Uitvoeringstrategie 2023 e.v. Vergunningverlening Toezicht Handhaving “Samen werken aan een veilige, gezonde, duurzame leefomgeving in Baarn” Versie: 26 september 2023 Gemeente Baarn Team Ontwikkeling Ruimte/ omgeving

1. Inleiding

 

1.1 Aanleiding

 

Voor u ligt de Uitvoering- en Handhavingsstrategie (hierna: U&H-strategie) van de gemeente Baarn voor de komende jaren. Hierin beschrijven wij hoe wij onze vergunningverlening, toezicht & handhaving (verder VTH) taken uitvoeren.

 

In het verleden werd dit het “Integraal handhavingsplan” genoemd. Deze U&H-strategie geeft weer hoe wij samen met onze inwoners, bedrijven en onze samenwerkingspartners kunnen bijdragen aan een veilige, gezonde en duurzame leefomgeving. Deze strategie is geen nieuw uitgevonden wiel. Wij houden vast aan wat al goed is/gaat en wij maken gebruik van de kennis en ervaring in de regio Utrecht.

 

Waarom een Uitvoeringstrategie voor VTH taken?

Deze strategie is bedoeld om transparant te zijn over hoe wij in de gemeente Baarn onze VTH taken uitvoeren, waarom wij dit doen, welke keuzes wij hierbij maken en hoe wij dit hebben georganiseerd. Jaarlijks werken wij de strategie uit in concrete acties, die we beschrijven in het VTH Uitvoeringsprogramma, waar we ook jaarlijks over rapporteren. Hiermee voldoen wij aan onze wettelijk verplichte taak om invulling en uitvoering te geven aan de beleids- en uitvoeringscyclus, de zogenoemde Big-8 cyclus. Deze U&H-strategie draagt bij aan het bereiken van zowel de doelen die wij hierin stellen, maar ook aan de doelen die wij in ons collegeprogramma en/of in andere strategische beleidsplannen en -programma’s hebben gesteld. Uiteraard draagt deze strategie ook bij aan het bereiken van doelen die beoogd zijn met de wet- en regelgeving (bijv. nu de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), straks Omgevingswet (Ow) en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) en andere wetgeving zoals de Alcoholwet, de Wet op de kansspelen en verordeningen zoals de Algemene Plaatselijke Verordening).

 

1.2 Scope en wettelijk kader

 

Deze U&H-strategie heeft betrekking op de wettelijke uitvoeringstaken die een relatie hebben met de (fysieke) leefomgeving. Het gaat om taken waaraan een vergunningen-, toezicht- en/of handhavingscomponent vastzit. Het zijn taken die voortvloeien uit de Wet algemene bepalingen omgevingswet (Wabo)/Omgevingswet, de Algemeen plaatselijke verordening (APV), Verordening fysieke Leef omgeving Baarn (FLOB) en bijzondere wetten zoals de Alcoholwet en de Wet op de kansspelen etc. Voor zover het de Wabo en straks de Omgevingswet betreft is het vaststellen van een uitvoerings- en handhavingsstrategie wettelijk verplicht (artikel 7.2 van het Bor/artikelen 13.5 t/m 13.11 van het Omgevingsbesluit). Voor de APV en de bijzondere wetten is het niet wettelijk verplicht om dergelijk beleid vast te stellen, maar is het niet ongebruikelijk om dat wel te doen. Door het gezamenlijk vastleggen van alle U&H-taken in één document worden alle taken die een relatie hebben met de fysieke leefomgeving verenigd. Daarnaast draagt de samenvoeging van deze taken bij aan het realiseren van meer samenhang op bestuurlijke speerpunten, zoals bijvoorbeeld de aanpak van ondermijning.

 

Voor de duidelijkheid wordt opgemerkt dat de reikwijdte zich beperkt tot de VTH taken waarvoor de gemeente Baarn het bevoegde gezag is en waarbij de uitvoering van deze taken ook bij de gemeente belegd is. De door de Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD) namens de gemeente uitgevoerde (milieu)taken vallen hier niet onder. Vanuit de wettelijke verplichting om het beleid voor de taken die door de omgevingsdienst (RUD) worden uitgevoerd te uniformeren (zodat er voor de omgevingsdienst een gelijk speelveld ontstaat), is voor deze milieutaken regionaal een uniforme U&H-strategie opgesteld. Deze milieutaken vallen onder de “Regionale uniforme uitvoering- en handhavingsstrategie 2022-2023”. Daarnaast kunnen maatwerk milieutaken van toepassing zijn, die zijn vastgelegd in de Dienstverleningsovereenkomst. Deze U&H-strategie sluit uiteraard hierop aan. Deze strategie is wel van toepassing op de brandveiligheidstaken die de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) voor ons uitvoert. Jaarlijks worden met de VRU de prioriteiten besproken. Deze worden vastgelegd in een jaarlijkse evaluatie.

 

Voor de uitvoering en handhaving zijn door het Rijk kwaliteitscriteria gesteld en deze zijn vastgelegd in de verordening vergunningverlening, toezicht en handhaving. In de verordening conformeert Baarn zich aan de kwaliteitscriteria. De toets of onze organisatie voldoet aan deze kwaliteitscriteria is onderdeel van de jaarlijkse evaluatie.

 

1.2.1 Vooruitblik

 

Voor deze U&H-strategie is het belangrijk om inzicht te geven in welke wijzigingen we de komende jaren kunnen verwachten en welke gevolgen dit heeft voor de gemeente Baarn. In de komende jaren zal een aantal ontwikkelingen in landelijke regelgeving gevolgen hebben voor het behandelen van vergunningen en meldingen in de gemeente Baarn. Hieronder worden de belangrijkste ontwikkelingen genoemd die op het moment van vaststelling van deze U&H-strategie bekend zijn.

 

Wet kwaliteitsborging

Met het wetsvoorstel Wet kwaliteitsborging (Wkb) voor het bouwen wordt een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen geïntroduceerd. De inhoudelijke toetsing aan het Bouwbesluit verschuift, in eerste instantie voor gevolgklasse 1 bouwwerken, naar private partijen. Het is te verwachten dat deze wet op 1 januari 2024 inwerking treedt, maar de definitieve datum van inwerkingtreding is nog onzeker.

 

Omgevingswet

De rijksoverheid wil met de Omgevingswet (Ow) het omgevingsrecht eenvoudiger maken door de hele fysieke leefomgeving onder één noemer te brengen. Er worden 26 wetten, met 5000 wetsartikelen, gebundeld in één Omgevingswet met 350 wetsartikelen. Het gaat hier om regels over ruimte, wonen, infrastructuur, milieu, natuur en water. De bedoeling van de wet is ‘veel mogelijk maken met weinig regels’ (het ‘ja, tenzij’-principe). De uitgangspunten van de wet zijn participatie, digitalisering en integraal werken. Het is de verwachting dat de wet op 1 januari 2024 inwerking treedt, maar de definitieve datum van inwerkingtreding is nog onzeker. Er wordt in de gemeente Baarn al projectmatig gewerkt aan de nieuwe uitgangspunten en de komende invoering van de Omgevingswet.

 

Geluid en bodemkwaliteit

Vooruitlopend op de Omgevingswet zal een aantal wetten worden gemoderniseerd. Het gaat hier bijvoorbeeld om wetgeving over geluid en bodemkwaliteit.

 

1.3 Terugblik afgelopen beleidsperiode

 

Het vorige (toen nog) beleid (Integraal handhavingsplan 2018-2021) is jaarlijks vertaald naar jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. Elk jaar hebben wij de uitvoering van de jaarprogramma’s geëvalueerd. Deze zijn met de raad gecommuniceerd.

 

Uit deze evaluaties is gebleken dat:

  • we de juiste prioriteiten hebben gesteld;

  • de impactvolle incidenten die er zijn geweest, hebben we uiteraard geëvalueerd. Dit heeft niet geleid tot een noodzakelijke wijziging van het beleid/ de strategie;

  • het analyseren van risico’s en stellen van prioriteiten ook gerelateerd dient te worden aan locaties met specifieke problematiek binnen Baarn. Dit maken we concreet in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s;

  • het vastleggen van de resultaten en met name het beoordelen van het effect ervan niet voldoende was geborgd;

  • het beleid voor vergunningverlening was geen onderdeel van het Integraal Handhavingsplan (IHP) 2018- 2021. In deze uitvoeringstrategie zijn de kaders voor vergunningverlening, toezicht en handhaving geïntegreerd;

  • het formuleren van doelen meetbaarder (smart-er) kan. In de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s stellen we SMART doelstellingen, die te monitoren en te meten zijn.

 

1.4 Interbestuurlijk toezicht

 

De provincie Utrecht heeft de wettelijke taak om toe te zien op de uitvoering van onze VTH taken. Dat doet zij op basis van haar eigen beleid. Omdat wij voldoen aan de toetsingscriteria van de provincie, past zij versobert toezicht toe. De verbeterpunten uit de beoordeling van 2022 staan in de brief interbestuurlijk toezicht gemeente Baarn VTH van de provincie. De maatregelen die wij ten aanzien van deze verbeterpunten nemen/hebben genomen staan beschreven in ons jaarverslag.

 

1.5 Leeswijzer

 

Deze strategie is een beschrijving op hoofdlijnen. De gedetailleerde uitwerking van de strategie staan in de bijlagen. De concrete uitwerking en vertaling van deze strategie naar de uitvoeringspraktijk wordt beschreven in onze jaarlijkse VTH-uitvoeringsprogramma’s. De verslaglegging over de uitvoering van ons beleid en programma vindt jaarlijks plaats in het VTH-jaarverslag. Hiermee maken wij dan de invulling van de beleids- en uitvoeringscyclus ‘rond’. De afbeelding hieronder geeft de cyclus weer.

 

 

 

2. Visie & doelen

 

 

2.1 Visie

 

In een veranderende gemeente werkt Baarn elke dag om de fysieke leefomgeving veilig, gezond en duurzaam te houden. Dat doen wij vanuit de visie dat het handhaven van de regels en wetten gebeurt op basis van consistente keuzes en duidelijke communicatie. Wij hebben onze visie vertaald in drie doelstellingen. Deze doelstellingen zijn de komende jaren leidend bij alles wat wij doen. De specifieke activiteiten die we daarvoor uit gaan voeren beschrijven we in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma.

 

2.2 Strategische doelen

 

 

  • 1.

    De inwoner staat centraal

We zijn toegankelijk voor vragen van de aanvrager en verstrekken de informatie op een duidelijke en eenvoudige wijze.

 

  • 2.

    Baarn werkt eenduidig, transparant en duidelijk

We maken keuzes in wat we wel en wat we minder of niet doen. Deze keuzes onderbouwen en communiceren wij duidelijk. Zo weten inwoners, ondernemers en partners welke keuzes zijn gemaakt.

 

  • 3.

    Baarn werkt risicogericht

Wij maken keuzes met oog voor risico’s; elke keuze is een afweging van kans, naleefgedrag en effect.

 

 

2.3 Thema’s en doelen

 

De specifieke doelen die wij ons stellen, hebben betrekking op een specifiek thema én op specifieke gebieden. Zo kan het zijn dat er in verschillende delen van de gemeente andere prioriteiten gelden. Daarbij toetsen wij onze eigen beleidskaders op uitvoerbaarheid en wij voldoen aan de wettelijke procescriteria voor VTH. De doelstellingen op gebiedsniveau en de daaraan gekoppelde prioritering wordt jaarlijks uitgewerkt in een uitvoeringsprogramma (VTH-jaarprogramma). In deze paragraaf wordt hieronder per thema de doelen binnen dat thema beschreven.

 

2.3.1 Thema bebouwde omgeving

  • Wij willen bereiken dat ver- en nieuwbouw met grote constructieve- en brandveiligheidsrisico’s conform de verleende vergunning wordt gerealiseerd;

  • We houden toezicht op cultureel erfgoed en het naleven van de regels voor het gebruik volgens het bestemmingsplan;

  • Wij willen bereiken dat gebruikers en eigenaars van gebouwen zich meer bewust worden van de (on)mogelijkheden van de planologische regelgeving;

  • Wij willen bereiken dat aanvragers op de hoogte zijn van het veilig verwijderen van asbest;

  • We willen dat eigenaren van utiliteitsbouw meer bewust worden van de wettelijke eisen op het gebied van duurzaamheid.

 

2.3.2 Thema milieu

  • Wij willen bereiken dat bedrijven die milieubelastende activiteiten uitvoeren, op een veilige, gezonde, duurzame en leefbare wijze worden geëxploiteerd;

  • Het bevorderen van het toezicht op natuur, milieu en recreatiegebieden.

 

Doelstelling voor de wettelijke milieuhandhavingstaken sluit aan op de U&H-strategie van onze partner Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD).

 

2.3.3 Thema brandveiligheid

  • Wij willen bereiken dat bouwwerken met hoge brandveiligheidsrisico’s volgens de voorschriften op een veilige manier worden gebruikt.

 

Doelstellingen zijn/worden afgestemd met onze partner Veiligheidsregio Utrecht (VRU).

 

2.3.4 Thema evenementen

  • Wij willen het naleefgedrag van de voorschriften op het gebied van brandveiligheid, constructie en geluid bij het organiseren van evenementen bevorderen.

 

2.3.5 Thema horeca

  • Wij willen het toezicht en de handhaving van de Alcoholwet adequaat uitvoeren.

 

2.3.6 Thema openbare ruimte

  • Wij zetten ons in om het naleefgedrag te bevorderen op het gebied van verkeersregels;

  • Wij houden ons blijvend bezig met het toezien op overtredingen en gedragingen met betrekking tot het dumpen van afval, vissen zonder vergunning, stropen, hondenoverlast, horeca/evenementen overlast en uitloop gerelateerde overlast, recreatie overlast en aanstootgevend/hinderlijk gedrag in de openbare ruimte;

  • Wij willen de subjectieve veiligheid op alle gronden van de gemeente Baarn bevorderen, dit door zichtbaar toezicht te houden;

  • Wij werken mee aan de (integrale) aanpak van ondermijnende/ criminele activiteiten.

 

2.3.7 Realisatie doelstellingen in het uitvoeringsprogramma

De specifieke doelstellingen worden ieder jaar SMART geformuleerd in het uitvoeringsprogramma VTH. Daarmee maken we inzichtelijk hoe we welke doelstellingen willen realiseren en hoe we de voortgang monitoren.

 

 

3. Organisatie & samenwerking

 

 

3.1 Eigen organisatie

 

Binnen de gemeente Baarn ligt het grootste deel van de uitvoering van deze uitvoeringstrategie bij het team Ontwikkeling Ruimte & Omgeving (ORO). Daarnaast is het team Beheer Ruimte & Omgeving (BRO) en het team Intern advies nauw betrokken. Onze visie op dienstverlening speelt een belangrijke rol bij de uitvoering van onze VTH taken. Het Integraal Veiligheidsplan (strategisch meerjarenplan voor (de Openbare Orde en Veiligheid (OOV) in Baarn) is overkoepelend en heeft veel raakvlakken met de uitvoeringstrategie voor onze VTH taken. Het huidige Veiligheidsplan heeft bijvoorbeeld het thema jeugdoverlast centraal staan, dit is ook belangrijke thema in het kader van handhaving.

 

3.2 Belangrijke partners

 

De Regionale Uitvoeringsdienst Utrecht (RUD) is een belangrijke partner als het gaat om vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu. De RUD voert de wettelijke milieuhandhavingstaken voor ons uit en werkt aan de hand van een handhavingsstrategie en een dienstverleningsovereenkomst (DVO), waarin de samenwerking, activiteiten en de resultaten met Baarn worden vastgelegd en afgestemd.

 

De Veiligheidsregio Utrecht (VRU) is een belangrijke partner als het gaat om brandveiligheid. De VRU werkt aan de hand van een DVO (dienstverleningsovereenkomst) waarin de samenwerking en gestelde doelen met de gemeente zijn afgestemd. De politie is de belangrijkste partner als het gaat om toezicht en handhaving van de openbare ruimte, horeca, ondermijning en evenementen.

 

De provincie Utrecht heeft, naast haar rol van interbestuurlijk toezichthouder, ook een belangrijke rol bij de bepalingen en de uitvoering van de ruimtelijke visie en– structuur van de regio.

 

Mooisticht is een belangrijke partner als het gaat om vergunningverlening op het gebied van het bevorderen en in stand houden van ruimtelijke kwaliteit. Stichting Mooisticht werkt aan de hand van een Dienstverleningsovereenkomst (DVO) samen met gemeente Baarn.

 

We hebben een samenwerkingsconvenant binnen de (Baarn-Bunschoten-De Bilt-Eemnes-Soest) BES-gemeenten voor de toezicht & handhaving Domein 1 (binnen de bebouwde kom). Daarnaast hebben we een samenwerkingsconvenant “Optreden op elkaars grondgebied” met diverse partijen voor de toezicht & handhaving Domein 2 (buitengebied).

 

De GGDrU is een belangrijke partner als het gaat om een gezonde leefomgeving.

 

 

4. Risicoanalyse & prioriteiten

 

 

 

4.1 Algemeen

 

Elke gemeente in Nederland beschikt over onvoldoende middelen om 100% van alle risico’s af te dekken. Ook in Baarn moeten wij keuzes maken over hoe en waar wij onze middelen en capaciteit inzetten. Dat doen wij risico gestuurd. Als uitgangspunt hanteren wij de gedachte dat wij ons richten op het voorkomen van incidenten (bevorderen van spontane naleving van regels). Maar wij zullen ook moeten inzetten op het beperken van de gevolgen van incidenten en overtredingen in het geval deze zich toch voordoen. Wij analyseren en wegen risico’s om mede te kunnen bepalen waar onze prioriteiten liggen. Deze benoemen wij jaarlijks in ons uitvoeringsprogramma.

 

4.2 Risicoanalyse & prioriteiten

 

De risicoanalyse, die wij gebruiken om ons te helpen bepalen welke prioriteiten wij stellen, is gebaseerd op kans (naleefgedrag) maal effect. Er is een model voor gebruikt dat is ontwikkeld in- en met de regio onder begeleiding van (destijds) Oranjewoud. De kans op niet-naleving en de effecten van niet-naleving worden ingeschat. Er wordt enerzijds gebruikt gemaakt van de kennis en ervaring van de medewerkers in het vakgebied. Anderzijds maken we gebruik van beschikbare cijfers, met name met het oog op de “kans-zijde” van de risicoanalyse. Door te prioriteren zetten wij onze middelen zo efficiënt mogelijk in met als doel het meeste effect te bereiken.

 

De onderwerpen die in zijn algemeenheid hoge prioriteit hebben in Baarn zijn:

  • Constructieve veiligheid

  • Particuliere verwijdering van asbest

  • Welstandsexcessen

  • Brandveilig gebruik inclusief zieken/verpleeghuis

  • Cultureel erfgoed

  • Constructies en toezicht op gedragingen bij evenementen

  • Veiligheid, toezicht op gedragingen en sociale hygiëne in de horeca

  • Controle op illegale inwoning (BRP)

  • Integraal samenwerken aanpak tegen ondermijnende activiteiten

  • Naleven van minimale leeftijdsgrenzen in de horeca

  • Het volgens de regels parkeren in woonwijken en centrum

  • Aanpak (Jeugd)overlast in de openbare ruimte

  • Toezicht voetgangersgebied centrum

  • Milieuzaken met hoge prioriteit worden in het jaarlijks uitvoeringsprogramma van de RUD beschreven

 

Uiteraard zijn er meer onderwerpen, maar deze hebben op dit moment een lagere prioriteit. We beoordelen gebiedsgericht welke prioriteiten er in een specifiek deel van de gemeente moeten worden gesteld. De prioritering op basis van de koppeling tussen kans maal effect en specifieke gebieden werken we uit in de jaarlijkse uitvoeringsprogramma’s. De uitwerking van de risicoanalyse wordt uiterlijk in 2025 toegevoegd aan het uitvoeringsprogramma.

 

 

5. Uitvoeringstrategieën

 

 

5.1 Algemeen

 

Om onze doelen te kunnen bereiken zetten wij een mix aan instrumenten in. Dit doen wij zo effectief mogelijk. In grote lijnen zijn er 5 verschillende strategieën te onderscheiden, waarbinnen een keur aan in te zetten middelen/ methodes en instrumenten te zien is. In dit hoofdstuk zetten wij per strategie uiteen welke uitgangspunten er van toepassing zijn op de desbetreffende strategie.

 

5.2 Preventiestrategie

 

Gericht op het vergroten van de bewustwording bij inwoners, bedrijven en partners. Zo hoeft er minder toezicht en repressieve handhaving plaats te vinden, omdat er minder overtredingen worden begaan. Om naleving zo veel mogelijk te stimuleren, moeten onze regels eenduidig, transparant en duidelijk bekend zijn.

 

Veel van de regels die de gemeente Baarn moet handhaven zijn landelijk bepaald. Voorbeelden zijn de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, Woningwet, het Bouwbesluit, de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening. De wetgeving zal in komende jaren wijzigen in Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen.

 

De regels die de gemeente zelf vaststelt zijn verordeningen (Algemene Plaatselijke Verordening, Verordening fysieke leefomgeving Baarn en Bouwverordening), beleid (welstand, evenementen), bestemmingsplanvoorschriften en vergunningvoorschriften (milieu, bouw, sloop). In de komende jaren wordt dit deels samengevoegd in het omgevingsplan.

 

Regels zijn toetsbaar en handhaafbaar wanneer ze:

  • 1.

    eenduidig zijn: op één manier uit te leggen en niet tegenstrijdig;

  • 2.

    transparant zijn: duidelijk waarvoor ze nodig zijn en actueel en uitvoerbaar;

  • 3.

    duidelijk zijn: controleer- en uitvoerbaar.

 

Communicatie maakt deel uit van onze preventiestrategie. Wij gebruiken onze (voor)overleggen om duidelijkheid te geven over hoe wij invulling en uitvoering geven aan ons beleid. Bij knelpunten gaan wij in (persoonlijk) overleg met inwoners/ondernemers om tot (een) oplossing(en) te komen. Ook voeren wij evaluatiegesprekken na belangrijke activiteiten.

 

5.3 Vergunningenstrategie

 

Gericht op het reguleren van activiteiten.

Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • Risicogericht toetsen. De diepgang van de toetsing van aanvragen is afhankelijk van de risico’s van de gevraagde activiteit en het soort bouwwerk.

  • Vaste toetsingskaders. Voor het behandelen en beoordelen van aanvragen hanteren wij vaste toetsingskaders. Deze kaders komen voort uit de wet en/of ons uitvoeringsprogramma.

  • Intrekken van ongebruikte vergunningen is mogelijk na het verstrijken van een redelijke termijn (uitvoeringsprogramma).

 

5.4 Toezichtstrategie

 

 

Gericht op het controleren van activiteiten.

Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • Vertrouwen is de basis.

  • Risicogericht toezicht. Ons toezicht is gericht op (onderdelen van) risicovolle activiteiten. Hierin onderscheiden verschillende toezichtniveaus en toezichtmomenten die de diepgang en frequentie van het toezicht bepalen voor de te onderscheiden gebruiksfuncties, gerelateerd aan de bouwkosten.

  • Repressief toezicht. Wij voeren toezicht uit naar aanleiding van klachten/meldingen en verzoeken om handhaving.

  • Integraal toezicht. Wij voeren waar mogelijk integraal toezicht uit. Dit betekent dat onze toezichthouders zoveel mogelijk signaleren met elkaar (ook met partners, zoals de RUD), voor elkaar (ook voor partners) of na elkaar.

 

5.5 Sanctiestrategie

 

Om te bepalen hoe wij optreden tegen geconstateerde overtredingen/welke middelen we inzetten, maken we gebruik van de interventiematrix van de Landelijke Handhaving Strategie Omgevingsrecht LHSO, https://iplo.nl/regelgeving/instrumenten/vergunningverlening-toezicht-handhaving/landelijke-handhavingsstrategie-omgevingsrecht/

Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • 1.

    Wij hanteren de interventiematrix van de Landelijke handhavingsstrategie omgevingsrecht (LHSO) als richtlijn voor ons handhavend optreden.

  • 2.

    We gaan altijd waar mogelijk eerst uit van een gesprek om tot een oplossing te komen

  • 3.

    Handhaving tegen een bestuursorganen doen wij volgens beleid en gelijk aan handhaving tegen inwoners/ondernemers.

  • 4.

    De onderdelen van de LHSO die alleen toepasbaar zijn na inwerkingtreding van de Omgevingswet, treden tegelijk in werking met de Omgevingswet.

 

 

 

 

Bovenstaande figuur: Interventiematrix LHSO. Op lokaal niveau kan hiervan worden afgeweken.

 

5.6 Gedoogstrategie

 

Gericht op het gemotiveerd tijdelijk accepteren van overtredingen.

Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:

  • ‘Grenzen aan gedogen’: Wij beoordelen op basis van landelijk beleid.

  • Voorwaarden van gedogen:

    • Bij overmachts-/overgangssituaties.

    • Alleen in uitzonderingsgevallen.

    • Gedogen is verantwoord (ter bescherming fysieke leefomgeving).

    • Gedogen is tijdelijk en niet langer dan noodzakelijk. De periode is afhankelijk van het risico.

    • Gedogen gebeurt altijd schriftelijk en onder voorwaarden.

    • Gedoogbeschikking is persoonsgebonden en niet overdraagbaar.

    • Controle van de gedoogbeschikking.

 

 

6. Monitoring en evaluatie

 

 

6.1 Algemeen

 

De verantwoording over de inspanningen en resultaten is het sluitstuk van de toepassing en uitvoering van het beleid. Daarin staat de vraag centraal of de geleverde inspanningen hebben bijgedragen aan het realiseren van de gestelde doelen en of de ingezette maatregelen succesvol zijn geweest. Daarom moet beleid periodiek geëvalueerd en gemonitord worden. Zo wordt de beleidscirkel gesloten. De evaluatie bestaat uit het beoordelen van jaarresultaten en het effect hiervan op de uitgangspunten en doelstellingen uit het beleid. Er wordt periodiek gemonitord aan de hand van het beleid om de tussenresultaten te beoordelen, jaarlijks verslag gelegd over het uitvoeringsprogramma VTH en het beleid wordt tussentijds geëvalueerd. Hieronder worden monitoring, verantwoording en evaluatie van het beleid verder toegelicht.

 

6.2 Monitoring

 

Een goede registratie is makkelijker voor het vervolgtraject (repressief toezicht en sancties) en verschaft inzicht in de hele keten vanaf een vergunning tot en met een overtreding en de naleving. Het voordeel hiervan is dat alle (handhavings)partners profiteren van de informatie. Het registreren van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens is met name van belang voor het te voeren beleid, de in te zetten capaciteit en de verantwoording naar het bestuur en management. De relatie tussen activiteiten en relatie met de doelen die we stellen, wordt beschreven in zogeheten productbladen. Deze maken deel uit van het jaarlijkse uitvoeringsprogramma. De monitoring wordt gebruikt om te beoordelen of de gestelde doelen worden behaald. De RUD en VRU rapporteren periodiek aan de gemeente over de door hen behaalde resultaten.

 

6.3 Verantwoording

 

Na afloop van het kalenderjaar wordt een jaarverslag opgesteld voor het college, waarin tenminste over de volgende onderwerpen wordt gerapporteerd:

  • De uitvoering en voortgang van de voorgenomen activiteiten uit het uitvoeringsprogramma VTH;

  • Of de uitvoering van deze activiteiten heeft bijgedragen aan de voortgang van de beleidsdoelen uit de uitvoering- en handhavingsstrategie;

  • Of de uitvoering- en handhavingsstrategie (mede op basis van bovenstaande) eventueel aangepast moet worden;

  • Of de VTH-organisatie nog voldoet aan de wettelijke kwaliteitscriteria.

Het college maakt het jaarverslag bekend aan de gemeenteraad en Gedeputeerde Staten.

 

6.4 Evaluatie

 

Voordat een beleidsperiode is verstreken wordt, voor het nieuwe beleid, een evaluatie uitgevoerd. Er wordt dan beoordeeld of:

  • vastgestelde beleidsdoelen uit de uitvoering- en handhavingsstrategie zijn bereikt;

  • de voorgenomen activiteiten uit de uitvoering- en handhavingsstrategie zijn uitgevoerd;

  • er aan de afspraken is voldaan die met samenwerkingspartners zijn gemaakt.

Deze evaluatie wordt gebruikt voor de nieuwe uitvoering- en handhavingsstrategie voor de volgende beleidsperiode.

Naar boven