Gemeenteblad van Zeist
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeist | Gemeenteblad 2024, 110873 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Zeist | Gemeenteblad 2024, 110873 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
De raad van de gemeente Zeist;
gelezen het voorstel van het college van 19 december 2023, nr. 266139, inzake toekomstbestendige warenmarkt;
gelet op artikel 147, eerste lid, alsmede artikel 149 en artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h van de Gemeentewet;
overwegende dat het wenselijk is regels te stellen voor een ordelijk verloop van de markt(en);
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op de door het college krachtens artikel 160,
eerste lid, aanhef en onder h van de Gemeentewet ingestelde warenmarkt(en).
Indien er een dringende reden is kan het College besluiten de markt op een andere tijd of plaats te organiseren.
HOOFDSTUK 2. BEPALINGEN OVER VERGUNNINGEN
Artikel 7. Standplaatsvergunning
Het is verboden een standplaats op een markt in te nemen zonder vergunning van het
Artikel 8. Vereisten vergunning
Voor toewijzing van een vergunning voor een standplaats komt uitsluitend in aanmerking een
handelingsbekwaam natuurlijk persoon die de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt, die gerechtigd is in Nederland arbeid te verrichten en een aanvraag voor een vergunning heeft ingediend bij het college.
HOOFDSTUK 3. STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 10. Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning
Onverminderd het bepaalde in artikel 9 kan het college een vergunning voor een vaste
standplaats, al dan niet voorwaardelijk, intrekken dan wel telkens voor ten hoogste vier
achtereenvolgende marktdagen schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die
Artikel 11. Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker
Het college kan een aanvrager van een dagplaats of een standwerkersplaats van de
toewijzing van een dagplaats of een standwerkersplaats uitsluiten voor ten hoogste vier
Artikel 12. Onmiddellijke verwijdering
Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een
vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de markt te verwijderen indien hij:
Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt gestraft conform de sanctielijst die door het college is vastgesteld.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn
belast de marktmeester en de bij besluit van het college aangewezen personen.
Artikel 15. Intrekking oude regeling
De Verordening op de warenmarkt(en) voor de gemeente Zeist 2011, vastgesteld op 31 mei 2011, wordt ingetrokken.
Toelichting bij de Marktverordening gemeente Zeist 2024
Hoofdstuk 1 van de Marktverordening gemeente Zeist 2024 bevat een aantal algemene bepalingen die betrekking hebben op de markt in zijn geheel. Hoofdstuk 2 bevat de bepalingen over de vergunning, de vergunningverlening en de intrekking van de vergunning. In hoofdstuk 3 worden de straf-, overgangs- en slotbepalingen genoemd.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel wordt een aantal begrippen dat in de verordening wordt gehanteerd, gedefinieerd. De begrippen spreken voor zich.
In de marktverordening wordt een regeling gegeven voor de warenmarkt(en) die door de raad zijn ingesteld. De regulering van andere ambulante handel is te vinden in de Algemene
plaatselijke verordening (APV).
Artikel 3 Inrichting van de markt; branche-indeling
Op grond van het eerste lid, onder a, stelt het college het aantal standplaatsen op de markt vast met onder meer als doel het aantrekkelijk maken van de markt voor de consumenten. Bij de opstelling en indeling van de markt als bedoeld in het eerste lid, onder d, wordt rekening gehouden met de verschillende branches en de veiligheidseisen die voor bakplaatsen gelden.
Het tweede lid schept de mogelijkheid een beperkt aantal marktondernemers per branche toe te laten. Hierdoor wordt bereikt dat op de markt een zo groot mogelijke verscheidenheid aan branches aanwezig is en wordt voorkomen dat te veel marktondernemers van één branche op de markt optreden. Hierdoor wordt de markt aantrekkelijker voor de consument. Het college kan voor de markt een brancheringslijst vaststellen. De brancheringslijst zorgt ervoor dat de markt een zo breed mogelijk assortiment heeft en behoudt. Het aantal branches op een markt is in principe onbeperkt als het gaat om de hoofdbranches. Deze zijn weer onder te verdelen in subbranches. Per branche wordt vastgesteld hoeveel marktondernemers worden toegelaten. Uitgangspunten bij het vaststellen van het brancheringlijst zijn de zorg voor diversiteit, de zorg voor een breed aanbod, geen afscherming van concurrentie en de mogelijkheid van uitbreiding voor marktondernemers. De vastgestelde brancheringslijst dient regelmatig te worden getoetst op basis van inpasbaarheid en wenselijkheid.
In verband met de selectieprocedure dient door het college een selectiecommissie te worden ingesteld. Van belang is dat deze commissie representatief is en voldoende kennis heeft om onafhankelijk, objectief en zorgvuldig te selecteren. De selectieprocedure is opgenomen in het marktreglement.
Het college is op grond van dit artikel bevoegd nadere regels te stellen. Die nadere regels zijn uitgewerkt in het marktreglement Zeist 2024.
Omdat een wijziging, verplaatsing of afgelasting van de markt schadelijk is voor de vergunninghouders op de markt dient deze bevoegdheid slechts in het uiterste geval te worden toegepast. Dit dient altijd in overleg met de Marktcommissie te gebeuren.
Artikel 6 Voorschriften en beperkingen
Door aan een vergunning of ontheffing voorschriften en beperkingen te verbinden, kan een
verfijning in de gewenste rechtstoestand worden aangebracht. De in het eerste lid genoemde
belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist, zijn de gemeentelijke
belangen van openbare orde, zedelijkheid en gezondheid, beperking van overlast, regulering
van het woon- en leefklimaat en de veiligheid binnen de gemeente. Niet-nakoming van
voorschriften die aan een vergunning/ontheffing verbonden zijn, kan grond opleveren voor
intrekking van de vergunning/ontheffing of voor toepassing van andere bestuursrechtelijke
sancties. De strafbepaling van artikel 13 is eveneens van toepassing.
Artikel 7 Standplaatsvergunning
De vergunning geeft het recht om een standplaats op de markt in te nemen. De
vergunninghouder moet voldoen aan de voorschriften en beperkingen die aan de vergunning zijn verbonden (artikel 6).
Artikel 8 Vereisten vergunning
De vergunning wordt verleend aan een natuurlijk persoon, niet aan een rechtspersoon. Uiteraard kan het wel zo zijn dat de natuurlijke persoon een onderneming drijft in de vorm van een rechtspersoon. Ook dan wordt de natuurlijke persoon aangemerkt als vergunninghouder. Het is echter niet mogelijk de vergunning op naam van de rechtspersoon te stellen. Een plicht tot verzekering is niet in de verordening opgenomen, aangezien dit niet tot de belangen van de gemeente behoort. De vergunning kan dus niet worden geweigerd indien de aanvrager niet verzekerd is tegen vorderingen tot schadevergoeding, waartoe hij als vergunninghouder op een markt krachtens wettelijke aansprakelijkheidsbepalingen zou kunnen worden verplicht wegens aan derden toegebrachte schade.
Artikel 9 Intrekking vaste standplaatsvergunning
Tot intrekking van de vaste standplaatsvergunning wordt altijd op de in het eerste lid genoemde gronden overgegaan. In het tweede lid worden intrekkingsbevoegdheden (‘kan’ betekent: is bevoegd, dat wil zeggen is niet verplicht) genoemd ten aanzien van de vergunning. Bij dagplaatsen en standwerkersplaatsen ligt intrekking van de vergunning minder voor de hand.
Daarom is deze bepaling beperkt tot de vaste standplaatsvergunning. Ten aanzien van
dagplaatsen en standwerkersplaatsen zal eerder worden overgegaan tot bestuursdwang of
onmiddellijke verwijdering op grond van artikel 12.
Artikel 10 Intrekking en schorsing vaste standplaatsvergunning
In artikel 10 worden de gronden genoemd waarop een vergunning voor een vaste standplaats kan worden ingetrokken of geschorst. Het artikel heeft een facultatief karakter. Het hangt van de omstandigheden af of tot intrekking of schorsing wordt overgegaan. Het college is bevoegd hiervoor nadere regels op te stellen.
Het wangedrag moet zien op de gang van zaken op de markt, dus als op de markt de orde wordt verstoord.
In onderdeel c wordt ervan uitgegaan dat het niet-betalen van marktgeld een grond kan zijn voor intrekking of schorsing van een standplaatsvergunning voor de markt.
Artikel 11 Uitsluiting dagplaatshouder of standwerker
In artikel 10 is de intrekking of schorsing van een vergunning voor een vaste standplaatsvergunning geregeld. Intrekking of schorsing ligt uiteraard minder voor de hand bij niet-vaste standplaatsen, maar in de praktijk is het van belang gebleken om naast de
bevoegdheid tot onmiddellijke verwijdering (artikel 12) ook een vergunninghouder van een
dagplaats of standwerkersplaats langduriger van een plaats op de markt uit te sluiten. In dit
artikel is dan ook de mogelijkheid opgenomen om in de daarin genoemde gevallen de
vergunninghouder voor maximaal vier marktdagen uit te sluiten van de toewijzing van een
dagplaats of een standwerkersplaats. Het sanctiebeleid van artikel 10 is hier ook van toepassing.
Artikel 12 Onmiddellijke verwijdering
In artikel 125 van de Gemeentewet is bepaald dat ter uitvoering van wetten, algemene
maatregelen van bestuur en provinciale en gemeentelijke verordeningen het gemeentebestuur de bevoegdheid heeft om bestuursdwang toe te passen. Dit artikel bevat voor het college de bevoegdheidsgrondslag om bestuursdwang toe te passen bij overtreding van de marktverordening en de daarop gebaseerde voorschriften. In de artikelen 5:21 tot en met 5:36 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden regels over de besluitvorming omtrent en de toepassing van bestuursdwang (en dwangsom) gegeven. De in artikel 12 geregelde onmiddellijke verwijdering is een vorm van bestuursdwang, waarbij de spoedeisendheid als bedoeld in artikel 5:24, zesde lid, van de Awb wordt verondersteld. Achteraf dient dan het besluit tot het toepassen van bestuursdwang op papier te worden gesteld. Van deze bevoegdheid dient uiteraard alleen in zeer spoedeisende gevallen gebruik te worden gemaakt. Overigens is in artikel 5:23 van de Awb geregeld dat de bepalingen over bestuursdwang niet van toepassing zijn indien wordt opgetreden ter onmiddellijke handhaving van de openbare orde. Op grond van artikel 4:8 van de Awb dienen belanghebbenden bij toepassing van artikel 25 in beginsel in de gelegenheid te worden gesteld hun zienswijze (mondeling dan wel schriftelijk) kenbaar te maken.
Artikel 4:11 Awb bepaalt dat dit horen niet nodig is in spoedeisende situaties.
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.
In artikel 5:11 Awb wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in titel 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden. Op grond van artikel 5:14 van de Awb kunnen deze bevoegdheden bij verordening of bij besluit van het college worden beperkt.
Artikel 15 Intrekking oude regeling
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen toelichting.
Artikel 16 Overgangsbepalingen
Een overgangsregeling als hier opgenomen, is noodzakelijk voor de rechtszekerheid van de
betrokkenen. Het is van belang oude rechten te eerbiedigen.
In het tweede lid is bepaald dat aanvragen om vergunning die nog niet definitief zijn afgehandeld direct onder de nieuwe verordening komen te vallen. Voor lopende aanvragen en in behandeling zijnde bezwaarschriften geldt dus de nieuwe verordening.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-110873.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.