Mandaatbesluit gemeente Stichtse Vecht zelfstandigenregelingen en schuldhulpverlening aan zelfstandigen 2022

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Stichtse Vecht, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft

gelet op

artikelen 10:3 en 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht;

artikel 7, vierde lid, van de Participatiewet;

artikel 78 f van de Participatiewet;

artikel 34, tweede lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;

artikel 3a Wet gemeentelijke schuldhulpverlening;

artikel 3, lid 7 van het Algemeen mandaatbesluit Stichtse Vecht 2023;

artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)

overwegende dat:

- het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht verantwoordelijk is voor de uitvoering van;

  • a.

    de zelfstandigenregelingen, zijnde het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (hierna Bbz 2004 te noemen);

  • b.

    de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (hierna IOAZ te noemen);

  • c.

    de uitvoering van schuldenregelingen aan zelfstandigen op grond van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (hierna Wgs te noemen);

- het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht al jarenlang de zelfstandigenregelingen uitvoert voor gemeente Stichtse Vecht en andere gemeenten in de regio;

- het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht bereid is mandaat te aanvaarden van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht tot de uitvoering van voornoemde zelfstandigenregelingen en schuldhulpverlening aan zelfstandigen.

besluit:

vast te stellen het volgende:

Mandaatbesluit gemeente Stichtse Vecht Zelfstandigenregelingen en schuldhulpverlening aan zelfstandigen 2022.

Artikel 1.
  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders mandateert aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht de uitvoering van het Bbz 2004, de IOAZ en schuldhulpverlening aan zelfstandigen, voor zover het betreft de vaststelling van de rechten en plichten van de zelfstandige en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden de bevoegdheden tot:

a. het innemen van aanvragen, het voorbereiden en het nemen van besluiten:

1. in het kader van het Bbz 2004;

2. voor voorschotten op grond van artikel 52 Participatiewet te verstrekken in het

kader van het Bbz 2004;

3. voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet aan zelfstandigen

voor woonkostentoeslag en verschuldigde premie arbeidsongeschiktheidsverzekering;

4. in het kader van de IOAZ.

b. de financiële afhandeling, waaronder uitbetalen, verrekenen en terugvorderen, van:

1. uitkeringen verstrekt in het kader van het Bbz 2004;

2. voorschotten op grond van artikel 52 Participatiewet, verstrekt in het kader van het Bbz 2004;

3. bijzondere bijstand aan zelfstandigen voor woonkostentoeslag en verschuldigde premie arbeidsongeschiktheidsverzekering.

c. de financiële verantwoording aan het CBS (met uitzondering van de re-integratiestatistiek), het aanleveren van de loonaangiftes aan de Belastingdienst, het

aanleveren van gegevens ten behoeve van de SISA-verantwoording en het Beeld van de Uitvoering aan het Rijk en het laten opstellen van de controleverklaring door de accountant, betreffende het Bbz 2004.

d. het uitvaardigen van een dwangbevel;

e. het verwerken van gegevens van inwoners uit de deelnemende gemeenten ten behoeve van de uitvoering van het Bbz 2004, de IOAZ en Wgs met in achtneming van de Algemene verordening gegevensbescherming en de Wet Basisregistratie Personen;

f. het, ten behoeve van de uitvoering van het Bbz 2004 en onderzoek toekenning

uitkeringen IOAZ, inzien van BRP-V en Suwinet gegevens van inwoners van de

deelnemende gemeenten;

g. het toepassen van de artikelen 4.18 en 4.20 van de Algemene wet bestuursrecht inzake de dwangsom bij niet tijdig beslissen;

h. het vestigen van een recht van hypotheek en pand in het kader van verstrekking van bedrijfskapitaal;

i. het opleggen van een maatregel dan wel boete op grond van de Participatiewet in het kader van de uitvoering van het Bbz 2004 en IOAZ.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders gemeente Stichtse Vecht mandateert aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht de uitvoering van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening voor zover het betreft het beoordelen en vaststellen van schuldregelingen zelfstandig ondernemers en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden, alsmede het onderhouden van alle noodzakelijke contacten met schuldeisers.

3. Het mandaat strekt zich niet uit tot:

a. de afhandeling van klachten;

b. de behandeling van bezwaar en beroep;

c. de behandeling van een verzoek om informatie in het kader van de Wet open overheid;

d. de behandeling van een verzoek om informatie in het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming.

Artikel 2

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht kan voor de bij onderhavig besluit gemandateerde bevoegdheden ondermandaat verlenen. Indien ondermandaat verleend wordt aan anderen dan aan hen die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente Utrecht werkzaam zijn, wordt het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht hiervan tevoren schriftelijk op de hoogte gesteld.

Artikel 3

1.

Voor de uitvoering van het Bbz 2004, de IOAZ en de Wgs voor zelfstandigen worden de Utrechtse beleidsregels van overeenkomstige toepassing verklaard.

Artikel 4

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders mandateert aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht de bevoegdheden tot de uitvoering van aanbesteding en inkoop dienstverlening zelfstandigen in het kader van de Participatiewet, Bbz 2004, IO|AZ en de Wgs:

a.

Gemeente Stichtse Vecht verleent aan gemeente Utrecht mandaat en volmacht tot het (Europees) aanbesteden en de inkoop van de dienstverlening zelfstandigen, inclusief het nemen van de bij de aanbesteding en inkoop behorende besluiten waaronder het besluiten tot de voorlopige- en definitieve gunning;

b.

Gemeente Stichtse Vecht verleent aan gemeente Utrecht het mandaat om verweer te voeren in het geval van een juridisch geschil in verband met de (Europese) aanbesteding en inkoop van de dienstverlening zelfstandigen;

c.

het verlenen van ondermandaat en ondervolmacht door het college van gemeente Utrecht aan medewerkers van gemeente Utrecht toe te staan.

Artikel 5

Een krachtens mandaat genomen besluit vermeldt dat het besluit namens het college van burgemeester en wethouders van Stichtse Vecht is genomen.

Artikel 6

Bij de intrekking van het mandaat, bedoeld in artikel 10:8, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, zal door het college van burgemeester en wethouders een termijn van zes maanden in acht worden genomen, tenzij zwaarwegende omstandigheden aanleiding geven tot een kortere termijn.

Artikel 7

1.

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van de dag van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2022.

2.

Het Mandaatbesluit Gemeente Stichtse Vecht Zelfstandigenregelingen, zoals vastgesteld op 13 september 2016, wordt met ingang van het tijdstip van inwerkingtreding van onderhavig besluit ingetrokken.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit gemeente Stichtse Vecht Zelfstandigenregelingen en Schuldhulpverlening aan zelfstandigen 2022.

 

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 12 december 2023.

Burgemeester en wethouders van de gemeente Stichtse Vecht,

drs. A.J.H.T.H. Reinders , burgemeester

drs. R.C.L. Heijdra, gemeentesecretaris/algemeen directeur

Burgemeester van de gemeente Stichtse Vecht,

 

drs. A.J.H.T.H. Reinders , burgemeester

 

 

Naar boven