Financiële verordening Land van Cuijk 2023

De raad van de gemeente Land van Cuijk;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 31 oktober 2023;

 

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet en het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV);

 

besluit:

 

  • 1.

    in te trekken de Financiële verordening gemeente Land van Cuijk 2022

  • 2.

    vast te stellen de navolgende verordening overeenkomstig de volgende bepalingen:

Financiële verordening Land van Cuijk 2023

 

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • Administratie: het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, functioneren en beheersen van de gemeentelijke organisatie en de verantwoording die daarover moet worden afgelegd;

  • rechtmatigheidsverantwoording: de rapportage van het college waarbij aangegeven wordt in welke mate de totstandkoming van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan overeenstemmen met de relevante wet- en regelgeving;

  • Beleidsveld: Onderdeel van een programma van de begroting.

Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Artikel 2. Kalender

Het college biedt jaarlijks, voor 1 januari, een bestuurlijke planning (richtlijnen planning en control cyclus) voor het volgende begrotingsjaar aan de Raad aan. De auditcommissie wordt alvorens deze planning definitief door het college wordt vastgesteld betrokken bij de opstelling. In deze planning zijn onder andere de data opgenomen met betrekking tot het aanbieden en vaststellen van de Planning en control producten.

Artikel 3. Programma-indeling

  • 1.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode een programma-indeling voor die raadsperiode vast.

  • 2.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode op voorstel van het college de beleidsvelden per programma vast.

  • 3.

    De raad stelt op voorstel van het college per programma de beleidsindicatoren vast.

  • 4.

    De raad stelt bij aanvang van iedere raadsperiode vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen naast de verplichte paragrafen van de begroting en de jaarstukken kaders wil stellen en wil worden geïnformeerd.

Artikel 4. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de begroting wordt van de nieuwe investeringen het benodigde investeringsbudget weergegeven.

  • 2.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringsbudgetten weergegeven.

  • 3.

    In de begroting en jaarstukken worden alleen incidentele baten en lasten >€ 50.000 als incidenteel aangemerkt.

Artikel 5. Kaders begroting

Het college biedt aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de begroting voor het volgende begrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota voor 15 juli vast.

Artikel 6. Autorisatie begroting en investeringsbudgetten

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en de lasten per programma.

  • 2.

    Het college doet de raad bij begrotingsbehandeling een voorstel welke investeringen direct worden geautoriseerd en welke op een later tijdstip. Hierbij wordt de volgende richtlijn gehanteerd:

    • a.

      Reguliere investeringen (vervangingsinvesteringen) en investeringen volgend uit beheerplannen worden middels begroting direct vastgesteld.

    • b.

      Investeringen < € 500.000 worden middels begroting direct vastgesteld.

    • c.

      Overige investeringen zoals nieuw beleid dienen altijd op een later tijdstip opnieuw voorgesteld aan de raad ter autorisatie.

    • d.

      De raad kan amenderen op het door het college voorgestelde advies.

    • e.

      Voor investeringen, welke op een later tijdstip worden geautoriseerd, wordt bij de begroting een voorbereidingskrediet van 10% geautoriseerd met een maximum van € 200.000.

  • 3.

    Het college informeert de raad als ze verwacht, dat de lasten van een programma de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringsbudget het geautoriseerde investeringsbudget dreigen te overschrijden, of de baten van een programma de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. De raad geeft aan of hij een voorstel wil voor het wijzigen van het budget.

  • 4.

    Het college is bevoegd tot het doen van uitgaven tot een bedrag van € 50.000 per geval, met een maximum van € 250.000 per jaar, zonder voorafgaande autorisatie door de raad. In de eerstvolgende (tussentijdse) rapportage legt het college daarover verantwoording af.

  • 5.

    Bij de behandeling van de tussenrapportages in de raad bedoeld in artikel 7, lid 1, doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringsbudgetten.

  • 6.

    Alle onderschrijdingen en overschrijdingen op baten en lasten en investeringen die na de laatste tussentijdse rapportage worden geconstateerd worden opgenomen in de jaarrekening en in de rechtmatigheidsverklaring. Deze worden niet meegenomen in het oordeel van rechtmatigheid.

  • 7.

    Een investeringsbudget dat na 3 jaar niet (volledig) is benut wordt afgeraamd. Indien verlenging van deze termijn noodzakelijk is legt het college een gemotiveerd voorstel aan de raad voor.

Artikel 7. Tussentijdse rapportage

  • 1.

    Het college informeert de raad door middel van tenminste één tussentijdse rapportage over de realisatie van de begroting van de gemeente.

  • 2.

    De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering van het beleid en een overzicht met de bijgestelde ramingen.

  • 3.

    In de tussenrapportages worden afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten (exploitatie) groter dan€ 100.000 per beleidsveld en op investeringsbudgetten groter dan € 100.000 of 10% van het investeringsbudget toegelicht.

Artikel 8. Jaarstukken

  • 1.

    Gelijktijdig met het aanbieden van de jaarstukken biedt het college de raad het voorstel aan over de bestemming van het jaarrekeningresultaat.

  • 2.

    Vooruitlopend op het bestemmingsvoorstel over het jaarrekeningresultaat kan het college de raad voorstellen om restantmiddelen op onderdelen van het rekeningresultaat over te hevelen naar het volgende begrotingsjaar.

  • 3.

    Incidentele exploitatiebudgetten kunnen slechts overgeheveld worden indien deze cumulatief aan de volgende criteria voldoen:

    • a.

      Het moet gaan om een incidenteel budget;

    • b.

      Het moet gaan om een substantieel bedrag (> € 25.000);

    • c.

      De overheveling moet onvermijdbaar en niet uitstelbaar zijn;

    • d.

      Het budget mag niet eerder overgeheveld zijn van het vorig dienstjaar;

    • e.

      De uitvoering van de prestatie in het nieuwe jaar kan ingebed worden in de werkplanning c.q. het jaarplan van het nieuwe jaar;

    • f.

      De gelden worden besteed overeenkomstig het doel van de oorspronkelijke bestemming;

    • g.

      Er moet een concreet plan ten grondslag liggen aan de budgetoverheveling waardoor er concreet aangegeven kan worden wanneer en hoe de besteding in het volgende begrotingsjaar zal plaatsvinden;

Artikel 9. Wensen en bedenkingen over grote onderwerpen

Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen voor zover het betreft niet bij de begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

  • a.

    de aan- en verkoop van goederen, werken en diensten groter dan € 500.000;

  • b.

    het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan€ 1.000.000;

  • c.

    nieuwe meerjarige verplichtingen waarvan de jaarlijkse lasten groter zijn dan € 150.000;

  • d.

    aankopen van strategische gronden/onroerende zaken groter dan € 5.000.000 en/of wanneer wordt afgeweken van de gestelde voorwaarden in de Nota grondbeleid 2023 gemeente land van Cuijk.

Artikel 10. EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

Hoofdstuk 3. Rechtmatigheidsverantwoording

Artikel 11. Verantwoordings- en rapportagegrens rechtmatigheidsverantwoording

  • 1.

    De raad stelt vast op welke wijze hij door middel van de paragraaf bedrijfsvoering van de begroting en de jaarstukken, naast de verplichte onderdelen van deze paragraaf, wil worden geïnformeerd over rechtmatigheid.

  • 2.

    In de rechtmatigheidsverantwoording bij de jaarrekening rapporteert het college aan de raad over afwijkingen met een verantwoordingsgrens van 3% van de totale lasten van de gemeente, inclusief de dotaties aan de reserves.

  • 3.

    In de paragraaf bedrijfsvoering worden de geconstateerde afwijkingen (fouten of onduidelijkheden) groter dan € 100.000 nader toegelicht.

Artikel 12. Voorwaardencriterium

  • 1.

    Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.

  • 2.

    Het college biedt de raad jaarlijks uiterlijk op 31 december ter vaststelling een normenkader aan. Dit kader bestaat uit alle relevante (interne) wet- en regelgeving waaruit financiële beheershandelingen kunnen voortvloeien.

Artikel 13 Begrotingscriterium

  • 1.

    Het begrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde begroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende programma’s, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;

  • 2.

    De begrotingsrechtmatigheid wordt beoordeeld op het niveau waarop de begroting door de raad is geautoriseerd, zoals is opgenomen in artikel 6.

  • 3.

    Bij investeringsprojecten wordt de begrotingsrechtmatigheid beoordeeld op het niveau van het totaal gevoteerde kredietbedrag. Een overschrijding van het jaarbudget, passend binnen het totaal bedrag van het krediet, wordt daarmee als rechtmatig beschouwd.

  • 4.

    Uitgangspunt is dat iedere afwijking van de begroting als onrechtmatig wordt beschouwd. Afwijkingen worden als acceptabel aangemerkt in de volgende situaties:

    • a.

      Er is sprake van een overschrijding waarbij direct gerelateerde inkomsten de overschrijding compenseren.

    • b.

      Er is sprake van een overschrijding op een open-einde regeling.

    • c.

      De overschrijding is geautoriseerd door middel van de vaststelling van een tussentijdse rapportage .

  • 5.

    Begrotingsonrechtmatigheden die passen binnen het bestaande beleid van de raad, worden opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording (voor zover de verantwoordingsgrens voor afzonderlijke fouten of onduidelijkheden is overschreden), maar worden niet nader toegelicht in de paragraaf bedrijfsvoering.

Artikel 14 Misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium

  • 1.

    Het misbruik en oneigenlijk gebruik-criterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op het voorkomen, detecteren en corrigeren van misbruik en oneigenlijk gebruik van overheidsgelden en gemeentelijke eigendommen bij financiële beheershandelingen.

  • 2.

    Het college zorgt voor en leggen vast de regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.

Hoofdstuk 4. Financieel beleid

Artikel 15. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Immateriële en materiële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methodiek.

  • 2.

    De afschrijving start in het jaar volgend op het jaar van ingebruikname.

  • 3.

    Er wordt geen rekening gehouden met restwaarde.

  • 4.

    De afschrijvingstermijnen zijn opgenomen in bijlage a bij deze verordening.

  • 5.

    De investeringsdrempel voor het activeren van activa is € 25.000.

Artikel 16. Reserves en voorzieningen

  • 1.

    In de begroting en jaarstukken vindt geen toerekening van rente over de reserves en voorzieningen plaats.

  • 2.

    Het college biedt de raad eens in de 4 jaar een nota reserves en voorzieningen aan.

Artikel 17. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.

  • 2.

    Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.

  • 3.

    Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken, diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.

  • 4.

    Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de in gebruik zijn de activa, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld.

  • 5.

    In afwijking van het vierde lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.

Artikel 18. Prijzen economische activiteiten

Het college past bij economische activiteiten de gedragsregels als bedoeld in hoofdstuk 4b (Overheden en overheidsbedrijven) van de Mededingingswet toe, tenzij het activiteiten betreft die de raad heeft aangewezen als activiteiten die plaatsvinden in het algemeen belang.

Artikel 19. Vaststelling hoogte belastingen, rechten, heffingen en prijzen

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor de belastingen, rechten, heffingen en prijzen.

Artikel 20. Financieringsfunctie

Het college neemt bij de uitvoering van de financieringsfunctie het door de raad vastgestelde treasurystatuut in acht.

Hoofdstuk 5. Paragrafen

Artikel 21. Grondbeleid

  • 1.

    Het college biedt de raad ten minste eens in de vier jaar een nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan de strategische visie van het toekomstig grondbeleid van de gemeente;

  • 2.

    De voorziening voor verlieslatende grondexploitatieprojecten wordt gewaardeerd op contante waarde.

Hoofdstuk 6. Financiële organisatie en financieel beheer

Artikel 22. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in het team;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van de vaste activa, voorraden, vorderingen, schulden, contracten;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringsbudgetten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het beleid;

  • e.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot het beleid, de begroting en relevante wet- en regelgeving; en

  • f.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot het beleid, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 23. Financiële organisatie

Het college draagt zorgt voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidig toewijzing van de gemeentelijke taken aan de teams;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringsbudgetten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de te maken afspraken met de teams over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van baten en lasten aan de taakvelden en beleidsvelden;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • h.

    het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen; en

  • i.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van fraude van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

  • j.

    het verzamelen en vastleggen van gegevens over de geleverde prestaties en de maatschappelijke effecten zodat de doelmatigheid en doeltreffendheid van het beleid, zoals vastgesteld door de raad, kunnen worden getoetst

  • k.

    het beleid voor (in)vorderingen en waardering van de verschillende debiteurenposities, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 24. Interne controle

  • 1.

    Het college zorgt ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder a, van de Gemeentewet, en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties, bedoeld in artikel 213, derde lid, onder b, van de Gemeentewet, voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

  • 2.

    Het college zorgt voor de systematische controle van de registratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vier jaar. Bij afwijkingen in de registratie neemt het college maatregelen voor herstel van de tekortkomingen.

Hoofdstuk 7. Slotbepalingen

Artikel 25. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op 15 december 2023 en werkt terug tot 1 januari 2023.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als 'Financiële verordening Land van Cuijk 2023'.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Land van Cuijk

in zijn openbare vergadering van 18 (vervolg van 14) december 2023.

De griffier,

Richard van der Weegen

De voorzitter,

Marieke Moorman

Naar boven