Gemeenteblad van Zutphen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zutphen | Gemeenteblad 2024, 128735 | ander besluit van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zutphen | Gemeenteblad 2024, 128735 | ander besluit van algemene strekking |
Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het subsidiëren van incidentele cultuurinitiatieven (Subsidieregeling incidentele cultuurinitiatieven gemeente Zutphen 2024)
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen,
gelet op artikel(en) 2 en 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Zutphen 2019;
Regeling van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zutphen houdende bepalingen over het subsidiëren van incidentele cultuurinitiatieven (Subsidieregeling incidentele cultuurinitiatieven gemeente Zutphen 2024)
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
cultuurinitiatief: activiteit met overwegend cultureel karakter vallend in een van de disciplines: beeldende kunst en ontwerp, musea, media en letteren, podium- en amateurkunsten die in de gemeente plaatsvindt, waarbij de activiteit openbaar toegankelijk is, in de media ook als zodanig wordt aangekondigd en ten goede komt aan de inwoners (maar niet uitsluitend) van de gemeente;
Het college beoordeelt of het cultuurinitiatief een kwalitatief goede invulling geeft aan één of meer van onderstaande criteria. Een cultuurinitiatief scoort hoger naar mate:
de initiatiefnemer zich aantoonbaar inspant om de activiteiten gericht onder de aandacht van het gewenste publiek te brengen. De initiatiefnemer moet hierbij duidelijk maken welke doelgroep met het cultuurinitiatief bereikt wordt, waarbij de initiatiefnemer plannen voor publiciteit en marketing heeft, waarvoor een bijpassend deel van het budget wordt ingezet, of
Onverminderd het bepaalde in artikel 10 van de Algemene subsidieverordening weigert het college de subsidie in ieder geval, als:
de subsidie bestemd is voor activiteiten als oprichting, beheer en onderhoud van gedenktekens of monumenten, archeologische opgravingen, herdenkingsplechtigheden of jubilea die niet openbaar toegankelijk zijn, intocht Sinterklaas, Koningsdag, de 4 mei-herdenking, Bevrijdingsdag, fondsenwerving, braderieën en circussen;
Het college kan één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van het subsidiëren van cultuurinitiatieven, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 10 Intrekking oude regeling
De Subsidieregeling cultuurinitiatieven gemeente Zutphen 2019, zoals vastgesteld bij besluit van 17 december 2019, wordt ingetrokken.
Aldus besloten op 5 maart 2024.
Het college van burgemeester en wethouders,
De burgemeester, de secretaris,
Met deze regeling wil het college ten eerste incidentele cultuurinitiatieven in gemeente Zutphen stimuleren. Kern van deze subsidieregeling is uiteraard de verdeling van het beschikbare budget voor culturele activiteiten in Zutphen. Met deze regeling worden aanvragers uitgedaagd initiatieven te ontwikkelen die inspelen op de behoeften en ontwikkelingen in Zutphen en de ambities van het cultuurbeleid.
De op grond van deze Subsidieregeling incidentele cultuurinitiatieven te subsidiëren activiteiten moeten een bijdrage leveren aan de impulsrichtingen en speerpunten ambities, zoals verwoord in de Cultuuragenda 2021 – 2024 “De Stad als podium”. In het algemeen wordt de subsidie uit deze regeling ingezet om een actueel, gevarieerd en kwalitatief hoogwaardig aanbod aan culturele activiteiten in de gemeente te bewerkstelligen dat zichtbaar en toegankelijk is voor iedereen. Alle disciplines en werkvelden komen in aanmerking: beeldende kunst en ontwerp, musea, media en letteren, podium- en amateurkunsten en alle mogelijke mengvormen.
De subsidieregeling staat uitdrukkelijk niet open voor aanvragen door de zogeheten culturele basisorganisaties. Zij kunnen echter wel als samenwerkingspartner meewerken aan de totstandkoming van activiteiten waarvoor subsidie op grond van deze regeling wordt aangevraagd.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden de in deze regeling gehanteerde begrippen omschreven. Deze omschrijvingen behoeven geen nadere toelichting.
Artikel 2 Reikwijdte subsidieregeling
Dit artikel bepaalt de reikwijdte van de subsidieregeling. Het eerste lid geeft aan dat de incidentele activiteiten moeten passen in het cultuurbeleid van de gemeente Zutphen. Het tweede lid beschrijft de randvoorwaarden. Aan de hand van de randvoorwaarden wordt bepaald of het initiatief voor subsidie in aanmerking komt. Let hierbij ook op de omschrijving van cultuurinitiatief. De beschrijving staat in artikel 1 van deze regeling. Dit artikel heeft een relatie met artikel 3 waarin de criteria zijn vastgelegd op basis waarvan de aanvraag wordt beoordeeld. Als er een aanvraag wordt gedaan voor meerdere activiteiten, dan moet voor elk van deze projecten een aparte aanvraag worden gedaan.
In dit artikel zijn in het eerste lid de criteria neergelegd op grond waarvan een te subsidiëren cultuurinitiatief voor subsidie in aanmerking komt. Dit artikel bevat dus de zaken die belangrijk worden gevonden bij een te subsidiëren activiteit. Het initiatief:
Dit staat in het eerste lid van dit artikel.
In het tweede lid staan de overige beoordelingscriteria. De initiatiefnemer moet in het aanvraagformulier aangeven of het initiatief voldoet aan de overige beoordelingscriteria en waarom.
In het tweede lid, onder c. worden verrassende plekken genoemd. Verassende plekken kunnen de podia in de gemeente zijn, maar ook wijkaccommodaties, scholen, voetbalaccommodaties, winkels enzovoorts.
Bij actieve en passieve cultuurdeelname wordt extra gelet op de deelname aan het initiatief van bijzondere doelgroepen, bijvoorbeeld jeugd, nieuwkomers en/ of bezoekers afkomstig van buiten de gemeente en in het bijzonder kinderen en jongeren tot en met 24 jaar.
Artikel 4 Aanvraag om subsidie
Op grond van het eerste lid moet de aanvrager een rechtspersoon zijn. Wel kan de samenwerkingspartner, als bedoeld in artikel 1, onder i. mede organisator zijn. In dat geval moet deze samenwerkingspartner de aanvraag mede ondertekenen.
Gelet op artikel 8, onder g van deze regeling kan een culturele basisorganisatie wel onderdeel uitmaken van een samenwerking onder deze regeling. Een uitzondering wordt gemaakt als de initiatiefnemer geen rechtspersoon is. Dan ondertekent de culturele basisorganisatie de subsidie mede.
Het tweede lid geeft aan dat het vast te stellen subsidiebedrag 50% van de subsidiabele kosten bedraagt, met evenwel een maximum van € 7.500,-. Zie voor wat wel en niet subsidiabel is artikel 7 van deze regeling.
Met het opnemen van het derde lid in dit artikel wordt een spreiding van de te subsidiëren cultuurinitiatieven en activiteiten bereikt gedurende het jaar. Het eerste deel loopt van januari tot en met juni van enig jaar; het tweede deel van juli tot en met december van enig jaar.
Het vijfde lid bepaalt dat aanvragen op volgorde van binnenkomst worden behandeld.
Het vierde, zesde en het zevende lid behoeven geen nadere toelichting, anders dan dat als een aanvraag niet is aangevuld, ondanks een daartoe strekkend verzoek, de aanvraag altijd buiten behandeling wordt gelaten (zevende lid). Tot het buiten behandeling laten van de aanvraag moet uiteraard wel binnen vier weken nadat de gestelde termijn ongebruikt is verstreken, worden besloten op grond van artikel 4:5 Awb. Tegen een dergelijk besluit kan bezwaar worden gemaakt.
Artikel 5 Bij aanvraag in te dienen gegevens, verplichtingen subsidieontvanger
Het aanvraagformulier is te vinden op de website van de gemeente: www.zutphen.nl. Of op te vragen via het emailadres: info@zutphen.nl.
Het overige in dit artikel bepaalde behoeft geen nadere toelichting.
Op grond van het eerste lid van dit artikel kan het college een subsidieplafond vaststellen. Op grond van het tweede lid kunnen er ook deelplafonds worden vastgesteld, mocht dat nodig of wenselijk zijn.
In het derde lid is bepaald waarmee het college rekening houdt bij het bepalen van de hoogte van het subsidiebedrag.
Tot slot is in het vierde lid bepaald dat het jaarlijks beschikbare bedrag voor subsidies in 2 tijdvakken wordt verdeeld. Het ligt voor de hand om het bedrag dan ook per tijdvak gelijk te laten zijn, zodat dat het uitgangspunt is. Maar dat hoeft niet. Wordt hiervan afgeweken, dan is dat iets om te bepalen bij het vaststellen van een eventueel subsidieplafond op basis van het eerste lid van dit artikel.
Artikel 7 Subsidiabele en niet- subsidiabele kosten
In dit artikel is aangegeven welke kosten subsidiabel zijn (eerste lid) en welke kosten niet subsidiabel zijn (tweede lid).
Het tweede lid, onder b. betreft bijvoorbeeld het kopen van een televisie, koelkast, bankstel, computer of fiets (duurzame gebruiksgoederen).
Het tweede lid, onder c. betreft bijvoorbeeld kosten voor eten en drinken van deelnemers of borrels. Deze en bijvoorbeeld kosten voor verblijf in een hotel zijn voor eigen rekening.
Het is de bedoeling dat de aanvrager financiële ondersteuning bij anderen dan enkel en alleen de gemeente verwerft. Om deze reden is het derde lid in dit artikel opgenomen.
Het bepaalde in het vierde lid spreekt voor zich.
In dit artikel zijn de weigeringsgronden neergelegd. Naast de weigeringsgronden, zoals die in artikel 10 van de Algemene subsidieverordening zijn opgenomen, worden in dit artikel een achttal weigeringsgronden benoemd. Het college weigert de subsidie in ieder geval als één of meer van deze weigeringsgronden zich voordoet.
Artikel 8, onder h. bevat de regel dat het college geen subsidie verstrekt voor twee keer dezelfde activiteit in 4 jaar. Dit heeft te maken met het feit dat de gemeente graag ziet dat binnen deze regeling een innovatief aanbod wordt gestimuleerd. Daar komt bij dat het in deze regeling ook om incidentele cultuurinitiatieven gaat.
De overige weigeringsgronden spreken voor zich.
Op grond van dit artikel kan het college één of meer artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing daarvan, gelet op het belang van subsidiëren van cultuurinitiatieven, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard. Dit kan echter alleen in die gevallen die niet zijn voorzien ten tijde van het vaststellen van de regeling. Wordt een geval onder de hardheidsclausule gebracht, dan heeft dit tot gevolg dat de regeling op dit punt moet worden aangepast. Het geval is immers voorzienbaar geworden.
Artikel 10 Intrekking oude regeling
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-128735.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.