Regeling tot wijziging van de Nadere subsidieregels gemeente Westland

Het college van burgemeester en wethouders van Westland,

 

gelet op de artikelen 3 en 8 van de Algemene Subsidieverordening Westland 2024,

 

besluit vast te stellen de Regeling tot wijziging van de Nadere subsidieregels gemeente Westland:

Artikel I  

De Nadere subsidieregels gemeente Westland worden als volgt gewijzigd.

 

  • A.

    Artikel 1, vijfde lid, van paragraaf 2.2 Cultuur, educatie en recreatie komt te luiden:

    • 5.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast voor iedere culturele en educatieve systeempartner.

  • B.

    Artikel 9, derde lid, van paragraaf 2.2 Cultuur, educatie en recreatie komt te luiden:

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • C.

    Artikel 10, tweede lid, van paragraaf 2.2 Cultuur, educatie en recreatie komt te luiden:

    • 2.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • D.

    Artikel 11, derde lid, van paragraaf 2.2 Cultuur, educatie en recreatie komt te luiden:

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • E.

    Artikel 12, vijfde lid, van paragraaf 2.2 Cultuur, educatie en recreatie komt te luiden:

    • 5.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • F.

    Aan paragraaf 2.2 Cultuur, educatie en recreatie wordt een artikel toegevoegd dat komt te luiden:

  • Artikel 13 Organisatie dodenherdenking en Koningsdag

    • 1.

      Het college kan subsidies verstrekken voor de jaarlijkse organisatie van de Nationale Herdenking op 4 mei en de viering van Koningsdag.

    • 2.

      De subsidie wordt verstrekt aan de Westlandse comités en verenigingen die de Nationale Herdenking op 4 mei of de viering van Koningsdag organiseren voor een van de Westlandse kernen.

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast. Het subsidieplafond wordt als volgt verdeeld:

      • a.

        voor de organisatie van de Nationale Herdenking op 4 mei ontvangen de organiserende comités en verenigingen ieder een bedrag van € 850,-;

      • b.

        voor de organisatie van activiteiten op Koningsdag wordt de helft van het resterende budget gelijkelijk onder de organiserende comités en verenigingen verdeeld met een maximaal bedrag van € 2.500,- per organisatie;

      • c.

        voor de berekening van een aanvullend bedrag dat aan het subsidiebedrag voor de organisatie van activiteiten op Koningsdag wordt toegevoegd, wordt de andere helft van het resterende budget door het totaal aantal jeugdige inwoners – 4 tot en met 18 jaar - van de gemeente Westland gedeeld. Dit bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal jeugdige inwoners van de betreffende kern. Peildatum hiervoor is 1 januari van het kalenderjaar voorafgaand aan het jaar waarin de activiteiten plaatsvinden. Het aanvullend bedrag is maximaal € 5.500,- per organisatie.

  • G.

    Aan paragraaf 2.2 Cultuur, educatie en recreatie wordt een artikel toegevoegd dat komt te luiden:

  • Artikel 14 Marketing toerisme en recreatie

    • 1.

      Het college kan subsidie verstrekken voor de uitvoering van marketingactiviteiten voor gemeente Westland door een organisatie met ervaring in en kennis van de regio, met als doel het aantrekken van meer bezoekers naar het Westland om de toeristische en recreatieve sector te versterken.

    • 2.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

    • 3.

      Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

  • H.

    Aan paragraaf 2.2 Cultuur, educatie en recreatie wordt een artikel toegevoegd dat komt te luiden:

  • Artikel 15 Varend corso

    • 1.

      Het college kan subsidie verstrekken voor het organiseren en het doen plaatsvinden van een varend corso in de zomerperiode.

    • 2.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

    • 3.

      Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

  • I.

    Artikel 1, derde lid, van paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn komt te luiden:

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast voor iedere systeempartner zorg en welzijn.

  • J.

    Artikel 4, tweede lid, van paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn komt te luiden:

    • 2.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • K.

    Artikel 5, tweede lid, van paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn komt te luiden:

    • 2.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • L.

    Artikel 6, derde lid, van paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn komt te luiden:

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • M.

    Artikel 8, derde lid, van paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn komt te luiden:

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • N.

    Artikel 9, vijfde lid, van paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn komt te luiden:

    • 2.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • O.

    Aan paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn wordt een artikel toegevoegd dat komt te luiden:

  • Artikel 10 Onderwijs en zorg

    • 1.

      Het college kan subsidies verstrekken voor de Zorg- en Adviesteams en voor het organiseren van de verbinding van onderwijs en jeugdzorg in het voortgezet onderwijs in Westland.

    • 2.

      De subsidies worden verstrekt aan de scholen voor het voortgezet onderwijs in Westland die de Zorg- en Adviesteams inzetten of de verbinding van onderwijs en jeugdzorg organiseren.

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar afzonderlijke subsidieplafonds vast voor de Zorg- en Adviesteams en voor het organiseren van de verbinding van onderwijs en jeugdzorg.

    • 4.

      Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

  • P.

    Aan paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn wordt een artikel toegevoegd dat komt te luiden:

  • Artikel 11 Vergroten acceptatie en veiligheid lhbti+-inwoners

    • 1.

      Het college kan subsidie verstrekken voor activiteiten om de acceptatie en veiligheid van lhbti+-inwoners te vergroten en lhbti+-inwoners en direct betrokkenen te ondersteunen zoals opgenomen in het meerjarig beleidsplan Regenbooggemeente Westland.

    • 2.

      Het college stelt gedurende de looptijd van het programma Regenboogsteden van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het door het ministerie beschikbaar stellen van de regenbooggelden per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

    • 3.

      Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

  • Q.

    Artikel 2, eerste lid, van paragraaf 2.4 Accommodaties scouting en sport komt te luiden:

    • 1.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • R.

    Artikel 8, eerste lid van paragraaf 2.5 Jaarwisselingsfeesten komt te luiden:

    • 1.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • S.

    Artikel 1, derde lid, van paragraaf 3.1 Sport komt te luiden:

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • T.

    Artikel 2, derde lid, van paragraaf 3.1 Sport komt te luiden:

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • U.

    Artikel 3, derde lid, van paragraaf 3.1 Sport komt te luiden:

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • V.

    Artikel 4 Innovatieve subsidies sport komt te luiden:

  • Artikel 4 Innovatieve subsidies sport

    • 1.

      Het college kan subsidies verstrekken voor activiteiten op het gebied van sport die een innovatief karakter hebben waardoor wordt bijgedragen aan de doelstelling van het Westlandse sportbeleid.

    • 2.

      Voor dezelfde activiteit wordt maximaal één subsidie verstrekt. De subsidie kan gedurende het gehele jaar worden aangevraagd.

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

    • 4.

      Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

  • W.

    Artikel 5 Subsidies Topsport Westland komt te luiden:

  • Artikel 5 Subsidies Topsport Westland

    • 1.

      Het college kan subsidies verstrekken voor deelname van Westlandse topsportverenigingen aan internationale kampioenschappen en competities en voor de organisatie van topsportevenementen.

    • 2.

      De subsidies zoals genoemd in het eerste lid kunnen gedurende het gehele jaar worden aangevraagd.

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast voor deelname van Westlandse topsportverenigingen aan internationale kampioenschappen en competities of de organisatie van topsportevenementen.

    • 4.

      Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

  • X.

    Artikel 2, eerste lid van paragraaf 4.1 Peuteropvang komt te luiden:

    • 1.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • Y.

    Het opschrift van artikel 1 van paragraaf 4.2 Voor- en Vroegschoolse educatie binnen de voorschoolse instellingen komt te luiden:

  • Artikel 1 Subsidiabele activiteiten VVE

  • Z.

    Het opschrift van artikel 2 van paragraaf 4.2 Voor- en Vroegschoolse educatie binnen de voorschoolse instellingen komt te luiden:

    Artikel 2 Subsidiabele kosten kindgebonden financiering VVE

  • AA.

    Artikel 2, tweede lid, van paragraaf 4.2 Voor- en Vroegschoolse educatie binnen de voorschoolse instellingen komt te luiden:

    • 2.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast voor de subsidie kindgebonden financiering VVE.

  • BB.

    Artikel 3 van paragraaf 4.2 Voor- en Vroegschoolse educatie binnen de voorschoolse instellingen komt te luiden:

  • Artikel 3 Subsidiabele kosten methoden en scholing

    • 1.

      De subsidiabele kosten voor methoden en scholing zijn:

      • a)

        de werkelijke kosten van bijscholing ten behoeve van de professionalisering van leid(st)ers

      • b)

        de verleturen van de medewerkers die scholing volgen

      • c)

        de kosten voor het vervangen, actualiseren of aanvullen van materialen. Indien aantoonbaar nodig kan subsidie aangewend worden om een gehele methodiek te vervangen voor een andere erkende methode.

    • 2.

      De subsidies voor methoden en scholing kunnen gedurende het gehele jaar worden aangevraagd.

    • 3.

      De vaststelling van de in lid 1 van dit artikel genoemde subsidies kan, in afwijking van artikel 21, 22 en 23 van de ASV, plaatsvinden voor de vaststelling van de subsidie voor de kosten zoals opgenomen in artikel 2 van deze regeling.

    • 4.

      De verantwoording vindt plaats op basis van de facturen en eventueel urenstaten.

  • CC.

    Artikel 4, eerste lid, van paragraaf 4.2 Voor- en Vroegschoolse educatie binnen de voorschoolse instellingen komt te luiden:

    • 1.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast voor methoden en scholing.

  • DD.

    Artikel 6, eerste lid, van paragraaf 4.2 Voor- en Vroegschoolse educatie binnen de voorschoolse instellingen komt te luiden:

    • 1.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast voor de extra inzet op groepen met meer dan 50% doelgroepkinderen.

  • EE.

    Artikel 8 van paragraaf 4.2 Voor- en Vroegschoolse educatie binnen de voorschoolse instellingen komt te luiden:

  • Artikel 8 Aanvullende aanvraag in geval van overproductie VVE binnen de voorschoolse instellingen

    • 1.

      Voor zover een voorschoolse instelling die een subsidie 'kindgebonden financiering VVE' heeft ontvangen, meer VVE-aanbod heeft gerealiseerd dan waarvoor een subsidie is verleend, kan de subsidieontvanger gedurende het subsidiejaar of na afloop van het subsidiejaar bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie voor 1 februari van het jaar volgend op het jaar waarvoor subsidie is verleend een aanvullende subsidie 'kindgebonden financiering VVE' aanvragen voor de aantoonbaar extra gerealiseerde VVE-uren in het betreffende kalenderjaar.

    • 2.

      Wanneer de aanvullende subsidie gedurende het subsidiejaar is verleend, wordt deze subsidie verantwoord en vastgesteld bij de reguliere subsidievaststelling na afloop van het subsidiejaar.

    • 3.

      Wanneer de aanvullende subsidie na afloop van het subsidiejaar wordt aangevraagd, wordt deze vastgesteld zonder voorafgaande subsidieverlening.

    • 4.

      De aanvullende subsidie kan niet worden verstrekt wanneer het subsidieplafond als bedoeld in artikel 2, tweede lid, niet of niet meer toereikend is.

    • 5.

      (vervalt)

    • 6.

      Wanneer het totaal van alle aanvullende aanvragen voor het desbetreffende kalenderjaar meer is dan het beschikbare subsidieplafond als bedoeld in artikel 2, tweede lid, dan wordt het beschikbare budget naar evenredigheid verdeeld.

  • FF.

    Artikel 9, eerste lid, van paragraaf 4.2 Voor- en Vroegschoolse educatie binnen de voorschoolse instellingen komt te luiden:

    • 1.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast voor schakelklassen.

  • GG.

    Aan hoofdstuk 4 Educatie en Ontwikkeling wordt een paragraaf toegevoegd, die komt te luiden:

  • 4.3 Primair onderwijs

  • Artikel 1 Onderwijs in kleine kernen

    • 1.

      Het college kan subsidie verstrekken voor het verzorgen van primair onderwijs, wanneer aan alle onderstaande voorwaarden is voldaan:

      • a)

        De schoolvestiging heeft een essentiële betekenis voor de Westlandse kern waarin zij staat;

      • b)

        De schoolvestiging is de laatste basisvoorziening in de kern;

      • c)

        De exploitatie van de schoolvestiging is zonder subsidie onvoldoende rendabel;

      • d)

        Het leerlingenaantal van de betreffende vestiging maakt een groeiende ontwikkeling door.

    • 2.

      De subsidie wordt alleen verstrekt aan scholen voor primair onderwijs.

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

    • 4.

      Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

  • HH.

    Artikel 5, eerste lid, van paragraaf 5.1 Verduurzaming en obstakelvrije ruimte voor modernisering (VORM) komt te luiden:

    • 1.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • II.

    In paragraaf 5.1 Verduurzaming en obstakelvrije ruimte voor modernisering (VORM) wordt de toelichting bij artikel 4 (Hoogte van de subsidie) als volgt aangepast:

  • De alinea ‘De variabele component … peildatum 1 januari 2022.’ wordt vervangen door: ‘De variabele component bedraagt 20% van de WOZ-waarde van het betreffende woonobject. De WOZ-waarde wordt berekend op de meest recente OZB-aanslag met bijbehorende peildatum.’

  • JJ.

    Artikel 4 van paragraaf 5.2 Transformatiefonds komt te luiden:

  • Artikel 4 Subsidiabele kosten

    • 1.

      Subsidie wordt alleen verstrekt voor kosten die direct kunnen worden toegerekend aan de subsidiabele activiteiten.

    • 2.

      Indien in de aanvraag personele kosten zijn opgenomen, dan moeten deze worden onderbouwd met het aantal uren en het uurtarief per medewerker.

  • KK.

    Artikel 5, eerste lid, van paragraaf 5.2 Transformatiefonds komt te luiden:

    • 1.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

  • LL.

    In artikel 6 van paragraaf 5.2 Transformatiefonds worden de leden 3 tot en met 7 vernummerd tot 1 tot en met 5.

  • MM.

    Artikel 8, eerste lid, van paragraaf 5.2 Transformatiefonds komt te luiden:

  • Artikel 8 Bij de aanvraag in te dienen gegevens

    • 1.

      Als een subsidieaanvraag wordt gedaan voor de subsidiabele activiteiten genoemd in artikel 3 onder a en d, dan bevat de aanvraag:

      • a.

        een eventuele kopie van een uittreksel Kamer van Koophandel;

      • b.

        eventuele co-financieringsverklaringen van de co-financiers;

      • c.

        een projectplan, met daarin een omschrijving van de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd;

      • d.

        een toelichting op de wijze waarop en de mate waarin de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd een bijdrage levert aan de doelstelling van de subsidie;

      • e.

        een gespecificeerde begroting, die inzicht geeft in de geraamde inkomsten en uitgaven voor zover deze betrekking hebben op de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd, en waar relevant een exploitatiebegroting;

      • f.

        een tijdsplanning waaruit blijkt dat de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd binnen 6 maanden wordt aangevangen en binnen 2 jaar is uitgevoerd.

  • NN.

    Artikel 9, eerste lid, van paragraaf 5.2 Transformatiefonds komt te luiden:

    • 1.

      Een subsidie voor de subsidiabele activiteiten genoemd in artikel 3 kan gedurende het gehele jaar worden aangevraagd. Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld. De datum waarop de aanvraag volledig is, geldt als de datum van binnenkomst.

  • OO.

    Aan hoofdstuk 5 Economie en Ruimte wordt een paragraaf toegevoegd, die komt te luiden:

    5.3 Economie

    Artikel 1 Versterken economische structuur

    • 1.

      Het college kan subsidie verstrekken voor het duurzaam versterken van de economische structuur en het ontsluiten van het innovatieve vermogen van de regio Zuid-Holland. Subsidiabele activiteiten zijn:

      • a)

        het investeren in innovatieve bedrijven,

      • b)

        het opzetten van innovatieve samenwerkingen tussen diverse partijen in de regio,

      • c)

        het aantrekken van buitenlandse bedrijven en het helpen internationaliseren van regionale bedrijven binnen voornamelijk de glastuinbouw.

    • 2.

      De subsidie wordt verstrekt aan een regionale ontwikkelingsmaatschappij.

    • 3.

      Het college stelt per kalenderjaar een subsidieplafond vast.

    • 4.

      Indien het subsidieplafond overschreden dreigt te worden, geeft het college de voorkeur aan de organisaties die voldoen aan de in deze regels gestelde criteria en die naar het oordeel van het college de meest effectieve bijdrage leveren aan het bereiken van de beleidsdoelstelling van de gemeente.

  • PP.

    In hoofdstuk 6 Slotbepalingen wordt artikel 3 vernummerd tot artikel 4, en een nieuw artikel ingevoegd, dat komt te luiden:

  • Artikel 3 Hardheidsclausule

  • Het college kan van een of meer bepaalde artikelen of artikelleden van deze regeling afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of subsidieontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.

Artikel II  

De subsidieplafonds voor het kalenderjaar 2025 voor de hierboven aan de Nadere subsidieregels Westland toegevoegde artikelen worden, onder voorbehoud van de vaststelling van de begroting 2025 door de gemeenteraad Westland, als volgt vastgesteld:

 

Paragraaf 2.2 Cultuur, educatie en recreatie

 

Artikel 13 lid 3 Organisatie dodenherdenking en Koningsdag € 54.776

 

Artikel 14 lid 2 Marketing toerisme en recreatie € 85.000

 

Artikel 15 lid 2 Varend corso € 35.000

 

Paragraaf 2.3 Zorg en Welzijn

 

Artikel 10 lid 2 Zorg- en Adviesteams € 38.000

 

Artikel 10 lid 2 Organiseren van de verbinding van onderwijs en jeugdzorg € 54.000

 

Artikel 11 lid 2 Vergroten acceptatie en veiligheid lhbti+-inwoners € 19.000

 

Paragraaf 4.3 Primair onderwijs

 

Artikel 1 lid 3 Onderwijs in kleine kernen € 35.000

 

Paragraaf 5.3 Economie

 

Artikel 1 lid 3 Versterken economische structuur € 109.273

 

De bovengenoemde plafonds zijn door het college vastgesteld voordat de begroting 2025 door de gemeenteraad is vastgesteld. Verlaging van de plafonds en als gevolg daarvan wijziging van de subsidiebeschikkingen voor 1 januari 2025 behoort daarom tot de mogelijkheden.

 

Wijze van verdeling: De verdeling vindt plaats conform de in de ‘Nadere subsidieregels Westland’ vastgestelde wijze van verdeling. De aanvraag voor subsidie moet voor 1 mei 2024 ingediend worden via het daarvoor ter beschikking gestelde aanvraagformulier.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2024.

Artikel IV  

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijzigingsregeling Nadere subsidieregels gemeente Westland.

Aldus besloten in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders d.d. 12 maart 2024,

de secretaris,

M.L.M. Weerts

de burgemeester,

B.R. Arends

Toelichting

De Nadere subsidieregels gemeente Westland zijn in werking getreden op 1 januari 2024. In deze nadere regels worden per beleidsterrein de beleidsdoelstelling, de soort subsidie, de specifieke subsidiecriteria, de hoogte van de subsidie en de verdeelregels beschreven. Gebleken is dat de Nadere regels aanpassing behoeven ten aanzien van enkele onderdelen. Enkele subsidiemogelijkheden worden vastgelegd met de bijbehorende subsidieplafonds voor het jaar 2025.

 

Naar boven