteld.

Ernstige overtreding

  • 1.

    Vooraankondiging bestuursdwang

  • 2.

    Bestuursdwang (sluiting)

Een aanschrijving bestuursdwang / dwangsom kan niet de verplichting hebben een vergunning seksbedrijf aan te vragen teneinde de dwangsom niet te verbeuren.

 

  • 2.

    De kolommen met betrekking tot overtreding van artikel 3:12 lid 6 komen te vervallen:

ARTIKEL II  

Dit besluit wordt aangehaald als Tweede wijzigingsbesluit Beleidsnota prostitutie en seksbranche 2018.

ARTIKEL III  

Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na die van de bekendmaking.

Almere, 2 april 2024

de burgemeester,

W.H.J.M. van der Loo

burgemeester en wethouders,

de secretaris,

A. van Mazijk

de burgemeester,

W.H.J.M. van der Loo

Naar boven