Wijziging Nadere Regeling Sociaal Domein gemeente Eindhoven

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven maakt bekend, dat het in de vergadering van 19 maart 2024 heeft besloten,

Gelet op artikel 4:81, eerste lid Algemene wet bestuursrecht,

de Nadere Regeling Sociaal Domein als volgt te wijzigen:

I.

• A. Na artikel 3.7 (Studietoeslag) worden de nieuwe artikelen 3.7a, 3.7b, 3.7c, 3.7d, 3.7e en 3.7f toegevoegd, luidende:

  “Artikel 3.7a Aanvraag voor ondersteuning bij arbeidsinschakeling (grondslag artikel 3.2 en 3.3 Verordening SD)

  • 1. Inwoners melden zich voor de aanvraag ondersteuning bij arbeidsinschakeling bij Stichting WIJeindhoven.

  • 2. (Potentiële) Werkgevers melden zich voor de aanvraag ondersteuning bij arbeidsinschakeling bij het Huis naar Werk.

• Artikel 3.7b Scholingstraject en werkleertraject (grondslag art. 3.6 Verordening SD

  • 1. Een scholingstraject moet aantoonbaar binnen afzienbare termijn de kans op arbeidsinschakeling vergroten.

  • 2. Er wordt daarom ingezet op een Scholingstraject dat opleidt voor beroepssectoren waarin binnen afzienbare termijn werk gevonden kan worden of dat in een duaal traject plaatsvindt.

  • 3. Een scholingstraject wordt in beginsel alleen ingezet bij mensen die of geen startkwalificatie hebben of waarbij arbeidsinschakeling (mede) vanwege ontbrekende kennis en/of vaardigheden niet direct mogelijk is.

  • 4. Het college bepaalt de vorm en de duur van de scholing.

  • 5. Bij toekenning van een scholingstraject kunnen de volgende kosten voor vergoeding in aanmerking komen:

    • a. Opleidingskosten, cursusbijdragen en examengeld;

    • b. Boeken en leermiddelen die door het opleidingsinstituut verplicht zijn gesteld;

  • 6. De kosten worden waar mogelijk rechtstreeks betaalbaar gesteld aan het opleidingsinstituut.

• Artikel 3.7c Detachering (grondslag artikel 3.9 Verordening SD)

  Detachering wordt alleen ingezet in het kader van loonkostensubsidie, zoals bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet en artikel 3.11 van de Verordening Sociaal Domein.

  Artikel 3.7d Loonkostensubsidie en Tijdelijke loonkostensubsidie (grondslag artikel 3.11 en 3.11a Verordening SD)

  • 1. Aan de verlening van de loonkostensubsidie is de voorwaarde verbonden dat de werkgever en de werknemer zich aantoonbaar inzetten om enerzijds de loonwaarde van de werknemer te verhogen en anderzijds de functie zo te creëren dat de hoogst haalbare loonwaarde wordt gerealiseerd.

  • 2. De tijdelijke loonkostensubsidie, als bedoeld in artikel 3.11a van de Verordening Sociaal Domein, wordt in principe alleen verleend voor dienstbetrekkingen vanaf 16 uur per week.

  • 3. Tijdelijke loonkostensubsidie, zoals bedoeld in artikel 3.11a van de Verordening Sociaal Domein, kan alleen worden aangevraagd vanaf het moment dat inwoner in dienst treedt bij een werkgever tot aan het moment dat de wettelijke proeftijd van de inwoner is verstreken.

• Artikel 3.7e Vervoersvoorziening (grondslag artikel 3.13 Verordening SD)

  • 1. Er wordt in beginsel geen vervoersvoorziening verstrekt omdat de kosten voor vervoer behoren tot algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan.

  • 2. De verantwoordelijkheid voor vervoer en bijkomende kosten liggen bij de werkgever en de (potentiële) werknemer. Daarom worden zij, in lijn met lid 1, geacht afspraken te maken over het vervoer en eventuele bijkomende kosten voor het vervoer.

  • 3. Met het niet zelfstandig reizen, zoals beschreven in artikel 3.13 lid 1 en lid 2 van de Verordening SD, wordt bedoeld het niet zelfstandig gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, of het zich niet kunnen verplaatsen te voet of per fiets binnen een afstand van 5 respectievelijk 10 kilometer.

  • 4. In bijzondere individuele omstandigheden kan er afgeweken worden van het gestelde in lid 1 en 2. Het vervoer moet dan:

    • a. Onderdeel zijn van een vastgesteld re-integratietraject en/of

    • b. Leiden tot arbeidsinschakeling en uitstroom uit de Participatiewet waardoor er geen bijstandsafhankelijkheid meer is.

  • 5. In situaties zoals bedoeld in lid 4 dient er waar mogelijk ingezet te worden op het vergroten van de zelfredzaamheid waardoor de inwoner zich alsnog zelfstandig kan vervoeren.

  • 6. In situaties zoals bedoeld in lid 4 wordt de vergoeding voor maximaal twee jaar verstrekt.

  • 7. Lid 6 is niet van toepassing voor inwoners die werken met een loonkostensubsidie zoals bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet.

  • 8. Indien een inwoner -in de situatie zoals bedoeld in lid 3- met een eigen vervoersmiddel reist, komen alleen de aantoonbare meerkosten voor het woon-werkverkeer in aanmerking voor vergoeding.

• Artikel 3.7f Verwervingskosten (werkbudget) (grondslag artikel 3.14 Verordening SD)

  De verwervingskosten dienen aantoonbaar noodzakelijk te zijn voor het re-integratietraject en/of de arbeidsinschakeling; De verwervingskosten worden in ieder geval aantoonbaar noodzakelijk geacht indien zij en de drempel tot duurzame uitstroom wegneemt.

• B. Artikel 3.10 Inkomstenvrijlating wordt als volgt gewijzigd:

• “- voor de huidige bestaande tekst van de bepaling wordt een 1. geplaatst zodat dit tekstdeel wordt aangehaald als lid 1

  - de tekst “n en r” in Lid 1 wordt vervangen door de tekst “n, r, y, z en aa”

  - Na lid 1 wordt een nieuw lid 2 toegevoegd, luidende:

  • “In afwijking van artikel 31 lid 5 is de inkomstenvrijlating zoals bedoeld in artikel 31 lid 2 sub n ook van toepassing voor jongeren onder de 27 jaar. “

• C. Artikel 3.11 Werkbonus wordt alsvolgt gewijzigd:

  • In de titel wordt achter het woord werkbonus de volgende tekst toegevoegd, luidend: “(grondslag artikel 3.15 Verordening Sociaal Domein Eindhoven)”

  • in lid 1 onderdeel b wordt 2023 vervangen door “2024”

• II. dat het bepaalde onder I. in werking treedt op 1 april 2024.

Eindhoven, .

Het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven,

,burgemeester

, secretaris

Mij bekend,

De gemeentesecretaris van Eindhoven