Gemeenteblad van Woensdrecht
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Woensdrecht | Gemeenteblad 2024, 143946 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Woensdrecht | Gemeenteblad 2024, 143946 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2024
De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 22 februari 2024;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 januari 2024 en het advies van de Adviesraad Sociaal Domein;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de artikelen 2.1.3, 2.1.4a, eerste en zesde lid, 2.1.4b, tweede lid, 2.1.5, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6, vierde lid, en 2.6.6, eerste lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015; gezien het advies van de Adviesraad Sociaal Domein
zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op ondersteuning door de gemeente, zodat zij zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven wonen;
dat het noodzakelijk is om regels vast te stellen ter uitvoering van de wet met betrekking tot de ondersteuning bij de versterking van de zelfredzaamheid en participatie van personen met een beperking of met chronische psychische of psychosociale problemen, beschermd wonen en opvang, en dat het noodzakelijk is om de toegankelijkheid van voorzieningen, ondersteuning en ruimten voor mensen met een beperking te bevorderen en daarmee bij te dragen aan het realiseren van een inclusieve samenleving;
de Verordening voorzieningen maatschappelijk ondersteuning Woensdrecht 2024 vast te stellen.
gemeenschappelijke ruimte: gedeelte(n) van een woongebouw, niet behorende tot de onderscheiden woningen, bestemd en noodzakelijk om de woning van de ondersteuningsvrager vanaf de toegang van het woongebouw te bereiken; en ruimten die onder het gehuurde vallen en/of waarvan de cliënt gebruik moet kunnen maken;
Artikel 2 Melding behoefte aan maatschappelijke ondersteuning
Het college bevestigt de ontvangst van een melding schriftelijk of elektronisch en wijst de client op de mogelijkheid gebruik te maken van gratis clientondersteuning en op de mogelijkheid om gedurende zeven dagen na de melding een persoonlijk plan als bedoeld in artikel 2.3.2, tweede lid, van de wet te overhandigen. Als de client daarom verzoekt, zorgt het college voor ondersteuning bij het verhelderen van de ondersteuningsbehoefte.
Artikel 3 Onderzoek naar de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren
Het college onderzoekt tijdens het onderzoek naar behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren, in samenspraak met degene door en/of namens wie de melding is gedaan en waar mogelijk met de mantelzorger(s) dan wel diens vertegenwoordiger, zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen een termijn van 6 weken.
de mogelijkheden om door middel van voorliggende voorzieningen of door samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders als bedoeld in de Zorgverzekeringswet en andere partijen op het gebied van publieke gezondheid, jeugdhulp, onderwijs, welzijn, wonen, werk en inkomen, te voorzien in de behoefte aan maatschappelijke ondersteuning;
Het college wint een specifiek deskundig oordeel en advies in, als het onderzoek of de beoordeling van een aanvraag dit vereist.
Artikel 7 Criteria voor een maatwerkvoorziening
Een cliënt komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening: ter compensatie van de beperkingen in de zelfredzaamheid en/of participatie die de cliënt ondervindt; voor zover de cliënt deze beperkingen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemeen gebruikelijke voorzieningen, voorliggende voorzieningen of algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 5 en/of 6 bedoelde onderzoek, een passende bijdrage aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid en/of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven.
Een client met psychische of psychosociale problemen of een client die de thuissituatie heeft verlaten, al dan niet in verband met risico’s voor zijn veiligheid als gevolg van huiselijk geweld, komt in aanmerking voor een maatwerkvoorziening, ter compensatie van de problemen bij het zich handhaven in de samenleving voor zover de cliënt deze problemen naar het oordeel van het college niet op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk dan wel met gebruikmaking van algemene voorzieningen kan verminderen of wegnemen. De maatwerkvoorziening levert, rekening houdend met de uitkomsten van het in artikel 3 bedoeld onderzoek een passende bijdrage aan het voorzien in de behoefte van de cliënt aan beschermd wonen of opvang en aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld zich zo snel mogelijk weer op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
en cliënt komt enkel in aanmerking voor een financiële maatwerkvoorziening voor zover:
a. hiermee naar het oordeel van het college een passende bijdrage wordt geleverd aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat wordt gesteld tot zelfredzaamheid of participatie en zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kan blijven, en
b. het betreft een van de volgende voorzieningen:
1°.Tegemoetkoming voor vervoerskosten;
a. Indien er een contra-indicatie bestaat voor gebruik van het collectief vraagafhankelijk vervoer dan kan een tegemoetkoming verstrekt worden als individuele vervoersvoorziening. Deze vergoeding kan worden aangewend voor vervoer per personenauto dan wel reguliere (rolstoel)taxi.
b.De hoogte van een door het college te verlenen tegemoetkoming zoals genoemd in lid 1 bedraagt maximaal € 600,00 per jaar.
c.Indien de cliënt aangewezen is op vervoer uitsluitend per rolstoeltaxi, wordt, indien sprake is van een contra-indicatie voor gebruik van het collectief vraagafhankelijk vervoer, een tegemoetkoming verstrekt van maximaal € 2.000,- per jaar.
2°. Tegemoetkoming voor verhuizing:
a. Indien het college heeft beoordeeld dat cliënt geen recht heeft op een maatwerkvoorziening voor woningaanpassing vanwege toepassing van het primaat verhuizing, kan het college een tegemoetkoming voor verhuis- en inrichtingskosten verstrekken ter hoogte van de werkelijke kosten tot maximaal € 3.000,-.
b. Indien het verhuisprimaat wordt toegepast en de cliënt niet wenst te verhuizen, wordt de mogelijkheid geboden van een tegemoetkoming tot maximaal € 3.000- onder de voorwaarde dat de bouwkundige of woontechnische woonvoorziening wordt uitgevoerd conform het programma van eisen van het college.
3°. een voorziening waarvoor niet tijdig een passende voorziening in natura beschikbaar is.
Als het college van oordeel is dat een client zijn behoefte aan maatschappelijke ondersteuning redelijkerwijs van te voren had kunnen voorzien en met zijn beslissing had kunnen voorkomen, kan het college besluiten dat de client niet in aanmerking komt voor een maatwerkvoorziening met betrekking tot zelfredzaamheid of participatie.
a. wordt vastgesteld aan de hand van een door de cliënt opgesteld plan waarin in ieder geval uiteen is gezet:
1 welke diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren de cliënt van het budget wil betrekken, en
2 indien van toepassing, welke hiervan de cliënt wil betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk;
b. wordt berekend op basis van een prijs of tarief:
1 waarmee redelijkerwijs is verzekerd dat het pgb toereikend is om tijdig veilige, doeltreffende en kwalitatief goede diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren, van derden te betrekken;
2 waarbij rekening is gehouden met redelijke overheadkosten van derden van wie de cliënt diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen die tot de maatwerkvoorziening behoren wil betrekken;
3 waarbij, voor zover van toepassing, rekening is gehouden met de in het derde lid gestelde voorwaarden betreffende het tarief onder welke de cliënt de mogelijkheid heeft om de betreffende diensten, hulpmiddelen, woningaanpassingen en andere maatregelen te betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk, en
c. wordt indien nodig aangevuld met een vergoeding voor onderhoud en verzekering;
d. bedraagt niet meer dan de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopste adequate in de gemeente tijdig beschikbare maatwerkvoorziening in natura.
Een pgb kan worden besteed aan het inhuren van een persoon uit het sociaal netwerk indien:
a. deze persoon een tarief hanteert dat niet hoger is dan het op grond van het in het derde lid gehanteerde tarief en zoals nader beschreven in de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2024.
b. deze persoon zich voldoende op de hoogte heeft gesteld van de verantwoordelijkheden die aan het bieden van de betreffende maatschappelijke ondersteuning verbonden zijn;
c. er bij deze persoon geen sprake is van dreigende overbelasting;
d. deze persoon niet wordt ingezet voor het leveren van een maatwerkvoorziening waarvoor deze persoon zelf ook een indicatie heeft.
Een cliënt kan gebruik maken van een vertegenwoordiger of tussenpersoon om zijn belangen te behartigen en de aan het pgb verbonden taken uit te voeren indien:
a. deze vertegenwoordiger voldoet aan de criteria zoals nader beschreven in de Beleidsregels maatschappelijke ondersteuning Woensdrecht 2024.
b. deze vertegenwoordiger niet uit het pgb wordt betaald voor zijn werkzaamheden als vertegenwoordiger.
voor zover de melding niet tijdig is gedaan en/of voor zover de melding betrekking heeft op een oplossing of kosten die de cliënt voorafgaand aan de indiening van de aanvraag heeft gemaakt en niet meer is na te gaan of de ingekochte voorziening noodzakelijk is, tenzij het college voorafgaand aan de aankoop hiervan in kennis is gesteld dan wel dat er sprake was van een spoedeisend karakter;
Artikel 11 Bijdrage in de kosten van maatwerkvoorzieningen
De bijdrage, bedoeld in artikel 3.1, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015, dan wel het totaal van de bijdragen, is gelijk aan de kostprijs van de maatwerkvoorziening(en), tot aan het bedrag als bedoeld in artikel 2.1.4a, vierde lid, van de wet per bijdrageperiode voor de cliënt of de gehuwde cliënten tezamen, tenzij overeenkomstig artikel 2.1.4, derde lid, van de wet maatschappelijke ondersteuning 2015 geen of een lagere bijdrage is verschuldigd.
De bijdrage voor een maatwerkvoorziening of pgb ten behoeve van een woningaanpassing voor een minderjarige cliënt is verschuldigd door de onderhoudsplichtige ouders, daaronder begrepen degene tegen wie een op artikel 394 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek gegrond verzoek is, en degene die anders dan als ouder samen met de ouder het gezag uitoefent over een cliënt.
Artikel 14 Voorkoming en bestrijding van ten onrechte ontvangen maatwerkvoorzieningen en misbruik of oneigenlijk gebruik van de Wmo
Onverminderd artikel 2.3.8 van de wet doet een cliënt aan het college op verzoek of onverwijld uit eigen beweging mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing als bedoeld in artikel 2.3.5 of 2.3.6 van de wet.
Onverminderd artikel 2.3.10 van de wet kan het college een beslissing tot het verstrekken van een maatwerkvoorziening in natura of middels een pgb (gedeeltelijk) herzien dan wel (gedeeltelijk) intrekken als het college vaststelt dat:
a. de cliënt onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;
b. de cliënt niet langer op de maatwerkvoorziening is aangewezen;
c. de cliënt niet (langer) voldoet aan de aan de maatwerkvoorziening verbonden voorwaarden of de maatwerkvoorziening niet of voor een ander doel gebruikt;
d. de maatwerkvoorziening niet meer toereikend is te achten;
e. de cliënt langer dan 8 weken verblijft in een instelling als bedoeld in de Wlz of de Zvw;
Als het college een beslissing op grond van het derde lid, onder a, of c, heeft ingetrokken en als blijkt dat de cliënt opzettelijk gebruik heeft gemaakt van de ten onrechte ontvangen maatwerkvoorziening, kan het college van de cliënt en degene die daaraan opzettelijk zijn medewerking heeft verleend, de geldswaarde vorderen van de ten onrechte genoten maatwerkvoorziening.
Artikel 15 Opschorting betaling uit het pgb
Het college kan de Sociale Verzekeringsbank gemotiveerd verzoeken te beslissen tot een geheel of gedeeltelijke opschorting voor ten hoogste dertien weken van een betaling uit het pgb als er ten aanzien van een cliënt een ernstig vermoeden is gerezen van handelen of nalaten als bedoeld in artikel 2.3.10, eerste lid, onder a, d, of e, van de wet.
Artikel 16 Onderzoek naar kwaliteit en recht- en doelmatigheid maatwerkvoorzieningen en pgb’s
Het college onderzoekt periodiek, al dan niet steekproefsgewijs, het gebruik van maatwerkvoorzieningen en pgb’s met het oog op de beoordeling van de kwaliteit en recht- en doelmatigheid daarvan.
Artikel 18 Verhouding prijs en kwaliteit levering dienst door derden
Ter waarborging van een goede verhouding tussen de prijs voor de levering van een dienst door een derde, als bedoeld in artikel 2.6.4, van de wet, en de eisen die gesteld worden aan de kwaliteit van de dienst stelt het college vast:
a. een vaste prijs, die geldt voor een inschrijving als bedoeld in de Aanbestedingswet 2012 en het aangaan van een overeenkomst met derde; of
b. een reële prijs die geldt als ondergrens voor:
1e. een inschrijving en het aangaan van een overeenkomst met de derde, en
Het college stelt de prijzen, bedoeld in het eerste lid, vast:
a. overeenkomstig de eisen aan de kwaliteit van die dienst, waaronder de eisen aan de deskundigheid van de beroepskracht, bedoeld in artikel 2.1.3, tweede lid, onderdeel c, van de wet, en
b. rekening houdend met de continuïteit in de hulpverlening, bedoeld in artikel 2.6.5, tweede lid, van de wet, tussen degenen aan wie de dienst wordt verstrekt en de betrokken hulpverleners.
Het college baseert de vaste prijs of de reële prijs op de volgende kostprijselementen:
a. de kosten van de beroepskracht;
c. kosten voor niet productieve uren van de beroepskrachten als gevolg van verlof, ziekte, scholing;
e. indexatie van de reële prijs voor het leveren van diensten;
f. overige kosten als gevolg van de door gemeente gestelde verplichtingen voor aanbieders waaronder rapportage- en administratieve verplichtingen.
Artikel 20 Betrekken van inwoners bij het beleid
Het college stelt ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, in de gelegenheid voorstellen voor het beleid betreffende maatschappelijke ondersteuning te doen, vroegtijdig gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen betreffende maatschappelijke ondersteuning, en voorziet hen van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen.
Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de cliënt afwijken van hetgeen bij of krachtens deze verordening is bepaald, indien strikte toepassing daarvan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-143946.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.