Hoofdstuk 2
|
DIENSTVERLENING EN BESLUITEN IN HET KADER VAN DE OMGEVINGSWET
|
|
Paragraaf 2.1
|
Algemene bepalingen
|
|
2.1
|
Definities
|
|
1.
|
Begripsbepalingen die zijn opgenomen in de bijlage bij de Omgevingswet, in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, bijlage I bij het Besluit kwaliteit leefomgeving, bijlage I bij het Omgevingsbesluit en bijlage I bij de Omgevingsregeling en in de bijlagen bij het gemeentelijke omgevingsplan, zijn van toepassing op dit hoofdstuk, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
2.
|
In dit hoofdstuk voorkomende begrippen die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander dan een in het eerste lid bedoeld wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld, tenzij in de legesverordening of deze tarieventabel anders is bepaald.
|
|
3.
|
In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
|
|
a.
|
binnenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan;
|
|
|
hieronder wordt tevens verstaan een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, maar die niet in strijd is met regels voor de toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of het voldoen aan een uitwerkingsplicht in het tijdelijke deel van het omgevingsplan, bedoeld in artikel 22.1, aanhef en onder a, van de Omgevingswet;
|
|
b.
|
Buitenplanse omgevingsplanactiviteit: een activiteit waarvoor het Omgevingsplan bepaalt dat een vergunning nodig is, maar waarbij het binnen de beoordelingsregels niet mogelijk is om de vergunning te verlenen, of een andere activiteit die in strijd is met het Omgevingsplan.
|
|
c.
|
balievergunning:
de overeenkomstig met artikel 2.1 Omgevingswet vergunningplichtige bouwwerken met een beperkte omvang die voldoen aan de voorwaarden zoals genoemd in het besluit van het college van de gemeente Veendam d.d. 17 december 2019 inzake balievergunningen;
|
|
d.
|
conceptaanvraag Omgevingsvergunning:
voor het indienen van een aanvraag tot het verlenen van een Omgevingsvergunning, kan een initiatiefnemer het College via het Digitaal stelsel Omgevingswet verzoeken om aan de hand van een uitgewerkt bouwplan te boordelen of het bouwplan in het kader van de Omgevingswet vergunbaar is. Wanneer het bouwplan in strijd is met het omgevingsplan kan een initiatiefnemer door het invullen van een daartoe bestemd quickscanformulier het College verzoeken om een oordeel omtrent de kans op het verlenen van medewerking aan een binnen- of buitenplanse omgevingsplanactiviteit of een wijziging, dan wel herziening van het omgevingsplan op grond van de Omgevingswet.
|
|
e.
|
beoordeling conceptaanvraag omgevingsvergunning:
het geven van een schriftelijk standpunt over het gepresenteerde bouwplan met betrekking tot het omgevingsplan
|
|
f.
|
professionals:
adviesbureaus, architecten, ontwikkelaars, bouwers en stedenbouwkundige en/of planologische adviseurs met kennis van het Omgevingsrecht dan wel enig ander die als professional op het gebied van Omgevingsrecht actief is. Hierbij kan gedacht worden aan (steden)bouw, milieu en ruimtelijke ordening
|
|
g.
|
mondeling vooroverleg:
mondeling overleg tussen een initiatiefnemer en een ruimtecoach voorafgaand aan het indienen van een conceptaanvraag of aanvraag Omgevingsvergunning, waarbij initiatiefnemer geïnformeerd wordt over het proces en de wettelijke en de beleidsmatige kaders binnen het Omgevingsrecht
|
|
h.
|
schriftelijk vooroverleg:
op schriftelijke vragen (via de mail, web-formulier of brief) van een initiatiefnemer met betrekking tot een bouwplan wordt initiatiefnemer door een medewerker van de gemeente schriftelijk geïnformeerd
|
|
i.
|
raadplegen van een ruimtecoach:
Initiatiefnemer consulteert een ruimtecoach (medewerker van de gemeente) over zijn bouwplan. De ruimtecoach bepaalt of een gesprek - bij voorkeur samen met de professional van de initiatiefnemer - nodig is om ervoor te zorgen dat een aanvraagformulier Omgevingsvergunning en/of een Quickscanformulier zo volledig mogelijk en juist wordt ingevuld. De ruimtecoach informeert aanvrager over het proces en geeft aan waar welke (wettelijke) informatie te vinden is, welke onderzoeken uitgevoerd moeten worden en welke documenten initiatiefnemer en/of diens professional moet aanleveren bij een conceptaanvraag
|
|
j.
|
quickscanformulier:
een bij een conceptaanvraag behorend formulier voor een bouwplan waarover een beoordeling in de gemeentelijke Omgevingskamer vereist is
|
|
k.
|
welstandstoets vooraf:
de aanvrager van een Omgevingsvergunning, niet zijnde een aanvraag voor een vergunning die voldoet aan de voorwaarden van een balievergunning, vraagt voordat de aanvraag wordt ingediend via het Digitaal stelsel Omgevingswet via Libau advies van de Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit hoe het bouwplan zich verhoudt tot de redelijke eisen van Welstand en/of het erfgoedaspect
|
|
l.
|
welstandstoets achteraf:
de gemeente vraagt, nadat initiatiefnemer via het Digitaal stelsel Omgevingswet een aanvraag Omgevingsvergunning heeft ingediend, niet zijnde een aanvraag voor een vergunning die voldoet aan de voorwaarden van een balievergunning, via Libau advies van de Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit hoe het ingediende bouwplan zich verhoudt tot de redelijke eisen van welstand en/of het erfgoedaspect
|
|
4.
|
In aanvulling op de in bijlage I bij de Omgevingsregeling opgenomen omschrijving van het begrip ‘bouwkosten’ wordt onder de in die omschrijving genoemde Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 verstaan de voorwaarden die bekendgemaakt zijn in Staatscourant 2012, 1567.
|
|
5.
|
In afwijking van bijlage I bij de Omgevingsregeling wordt onder bouwkosten verstaan de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012; Stcrt. 2012, 1567), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Het inzien van het bovengenoemde normblad NEN is mogelijk in het gemeentehuis van Veendam (Raadhuisplein 5). Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt, wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
|
|
|
|
|
2.2
|
Dienstverlening en besluiten waarvoor leges worden geheven
|
|
|
Leges worden geheven voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
|
|
a.
|
omgevingsoverleg
|
|
b.
|
een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5.1 of artikel 22.8 van de Omgevingswet in samenhang met artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit;
|
|
c.
|
een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5 van de Omgevingswet
|
|
d.
|
toestemming voor het treffen van een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet;
|
|
e.
|
een wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning;
|
|
f.
|
intrekking van een omgevingsvergunning;
|
|
g.
|
wijziging van een besluit als bedoeld in de onderdelen b, c en d;
|
|
h.
|
een besluit in het kader van de Omgevingswet, anders dan bedoeld in de onderdelen b tot en met g.
|
|
|
|
|
2.3
|
Bepalen tarief
|
|
1.
|
De in artikel 2.2 bedoelde leges worden geheven naar de tarieven zoals opgenomen in de volgende paragrafen van dit hoofdstuk.
|
|
2.
|
Als een aanvraag betrekking heeft op meerdere activiteiten, is het tarief opgebouwd uit de som van de verschuldigde leges behorend bij die activiteiten.
|
|
3.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verhoogd met een of meer modaliteiten bedoeld in paragraaf 2.12.
|
|
4.
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag wordt in voorkomend geval verminderd overeenkomstig het bepaalde in paragraaf 2.13.
|
|
5.
|
Het tarief behorend bij een aanvraag om een maatwerkvoorschrift of bij een aanvraag om toestemming om een gelijkwaardige maatregel te treffen is niet van toepassing als het onderwerp waarop het maatwerkvoorschrift betrekking heeft of de gelijkwaardige maatregel onderdeel is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
6.
|
In afwijking van het tweede en derde lid kan ook per activiteit of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.2
|
Voorfase
|
|
2.4
|
Omgevingsoverleg
|
|
1.
|
Het tarief voor mondeling vooroverleg bedraagt:
|
Nihil
|
2.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een conceptaanvraag:
|
|
a
|
tot het verkrijgen van een verklaring vergunningvrij bouwen:
|
€ 120,92
|
b
|
tot het beoordelen van een omgevingsplanactiviteit zonder beoordelingsregels:
|
€ 234,84
|
c
|
tot het beoordelen van een omgevingsplanactiviteit met beoordelingsregels:
|
€ 549,71
|
d
|
tot het beoordelen van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit
|
€ 2.198,90
|
3.
|
Indien aanvrager voordat hij een conceptaanvraag zoals vermeld onder 2.4 lid 2 onderdeel e heeft ingediend een ruimtecoach heeft geraadpleegd, worden de op grond van 2.4 lid 2 onderdeel e. geheven leges verminderd met:
|
20%
|
|
|
|
Paragraaf 2.3
|
Activiteiten met betrekking tot bouwwerken
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning
|
|
|
|
|
2.5
|
Bouwactiviteit (bouwtechnische deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
indien de bouwkosten minder dan € 200.000,- bedragen:
|
2,55%
|
|
van de bouwkosten, vermeerderd met:
|
€ 93,63
|
b.
|
indien de bouwkosten € 200.000,- of meer bedragen:
|
2,08%
|
|
van de bouwkosten boven de € 200.000,-
|
|
|
vermeerderd met:
|
€ 5.193,63
|
c.
|
Het overeenkomstig 2.5 berekende bedrag bedraagt maximaal:
|
€ 300.000,00
|
|
|
|
2.6
|
Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijk deel)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit
|
|
a.
|
indien het een balievergunning betreft:
|
€ 92,09
|
b.
|
indien het een bouwwerk – geen gebouw zijnde – betreft zoals erfafscheidingen en gevelwijzigingen (en andere vergelijkbare bouwwerken):
|
€ 250,00
|
c.
|
indien het kleinere gebouwen of uitbreiding van bestaande gebouwen betreft zoals garages, tuinhuizen, overkappingen, dakkappellen en uitbouwen:
|
€ 500,00
|
d.
|
indien het om andere bouwwerken gaat dan onder a, b en c genoemd:
|
€ 3.000,00
|
e.
|
Voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit
|
|
-
|
voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van =< 150 m2
|
€ 2.748,56
|
-
|
voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van > 150 m2 en =< 450 m2
|
€ 6.046,87
|
-
|
voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van > 450 m2
|
€ 8.245,72
|
|
|
|
2.7
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
paragraaf 2.4
|
Activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed
|
|
2.8
|
Omgevingsplanactiviteit: monumenten
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, met betrekking tot een gemeentelijk monument, provinciaal monument, voorbeschermd gemeentelijk monument of voorbeschermd provinciaal monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
1.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing van artikel 14 van de Erfgoedverordening gemeente Veendam in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
nihil
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 964,18
|
|
|
|
2.9
|
Rijksmonumentenactiviteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een rijksmonumentenactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, met uitzondering van een rijksmonumentenactiviteit met betrekking tot een archeologisch monument, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een monument of voorbeschermd monument:
|
nihil
|
b.
|
voor het herstellen of gebruiken van een monument of voorbeschermd monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
|
€ 964,18
|
|
|
|
2.10
|
Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit of bij toepassing art. 20 van de Erfgoedverordening gemeente Veendam 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit:
|
€ 234,84
|
b.
|
voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht:
|
€ 234,84
|
c.
|
voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 234,84
|
2.
|
Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.
|
|
|
|
|
2.11
|
gereserveerd
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.5
|
Milieubelastende activiteiten
|
|
2.12
|
Omgevingsplanactiviteit: milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een milieubelastende activiteit als bedoeld in paragraaf 22.3.26 van het tijdelijke deel van het omgevingsplan zoals opgenomen in artikel 7.1 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.850,00
|
|
|
|
2.13
|
Activiteiten die bedrijfstakken overstijgen (afdeling 3.2 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten die bedrijfstakken overstijgen als bedoeld in de paragrafen 3.2.1, 3.2.3 tot en met 3.2.15, 3.2.17 tot en met 3.2.19 en 3.2.24 van afdeling 3.2 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.040,00
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 9.025,00
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 13.775,00
|
|
|
|
2.14
|
Nutssector en industrie (afdeling 3.4 Besluit activiteiten
leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de categorie nutssector en industrie als bedoeld in de paragrafen 3.4.2, 3.4.4 tot en met 3.4.9 en 3.4.11 van afdeling 3.4 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.040,00
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 9.025,00
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 13.775,00
|
|
|
|
2.15
|
Afvalbeheer (afdeling 3.5 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector afvalbeheer als bedoeld in de paragrafen 3.5.1, 3.5.4, 3.5.7, 3.5.8 en 3.5.11 van afdeling 3.5 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.040,00
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 9.025,00
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 13.775,00
|
|
|
|
2.16
|
Agrarische sector (afdeling 3.6 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de agrarische sector als bedoeld in de paragrafen 3.6.1, 3.6.7 en 3.6.8 van afdeling 3.6 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.040,00
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 9.025,00
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 13.775,00
|
|
|
|
2.17
|
Dienstverlening, onderwijs en zorg (afdeling 3.7 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector dienstverlening, onderwijs en zorg als bedoeld in de paragrafen 3.7.6 en 3.7.10 van afdeling 3.7 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.850,00
|
|
|
|
2.18
|
Transport, logistiek en ondersteuning daarvan (afdeling 3.8 Besluit activiteiten leefomgeving)
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een of meer milieubelastende activiteiten, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een of meer activiteiten in de sector transport, logistiek en ondersteuning daarvan als bedoeld in de paragrafen 3.8.2, 3.8.3, 3.8.5, 3.8.6, 3.8.8 tot en met 3.8.11 van afdeling 3.8 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor één milieubelastende activiteit:
|
€ 3.040,00
|
b.
|
voor twee tot vijf milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 9.025,00
|
c.
|
voor vijf of meer milieubelastende activiteiten, in afwijking van artikel 2.3, tweede lid:
|
€ 13.775,00
|
|
|
|
2.19
|
Sport en recreatie (afdeling 3.9 Besluit activiteiten leefomgeving
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een milieubelastende activiteit, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder b, van de Omgevingswet, bestaande uit een activiteit in de sector sport en recreatie als bedoeld in paragraaf 3.9.1 van afdeling 3.9 van hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per activiteit, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 2.850,00
|
|
|
|
2.20
|
Samenloop van milieubelastende activiteiten
|
|
1.
|
Als bij de toepassing van de artikelen 2.13 tot en met 2.19 dezelfde milieubelastende activiteit onder meer dan een artikel valt, wordt die milieubelastende activiteit slechts eenmaal in de heffing betrokken, waarbij het voor de belastingplichtige meest gunstige van toepassing zijnde tarief wordt toegepast.
|
|
2.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een kernactiviteit in een bedrijfstak gecombineerd met functioneel ondersteunende activiteiten uit andere bedrijfstakken, dan is, in afwijking van het bepaalde in deze paragraaf, op al deze activiteiten het artikel van toepassing waaronder de bedrijfstak die bepalend is voor de kernactiviteit valt.
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.6
|
Lozingsactiviteiten
|
|
2.21
|
Lozingsactiviteit niet afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, en het gaat niet om het lozen van water of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 225,00
|
|
|
|
2.22
|
Lozingsactiviteit afkomstig van milieubelastende activiteit
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een lozingsactiviteit op een oppervlaktelichaam in beheer bij de gemeente, als bedoeld in artikel 5.1, tweede lid, aanhef en onder c, onder 1, van de Omgevingswet, bestaande uit het lozen van afvalwater, koelwater of stoffen afkomstig van een milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 225,00
|
|
|
|
Paragraaf 2.7
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
2.24
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
2.25
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
2.26
|
Omgevingsplanactiviteit: aanleggen of veranderen weg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg, bedoeld in artikel 2:11 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 234,84
|
|
|
|
2.27
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
2.28
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
2.29
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
2.30
|
Omgevingsplanactiviteit: kappen van bomen of vellen van houtopstanden
|
|
1
.
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het vellen van een houtopstand, bedoeld in artikel 3 van de Bomenverordening gemeente Veendam 2023 in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
voor 25 bomen of minder
|
€ 162,28
|
b.
|
voor meer dan 25 bomen
|
€ 484,15
|
|
|
|
2.31
|
Omgevingsplanactiviteit: reclame
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, als bedoeld in artikel 2.10 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, en als niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in paragraaf 2.3, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het op of aan een onroerende zaak maken of voeren van die handelsreclame:
|
€ 273,16
|
|
|
|
2.32
|
Omgevingsplanactiviteit: opslag van roerende zaken
|
|
|
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op de opslag van roerende zaken in een bepaald gedeelte van de provincie of de gemeente, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of van de thans geldende Algemene plaatselijke verordening Veendam een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief
|
|
a.
|
als de activiteit bestaat uit het daar opslaan van roerende zaken:
|
€ 648,59
|
b.
|
als de activiteit bestaat uit het als eigenaar, beperkt gerechtigde of gebruiker van een onroerende zaak toestaan of gedogen dat daar roerende zaken worden opgeslagen:
|
€ 648,59
|
|
|
|
2.33
|
Omgevingsplanactiviteit: standplaatsen
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit het innemen of hebben van een standplaats, bedoeld in artikel 5:15 en 5:18 van de Algemene plaatselijke verordening in samenhang met artikel 22.8 van de Omgevingswet en artikel 2.1a van het Omgevingsbesluit, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:
|
€ 250,14
|
|
|
|
2.34
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.9
|
Maatwerkvoorschriften
|
|
2.35
|
Maatwerkvoorschriften bij bouwactiviteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een bouwactiviteit, bedraagt het tarief:
|
|
a.
|
voor een maatwerkvoorschrift dat betrekking heeft op:
|
|
|
1. het in stand houden van een bestaand bouwwerk, bedoeld in artikel 3.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
2. bouwactiviteiten die het bouwen van nieuwe bouwwerken betreffen als bedoeld in artikel 4.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
3. het gebruik van een bouwwerk, bedoeld in artikel 6.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving; of
|
|
|
4. het verrichten van bouw- of sloopwerkzaamheden als bedoeld in artikel 7.1 van het Besluit bouwwerken leefomgeving;
|
|
|
per maatwerkvoorschrift:
|
€ 500,00
|
b.
|
in andere gevallen dan bedoeld in onderdeel a, per maatwerkvoorschrift:
|
€ 500,00
|
|
|
|
2.36
|
Maatwerkvoorschriften bij milieubelastende activiteiten
|
|
1.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving betrekking heeft op:
|
|
a.
|
één milieubelastende activiteit als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief:
|
€ 1.900,00
|
b.
|
twee of meer milieubelastende activiteiten als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedraagt het tarief per milieubelastende activiteit:
|
€ 950,00
|
2.
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere milieubelastende activiteit dan bedoeld in het eerste lid, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 1.900,00
|
|
|
|
2.37
|
Maatwerkvoorschriften bij overige activiteiten
|
|
|
Als de aanvraag om een of meer maatwerkvoorschriften betrekking heeft op een andere activiteit dan genoemd in de artikelen 2.35 en 2.36, bedraagt het tarief per maatwerkvoorschrift:
|
€ 950,00
|
|
|
|
Paragraaf 2.10
|
Gelijkwaardigheid
|
|
2.38
|
Gelijkwaardige maatregel
|
|
1.
|
Als de aanvraag om toestemming voor een gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7 van de Omgevingswet betrekking heeft op:
|
|
a.
|
een bouwactiviteit, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 95,00
|
b.
|
een activiteit met betrekking tot cultureel erfgoed, bedraagt het tarief, per uur:
|
nihil
|
c.
|
een milieubelastende activiteit, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 95,00
|
d.
|
een andere activiteit dan bedoeld in de onderdelen a, b of c, bedraagt het tarief, per uur:
|
€ 95,00
|
2
|
Het op grond van het eerste lid verschuldigde bedrag wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.11
|
Overige tarieven
|
|
2.39
|
gereserveerd
|
|
|
gereserveerd
|
|
|
|
|
2.40
|
Wijzigen
omgevingsvergunning
|
|
|
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van een omgevingsvergunning is het tarief verschuldigd zoals opgenomen in artikel 2.4, lid 2, onderdeel b, c respectievelijk d
|
|
|
|
|
2.41
|
Wijzigen voorschriften
omgevingsvergunning
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning
|
€ 1.900,00
|
|
|
|
2.42
|
Intrekken
omgevingsvergunning
|
|
a.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning, tenzij artikel 2.57 van toepassing is:
|
€ 329,86
|
b.
|
Indien de omgevingsvergunning die ziet op kapactiviteiten als bedoeld in artikel 2.30 wordt ingetrokken, worden de verschuldigde leges, als bedoeld in onderdeel 2.30 verminderd met:
|
50%
|
|
|
|
2.43
|
Beoordeling aanvullende gegevens
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, in behandeling is genomen:
|
€ 37,50
|
|
|
|
2.44
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
De in artikel 2.49 opgenomen tarieven zijn van overeenkomstige toepassing op het in behandeling nemen van een aanvraag tot het beoordelen van een onderzoeksrapport, zonder dat sprake is van een aanvraag om een omgevingsvergunning.
|
|
|
|
|
2.45
|
Wijzigen van het omgevingsplan
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van het omgevingsplan:
|
|
a.
|
voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van =< 150 m2
|
€ 2.748,56
|
b.
|
voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van > 150 m2 en =< 450 m2
|
€ 6.046,87
|
c.
|
voor bouwwerken met een bebouwd oppervlak van > 450 m2
|
€ 8.245,72
|
2.
|
Indien voor een juiste behandeling initiatiefnemer een volledig en juist concept-omgevingsplan aanlevert worden de op grond van 2.45, lid 1 geheven leges verminderd met
|
20%
|
|
|
|
2.46
|
Overige en niet genoemde besluiten op aanvraag
|
|
1.
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een ander, in dit hoofdstuk niet benoemd besluit op grond van de Omgevingswet, de op die wet gebaseerde algemene maatregelen van bestuur of het omgevingsplan:
|
€ 234,84
|
2.
|
Reproductiekosten
|
|
|
De reproductiekosten voor een aanvraag omgevingsvergunning bedragen per
|
|
a.
|
A4 of A3 formaat
|
€ 2,94
|
b.
|
A2 formaat
|
€ 9,32
|
c.
|
A1 formaat of groter
|
€ 14,21
|
3.
|
Ligplaats
|
|
|
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een ligplaatsvergunning voor een woonschip bedraagt
|
|
a.
|
per half uur:
|
€ 49,80
|
b.
|
met een maximum van:
|
€ 203,84
|
4.
|
Informatie ten behoeve van vastgoedtaxaties (makelaars)
|
|
a.
|
Het tarief voor het verstrekken van informatie voor vastgoedtaxaties indien de gevraagde informatie wordt verzonden
|
€ 101,30
|
5.
|
Ontheffing geluidhinder
|
|
|
Het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing hogere grenswaarde geluid bedraagt
|
|
a.
|
voor gevallen van enkelvoudige aard (één woning, één soort geluidhinder)
|
€ 417,77
|
b.
|
voor overige gevallen
|
€ 831,73
|
|
|
|
Paragraaf 2.12
|
Modaliteiten
|
|
2.47
|
Achteraf ingediende aanvraag
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning voor een activiteit wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de activiteit, worden de op grond van de paragrafen 2.3 tot en met 2.8 verschuldigde leges verhoogd met:
|
50%
|
|
|
|
2.48
|
Uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is op de voorbereiding van het besluit:
|
|
a.
|
als sprake is van een milieubelastende activiteit:
|
€ 2.748,56
|
b.
|
als sprake is van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:
|
€ 2.748,56
|
|
|
|
2.49
|
Beoordeling onderzoeksrapporten
|
|
|
Indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dit hoofdstuk bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld, wordt geheven:
|
|
a.
|
voor een milieukundig bodemrapport
|
€ 384,65
|
b.
|
voor een archeologisch bodemrapport
|
€ 384,65
|
|
|
|
|
Leveren bodeminformatie
|
|
c.
|
Voor het leveren van een specifiek bestaand bodemrapport
|
€ 12,93
|
d.
|
Verzoek tot het aanleveren van bodeminformatie met onderzoek
|
€ 161,97
|
|
|
|
e.
|
voor de beoordeling van een geluid- of luchtrapport betreffende geluid- of luchtbelasting
|
€ 384,65
|
f.
|
voor de beoordeling van een akoestisch rapport betreffende de interne en externe geluidwering of nagalm van een bouwwerk:
|
€ 384,65
|
g.
|
voor de beoordeling van een ecologisch onderzoeksrapport:
|
€ 384,65
|
h.
|
voor de beoordeling van een milieueffectrapportage (MER):
|
€ 3.990,00
|
i.
|
voor de beoordeling van een niet in de voorgaande onderdelen genoemd rapport:
|
€ 384,65
|
|
|
|
2.50
|
Advies
|
|
1.
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een daartoe aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet:
|
|
a.
|
voor een advies van de gemeenteraad:
|
€ 1.747,34
|
b.
|
voor een advies van de gemeentelijke adviescommissie als bedoeld in de Verordening op de gemeentelijke Adviescommissie voor Omgevingskwaliteit Veendam 2024
worden de op grond van paragraaf 2.3 verschuldigde leges verhoogd met de kosten die Libau voor het uitbrengen van een advies in rekening heeft gebracht, waarbij deze kosten bij een welstandstoets achteraf worden vermeerderd met
€ 300,00 voor gemeentelijke begeleidingskosten.
|
|
c.
|
voor een advies in andere gevallen dan bedoeld in de onderdelen a en b: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
|
|
2.
|
Als een begroting als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
2.51
|
Instemming
|
|
|
Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:
|
|
a.
|
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven:
|
€ 1.747,34
|
b.
|
als een ander bestuursorgaan moet besluiten over de instemming: het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn
|
|
2.
|
Het bedrag bedoeld in het eerste lid, onder b, wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
|
|
|
|
|
Paragraaf 2.13
|
Vermindering
|
|
2.52
|
Vermindering na omgevingsoverleg
|
|
|
Als de aanvraag om een omgevingsvergunning bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel b, en zoals nader omschreven in de paragrafen 2.3 tot en met 2.8, is voorafgegaan door een aanvraag om omgevingsoverleg als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en onderdeel a, en zoals nader omschreven in paragraaf 2.2, waarop de aanvraag om de omgevingsvergunning betrekking heeft, bestaat onder de in het tweede lid genoemde voorwaarden aanspraak op vermindering van de voor het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning verschuldigde leges. De vermindering bedraagt:
|
|
|
van de voor het omgevingsoverleg geheven leges.
|
100%
|
2.
|
Voor de toepassing van het eerste lid wordt de aanvraag om een omgevingsvergunning gedaan:
|
|
|
voor dezelfde activiteit of activiteiten als waarop het omgevingsoverleg betrekking had;
|
|
|
in overeenstemming met de uitkomsten van het omgevingsoverleg; en
|
|
|
binnen 12 maanden na het laatste omgevingsoverleg of, als het omgevingsoverleg volgens afspraak leidt tot een kennisgeving aan de aanvrager, na de dagtekening van de kennisgeving.
|
|
|
|
|
2.53
|
Reserveren
|
|
|
|
|
2.54
|
Reserveren
|
|
|
|
|
2.55
|
Teruggaaf als aanvraag verder buiten behandeling wordt gelaten
|
|
|
Als na toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een aanvraag buiten behandeling wordt gesteld, zal voor de reeds verrichte werkzaamheden een tarief in rekening worden gebracht ter hoogte van:
|
€ 329,86
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is gedaan verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
2.56
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsvergunning
of maatwerkvoorschrift bij
reguliere procedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges.
|
|
a.
|
De teruggaaf bedraagt voor de activiteit genoemd in artikel 3.30 (Kappen) bij gehele of gedeeltelijke intrekking na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
b.
|
Voor bouw-, aanleg of sloopactiviteiten geldt dat bij gehele of gedeeltelijke intrekking na de indiening van de aanvraag de leges worden verminderd tot het op grond van artikel 2.4 lid 2 geldende tarief, met dien verstande dat reeds gemaakte kosten voor bijvoorbeeld externe adviezen blijven verschuldigd.
|
|
c.
|
De teruggaaf bedraagt voor alle overige activiteiten bij gehele of gedeeltelijke intrekking na de indiening van de aanvraag:
|
75%
|
|
|
|
2.57
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag
omgevingsvergunning
of maatwerkvoorschrift bij uitgebreide voorbereidingsprocedure
|
|
|
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning of aanvraag om een maatwerkvoorschrift op de voorbereiding waarvan afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is geheel of gedeeltelijk intrekt terwijl het college van burgemeester en wethouders daarover nog geen besluit heeft genomen, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
|
a.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking binnen zes weken na de indiening van de aanvraag:
|
75%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
b.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip van zes weken tot achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges;
|
|
c.
|
bij gehele of gedeeltelijke intrekking op een tijdstip vanaf achttien weken na de indiening van de aanvraag:
|
25%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de aanvraag is ingetrokken verschuldigde leges.
|
|
|
|
|
2.58
|
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende
omgevingsvergunning
voor bouw-, aanleg-, sloop- of milieubelastende activiteiten
|
|
1.
|
Indien de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. De hierbij toegepaste tariefberekening wordt als volgt uitgevoerd:
|
|
a.
|
Indien binnen één jaar na verlening van de vergunning deze door de houder schriftelijk wordt ingetrokken onder indiening van de originele vergunning, wordt teruggaaf van leges verleend van:
|
50%
|
|
met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft;
|
€ 136,53
|
b.
|
bij intrekken van de niet uitgevoerde meerwerkopties bij de seriematige bouw teruggaaf verleend van de geheven leges m.u.v. de op basis van artikel 250 onderdeel b geheven leges van:
|
100%
|
|
mits dat het verzoek tot intrekking binnen 26 weken na oplevering wordt ingediend,
|
|
|
met dien verstande dat een minimumbedrag verschuldigd blijft van:
|
€ 136,53
|
c.
|
Indien na één jaar, maar binnen drie jaar na verlening van de vergunning deze door de houder schriftelijk wordt ingetrokken onder indiening van de originele vergunning, wordt teruggaaf van de geheven leges verleend van:
|
25%
|
|
met dien verstande dat minimaal verschuldigd blijft:
|
€ 136,53
|
d.
|
In afwijking van hetgeen is bepaald in onderdeel c kan de gemeente op verzoek restitutie geven van de bouwleges voor bouwvergunningen die zijn verleend voor de peildatum van 1 januari 2004. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
e.
|
In afwijking van hetgeen is onderdeel c kan de gemeente op verzoek restitutie geven van de bouwleges voor projecten die afhankelijk zijn van de SDE+ regeling, wanneer het project geen SDE+ subsidie heeft gekregen en het project zonder deze subsidie niet te realiseren is, onder voorwaarde dat de vergunning binnen twee jaar na het verlenen van de vergunning door de houder schriftelijk wordt ingetrokken. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
|
|
|
2.59
|
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een
omgevingsvergunning
voor bouw-, aanleg-, sloop of milieubelastende activiteiten
|
|
a.
|
Als het college van burgemeester en wethouders een omgevingsvergunning voor een bouw- of milieubelastende activiteit weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
|
50%
|
|
van de voor de activiteit waarvoor de omgevingsvergunning is geweigerd verschuldigde leges, waarbij minimaal verschuldigd blijft:
|
€ 126,64
|
b.
|
het vellen of doen vellen van een houtopstand, als bedoeld in artikel 2.30 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt van de op grond van artikel 2.30 verschuldigde leges.
|
50%
|
c.
|
Onder een weigering bedoeld in onderdeel a wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
|
|
|
|
|
2.60
|
Geen teruggaaf legesdeel modaliteiten
|
|
|
Van de leges verschuldigd op grond van de artikelen 2.50 en 2.51 wordt geen teruggaaf verleend.
|
|
|
|
|
2.61
|
Minimumbedrag voor teruggaaf
|
|
|
Niet teruggegeven worden bedragen minder dan:
|
€ 25,00
|