Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Roosendaal

De raad van de gemeente Roosendaal;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 16 januari 2024;

 

gezien het advies van de Commissie van 22 februari 2024;

 

gelet op artikel 1 van de Belemmeringenwet privaatrecht, artikelen 5.2 en 5.4, vierde lid, van de Telecommunicatiewet en artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat het wenselijk is om een verordening vast te stellen met het oog op minimalisatie van overlast en maatschappelijke kosten, alsmede een efficiënt gebruik van de openbare ruimte met betrekking tot werkzaamheden aan kabels en/of leidingen;

 

BESLUIT

 

vast te stellen de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Roosendaal.

 

 

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    belanghebbenden: de omwonenden en bedrijfsmatige gebruikers van alle percelen, grenzend aan het tracé van kabels en/of leidingen;

  • b.

    bovengrondse voorzieningen: transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations die onderdeel uitmaken van een netwerk, als bedoeld in onderdeel i. van dit artikel, die bovengronds worden geplaatst;

  • c.

    breekverbod: tijdelijk verbod voor het uitvoeren van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel;

  • d.

    gedoogplichtige: degene op wie een gedoogplicht rust als bedoeld in artikel 5.2, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, een publiekrechtelijke vergunning of een privaatrechtelijke overeenkomst;

  • e.

    instemmingsbesluit: besluit van burgemeester en wethouders op een aanvraag tot instemming van de voorgenomen werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, alsmede de privaatrechtelijke toestemming dat kabels en/of leidingen, zoals genoemd in onderdeel f. van dit artikel, mogen blijven liggen volgens het ingestemde tracé;

  • f.

    kabels en/of leidingen: een of meer kabels en/of leidingen die onderdeel zijn van een netwerk, daaronder mede begrepen de daarmee verbonden transformator-, schakel-, verdeel- en onderstations, distributie- en/of mutatiepunten, en tevens omvattende lege buizen, ondergrondse ondersteunings-werken en beschermingswerken;

  • g.

    marktconforme kosten: kosten zoals deze onder normale omstandigheden in een markteconomie op de desbetreffende markt worden gemaakt;

  • h.

    netbeheerder: degene die als natuurlijk persoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf dan wel als rechtspersoon acteert als beheerder van een al dan niet openbaar netwerk;

  • i.

    netwerk: samenstel van kabels of leidingen bestemd voor het transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie;

  • j.

    openbaar netwerk: een openbaar elektronisch communicatienetwerk, als genoemd in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet, alsmede een netwerk van een netbeheerder die krachtens een wet is aangewezen om een netwerk aan te leggen en te onderhouden;

  • k.

    openbare gronden: openbare gronden, als genoemd in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

  • l.

    registratiesysteem: digitaal systeem dat burgemeester en wethouders hanteren om meldingen en instemmingen van werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, en alles wat daarmee samenhangt te verwerken;

  • m.

    spoedeisende werkzaamheden: werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, voor reparatie of onderhoud waarvan uitstel niet mogelijk is als een ernstige belemmering of storing van de dienstverlening in het betreffende netwerk is opgetreden;

  • n.

    werkzaamheden: handmatige en/of mechanische (graaf)werkzaamheden, waaronder ook begrepen het opbreken en herstellen van de sleufbedekking en sleufloze technieken, in of op openbare grond in verband met de aanleg, instandhouding en opruiming van kabels en/of leidingen;

  • o.

    werkzaamheden van niet ingrijpende aard: werkzaamheden, zoals genoemd in onderdeel n. van dit artikel, met een gezamenlijke tracélengte tot 25 meter en waarbij geen wegen, watergangen of groenvoorzieningen volledig worden gekruist en/of bovengrondse voorzieningen worden geplaatst;

  • het aanbrengen of verwijderen van kabels en/of leidingen in reeds aangebrachte voorzieningen;

  • het maken van maximaal twee opbrekingen met elk een afmeting van maximaal 2 m².

Artikel 2 Toepasselijkheid

  • 1.

    Deze verordening is van toepassing op werkzaamheden die door of namens een netbeheerder plaatsvinden binnen de gemeente Roosendaal.

  • 2.

    Het bepaalde in deze verordening geldt niet voor zover hierin reeds is voorzien in de Telecommunicatiewet of privaatrechtelijke overeenkomsten.

Artikel 3 Nadere regels

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

  • 2.

    Deze nadere regels hebben betrekking op:

    • a.

      openbare orde en veiligheid;

    • b.

      het tijdstip, de plaats en de wijze van uitvoering van werkzaamheden;

    • c.

      het bevorderen van het medegebruik van voorzieningen;

    • d.

      ondergrondse ordening, planning en coördinatie van werkzaamheden;

    • e.

      nadeelcompensatie in geval van het nemen van maatregelen ten aanzien van kabels en leidingen;

    • f.

      de te verstrekken gegevens alsmede over de wijze waarop die moeten worden verstrekt;

    • g.

      de verrekening van herstel-, beheer- en degeneratiekosten;

    • h.

      het al dan niet toestaan van de aanleg van een netwerk dat niet valt onder het begrip openbaar netwerk.

  •  

Hoofdstuk 2 Aanvragen en melden van werkzaamheden

Artikel 4 Instemmingsvereiste

  • 1.

    Het is verboden werkzaamheden te verrichten zonder of in afwijking van een door burgemeester en wethouders genomen instemmingsbesluit.

  • 2.

    Voor het verrichten van spoedeisende werkzaamheden of werkzaamheden van niet ingrijpende aard is geen instemmingsbesluit, als bedoeld in het eerste lid, noodzakelijk, maar kan worden volstaan met een door burgemeester en wethouders goedgekeurde melding. De raad is bevoegd om redenen van veiligheid delen van het grondgebied aan te wijzen waarvoor het voorgaande niet van toepassing is.

  • 3.

    De werkzaamheden moeten binnen een jaar na de datum waarop het instemmingsbesluit onherroepelijk is geworden zijn voltooid.

  • 4.

    De werkzaamheden van niet ingrijpende aard moeten binnen het in de goedgekeurde melding bepaalde tijdvak zijn voltooid.

  • 5.

    Het in het eerste lid opgenomen verbod is niet van toepassing op werkzaamheden van de gemeente.

  • 6.

    Behoudens in geval van spoedeisende werkzaamheden zijn bij weersomstandigheden, waarbij de uitvoering van de werkzaamheden tot overlast of gevaar voor de bewoners en/of schade voor de gemeente kan leiden, burgemeester en wethouders bevoegd een breekverbod in te stellen. De vaststelling dat er sprake is van deze weersomstandigheden is een bevoegdheid van burgemeester en wethouders. Tijdens door de gemeente vergunde evenementen geldt altijd een breekverbod. De termijnen zoals bedoeld in het derde en vierde lid worden automatisch verlengd met de periode van het breekverbod. Uiterlijk een dag voor beëindiging van het breekverbod, zullen burgemeester en wethouders de betrokken uitvoerende partij(en) hierover informeren.

Artikel 5 Aanvragen en melden

  • 1.

    Voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, bij burgemeester en wethouders te worden aangevraagd.

  • 2.

    In verband met de voorgenomen werkzaamheden kan vooroverleg plaatsvinden met burgemeester en wethouders om de aanvraag, als bedoeld in het eerste lid, voor te bereiden.

  • 3.

    Als de werkzaamheden ook betrekking hebben op openbare gronden van een andere gedoogplichtige of grondeigenaar dan de gemeente en/of als er een aanvraag voor een vergunning al dan niet bij een ander bestuursorgaan op grond van een andere wet is ingediend, dan stelt de aanvrager burgemeester en wethouders hiervan op de hoogte.

  • 4.

    Werkzaamheden van niet ingrijpende aard of de aanvang van werkzaamheden moet(en) vijf werkdagen voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden gemeld worden bij burgemeester en wethouders.

  • 5.

    Spoedeisende werkzaamheden moeten voorafgaand aan de aanvang van de werkzaamheden gemeld worden bij burgemeester en wethouders of bij een daartoe door hen gemachtigd ambtenaar. Als een melding vooraf niet mogelijk is, dient uiterlijk binnen één werkdag na aanvang van de werkzaamheden een melding worden gedaan.

Artikel 6 Gegevensverstrekking

  • 1.

    Voor het aanvragen van een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, dient gebruik te worden gemaakt van het door burgemeester en wethouders gehanteerde registratiesysteem.

  • 2.

    Bij een aanvraag voor een instemmingsbesluit, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, moeten in ieder geval de volgende gegevens worden verstrekt:

    • a.

      naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de netbeheerder;

    • b.

      als het een aanvraag betreft voor het verrichten van werkzaamheden voor of namens een netbeheerder de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de gemachtigde en een schriftelijke machtiging bij de eerste aanvraag van enig kalenderjaar;

    • c.

      een opgave van het aantal, de soort, de aard en het beoogde gebruik van de kabels en/of leidingen;

    • d.

      vereiste vergunning(en), ontheffing(en) of toestemming(en) op grond van overige wetgeving, alsmede informatie over de afstemming met andere gedoogplichtigen, grondeigenaren en/of beheerders van openbare gronden;

    • e.

      een digitale BGT tekening (PDF- en/of DWG-formaat) met legenda en eenduidige en volledige maatvoering (RD-coördinaten) met daarop aangegeven:

      1°. een opgave van het gewenste tracé;

      2°. een opgave van de tijdelijke en permanente voorzieningen;

      3°. een opgave van de te plaatsen bovengrondse voorzieningen.

    • f.

      overtuigende gegevens en inzicht omtrent de uitvoerbaarheid van de voorgenomen werkzaamheden waaruit blijkt:

      • 1°.

        binnen de beschikbare ruimte aangelegd wordt;

      • 2°.

        dat de bereikbaarheid van de overige kabels en/of leidingen blijft gewaarborgd;

      • 3°.

        dat de vereisten voor het passeren van groenvoorzieningen gewaarborgd blijven.

    • g.

      de tracélengte en de lengte en breedte van de te graven sleuf, alsmede de aard van de sleufbedekking die wordt opengebroken;

    • h.

      de voorgenomen datum van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

    • i.

      een opgave van het aantal kabels en/of leidingen dat direct in gebruik wordt genomen en het aantal kabels en/of leidingen dat niet direct in gebruik wordt genomen;

    • j.

      indien de gemeente de coördinaten van de zich in het tracé bevindende (monumentale) bomen aanlevert, dan moet de netbeheerder deze (inclusief de kroonprojectie) op de instemmingstekening weergeven.

  • 3.

    Voor een melding, als bedoeld in artikel 4, tweede lid, dient gebruik te worden gemaakt van het door burgemeester en wethouders gehanteerde registratiesysteem. De volgende gegevens moeten daarbij in ieder geval worden verstrekt:

    • a.

      naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de netbeheerder;

    • b.

      als het een melding betreft voor het verrichten van werkzaamheden voor of namens een netbeheerder de naam-, adres- en woonplaatsgegevens van de gemachtigde en een schriftelijke machtiging bij de eerste aanvraag van enig kalenderjaar;

    • c.

      de uitvoerende partij, het adres van de graaflocatie(s), inclusief een situatieschets;

    • d.

      de lengte en breedte van de sleuf of montagegat(en), alsmede de aard van de sleufbedekking die wordt opengebroken;

    • e.

      de datum van aanvang en beëindiging van de werkzaamheden;

  • In geval van spoedeisende werkzaamheden moeten tevens worden verstrekt:

    • f.

      de aanduiding van de spoedeisende aard van de werkzaamheden;

    • g.

      de omschrijving van de werkzaamheden die zijn uitgevoerd.

Artikel 7 Voorschriften bij instemmingsbesluit

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen in het instemmingsbesluit voorschriften opnemen in het belang van:

    • a.

      de openbare orde;

    • b.

      veiligheid, waaronder mede verstaan wordt de verkeersveiligheid;

    • c.

      het voorkomen of beperken van overlast, waaronder mede verstaan wordt het afstemmen met andere werkzaamheden, een goede doorstroming van het verkeer en de bescherming van groenvoorzieningen en van het uiterlijke aanzien van de omgeving;

    • d.

      de bereikbaarheid van gronden of gebouwen, waaronder mede verstaan wordt het veilig en doelmatig gebruik, beheer, en onderhoud van openbare gronden en gebouwen en het belang van evenementen;

    • e.

      de ondergrondse ordening, waaronder mede verstaan wordt het beschermen van reeds in de grond aanwezige werken en eventuele in de grond aanwezige objecten.

  • 2.

    De voorschriften, zoals genoemd in het eerste lid, kunnen slechts betrekking hebben op:

    • a.

      het tijdstip, de plaats en wijze van uitvoering van werkzaamheden;

    • b.

      het bevorderen van medegebruik van voorzieningen die door derden of de gemeente tegen marktconforme kosten ter beschikking worden gesteld;

    • c.

      afstemming met betrekking tot overige in de grond aanwezige werken.

  • 3.

    De belanghebbenden ter plaatse van de uit te voeren werkzaamheden moeten schriftelijk worden geïnformeerd over aanvang, duur, aard en plaats van de werkzaamheden.

  • 4.

    Het is verplicht na het einde van de werkzaamheden de grond, eventuele verhardingen en groenvoorzieningen terug te brengen in de oude staat, tenzij burgemeester en wethouders vooraf hebben aangegeven hier (gedeeltelijk) zelf zorg voor te willen dragen.

Artikel 8 (Mede)gebruik van voorzieningen

  • 1.

    Op verzoek van burgemeester en wethouders wordt bij de werkzaamheden zoveel mogelijk (mede)gebruik gemaakt van bestaande, hetzij door overige netbeheerders dan wel door of in opdracht van burgemeester en wethouders aangelegde, voorzieningen voor zover dit technisch en economisch haalbaar is en medegebruik geen belemmering vormt voor de veiligheid, toegankelijkheid en leveringszekerheid.

  • 2.

    Indien de voorziening in eigendom is van de gemeente dan is voor het medegebruik schriftelijk toestemming van de gemeente vereist.

  • 3.

    In het vooroverleg als bedoeld in artikel 5, tweede lid, wordt mede bepaald of en, zo ja, langs welke delen van het tracé gebruik kan worden gemaakt van bestaande voorzieningen als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 9 Termijnen

  • 1.

    De beslissing op een aanvraag voor een instemmingsbesluit wordt genomen uiterlijk acht weken na de dag van ontvangst van de aanvraag.

  • 2.

    Indien een instemmingsbesluit niet binnen de bij wettelijk voorschrift bepaalde termijn kan worden genomen, delen burgemeester en wethouders dit aan de aanvrager mede en noemen daarbij een zo kort mogelijke termijn waarbinnen het instemmingsbesluit wel genomen kan worden.

  • 3.

    De goedkeuring op een melding voor werkzaamheden van niet ingrijpende aard wordt genomen binnen vijf werkdagen.

  • 4.

    De goedkeuring op een melding voor spoedeisende werkzaamheden volgt, met in acht name van het bepaalde in artikel 14, tweede lid, uiterlijk vijf werkdagen nadat de melding is gedaan.

  • 5.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing.

 

Hoofdstuk 3 Overige bepalingen

Artikel 10 Het nemen van maatregelen en nadeelcompensatie

  • 1.

    De netbeheerder is verplicht op verzoek van burgemeester en wethouders over te gaan tot het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen ten dienste van zijn netwerk.

  • 2.

    Eventuele nadeelcompensatie in verband met het bepaalde in het eerste lid wordt verleend op basis van een publiekrechtelijke regeling.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders en de netbeheerder zullen bij het nemen van maatregelen, waaronder het verplaatsen, ten aanzien van kabels en/of leidingen elkaars schade zo veel mogelijk beperken.

Artikel 11 Overleg

  • 1.

    Burgemeester en wethouders organiseren periodiek een overleg, waarvoor in elk geval de bij de gemeente bekende netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden worden uitgenodigd.

  • 2.

    In dit overleg worden de plannen van de gemeente en van de diverse netbeheerders en andere betrokken partijen of belanghebbenden besproken en afgestemd in het kader van de bepalingen van deze verordening.

  • 3.

    Burgemeester en wethouders stemmen af met de betrokken netbeheerders indien gronden verkocht, verpacht of verhuurt worden waar (mogelijk) kabels en leidingen in liggen.

 

Artikel 12 Niet openbaar netwerk

  • 1.

    Deze verordening houdt geen gedoogplicht in voor de gemeente met betrekking tot een netwerk dat niet valt onder het begrip openbaar netwerk.

  • 2.

    Bij werkzaamheden aan een netwerk dat niet valt onder het begrip openbaar netwerk, is het bepaalde in deze verordening van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13 Informatieplicht

  • 1.

    De netbeheerder stelt burgemeester en wethouders onverwijld en schriftelijk in kennis van het in of uit gebruik nemen van een kabel en/of leiding. Dit geldt ook als een kabel en/of leiding niet langer ten dienste staat van een netwerk in of op openbare gronden. Burgemeester en wethouders kunnen hiervoor een overzicht van alle (niet) in gebruik zijnde kabels en/of leidingen verlangen.

  • 2.

    De netbeheerder stelt burgemeester en wethouders in kennis van het feit dat het eigendom, de exploitatie of het beheer van de kabel of leiding verandert.

 

Hoofdstuk 4 Toezicht en handhavingsbepalingen

Artikel 14 Toezicht en handhaving

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van burgemeester en wethouders aangewezen personen.

  • 2.

    Indien burgemeester en wethouders vaststellen dat de verplichtingen van deze verordening niet zijn nagekomen, kunnen burgemeester en wethouders besluiten handhavend op te treden dan wel legalisatie achteraf van de ontstane situatie verlangen met inachtneming van de bepalingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht. Indien blijkt dat de uitgevoerde werkzaamheden zijn gemeld maar dat hiervoor een instemmingsbesluit is vereist, is dit artikel van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Onverminderd het bepaalde in het tweede lid en hun overige wettelijke bevoegdheden zijn burgemeester en wethouders bevoegd, met kennisgeving vooraf aan de netbeheerder, het instemmingsbesluit in te trekken of de werkzaamheden stil te leggen indien:

    • a.

      er wordt gewerkt zonder instemmingsbesluit of zonder melding;

    • b.

      het instemmingsbesluit is verleend ten gevolge van onjuiste of onvolledige gegevens;

    • c.

      het instemmingsbesluit in strijd met enig wettelijk voorschrift is verleend;

    • d.

      er wordt gewerkt in afwijking van de voorschriften van het instemmingsbesluit;

    • e.

      er wordt gewerkt in afwijking van de nadere regels;

    • f.

      er wordt gewerkt in strijd met het geldende breekverbod.

 

Hoofdstuk 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 15 Intrekking

De Algemene Verordening Ondergrondse Infrastructuren, die inwerking is getreden op 28 mei 2009 en sindsdien gewijzigd, wordt ingetrokken.

Artikel 16 Overgangsbepalingen

  • 1.

    De verordening, genoemd onder artikel 15, blijft van kracht op instemmings- en vergunningsverzoeken en meldingen waarop reeds krachtens diezelfde verordening is beslist, maar waarvan de uitvoering op het moment van inwerkingtreding van deze verordening nog niet is gerealiseerd.

  • 2.

    Deze verordening is van toepassing op alle kabels en leidingen, ongeacht op welke grondslag deze zijn aangelegd.

  • 3.

    Op aanvragen en meldingen waarop bij de inwerkingtreding van deze verordening nog niet is beslist, wordt met toepassing van deze verordening een beslissing genomen.

Artikel 17 Hardheidsclausule

Burgemeester en wethouders hebben de bevoegdheid op grond van afweging van de te behartigen belangen en met in acht name van de redelijkheid en billijkheid in incidentele en uitzonderlijke gevallen af te wijken van de bepalingen van deze verordening.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.

 

Artikel 19 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: ’Algemene verordening ondergrondse infrastructuren Roosendaal’.

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 maart 2024,

de griffier, de voorzitter,

Naar boven