Artikel 1 Definities
1. Voor zover in deze verordening begrippen worden gebruikt die zijn opgenomen in artikel 1 van de
Wet goed verhuurderschap hebben die in deze verordening dezelfde betekenis.
2. In deze verordening wordt daarnaast verstaan onder:
- wet: de Wet goed verhuurderschap (Stb. 2023, 103);
- verhuurvergunning: een vergunning als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onder b. van de wet;
- wet Bibob: de wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur
Artikel 2. Vergunningplicht voor verhuur van verblijfsruimte
1. Het is verboden zonder vergunning van het college van burgemeester en wethouders een
verblijfsruimte te verhuren.
2. Het bepaalde in het eerste lid is niet van toepassing op een toegelaten instelling als bedoeld in
artikel 19 van de Woningwet, die werkzaam is op het gebied van de volkshuisvesting.
3. De verhuurvergunning is niet overdraagbaar.
4. Indien de vergunning op naam is gesteld van een rechtspersoon waarvan het eigen vermogen is
verdeeld in aandelen is van overdracht ook sprake indien ten opzichte van de plaatsing van
aandelen ten tijde van de vergunningaanvraag, de meerderheid van de aandelen wordt vervreemd,
gecertificeerd of economisch wordt overgedragen.
Artikel 3. Aanvraag van de verhuurvergunning
1. Een aanvraag om een verhuurvergunning wordt ingediend door gebruikmaking van een door
burgemeester en wethouders vastgesteld (elektronisch) aanvraagformulier.
2. Bij de aanvraag worden tenminste de volgende gegevens verstrekt:
a) Indien de aanvrager een natuurlijke persoon of een samenwerkingsverband van natuurlijke
personen is, die al of niet een onderneming drijft of drijven: naam, adres en woon- of
vestigingsplaats, alsmede de geboortedata en het burgerservicenummer van de aanvrager(s) en
ingeval de verhuur plaatsvindt door een onderneming het handelsregisternummer van de Kamer
van Koophandel;
b) Indien de aanvrager een rechtspersoon is: het handelsregisternummer van de Kamer van
Koophandel en de namen, adressen en woonplaatsen, alsmede de geboortedata en de
burgerservicenummers van alle bestuurders van de rechtspersoon;
c) Het adres of de adressen van verblijfsruimte of verblijfsruimten waarop de aanvraag betrekking
heeft;
d) een afschrift van de te sluiten modelhuurovereenkomst;
e) een beschrijving van de wijze waarop de verhuurder invulling geeft aan de regels van goed
verhuurderschap, bedoeld in artikel 2 van de wet;
f) een beschrijving van de wijze waarop de verhuurder invulling geeft aan artikel 8 lid 2 en 3 en lid 1
onder b en c van de Wet goed verhuurderschap;
g) een opgave van de aan de aanvrager binnen een tijdvak van acht jaar voorafgaand aan de
aanvraag opgelegde bestuurlijke boetes en lasten onder dwangsom wegens handelen in strijd
met de verboden en bepalingen genoemd in artikel 7, tweede lid, onderdeel a, van de wet; en
h) een opgave van de ten aanzien van de aanvrager genomen besluiten als bedoeld in artikel 12,
eerste lid, van de wet voor zover het beheer nog niet overeenkomstig artikel 16 van de wet is
beëindigd.
Artikel 4. Bestuurlijke boete
1. Burgemeester en wethouders kunnen een bestuurlijke boete opleggen bij overtreding van het
bepaalde in artikel 2, eerste lid of artikel 12, derde lid van de wet of van de op basis van artikel 8,
tweede en derde lid van de wet aan een verhuurvergunning verbonden voorwaarden.
2. De in het vorige lid bedoelde boetes bedragen ten hoogste het bedrag van de vierde categorie als
vermeld in artikel 23, vierde lid van het Wetboek van Strafrecht.
3. Indien binnen een tijdvak van vier jaar voorafgaand aan de constatering van de overtreding al een
bestuurlijke boete is opgelegd voor overtreding van de verboden of bepalingen bedoeld in het eerste
lid, kan een boete worden opgelegd van ten hoogste het bedrag van de vijfde categorie als vermeld in
artikel 23, vierde lid van het Wetboek van Strafrecht.
Artikel 5. Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking in het gemeenteblad, met dien
verstande dat artikel 2.1 zes maanden na de bekendmaking in werking treedt voor verhuurders die
op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening verblijfsruimte verhuren.
2. Artikel 2.1 is eveneens niet van toepassing indien een verhuurder uiterlijk 14 weken voor de
inwerkingtreding van deze bepaling een aanvraag heeft ingediend die voldoet aan artikel 3 van
deze verordening en zolang daarop nog geen beslissing is genomen.
Artikel 6. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verhuurverordening gemeente Oude IJsselstreek 2024.