Gemeenteblad van Gilze en Rijen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gilze en Rijen | Gemeenteblad 2024, 126185 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Gilze en Rijen | Gemeenteblad 2024, 126185 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Verordening op de gemeentelijke rekenkamer Gilze en Rijen 2024
Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen leggen de leden van de rekenkamer, zoals bedoeld in artikel 81g Gemeentewet, in een bijeenkomst met de voorzitter van de raad de eed of verklaring en belofte af.
De nevenfuncties van de leden van de rekenkamer worden, zoals bedoeld in artikel 81e juncto artikel 12 van de Gemeentewet, openbaar gemaakt.
De leden van de rekenkamer, waaronder de voorzitter, kunnen maximaal 1 keer voor een periode van zes jaar worden herbenoemd.
Artikel 8. Ambtelijke ondersteuning
De secretariële taken die met het werk van de rekenkamer gemoeid zijn, worden belegd bij een secretaris die organiek onder de griffie valt.
De voorzitter van de rekenkamer is bevoegd binnen zijn budget uitgaven te doen voor de uitvoering van de werkzaamheden van de rekenkamer.
Artikel 12. Monitoring aanbevelingen
De griffie verstrekt de raad jaarlijks voor 31 december een overzicht van de aan de raad gedane voorstellen van de rekenkamer welke door de raad zijn overgenomen en door de raad zelf moeten worden uitgevoerd, vergezeld van de wijze waarop aan de voorstellen vervolg is gegeven.
Artikel 13. Intrekking verordening
De verordening op de gezamenlijke rekenkamercommissie Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Gilze en Rijen 2021’ wordt met terugwerkende kracht per 31 december 2023 ingetrokken.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 februari 2024,
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier,
S. van Dijk
de voorzitter,
D.A. Alssema
Deze modelverordening is een aanvulling op hetgeen in de Gemeentewet is opgenomen over de gemeentelijke rekenkamer. Zie de tekst van de Gemeentewet, zoals op 1 januari 2023 gewijzigd door de Wet versterking decentrale rekenkamers, hoofdstukken IVa (De rekenkamer) en XIa (De bevoegdheid van de rekenkamer).
De raad moet een onafhankelijke rekenkamer instellen. Zie artikel 81a van de Gemeentewet. Deze verplichting geldt vanaf 1 januari 2023, met een overgangstermijn van een jaar, dus uiterlijk 1 januari 2024 moet de raad een rekenkamer hebben ingesteld.
Daarnaast moet de raad op grond van artikel 81k van de Gemeentewet een verordening opstellen voor een vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer en een tegemoetkoming in hun kosten. Voorts mag de raad op grond van artikel 149 van de Gemeentewet aanvullende regels stellen in het belang van de gemeente en met inachtneming van de wet.
De rekenkamer moet een reglement van orde voor haar werkzaamheden vaststellen en dat naar de raad ter kennisneming zenden (artikel 81i van de Gemeentewet).
Om te voorkomen dat de nieuwe rekenkamer door haar nieuwe samenstelling op te grote afstand komt te staan, is een dialooggroep ingesteld. Deze dialooggroep kan een aantal keer per jaar in gesprek gaan met de rekenkamer, bijvoorbeeld rondom het opstellen van de groslijst van onderzoeksonderwerpen, de verantwoording van een onderzoeksjaar en het bespreken van het proces rondom de presentatie van een rapport. De dialooggroep is ook gesprekspartner als het gaat om de relatie en de wederzijdse ervaringen en verwachtingen. De resultaten van het onderzoek naar het gemeenschappelijke thema worden jaarlijks gepresenteerd tijdens een (ABG)-radenavond.
De leden van de rekenkamer worden door de raad benoemd en kunnen door de raad ook worden herbenoemd (artikel 81c, eerste en vierde lid, van de Gemeentewet). De benoemingstermijn is wettelijk op zes jaar vastgesteld. Een te korte benoemingsperiode kan de onafhankelijkheid in gevaar brengen, omdat de vraag ‘word ik wel herbenoemd’ dan al te snel weer wordt gevoeld. Voorts draagt het feit dat benoeming plaatsvindt na overleg met de rekenkamer ertoe bij dat de leden primair op grond van deskundigheid worden benoemd (artikel 81c, vijfde lid). In de praktijk zal na verloop van tijd door tussentijds aftreden vanzelf de situatie ontstaan dat niet steeds de gehele rekenkamer opnieuw moet worden benoemd. Dit komt de continuïteit en de onafhankelijkheid van de rekenkamer ten goede.
Artikel 12. Monitoring aanbevelingen
Volgens artikel 185a van de Gemeentewet moet het college jaarlijks aan de raad een overzicht sturen van de aan het college gedane aanbevelingen van de rekenkamer, vergezeld van zijn standpunt daaromtrent en van de wijze waarop aan de aanbevelingen vervolg is gegeven. Niet alle aanbevelingen zijn voor wat betreft de uitvoering de verantwoordelijkheid van het college. Er zijn ook aanbevelingen die de raad zelf moet uitvoeren. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van de status van alle aanbevelingen uit de rekenkamerrapporten, kan de raad ervoor kiezen om de griffie jaarlijks ook een overzicht op te laten stellen met de status van de aanbevelingen die aan de raad zijn gericht, door de raad zijn overgenomen en door de raad zelf moeten worden uitgevoerd. Dit kan de raad helpen om een overzicht te behouden van de overgenomen aanbevelingen en de status hiervan.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-126185.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.