Gemeenteblad van Heerenveen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2024, 117464 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Heerenveen | Gemeenteblad 2024, 117464 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
De raad van de gemeente Heerenveen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2024 ;
overwegende dat de Financiële verordening op basis van artikel 212 Gemeentewet moet worden geactualiseerd;
gelet op hetgeen in artikel 212 in de Gemeentewet is beschreven,
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
overheidsbedrijf: onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin de gemeente, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.
Hoofdstuk 2 begroting en verantwoording
De raad stelt op voorstel van burgemeester en wethouders per thema de beleidsindicatoren vast. Het voorstel van burgemeester en wethouders bevat ten minste de verplichte beleidsindicatoren, bedoeld in artikel 25, tweede lid, onder a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Artikel 3 Inrichting begroting en rekening
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de themabegroting wordt van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven en wordt van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Bij de uiteenzetting van de financiële positie in de themabegroting wordt in aanvulling op het bepaalde in artikel 20 en artikel 21 van het Besluit themabegroting en verantwoording provincies en gemeenten inzicht gegeven in de ontwikkeling van de schuldpositie als gevolg van de themabegroting, de meerjarenraming, de investeringen en de grondexploitaties.
Artikel 4. Kaders themabegroting
Burgemeester en wethouders bieden voor 1 juli aan de raad een nota aan met een voorstel voor het beleid en de financiële kaders van de themabegroting voor het volgende themabegrotingsjaar en de meerjarenraming. De raad stelt deze nota voor 15 juli vast.
Artikel 5. Autorisatie themabegroting en investeringskredieten
Bij de themabegrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringskredieten worden bij de themabegrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Burgemeester en wethouders informeren de raad als zij verwachten, dat de lasten van een taakveld de geautoriseerde lasten dreigen te overschrijden, de investeringsuitgaven van een investeringskrediet het geautoriseerde investeringskrediet dreigen te overschrijden, of de baten van een taakveld de geautoriseerde baten dreigen te onderschrijden. De raad geeft aan of hij een voorstel wil voor het wijzigen van de geautoriseerde lasten, voor het wijzigen van het geautoriseerde investeringskrediet, of voor het bijstellen van het beleid.
Bij de behandeling van de tussentijdse rapportages in de raad bedoeld in artikel 6, eerste lid, doet het college voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde baten en lasten, het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten en het bijstellen van bestaand beleid. In geval van investeringen met een meerjarig karakter doet het college indien nodig ook bij iedere themabegroting op grond van geactualiseerde ramingen voorstellen voor het wijzigen van de geautoriseerde investeringskredieten.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om incidentele themabegrotingswijzigingen tot € 50.000 door te voeren. Deze wijzigingen worden achteraf door middel van de eerst volgende tussentijdse rapportage aan de raad ter autorisatie voorgelegd. Themabegrotingswijzigingen met een structureel effect of themabegrotingswijzigingen met een incidenteel effect groter dan € 50.000 worden vooraf en met een toelichting aan de raad ter autorisatie aangeboden.
Voor investeringen tot € 100.000 waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de themabegroting is geautoriseerd, wordt de beschikbaarstelling van het krediet en de bijbehorende themabegrotingswijziging achteraf door middel van de eerstvolgende tussentijdse rapportage aan de raad ter autorisatie voorgelegd. Voor investeringen groter dan € 100.000 waarvan het investeringskrediet niet met het vaststellen van de themabegroting is geautoriseerd, legt het college voorafgaand aan het aangaan van verplichtingen een investeringsvoorstel met een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de raad voor.
Als het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeren burgemeester en wethouders de raad of een aanpassing van de themabegroting nodig is. Als burgemeester en wethouders een aanpassing nodig achten, doen burgemeester en wethouders een voorstel voor het wijzigen van de themabegroting.
Hoofdstuk 3 Rechtmatigheidsverantwoording
Artikel 10. Voorwaardencriterium
Het voorwaardencriterium is het criterium van rechtmatigheid, dat betrekking heeft op de eisen die worden gesteld bij de uitvoering van de financiële beheershandelingen. De eisen/voorwaarden zijn afkomstig uit diverse wet- en regelgeving en hebben betrekking op aspecten als doelgroep, termijn, grondslag, administratieve bepalingen, normbedragen, bevoegdheden, bewijsstukken, recht, hoogte en duur.
Artikel 11. begrotingscriterium
Het themabegrotingscriterium is een criterium van rechtmatigheid dat betrekking heeft op de grenzen van de baten en lasten in de door de raad geautoriseerde themabegroting van exploitatie en investeringskredieten en de hiermee samenhangende thema's, waarbinnen de financiële beheershandelingen tot stand moeten zijn gekomen;
Artikel 16. Kostprijsberekening
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten van de gemeente, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.
Voor de toerekening van de overheadkosten worden de overheadkosten die kunnen worden toegerekend aan activiteiten welke geheel of deels worden bekostigd met een specifieke uitkering of subsidie, binnen het taakveld overhead apart geadministreerd en in de desbetreffende verantwoordingen over de besteding toegerekend aan die activiteiten.
Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in themarekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, voor zover dat niet activiteiten als bedoeld in het derde en vierde lid betreffen, wordt uitgegaan van een aandeel in de totale overheadkosten ter grootte van de geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel die worden besteed aan de desbetreffende goederen, werken, diensten, rechten en heffingen, gedeeld door de totale geraamde directe kosten van de economische categorieën 1.1 Salarissen en sociale lasten en 3.5.1 Ingeleend personeel.
In afwijking van artikel 16 eerste lid wordt bij een verstrekte lening voor de bepaling van de rentekosten van de inzet van vreemd vermogen in de kostprijs uitgegaan van de rente van de lening die voor de financiering van de verstrekte lening is aangetrokken. Deze rente wordt verhoogd met een opslag voor het debiteurenrisico.
Artikel 19. Financieringsfunctie
Burgemeester en wethouders bieden de raad eens in de vier jaar een nota leningen en garantiebeleid aan. Deze nota wordt door de raad vastgesteld en behandelt de werkwijze omtrent het aantrekken van financieringen, het verstrekken van leningen, garanties en risicodragend kapitaal.
Artikel 20. Weerstandsvermogen & risicobeheersing
Burgemeester en wethouders bieden de raad tenminste eens in de vier jaar de notitie weerstandsvermogen aan. De notitie geeft het kader weer voor de beschrijving van de risico’s, weerstandscapaciteit en het benodigde weerstandsvermogen.
Artikel 21. Onderhoud kapitaalgoederen
Burgemeester en wethouders bieden de raad tenminste eens in de vier jaar een beleidsnota onderhoud kapitaalgoederen aan. De beleidsnota onderhoud kapitaalgoederen geeft het kader weer voor het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud en de kosten van het onderhoud voor civieltechnische kunstwerken, oevers en kades, vastgoed, verhardingen en openbaar groen. De raad stelt de beleidsnota kapitaalgoederen vast.
Burgemeester en wethouders bieden de raad ten minste eens in de vier jaar een watertakenplan aan. Het watertakenplan geeft het kader weer voor het beheer van het watersysteem, waaronder het beoogde onderhoudsniveau, de planning van het onderhoud, de uitbreiding en vervanging van de riolering en de kosten van het onderhoud. De raad stelt het watertakenplan vast.
Burgemeester en wethouders nemen in de paragraaf bedrijfsvoering van de themabegroting en de jaarstukken naast de verplichte onderdelen op grond van artikel 14 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
Artikel 23. Verbonden partijen
Burgemeester en wethouders bieden de raad ten minste eens in de vier jaar een nota verbonden partijen aan. De raad stelt deze nota vast. In de nota wordt aandacht besteed aan de definities, de kaders, de reikwijdte van verbonden partijen, de alsdan geldende actualiteiten en de wijze waarop de raad bij de totstandkoming en monitoring van de doelen betrokken wordt.
Hoofdstuk 6 Financiële organisatie en financieel beheer
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:
De controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie, alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de themabegroting en relevante wet- en regelgeving.
Artikel 26. Financiële organisatie
Burgemeester en wethouders dragen in ieder geval zorg voor:
Burgemeester en wethouders dragen zorg voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen rapporteren burgemeester en wethouders daarover in de rechtmatigheidsverantwoording, zoals beschreven in artikel 25 onder f. Daarnaast informeren burgemeester en wethouders de raad over genomen maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
Burgemeester en wethouders zorgen voor de systematische controle van de administratie en de ontwikkeling van de bezittingen en het financieel vermogen van de gemeente met dien verstande dat de waardepapieren, de voorraden, de uitstaande leningen, de debiteurenvorderingen, de liquiditeiten, de opgenomen leningen, de kortlopende schulden en de vorderingen van crediteuren jaarlijks worden gecontroleerd en registergoederen en bedrijfsmiddelen ten minste eenmaal in de vijf jaar. Bij afwijkingen in de administratie nemen burgemeester en wethouders maatregelen tot herstel van de tekortkomingen.
Artikel 28. Intrekken oude verordening en overgangsrecht
De Financiële verordening gemeente Heerenveen 2022 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de themarekening en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de themabegroting en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-117464.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.