Wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Enkhuizen 2020

De raad van de gemeente Enkhuizen;

 

gelet op:

  • 1.

    artikel III van de Regeling van de Minister voor Langdurige Zorg en Sport en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 september 2023, kenmerk 1052294-3662503-DMO, houdende indexering per 1 januari 2024 van de bedragen in verband met de eigen bijdragen Wlz en Wmo 2015,

  • 2.

    de artikelen 2.1.3 lid 1, 2.1.3 lid 2 sub b, 2.1.4 lid 3 en 2.1.4a lid 4 Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

  • 3.

    de Verordening maatschappelijke ondersteuning Enkhuizen 2020;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 januari 2024

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de volgende wijziging van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Enkhuizen 2020.

Artikel I Wijziging verordening

De Verordening maatschappelijke ondersteuning Enkhuizen 2020 wordt als volgt gewijzigd.

 

1.

Artikel 3 lid 5 wordt ingetrokken

Artikel 3 lid 6 wordt ingetrokken

 

Ingevoegd wordt

 

Artikel 3a. Voorwaarden en weigeringsgronden

  • 1.

    Geen maatwerkvoorziening wordt verstrekt:

    • a.

      Als het college van oordeel is dat een cliënt zijn behoefte aan maatschappelijke ondersteuning redelijkerwijs van tevoren had kunnen voorzien en met zijn beslissing had kunnen voorkomen;

    • b.

      voor zover met betrekking tot de problematiek die in het gegeven geval aanleiding geeft voor de noodzaak tot ondersteuning, een voorziening op grond van een andere wettelijke bepaling bestaat;

    • c.

      als de voorziening niet noodzakelijk was geweest wanneer de cliënt rekening had gehouden met bestaande en bekende beperkingen en de te verwachten ontwikkelingen daarvan;

    • d.

      voor zover de cliënt op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of met hulp van andere personen uit zijn sociale netwerk de beperkingen kan wegnemen;

    • e.

      voor zover de cliënt met gebruikmaking van algemene voorzieningen de beperkingen kan wegnemen;

    • f.

      indien de voorziening algemeen gebruikelijk is; Het beleid dat een hulpmiddel financieel kan worden gedragen met een minimuminkomen als de kosten daarvan binnen een termijn van 36 maanden kunnen worden terugbetaald bij een aflossing van 5% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm, vond de rechtbank redelijk (ECLI:NL:RBDHA:2021:2084, ECLI:NL:RBDHA:2022:5272. Een tweedehands voorziening kan ook voldoen;

    • g.

      indien het een voorziening betreft die de cliënt na de melding en vóór datum van besluit heeft gerealiseerd of geaccepteerd, tenzij het college daarvoor schriftelijk toestemming heeft verleend of de noodzaak achteraf nog kan worden vastgesteld; Deze uitzondering geldt niet voor zover de voorziening is geaccepteerd of gerealiseerd voor de datum melding;

    • h.

      voor zover de aanvraag betrekking heeft op een voorziening die aan cliënt al eerder is verstrekt in het kader van enige wettelijke bepaling of regeling en de normale afschrijvingstermijn van de voorziening nog niet verstreken is, tenzij de eerder vergoede of verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen, of tenzij cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten;

    • i.

      voor zover een maatwerkvoorziening noodzakelijk is ter vervanging van een eerder door het college verstrekte voorziening, wordt deze slechts verstrekt als de eerder verstrekte voorziening technisch is afgeschreven,

      • 1.

        tenzij de eerder verstrekte voorziening verloren is gegaan als gevolg van omstandigheden die niet aan de cliënt zijn toe te rekenen;

      • 2.

        tenzij de cliënt geheel of gedeeltelijk tegemoetkomt in de veroorzaakte kosten, of

      • 3.

        als de eerder verstrekte voorziening niet langer een oplossing biedt voor de behoefte van de cliënt aan maatschappelijke ondersteuning;

    • j.

      voor zover deze niet in overwegende mate op het individu is gericht;

    • k.

      als de cliënt een indicatie heeft voor zorg met verblijf op grond van de Wet langdurige zorg of er redenen zijn om aan te nemen dat de cliënt daarvoor in aanmerking komt, maar weigert mee te werken aan het verkrijgen van een besluit hierover, tenzij artikel 8.6a van de wet van toepassing is;

    • l.

      indien de cliënt tekortschietend besef van verantwoordelijkheid heeft betoond.

  • 2.

    Geen maatwerkvoorziening gericht op zelfredzaamheid en participatie wordt verstrekt:

    • a.

      Als deze niet langdurig noodzakelijk is;

    • b.

      indien de cliënt geen ingezetene is van de gemeente Enkhuizen.

    • c.

      Een uitzondering op bovengenoemde artikelen wordt gemaakt wanneer het een mantelzorger van de cliënt betreft. Een mantelzorger kan in een andere gemeente wonen dan de cliënt. De mantelzorger kan voor een voorziening in aanmerking komen wanneer dat nodig is om de cliënt die ingezetene is van de gemeente Enkhuizen te ondersteunen.

  • 3.

    Geen woonvoorziening wordt verstrekt:

    • a.

      Voor zover de beperkingen voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen;

    • b.

      als de voorziening in het geval van nieuwbouw of renovatie zonder noemenswaardige meerkosten meegenomen kan worden;

    • c.

      ten behoeve van hotels/pensions, trekkerswoonwagens, kloosters, tweede woningen, vakantie- en recreatiewoningen, ADL-clusterwoningen en gehuurde kamers, met uitzondering van een voorziening voor verhuizing en inrichting;

    • d.

      voor zover het voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten betreft, anders dan automatische deuropeners, hellingbanen, het verbreden van gemeenschappelijke toegangsdeuren, het aanbrengen van drempelhulpen of vlonders of het aanbrengen van een opstelplaats bij de toegangsdeur van de gemeenschappelijke ruimte, met uitzondering van een voorziening voor verhuizing en inrichting;

    • e.

      indien de noodzaak het gevolg is van een verhuizing waarvoor geen aanleiding bestaat op grond van beperkingen bij de zelfredzaamheid of participatie en er geen belangrijke reden voor verhuizing aanwezig is;

    • f.

      indien de cliënt niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment meest geschikte woning, tenzij daarvoor vooraf schriftelijk toestemming is verleend door het college.

2.

De tekst van Artikel 7 lid 4 wordt vervangen door

 

De hoogte van het persoonsgebonden budget voor informele hulp, geleverd uit het sociaal netwerk is bij het bestaan van een dienstbetrekking gelijk aan de hoogste periodiek voor de benodigde hulp in de desbetreffende CAO, vermeerderd met de vakantiebijslag en tegenwaarde van de verlofuren.

3.

In artikel 8 wordt '€ 19,00' vervangen door: 'het bedrag als genoemd in artikel 2.1.4a lid 4 Wmo 2015'

Artikel II  

  • 1.

    Dit besluit treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2024.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als Wijzigingsverordening maatschappelijke ondersteuning Enkhuizen 2024.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Enkhuizen in zijn openbare vergadering van 27 februari 2024.

De raad voornoemd,

de griffier,

P.T.J. Pels

de voorzitter,

E.A. van Zuijlen

Naar boven