Verordening tot 1e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges Oegstgeest 2024 (1e Wijziging Legesverordening Oegstgeest 2024)

De gemeenteraad van Oegstgeest;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 maart 2024;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, 216 en 229, eerste lid aanhef en onderdeel b van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen de:

 

Verordening tot 1e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges Oegstgeest 2024

 

(1e Wijziging Legesverordening Oegstgeest 2024)

Artikel I Wijzigingen verordening

Artikel 2.6 van Hoofdstuk 2 van de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2024 komt te luiden:

 

Artikel 2.6 Omgevingsplanactiviteit: bouwactiviteit, in stand houden of gebruiken bouwwerk (ruimtelijke deel)

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een bouwactiviteit, het in stand houden of gebruiken van het te bouwen bouwwerk, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

118,75

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit volgens de reguliere procedure, waarbij geen sprake is van bouwen en geen sprake is van bouwkosten:

546,25

c.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit volgens de uniforme openbare voorbereidingsprocedure, waarbij geen sprake is van bouwen en geen sprake is van bouwkosten:

3.993,25

d.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, volgens de reguliere- of uniforme openbare voorbereidingsprocedure, waarbij sprake is van bouwen en van bouwkosten:

1%

van de bouwkosten, met een maximum van:

10.000,00

en een minimum van:

546,25

e.

als moet worden beoordeeld of het uiterlijk of de plaatsing van het bouwwerk, zowel op zichzelf beschouwd als in verband met de omgeving of de te verwachten ontwikkeling daarvan, niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, als bedoeld in de gemeentelijke beleidsregels bedoeld in artikel 4.19 van de Omgevingswet en hiervoor geen advies van de gemeentelijke adviescommissie bedoeld in artikel 2.50, eerste lid, aanhef en onder b, nodig is, verhoogd met:

66,65

f.

als de bouwactiviteit plaatsvindt op een bodemgevoelige locatie en de toelaatbare kwaliteit van de bodem moet worden beoordeeld, verhoogd met:

964,70

g.

als moet worden beoordeeld of de activiteit niet in strijd is met het in voorbereiding zijnde omgevingsplan respectievelijk het in voorbereiding zijnde omgevingsplan dat voorziet in de bescherming van het stads- en dorpsgezicht, verhoogd met:

399,15

 

Artikel 2.10 van Hoofdstuk 2 van de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2024 komt te luiden:

 

Artikel 2.10 Omgevingsplanactiviteit: sloopactiviteit in beschermd stads- of dorpsgezicht

1.

Als de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een omgevingsplanactiviteit, als bedoeld in artikel 5.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Omgevingswet, bestaande uit een sloopactiviteit in een rijksbeschermd, provinciaal beschermd of gemeentelijk beschermd stads- of dorpsgezicht, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk als het ook gaat om de in die artikelen bedoelde activiteiten:

a.

voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit:

399,15

b.

voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit:

399,15

2.

Het eerste lid, aanhef en onder a, is van overeenkomstige toepassing op een sloopactiviteit die wordt verricht op een locatie waarvoor een op grond van artikel 4.35, eerste lid, van de Invoeringswet Omgevingswet als instructie geldende aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht als bedoeld in artikel 35, eerste lid, van de Monumentenwet 1988 zoals die wet luidde voor de inwerkingtreding van de Erfgoedwet van kracht is, zolang in het omgevingsplan aan die locatie nog niet de functie-aanduiding rijksbeschermd stads- of dorpsgezicht is gegeven.

 

Artikel 2.51 van Hoofdstuk 2 van de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2024 komt te luiden:

 

Artikel 2.51 Instemming

1.

Onverminderd het bepaalde in de andere artikelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, als een aanvraag om een omgevingsvergunning of een ander besluit op grond van de Omgevingswet betrekking heeft op een activiteit waarvoor de beslissing op de aanvraag op grond van artikel 16.16 van de Omgevingswet instemming behoeft van een bestuursorgaan:

het bedrag dat dit bestuursorgaan aan rechten zou heffen als het voor de activiteit waarvoor instemming wordt verzocht zelf bevoegd gezag zou zijn.

2.

Het bedrag bedoeld in het eerste lid wordt voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag aan de aanvrager meegedeeld. De aanvraag wordt dan in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop het verschuldigde bedrag aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.

Artikel II Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking en werkt ten aanzien van artikel 2.6 lid 1 sub b en c, artikel 2.10 lid 1 sub a en artikel 2.51 lid 2 met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2024.

  • 2.

    De datum van ingang van de heffing is 22 maart 2024.

Artikel III Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘1e Wijziging verordening leges Oegstgeest 2024’.

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van Oegstgeest op 21 maart 2024.

de griffier

Fred Kromhout

de voorzitter

Emile Jaensch

Naar boven