Beleidsregel bijtincidenten honden gemeente Deventer

De burgemeester van de gemeente Deventer:

 

Overwegende;

 

  • -

    dat er in de gemeente Deventer meermaals bijtincidenten met honden hebben plaatsgevonden;

  • -

    dat het gewenst is om een beleidsregel vast te stellen over de toepassing van de artikelen 2:59 en 2:59a van de Algemene plaatselijke verordening Deventer,

Gelet op;

 

  • -

    de artikelen 1:3, vierde lid, 4:81, eerste lid, 4:83, 4:84, 5:31 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb),;

  • -

    de artikelen 125, derde lid en 172 van de Gemeentewet (Gemw),;

  • -

    de artikelen 2:59 en 2:59a van de Algemene Plaatselijke Verordening Deventer (Apv),.

B E S L U I T

 

De Beleidsregel ‘bijtincidenten honden gemeente Deventer’ vast te stellen.

Artikel 1: begripsbepalingen

Aanlijngebod: gebod als bedoeld in artikel 2:59 en/of 2:59a, tweede lid, van de Algemene plaatselijke verordening Deventer;

Licht bijtincident: van een bijtincident is sprake wanneer een hond een persoon of een ander dier of in plaats daarvan een voorwerp bijt, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen, dat gezien de context van de situatie verklaarbaar is.

Ernstig bijtincident: van een ernstig bijtincident is sprake:

  • 1.

    wanneer het bijtincident ernstige gevolgen heeft, doordat een persoon, hond of ander dier overlijdt als direct gevolg van het bijtincident;

  • 2.

    wanneer een hond ernstig letsel toebrengt aan een persoon, hond of ander dier;

  • 3.

    wanneer een hond een persoon, hond of ander dier zodanig vastbijt en er sprake is van prooi-schudden en/of het niet willen loslaten, ook niet bij dwang;

  • 4.

    wanneer meer dan één keer binnen een periode van twee jaar een bijtincident zonder ernstig letsel of ernstige gevolgen plaatsvindt;

  • 5.

    in ieder ander geval dat door de burgemeester als ernstig wordt aangemerkt.

Ernstig letsel: van ernstig letsel is sprake als bij een persoon, hond of ander dier medische behandeling noodzakelijk is als gevolg van het bijtincident. Het gaat dan bijvoorbeeld om open wonden, inwendig of chirurgisch letsel of letsel.

Gevaarlijke hond: een hond, die een ernstig bijtincident heeft veroorzaakt. Hinderlijke hond: een hond, die een licht bijtincident heeft veroorzaakt.

Kort aanlijnen: aanlijnen van een hond met een deugdelijke lijn met een lengte, die gemeten van hand tot halsband, niet langer is dan 1,50 meter.

Muilkorf: een muilkorf vervaardigd van stevige kunststof of van stevig leer, of van beide stoffen, die door middel van een stevige leren riem rond de hals zodanig is aangebracht dat verwijdering zonder toedoen van een mens niet mogelijk is en die zodanig is ingericht dat de drager geen mens of dier kan bijten, dat de afgesloten ruimte binnen de korf een geringe opening van de bek van de hond toelaat en dat geen scherpe delen binnen de korf aanwezig zijn.

Artikel 2: hinderlijke hond

  • 1.

    De burgemeester acht een hond hinderlijk als een hond een persoon of een ander dier bijt, maar daarbij geen sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen. De burgemeester geeft de eigenaar/houder van de hond een waarschuwing en kan daarbij een aanlijngebod opleggen. De burgemeester acht een hond hinderlijk tot dat de gedragstest het tegendeel bewijst.

  • 2.

    Het aanlijngebod geldt zolang de hond in leven is, met uitzondering van artikel 5, derde lid.

Artikel 3: gevaarlijke hond

  • 1.

    De burgemeester acht een hond gevaarlijk, als de hond een persoon of een ander dier bijt en daarbij sprake is van ernstig letsel of ernstige gevolgen. Afhankelijk van de ernst van het incident kan worden overgegaan tot inbeslagname van de hond, of kan worden besloten tot het opleggen van een muilkorf- en of aanlijngebod.

  • 2.

    De burgemeester acht een hond ook gevaarlijk als blijkt dat deze hond binnen vijf jaar een tweede bijtincident heeft veroorzaakt. Als aantoonbaar sprake is van recidive zal een muilkorf- en of aanlijngebod worden opgelegd, ongeacht de ernst van de incidenten.

  • 3.

    Het aanlijn- en muilkorfgebod eindigt als de hond overlijdt of als sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 5 derde lid.

Artikel 4: overtreding aanlijn- en/of muilkorfgebod

Overtreding van het opgelegde aanlijn- en/of muilkorfgebod wordt op grond van artikel 2:59 juncto 6:1 van de APV, bestraft met een geldboete van de tweede categorie. Overtreding van het oplegde muilkorfgebod wordt op grond van artikel 2:59a juncto 6:1 van de APV, bestraft met een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 5: gedragstest

  • 1.

    De eigenaar of houder van de gevaarlijke of hinderlijke hond kan een gedragstest laten afnemen om aan te tonen dat de hond niet hinderlijk of gevaarlijk is. Dit zogenaamde risico-assessment dient altijd te worden afgenomen door een door de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied benoemde gedragskeurmeester, dan wel een andere erkende en door de gemeente goedgekeurde onderzoeker of faculteit.

  • 2.

    De kosten voor het laten uitvoeren van een risico-assessment door de eigenaar/houder van de hond zijn voor rekening van de eigenaar/houder van de hond.

  • 3.

    De burgemeester kan op schriftelijk verzoek van de eigenaar/houder van de hond de opgelegde maatregel(en) opheffen, wanneer de eigenaar/houder van de hond door middel van de in het eerste lid genoemde gedragstest aannemelijk heeft gemaakt dat de hond niet meer hinderlijk of gevaarlijk is.

Artikel 6: afstand doen of inbeslagname

  • 1.

    Als de houder of eigenaar van een hond, welke is aangemerkt als gevaarlijk, én vervolgens de hond een nieuw bijtincident veroorzaakt, wordt de houder of eigenaar gevraagd om vrijwillig afstand te doen van zijn hond.

  • 2.

    De burgemeester kan besluiten tot onvrijwillige inbeslagname van een hond op grond van artikel 5:31, tweede lid, van de Awb:

    • a.

      als de in het eerste lid genoemde situatie zich heeft voorgedaan en de houder hierop niet vrijwillig afstand doet van de hond en de burgemeester vreest dat de kans op recidive aanwezig is, of;

    • b.

      bij (zeer ernstige vrees voor het ontstaan van) een ernstig bijtincident.

  • 3.

    De burgemeester is op grond van artikel 172, derde lid, van de Gemeentewet bevoegd om een hond is beslag te nemen bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan daarvan. Dit is het geval wanneer er sprake is van (zeer ernstige vrees voor het ontstaan van) een zeer ernstig bijtincident.

  • 4.

    Bij het in het tweede lid, onder a en b, omschreven onvrijwillig in beslag nemen van de hond kan in opdracht van de houder of eigenaar een risico-assessment worden afgenomen, conform hetgeen is bepaald onder artikel 5 lid 3 van deze beleidsregel.

  • 5.

    De in deze beleidsregel aangegeven kosten van vervoer, verblijf en de test(en) komen volledig voor rekening van de houder of eigenaar van de hond.

Artikel 7: slotbepalingen

  • 1.

    Deze beleidsregel kan worden aangehaald als " Beleidsregel bijtincidenten honden gemeente Deventer".

  • 2.

    De burgemeester kan, in gevallen waarbij toepassing van deze beleidsregel gelet op het te beschermen belang leidt tot onevenredige gevolgen voor belanghebbenden, afwijken van hetgeen in deze beleidsregel is bepaald.

  • 3.

    Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

Aldus vastgesteld door de burgemeester van de gemeente Deventer op 27 februari 2024

de burgemeester van Deventer,

dhr. R.C. König

Naar boven