Artikel 2 Bevoegdheden
Aan het college worden de volgende bevoegdheden gedelegeerd. Het college oefent deze gedelegeerde bevoegdheden uit overeenkomstig de hierbij aangegeven omvang.
1. het nemen van beslissingen ter voorkoming of ter beëindiging van rechtsgedingen;
2. het verdagen van de beslissing op een bezwaarschrift;
3. het uitoefenen van alle aan de gemeenteraad toekomende bevoegdheden op grond van de Wet open overheid;
4. het uitoefenen van alle aan de gemeenteraad toekomende bevoegdheden op grond van de Wet hergebruik overheidsinformatie;
5. het nemen van besluiten op grond van de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen;
Bevoegdheden in het kader van het omgevingsplan
de volgende onderdelen van het gemeentelijke omgevingsplan te delegeren aan het college:
6. Het verwijzen naar wetten, besluiten, verordeningen, beleid en voor wijzigingen van juridische-technische aard, redactionele aanpassingen, hernummering en correcties, voor zover deze niet leiden tot wezenlijke wijzigingen in de fysieke leefomgeving;
7. Het toevoegen en/of wijzigen van algemene bepalingen, begripsbepalingen, meetbepalingen en indieningsvereisten voor zover deze niet leiden tot wezenlijke wijzigingen in de fysieke leefomgeving.
8. Het verwerken van instructieregels, instructies, gewijzigde wet- en regelgeving en eventuele andere dwingende bepalingen van bestuursorganen van andere overheden, tenzij de gemeente Bernheze of haar bestuursorganen hierover een zienswijze hebben ingediend.
9. Het toevoegen van die onderdelen uit de gemeentelijke verordeningen die de gemeente beleidsneutraal overzet naar het nieuwe omgevingsplan.
10. Het uitwerken van door de raad vastgesteld kaderstellend beleid in omgevingsplanregels, voor zover het beleid betreft waarvan de gemeenteraad heeft aangegeven dat het college bevoegd is om het betreffende beleid uit te werken.
11. Het wijzigen van het omgevingsplan voor aanvragen die, in het geval het initiatief mogelijk gemaakt zou zijn met een vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit, niet vallen onder het bindend adviesrecht van de gemeenteraad.
12. Het in overeenstemming brengen van het omgevingsplan met onherroepelijke omgevings-vergunningen als bedoeld in artikel 4.17 Ow (vergunningen buitenplanse omgevingsplanactiviteiten).
13. Het aanwijzen, wijzigen en schrappen van gemeentelijke monumenten.
14. Het wijzigen van onderdelen van het tijdelijke omgevingsplan naar onderdelen van het nieuwe omgevingsplan op basis van de wijzigings- en uitwerkingsregels op grond van de Wet ruimtelijke ordening, zoals die zijn vastgelegd in bestemmingsplannen die golden op het moment van inwerkingtreding van de Omgevingswet. Dit mag ook door deze regels om te vormen tot binnenplanse beoordelingsregels.
15. Het corrigeren van verschrijvingen, verkeerde verwijzingen en inventarisatiefoutjes in het omgevingsplan.
16. Het nemen van een voorbereidingsbesluit met het oog op de voorbereiding van in het omgevingsplan te stellen regels.