Gemeenteblad van Deventer
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deventer | Gemeenteblad 2024, 147621 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Deventer | Gemeenteblad 2024, 147621 | beleidsregel |
Hoofdstuk 2. De budgethoudersregeling
Artikel 2.1 Aanwijzing van de budgethouder
De gemeente Deventer hanteert als basis voor de mandatering van de beslisbevoegdheid een systeem van getrapte ondermandatering langs de hiërarchische lijn als omschreven in de Regeling tot verlening van bevoegdheden gemeente Deventer Dit systeem wordt ook gevolgd bij de aanwijzing van budgethouders op grond van deze budgethoudersregeling.
Artikel 2.2 Algemene dekkingsmiddelen
In aanvulling op de hiërarchische getrapte ondermandatering kan het budgethouderschap van de algemene dekkingsmiddelen rechtstreeks gemandateerd worden aan de programmamanager Financiën/Strategisch adviseur Planning en Control.
De Griffier heeft het mandaat tot uitoefening van de bevoegdheid te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten ter uitoefening van de specifiek aan de raad toegekende wettelijke taken en bevoegdheden. De Griffier is daarom ook budgethouder voor de budgetten die direct ten behoeve van de gemeenteraad staan.
Artikel 4.1 Besteding van een budget
Onder verantwoordelijkheid van de algemeen directeur is de door hem gemandateerde budgethouder binnen het kader van de begroting, bevoegd tot het doen van uitgaven en het aangaan van verplichtingen en het verwerven van ontvangsten en rechten ten laste respectievelijk ten bate van de vastgestelde budgetten:
Artikel 8.1 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist de algemeen directeur gehoord de directieraad.
Hoofdstuk 3. Algemene toelichting
De budgethoudersregeling is bedoeld om de rechten, plichten en verantwoordelijkheden van de budgethouders vast te leggen. De regels bieden structuur en duidelijkheid voor budgethouders hoe om te gaan met de toegewezen budgetten. De budgethoudersregeling is gebaseerd op het organisatiebesluit gemeente Deventer (2019), de besturingsfilosofie en de Financiële verordening 2019. De regeling is onderdeel van de afspraken in het kader van de planning en control cyclus. Via de vaststelling van de programmabegroting geeft de raad aan het college van burgemeester en wethouders de opdracht om de plannen uit te voeren. Vervolgens krijgt de budgethouder de opdracht en de verantwoordelijkheid en bevoegdheden om met behulp van de budgetten de doelen te realiseren.
Voorafgaand aan de artikelsgewijze toelichting van de budgethoudersregeling volgt hieronder kort een toelichting op de verdeling van de verantwoordelijkheid die binnen de organisatie wordt gehanteerd in relatie tot het budgethouderschap en het instrument (planning & control) dat wordt toegepast om daarover te rapporteren. Vervolgens wordt kort de mandatering van bevoegdheden toegelicht.
De raad staat aan het hoofd van de gemeente, het primaat in het lokaal bestuur berust bij de gekozen volksvertegenwoordiging. De bestuurlijke verantwoordelijkheid ligt bij het college van B&W, de ambtelijke eindverantwoordelijkheid bij de gemeentesecretaris (algemeen directeur).
Bij het aanwijzen van budgethouders is het van belang dat deze afgestemd is op de andere bevoegdheden van de budgethouder, zoals vastgelegd in de lijst van bevoegdheden op basis van regeling tot verlening van bevoegdheden.
Het budgethouderschap is een belangrijke pijler van het systeem van planning en control. In alle fases van de planning en control - van doelstellingen, ramingen, planningen, tussentijdse verantwoordingen, bijstellingen, toepassen risicomanagement, intern(e) control(e) en accountantscontrole is de budgethouder verantwoordelijk rondom sturing en beheersing. De budgethouder legt verantwoording af aan de mandaatgever (algemeen directeur als eerste budgethouder) over de inhoudelijke en financiële uitvoering van taken die op grond van de mandatering aan hem zijn verleend. Periodiek legt de budgethouder middels vastgestelde planning, afspraken en kwaliteiten hierover verantwoording af in de daarvoor vastgestelde planning en control documenten.
3.2.3 Mandatering van bevoegdheden
De mandatering van bevoegdheden in de organisatie kan in twee hoofdgroepen worden onderscheiden;
De bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen. Voorbeelden hiervan zijn de bevoegdheid tot het verlenen van vergunningen, subsidies of het aangaan van overeenkomsten. Voorwaarde is dat het aan de betreffende functionaris toegekende budget(mandaat) toereikend is, het budgetmandaat is leidend.
3.2.4 Budgetverantwoordelijkheid
De budgetverantwoordelijkheid is te onderscheiden in;
De verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat de afgesproken prestaties worden gerealiseerd met een zo beperkt mogelijke inzet van middelen (doelmatigheid), het daadwerkelijk bereiken van de beoogde maatschappelijke effecten (doeltreffendheid) en ervoor te zorgen dat de realisatie in overeenstemming is met geldende wet en regelgeving (zowel nationale als Europese) en de gemeentelijke verordeningen, raadsbesluiten en collegebesluiten (rechtmatigheid) alsook een getrouwe verantwoording in de financiële administratie
3.2.4 Prestatie-akkoord verklaarder
De PAV’er is verantwoordelijk voor het akkoord geven dat de levering of prestatie heeft plaatsgevonden. Hiermee wordt een scheiding aangebracht tussen de functies; tussen het plaatsen van de bestelling, het accorderen van de levering en het goedkeuren van de factuur.
Hoofdstuk 4. Artikelsgewijze toelichting
In dit artikel is vastgelegd dat de mandatering de reguliere hiërarchische structuur volgt (systeem van getrapte ondermandatering). Dit gaat vanaf de algemeen directeur als eerste budgethouder naar teammanagers. Het budgethouderschap kan verder onder-gemandateerd worden, naar projectleiders of andere medewerkers. Aanleiding voor deze verdere ondermandatering kan een het aantal budgetten zijn die de ‘span of control’ te boven gaat. Daarbij moet afgewogen worden of verdere versnippering van de budgetverantwoordelijkheid niet ten koste gaat van het inzicht en overzicht op de budgetten. In de praktijk hebben teammanagers geen inhoudelijke verantwoordelijkheid voor resultaten in projecten en begrotingsprogramma’s. Daarom is in lid 8 bepaald dat budgetmandaten rechtstreeks vanuit de algemeen directeur worden gemandateerd aan programmamanagers en projectmanagers. De budgethouders en de vervangers worden in de financiële administratie vastgelegd. Dit wordt gedaan via de workflow inkoopfacturen.
De algemene dekkingsmiddelen zijn de budgetten die worden genoemd in artikel 8.5 van het BBV. Dit zijn onder andere de belastinginkomsten uit de OZB en de algemene uitkeringen uit het gemeentefonds. Gezien de financieel technische achtergrond van de budgetten worden deze budgetten gemandateerd aan de programmamanager Financiën c.q. de strategisch adviseur planning & control.
De gemeenteraad kent een aantal budgetten die niet onder de verantwoordelijkheid van het college, maar onder de griffie zijn ondergebracht. Dit zijn bijvoorbeeld de budgetten voor de accountantscontrole en de rekenkamer. Hiermee wordt de dualiteit in het bestuur beter geborgd.
In het organisatiebesluit (artikel 12) is bepaald dat het College van Burgemeester en Wethouders zorg draagt voor een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijk-heden waarbij aan de eisen van controltechnische functiescheiding wordt voldaan en de betrouwbaarheid en rechtmatigheid van de verstrekte informatie aan het bestuur en het ambtelijk management is gewaarborgd. De operationele verantwoordelijkheden met betrekking tot de beschikkende, de bewarende, de registrerende, de controlerende en uitvoerende functies kunnen hierdoor niet door dezelfde functionaris worden uitgevoerd. Daarbij gaat het om een scheiding tussen de registratie van de facturen en de betaalopdrachten (lid 1) en een scheiding tussen de financiële administratie (betaling fiatteren en controleren) en de budgethouder. Een uitzondering wordt gemaakt voor de teammanager DOWR-FA voor de rollen van budgethouder en fiatteur, en alleen voor het budget van het team (en kan daarmee geen vervangende budgethouder zijn voor andere teammanagers). Deze uitzondering betreft een klein budget en is noodzakelijk vanwege de beperkte bezetting op de afdeling.
De prestatieverklaring is ook onderdeel van de factuurcontrole, waarbij de levering getoetst wordt voorafgaande aan de betaling van de factuur. De functionaris die belast is met de prestatieakkoordverklaring (de prestatie-akkoordverklaarder ofwel PAV-er) heeft de verantwoordelijkheid om de levering van de prestatie vast te stellen, - in beginsel - onafhankelijk van bestelling, budget en betaling. Op basis van objectieve informatie wordt onafhankelijk en zelfstandig vastgesteld of de prestatie waarvoor de factuur is ontvangen betrekking heeft op de organisatie én aan de organisatie is geleverd. Dit is vastgelegd in het derde lid van dit artikel. De informatie hiervoor dient te worden vastgelegd, zodat dit controleerbaar en/of reproduceerbaar is door de interne controle of door de accountant.
Indien de PAV-er niet geheel onafhankelijk is van de bestelling, het budget en/of betaling heeft de PAV-er de verantwoordelijkheid aanvullende directe en/of indirecte informatie aan te leveren zodat de prestatie levering kan worden aangetoond. In lid 4 is de grens van €10.000,- gesteld om kleinere bestellingen niet te veel te belasten met administratieve verplichtingen
De verantwoordelijk voor beheersing van de begrotingsuitvoering gaat om het realiseren van de doelstellingen binnen de grenzen van de beschikbaar gestelde middelen. Daarmee staan centraal de geformuleerde outputdoelstellingen (prestaties/resultaten), de (grenzen van de) beschikbare middelen en de doelmatigheid/doeltreffendheid. De begroting is hierbij leidend. Voor de budgethouder geldt dat het verantwoord omgaan met afwijkingen, het verantwoord en afgewogen omgaan met risico’s, de opdrachtformulering, getrouwe en rechtmatige verantwoording en het tijdig signaleren van noodzakelijke bijstellingen. In de begrotingsregels is vastgelegd welke vrijheid het college heeft ten aanzien van begrotingswijzigingen.
In de (meerjaren)begroting is het budget vastgelegd (inkomsten en uitgaven) met de daaraan verbonden kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen en prestaties. Daarmee is vastgelegd ‘wat we willen bereiken’ en ‘wat het mag kosten’. Er is daarbij geen vrijheid om af te wijken van de geraamde inkomsten en uitgaven, ook niet wanneer dit per saldo eenzelfde budgettair beslag oplevert. De regels daaromtrent zijn vastgelegd in de begrotingsregels, in bepaalde gevallen is (alleen) het college bevoegd af te wijken.
Hoofdregel is dat een budgethouder de beschikking krijgt over een budget en een eigen verantwoordelijkheid heeft over de inzet daarvan. Besteding van een budget, inclusief het aangaan van verplichtingen, kan alleen plaatsvinden met goedkeuring van de budgethouder. Binnen de grenzen van het budget mag de budgethouder keuzes maken ten aanzien van de middeleninzet (lid 2). Het gaat hierom keuze voor inzet van verschillende kostensoorten. Er zijn beperkingen aan deze bevoegdheid, bijvoorbeeld bij interne leveringen (zoals loonkosten en kapitaalslasten). Deze bepaling is alleen van toepassing in die gevallen dat er op het niveau van kostensoorten is geraamd.
Het vastleggen van verplichtingen is in het kader van een doelmatig budgetbeheer noodzakelijk. Op het moment dat een bestelling wordt geplaatst, is (een deel van) het budget besteed. In de regel is op dat moment nog geen factuur ontvangen en dus de claim op het budget in eerste instantie niet zichtbaar in de financiële administratie. Daarom wordt iedere verplichting groter dan €10.000 opgenomen in de verplichtingenadministratie waardoor de budgethouder zoveel mogelijk zicht heeft op de actuele stand van zaken ten aanzien van het aan hem toegekende budget.
In het inkoop-en aanbestedingsbeleid zijn de kaders en uitgangspunten geformuleerd voor het handelen van de gemeente ten aanzien van inkopen en aanbesteden. Uitgangspunt is dat de budgethouder bevoegd is aanbestedingen op te starten. De bevoegdheid tot inkopen en aanbesteden is (ook) vastgelegd in de regeling tot verlenen van bevoegdheden. In dit beleid is ook de grens van €200.000 opgenomen waarboven een akkoord van de directie noodzakelijk is.
Een Europese aanbesteding is voorbehouden aan een besluit van het college van burgemeester en wethouders. Ook aanbestedingen onder de Europese drempel met een politiek karakter en/of aanbestedingen met een grote impact op de organisatie worden, vóór publicatie of het versturen van de offerteaanvraag, voorgelegd aan het college van burgemeester en wethouders.
De budgethouder ontleent zijn concrete bevoegdheid aan de begroting. Daarin zijn de middelen vastgelegd voor alleen het begrotingsjaar, de budgetten in de jaren na het begrotingsjaar (die wel genoemd zijn in de meerjarenbegroting) zijn formeel gesproken alleen ramingen. Bij een meerjarige verplichting wordt dus beschikt over (nog) niet bestaand of vastgelegd budget. Dit betekent dat de budgethouder voor meerjarige verplichtingen een besluit van het college nodig is. Indien de meerjarige verplichting valt buiten de kaders vastgesteld in de meerjarenbegroting dan zal een apart raadsbesluit moeten worden genomen. Gedetailleerde informatie over inkoop- en aanbestedingsvoorwaarden (verplichtingen) is vastgelegd in de nota Inkoop- en aanbestedingsbeleid gemeente Deventer.
Dit artikel brengt tot uitdrukking dat de budgethouder een duidelijke rol heeft bij het tot stand brengen van de begroting, meerjarenbegroting, de voorjaarsnota, de jaarrekening, kwartaalrapportages en managementrapportages. Daarvoor is een goede registratie van essentieel belang. Het is de budgethouder die op operationeel niveau, op basis van een goede administratie (actueel en betrouwbaar/rechtmatig), de gegevens aanlevert voor de sturingsdocumenten. Daarbij hoort ook de onderbouwing en verklaring van de doelstelling, prestatie/resultaat, realisatie of afwijking.
Verantwoording over de inhoudelijke en financiële uitvoering conform de vastgestelde planning, richtlijnen en kwaliteiten in het kader van de planning & control cyclus. Onderdeel daarvan is het rapporteren over afwijkingen van de aan hem toevertrouwde budgetten.
Een gebeurtenis met onzekerheid over het optreden en een negatief gevolg voor het realiseren van de doelstelling wordt een risico genoemd. Budgethouders hebben de verantwoordelijkheid deze risico’s te identificeren en kwantificeren en het bepalen van activiteiten die de kans van optreden en/of de gevolgen van risico’s beheersbaar houdt. Dit alles in een cyclisch proces waarin de inventarisatie voortdurend actueel wordt gehouden.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-147621.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.