VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING BERN-HEZE 2024

De raad van de gemeente Bernheze besluit, op basis van het bijbehorende voorstel van

burgemeester en wethouders van 31 oktober 2023:

 

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN AFVALSTOFFENHEFFING BERN-HEZE 2024

Artikel 1: Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

1. ‘groep van percelen’: een groep van meerdere percelen waarvoor gemeenschappelijk gebruik wordt gemaakt van één of meerdere verzamelcontainers;

2. ‘verzamel-container: een krachtens de Afvalstoffenverordening Gemeente Bernheze 2004 aangewezen inzamelmiddel.

3. voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder ‘gebruik maken’: gebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer.

Artikel 2: Aard van de belasting en belastbaar feit

1. Onder de naam ‘afvalstoffenheffing’ wordt een belasting geheven als bedoeld in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer.

2. De afvalstoffenheffing als bedoeld in deze verordening en de daarbij behorende tarieventabel wordt naar afzonderlijke grondslagen geheven ter zake van het gebruik van een perceel ten aanzien waarvan krachtens de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

Artikel 3: Belastingplicht

 

1. De belasting wordt geheven van degene die in de gemeente naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht gebruik maakt van een perceel ten aanzien waarvan ingevolge de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt.

2. Voor de toepassing van het eerste lid wordt als gebruiker aangemerkt:

a. degene die naar de omstandigheden beoordeeld al dan niet krachtens eigendom, bezit, beperkt recht of persoonlijk recht feitelijk gebruik maakt van het perceel;

b. ingeval een gedeelte van een perceel ten gebruike is afgestaan: degene die dat gedeelte ten gebruike heeft afgestaan;

c. Ingeval er sprake is van het ter beschikking stellen van een perceel voor kortstondig volgtijdig gebruik, wordt als gebruiker aangemerkt degene die dat perceel ter beschikking heeft gesteld.

Artikel 4: Maatstaf van heffing en belastingtarief

1. De belasting wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel met in achtneming van de overige leden van dit artikel.

2. Voor de berekening van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarieventabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.

3. Het aantal ledigingen per perceel, niet zijnde een groep van percelen waarvoor gebruik wordt gemaakt van een verzamelcontainer, wordt vastgesteld met behulp van containerherkennings- en registratieapparatuur op de inzamelauto.

4. Voor de berekening van de belasting wordt uitgegaan van het aantal maal dat een container ter lediging wordt aangeboden zoals is vastgesteld met behulp van de container-herkennings- en registratieapparatuur op de inzamelauto.

5. Indien tijdens enige inzamelbeurt door en calamiteit of door een technische storing van de inzamelauto of van de op de inzamelauto geplaatste containerherkennings- of registratieapparatuur waarmee de gegevens van de geledigde containers worden opgeslagen geen automatische herkenning, registratie of gegevensverwerking plaatsvindt, wordt voor de inzameling van afvalstoffen per perceel, ongeacht of de bij deze percelen behorende containers wel of niet worden aangeboden voor de inzamelbeurt, geen forfaitaire lediging in rekening gebracht.

6. Bij de heffing van de afvalstoffenheffing wordt toepassing gegeven aan de ‘Regeling medisch afval afvalstoffenheffing’ met onderdeel 1.1.4 van de bij deze verordening behorende tarieventabel.

Artikel 5: Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 6: Wijze van heffing

1. De belasting bedoeld in hoofdstuk I van de tarieventabel wordt bij wege van aanslag geheven.

2. De belasting bedoeld in hoofdstuk II van de tarieventabel wordt geheven bij wege van gedagtekende kennisgeving waarop de verschuldigde belasting is vermeld.

Artikel 7: Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang

1. De belasting bedoeld in hoofdstuk 1 van de tarieventabel is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar, of zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht.

2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat belastingjaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na einde van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.

4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en aldaar een ander perceel in feitelijk gebruikt neemt.

5. De belasting bedoeld in Hoofdstuk II van de tarieventabel is verschuldigd bij aanvang van de dienstverlening

Artikel 8: Termijnen van betaling

 

1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moet de op grond van artikel 6, eerste lid, verschuldigde belasting worden betaald in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later..

2. In afwijking van het eerste lid moeten, indien een machtiging voor automatische incasso is afgegeven en zolang de verschuldigde bedragen via automatische incasso kunnen worden afgeschreven, de aanslag(en) en de bestuurlijke boete(s) worden betaald in tien gelijke maandelijkse termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op die van de dagtekening van het aanslagbiljet en de volgende termijnen telkens een maand later.

3. In afwijking van het tweede lid is betaling via automatische incasso alleen mogelijk voor zover het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet verenigde belastingaanslagen en bestuurlijke boetes minder is dan € 5.000,00.

4. De op grond van artikel 6, tweede lid, verschuldigde belasting moet, in afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, worden betaald:

a. ingeval van uitreiking van de kennisgeving op het tijdstip van uitreiking;

b. ingeval van toezending van de kennisgeving binnen 30 dagen na dagtekening.

5. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9: Nadere regels door het Dagelijks Bestuur

Het Dagelijks Bestuur van de Belastingsamenwerking Oost-Brabant kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de afvalstoffenheffing.

Artikel 10: Kwijtschelding

Geen kwijtschelding wordt verleend voor dat deel van de belasting dat bij wege van definitieve aanslag Diftar een bedrag van € 152,00 overschrijdt.

Artikel 11: Overgangsbepaling, inwerkingtreding en citeertitel

 

1. De ‘Verordening afvalstoffenheffing Bernheze 2023’ van 15 december 2022 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2024.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Verordening afvalstoffenheffing Bernheze 2024’.

Tarieventabel bij de Verordening afvalstoffenheffing Bernheze 2024

Indeling tarieventabel

Hoofdstuk 1: Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing. 1

Hoofdstuk 2: Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing. 1

Hoofdstuk 1: Maatstaven en jaarlijkse tarieven afvalstoffenheffing

Nr.

Omschrijving

Bedrag

1.0

De belasting bedraagt per perceel per belastingjaar

Eenmalige teruggave per perceel in 2024

€ 159,00

-/- € 20,00

1.01

Bewoner van een flat of appartement en maakt gebruik van een verzamelcontainer:

1.01.1

Eenpersoonshuishouden betaalt een opslag bij 1.0 van;

€ 48,65

1.01.2

Meerpersoonshuishouden betaalt een opslag bij 1.0 van;

€ 97,30

1.1

De belasting als bedoeld in 1.0 wordt vermeerderd met een bedrag voor:

1.1.1

  • 1.

    het ter lediging aanbieden van een container aan de inzameldienst voor groente-, fruit- en tuinafval, per lediging

€ 1,50

1.1.2

  • 1.

    het ter lediging aanbieden van een container 240 liter aan de inzameldienst voor restafval, per lediging

€ 19,50

1.1.3

  • 1.

    het ter lediging aanbieden van een container 140 liter aan de inzameldienst voor restafval, per lediging

€ 11,70

1.1.4

  • 1.

    In geval van het aanbieden van restafval vanuit c.q. vanaf een perceel waarvoor voor het belastingjaar met toepassing van de ‘Regeling medisch afval afvalstoffenheffing’ een beschikking medisch afval is afgegeven, worden de tarieven als genoemd onder 1.1.2 en 1.1.3 korting gegeven (tot een maximum van 10 ledigingen of € 97,50) van:

50%

Hoofdstuk 2: Maatstaven en overige tarieven afvalstoffenheffing 

Nr.

Omschrijving

Bedrag

2.0

Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk I bedraagt de  belasting voor het op aanvraag verrichten van werkzaamheden verband houdende met het aanbrengen van sloten (incl. slot) op containers, zijnde aangewezen inzamelmiddelen, per container

€ 25,70

3.0

Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk I bedraagt het tarief voor het omruilen van een standaard GFT-container naar een 240 liter GFT-container

€ 68,35

4.0

Onverminderd het bepaalde in Hoofdstuk 1 bedraagt de belasting voor het aanbieden van de navermelde soorten huishoudelijk afval op de gemeentelijke milieustraat:

4.1

  • 1.

    voor wat betreft het aanbieden van:

    • 1.

      grof huishoudelijk afval;

    • 2.

      vloerbedekking, tapijt;

    • 3.

      huishoudelijk afvalhout (A/B/C);

    • 4.

      schoon puin en gips/gasbeton

per 0,5 m3 of gedeelte daarvan

  • 1.

    voor wat betreft gasflessen, bedraagt dit het tarief per gasfles

€ 11,00

4.2

  • 1.

    voor wat betreft het aanbieden van composteerbaar tuinafval, snoeihout ed.:

4.2.1

  • 1.

    voor aanbiedingen per m3 of gedeelte daarvan

kosteloos

4.3

  • 1.

    voor wat betreft het aanbieden van:

  • 2.

    oud papier en karton

  • 3.

    verpakte oude kleding en textiel

  • 4.

    ferro en non-ferro metalen (incl. blik)

  • 5.

    op kleur gescheiden eenmalig verpakkingsglas

  • 6.

    helder vlak glas (geen autoruiten, gelaagd of gewapend glas)

  • 7.

    wit- en bruingoed conform het Besluit WEB

  • 8.

    Klein Chemisch Afval

  • 9.

    deugdelijk verpakt huishoudelijke asbesthoudende afvalstoffen

  • 10.

    luiers

  • 11

    drankenkartons

  • 12

    hard plastic

  • 13

    plantaardige oliën/vetten (frituurvet)

  • 14

    5 of minder (auto)banden

kosteloos

4.3.1

Het tarief wordt, als de band is voorzien van een velg, vermeerderd per band met

€ 11,00

4.4.1

Voor wat betreft het aanbieden van een éénpersoonsmatras

€ 5,50

4.4.2

Voor wat betreft het aanbieden van een tweepersoonsmatras

€ 11,00

4.4

Het college van burgemeester en wethouders kan bij afzonderlijk besluit nadere regels stellen voor het bepalen van de omvang van aanbiedingen aan de milieustraat.

Tarieventabel bij de Verordening Afvalstoffenheffing Bernheze 2024 behorende bij besluit van de raad van 14 december 2023.

Leandra Kilian

griffier

Vastgesteld door de raad van de gemeente Bernheze in zijn openbare vergadering van

14 december 2023.

Leandra Kilian

griffier

Antoine Walraven

voorzitter

Naar boven