Gemeenteblad van Brummen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brummen | Gemeenteblad 2024, 118016 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Brummen | Gemeenteblad 2024, 118016 | beleidsregel |
BELEIDSREGEL INZAKE PARTICIPATIE BIJ OMGEVINGSDOCUMENTEN, GEMEENTE BRUMMEN
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BRUMMEN;
Gelet op het bepaalde in artikel 10.2, 10.7 en 10.8 van het Omgevingsbesluit;
Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 07 september 2021 met kenmerk D363789;
Overwegende dat, bij het vaststellen van een omgevingsvisie, programma en omgevingsplan (omgevingsdocumenten) wordt aangegeven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn;
Overwegende dat, bij het vaststellen van een omgevingsdocument wordt aangegeven in hoeverre aan de beleidsregels over het betrekken van burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen is voldaan;
Gehoord het behandeladvies van het Forum Ruimte van 30 september 202;
Deze regeling wordt aangehaald als Beleidsregel inzake participatie bij omgevingsdocumenten.
Dit besluit is genomen tijdens de openbare raadsvergadering van 14 oktober 2021.
In de artikel 10.2, 10.7 en 10.8 van het Omgevingsbesluit staat een motiveringsverplichting voor het bevoegde gezag om bij de vaststelling van een omgevingsvisie, een programma en een omgevingsplan aan te geven hoe burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen bij de voorbereiding zijn betrokken en wat de resultaten daarvan zijn. In de genoemde bepalingen staat tevens dat bij de vaststelling van een omgevingsvisie, programma of omgevingsplan wordt aangegeven in hoeverre aan de beleidsregels over het betrekken van burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen is voldaan.
Om te kunnen voldoen aan deze bepalingen is het noodzakelijk dat de gemeenteraad een beleidsregel participatie vaststelt.
In de context van de hierboven genoemde bepalingen van het Omgevingsbesluit staat participatie voor het betrekken van burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en bestuursorganen.
Het samenstel van de omgevingsvisie, het programma en het omgevingsplan wordt door de Omgevingswet en in deze beleidsregel ook wel aangeduid als omgevingsdocumenten.
Onder bestuursorgaan wordt in deze beleidsregel het bevoegde gezag voor de omgevingsvisie (gemeenteraad), programma (college van B&W) en omgevingsplan (gemeenteraad¹) verstaan.
¹Indien de bevoegdheid tot vaststelling van het omgevingsplan (voor een onderdeel) door de raad is gedelegeerd aan het college, is het college het bevoegde gezag.
Artikel 2. Onderwerp van participatie
In het eerste lid wordt de inzet van participatie voorgeschreven bij de totstandkoming van (een wijziging van) een omgevingsdocument. Het tweede lid bevat een uitzondering op deze voorgeschreven inzet door te bepalen dat participatie niet wordt toegepast in gevallen waar (nagenoeg) geen belangen van derden aan de orde zijn of deze belangen reeds eerder in besluitvorming zijn afgewogen. Het bepaalde onder sub d ziet op zogenaamde kruimelgevallen die ook als bijlage bij de beleidsregel inzake adviesrecht van de gemeenteraad van Brummen is opgenomen.
Artikel 3. Procedure participatie
In het eerste lid is bepaald dat het bestuursorgaan bij de start van een participatieprocedure bekendmaakt hoe de participatie wordt vormgegeven.
Het bestuursorgaan legt in een participatienota een aantal zaken vast met betrekking tot de participatie. Om zoveel mogelijk duidelijkheid te verschaffen, soms het tweede lid hiertoe op dat moet worden ingegaan op: doel van de participatie, beïnvloedingsruimte, kaders, communicatie, werkwijze, tijdspad, democratische waarborgen en begroting van de kosten van de procedure. Deze participatienota kan onderdeel uitmaken van de bekendmaking van het eerste lid, maar kan ook later worden uitgewerkt en bekendgemaakt.
Bij beïnvloedingsruimte kan worden gedacht aan en een keuze worden gemaakt uit: informeren, raadplegen, adviseren, of een combinatie daarvan.
Kaders zijn bijvoorbeeld de inhoudelijke, financiële en procedurele kaders voor de participatie.
Democratische waarden zijn bijvoorbeeld: gelijkheid, transparantie en verantwoording.
In het derde en vierde lid wordt geregeld dat participatie bij wijzigingen van het omgevingsplan die zijn aangevraagd door en/of worden opgesteld door of namens initiatiefnemers (niet zijnde bestuursorganen) niet onder de reikwijdte van het eerste en tweede lid vallen. In deze omstandigheden is participatie wel verplicht maar wordt het initiatief en de verantwoordelijkheid voor participatie bij de initiatiefnemer neergelegd. Hiermee wordt de regeling voor participatie door de initiatiefnemer die een aanvraag om wijziging van het omgevingsplan indient gelijkgetrokken met participatie door de initiatiefnemer die een aanvraag om omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit indient.
Artikel 4. Eindverslag participatie
In het geval er door een initiatiefnemer een aanvraag om wijziging van het omgevingsplan is ingediend, is de initiatiefnemer verantwoordelijk voor de uitvoering van de participatie (zie het derde lid van artikel 3). Onder deze omstandigheid is het ook de initiatiefnemer die ter afronding van de participatie het eindverslag opstelt.
Onder overzicht van de gevolgde participatieprocedure wordt verstaan: He is de procedure feitelijk verlopen? Wanneer is het beleidsvoornemen ter inzage gelegd, enz.
Het eindverslag dient een overzicht te bevatten van zowel de mondelinge als de schriftelijke participatiereacties. In het eindverslag kan worden volstaan met een korte zakelijke weergave van de naar voren gebrachte opvattingen en vermelding van de personen die hun opvatting naar voren hebben gebracht. De schriftelijke participatiereacties kunnen aan het eindverslag worden gehecht. Bij het publiceren van het eindverslag dient de AVG in acht te worden genomen.
Als het sluitstuk van participatie wordt voorgeschreven dat het bestuursorgaan aangeeft wat met de zienswijzen wordt gedaan.
De bekendmaking van de resultaten van de participatieprocedure is uitermate belangrijk. Dit rondt de participatieprocedure daadwerkelijk af. Het ligt voor de hand om degenen die hebben geparticipeerd een exemplaar van het eindverslag te sturen. Daarnaast kan het eindverslag algemeen worden gepubliceerd in de krant en op de gemeentelijke website.
Als het aantal participanten omvangrijk is, kan worden gekozen voor het volstaan met een algemene bekendmaking. Het is belangrijk om aan het begin van de participatieprocedure al duidelijkheid omtrent de communicatie te verschaffen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-118016.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.