Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2024 – 2028

Integrale aanpak Alcoholwet en het voorkomen van alcoholgebruik

 

1. Inleiding

In dit Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2024 – 2028 staan de belangrijkste doelstellingen en maatregelen van de gemeente Oegstgeest met als doel problematisch alcoholgebruik onder jongeren te verminderen. Hiermee geeft de gemeente invulling aan artikel 43a van de Alcoholwet. De gemeenteraad stelt elke vier jaar een Preventie- en Handhavingsplan Alcohol vast. In het plan ligt de focus op het terugdringen/voorkomen van alcoholgebruik door jongeren tot 18 jaar. Dit is belangrijk omdat het drinken van alcohol door jongeren negatieve gevolgen heeft op zowel de korte als de lange termijn. De maatregelen en activiteiten, zoals beschreven in hoofdstuk 6, hebben ook invloed op het alcoholgebruik onder (jong)volwassenen.

 

In het tweede hoofdstuk van dit plan wordt beschreven hoe het plan zich verhoudt tot het Lokale Preventieakkoord en het overige gemeentelijke beleid.

In het derde hoofdstuk volgt de probleemanalyse. Vervolgens wordt in hoofdstuk vier bekeken in hoeverre de doelstellingen uit het Preventie- en Handhavingsplan 2019-2022 behaald zijn. In hoofdstuk vijf worden de nieuwe doelstellingen benoemd. In hoofdstuk zes wordt beschreven hoe we deze doelstellingen willen behalen en op welke wijze er wordt gehandhaafd met betrekking tot alcoholgebruik door jongeren. Tenslotte wordt in hoofdstuk zeven nog ingegaan op overige gemeentelijke regelgeving inzake het verstrekken van alcohol.

2. Beleidskader

Het doel van dit plan is het beïnvloeden van de omgeving van de jonge drinker zodat deze ‘verleid’ wordt meer gezonde en veilige keuzes te maken met betrekking tot alcohol. Daarnaast is het belangrijk om de ouders/verzorgers van jongeren te betrekken in deze aanpak. Dit doel vraagt om een samenwerking tussen verschillende beleidsterreinen.

 

Dit Preventie- en Handhavingsplan staat niet op zichzelf. Een aantal beleidsnota’s biedt een kader, onderbouwing of stimulans voor voorliggend plan. Dit zijn:

 

Het Lokaal Preventieakkoord Jeugd

In het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2024 – 2028 sluiten we zoveel mogelijk aan bij de doelstellingen van het Lokaal Preventieakkoord Jeugd. Hierin heeft de gemeente Oegstgeest samen met maatschappelijke organisaties, onder andere GGD, GGZ, Brijder, onderwijs, afspraken gemaakt om Oegstgeest gezonder te maken door roken, overgewicht en problematisch alcoholgebruik aan te pakken.

 

Het beleidsplan ‘Samen Oegstgeest 2021-2024’

Met het beleidsplan ‘Samen Oegstgeest 2021 – 2024’ werken we samen, met onze partners en inwoners, aan een stevige sociale basis met goede en betaalbare voorzieningen. Dit integraal beleidsplan voor het sociaal domein met daarin onder andere concrete uitvoeringsprogramma’s zoals het Lokaal Sportakkoord en het Preventieakkoord Jeugd, biedt de basis voor een samenwerking tussen de verschillende beleidsterreinen.

 

Het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA)

Het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) moedigt deze samenwerking tussen verschillende domeinen aan. Vanaf 2023 ontvangt de gemeente Oegstgeest elk jaar middelen van het Rijk om te werken naar een gezond en actief leven voor iedere inwoner van Oegstgeest. Deze middelen worden onder andere ingezet om drinken onder de 18 jaar te voorkomen. Samen met lokale partners op het gebied van zorg, welzijn en sport, andere gemeenten, GGD ’en, VWS en zorgverzekeraars is afgesproken om in ieder geval tot en met 2026 gezamenlijk in te zetten op een gezond en actief leven met een stevige sociale basis. De verwachting is dat een deel van deze, nu nog incidentele, middelen ook na 2026 structureel aan de algemene middelen worden toegevoegd.

3. Probleemanalyse

Voor jongeren en jongvolwassenen zijn de risico’s van alcoholgebruik groter dan voor volwassenen (Expertisecentrum Alcohol, 2020). Drinken op jonge leeftijd heeft zowel gevolgen voor de korte als de lange termijn. Denk hierbij aan het onder invloed over seksuele grenzen heen gaan of verstoring van de hersenontwikkeling. Daarnaast komt agressief, asociaal en delinquent gedrag vaker voor bij jongeren die drinken dan bij niet drinkende leeftijdgenoten.

 

Het alcoholgebruik onder jongeren in onze gemeente wordt gemeten aan de hand van de GGD Gezondheidsmonitor Jeugd. De monitor geeft inzicht in onder meer leeftijd, schooltype, frequentie van gebruik, dronkenschap, wijze van verkrijgen van alcohol en de rol van ouders. Tabel 1 laat de kerncijfers zien over alcoholgebruik onder jongeren in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs. Ook de neutrale of positieve houding van ouders over alcoholgebruik wordt weergeven.

 

Tabel 1

Percentage alcoholgebruik onder jongeren in klas 2 en 4 VO gemeente Oegstgeest en Hollands Midden

 

Oegstgeest

Hollands Midden

Totaal 2019

Klas

Totaal 2021

Klas

Totaal 2021

2

4

2

4

Ooit alcohol gedronken

42

26

55

38

35

37

49

Recent alcohol1

27

11

41

21

13

29

27

Recent bingedrinken2

17

6

26

16

7

25

17

Houding ouders over alcoholgebruik neutraal/positief

39

-

-

56

-

-

49

 

Overgenomen van www.eengezonderhollandsmidden.nl, door GGD (2019; 2021).

1Heeft in de laatste 4 weken 1 of meer dagen alcohol gedronken.

2Heeft in de laatste 4 weken minimaal 1 keer vijf of meer drankjes met alcohol gedronken bij één gelegenheid.

 

3.1. Alcoholgebruik onder jongeren in Oegstgeest

Uit de laatste GGD Gezondheidsmonitor (GGD HM, 2021) blijkt dat 38 procent van de jongeren wel eens alcohol heeft gedronken. Ten opzichte van 2019 (42 procent) is het aantal gedaald. Vergeleken met het percentage jongeren in Hollands Midden dat ooit alcohol heeft gedronken (49 procent), drinken in onze gemeente relatief minder jongeren alcohol.

 

3.2. Tolerantie van ouders

Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Dat geldt ook voor de omgang met alcohol. In tegenstelling tot wat veel ouders denken, hebben ze een grote invloed op het alcoholgebruik van hun kind. Kinderen van ouders die duidelijke grenzen stellen, beginnen bijvoorbeeld later met drinken, drinken minder alcohol en hebben minder vaak vrienden die veel drinken (Lokaal Preventieakkoord Jeugd).

 

Uit onderzoek blijkt dat 29 procent van de jongeren van 12 tot en met 16 jaar alcohol verkrijgen via hun ouders (HBSC/Leefstijlmonitor, 2021). In de gemeente Oegstgeest heeft 56 procent van de ouders een neutrale/positieve houding over alcoholgebruik. In 2019 was dit ‘maar’ 39 procent van de ouders. In de tolerantie van ouders is op basis van de cijfers een stijging zichtbaar. In de omliggende gemeenten is de tolerantiegraad flink lager (46 procent Leiden; Voorschoten 39 procent).

 

In Oegstgeest heeft 34 procent van de leerlingen in klas 2 en 4 van het voortgezet onderwijs de afspraak met ouders of verzorgers niet te drinken tot hij minimaal 18 jaar oud is (NIX18). Onderstaande staafdiagram laat zien dat 23 procent van de kinderen die deze afspraak heeft ooit gedronken heeft. Tegenover 59 procent van de kinderen die deze afspraak niet heeft en heeft gedronken. Dit is een groot verschil, wat ook terug te zien is bij de rest van de factoren. Deze cijfers benadrukken het belang van de NIX18 afspraak tussen ouder en kind.

 

Grafiek 1

Afspraak NIX18 en alcoholgebruik – Hollands Midden

 

 

Overgenomen van www.eengezonderhollandsmidden.nl, door GGD Gezondheidsmonitor Jeugd (2021).

 

3.3. Samenvatting probleemanalyse

Uit de onderzoeken blijkt dat er een lichte daling is van alcoholgebruik onder jongeren. Het aantal jongeren dat recent binge drinkt blijft ongeveer gelijk. Het percentage ouders dat een neutrale of positieve houding heeft ten opzichte van alcoholgebruik is gestegen. Er is voor ouders ruimte voor versterking van hun verantwoordelijkheid en preventieve rol.

4. Evaluatie doelstellingen Preventie- en Handhavingsplan Alcoholgebruik 2019-2022

Om de nieuwe doelstellingen vast te stellen, wordt eerst geëvalueerd in hoeverre de doelstellingen uit het oude plan behaald zijn. Het streefjaar in de doelstelling is 2022, echter er is data uit 2021 bekend.

 

Tabel 2 laat de cijfers zien van het alcoholgebruik onder scholieren onder de 18 jaar (jongeren) in Oegstgeest en Hollands Midden 2013 en 2021. Deze cijfers worden gebruikt om de doelstellingen in het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2019-2022 te evalueren.

 

Tabel 2

Percentage alcoholgebruik onder jongeren in klas 2 en 4 VO Oegstgeest en Hollands Midden

 

Oegstgeest

Hollands Midden

Oegstgeest

Hollands Midden

Totaal 2013

Totaal 2013

Totaal 2021

Totaal 2021

Ooit alcohol gedronken

42

46

38

49

Recent alcohol1

33

35

21

27

Recent bingedrinken2

25

24

16

17

Houding ouders over alcoholgebruik neutraal/positief

42

53

56

49

 

Overgenomen van www.eengezonderhollandsmidden.nl, door GGD (2013; 2021).

1Heeft in de laatste 4 weken 1 of meer dagen alcohol gedronken.

2Heeft in de laatste 4 weken minimaal 1 keer vijf of meer drankjes met alcohol gedronken bij één gelegenheid.

 

De doelstellingen uit het Preventie- en Handhavingsplan Alcoholgebruik 2019-2022 luidden:

 

  • 1.

    Uitstellen van de leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol drinken.

    Het percentage jongeren dat in het najaar van 2013 ooit alcohol heeft gedronken is 42 procent ten opzichte van 46 procent in de regio. De doelstelling voor 2022 is een percentage dat niet hoger is dan het regionaal gemiddelde.

     

    Deze doelstelling is behaald. In 2021 heeft 38 procent van de jongeren ooit alcohol gedronken. In Hollands Midden geldt dat 49 procent van de jongeren ooit alcohol heeft gedronken. Ten opzichte van 2013 is er een daling te zien.

  • 2.

    Terugdringen van de hoeveelheid alcohol die wordt gebruikt door jongeren tot 18 jaar.

    Het percentage jongeren dat binge-drinkt in 2013 (5 of meer drankjes op één gelegenheid) was 25 procent ten opzichte van 24 procent in de regio. De doelstelling voor 2022 is een percentage dat niet hoger is dan het regionaal gemiddelde

     

    Deze doelstelling is behaald. In 2021 is het percentage jongeren dat in Oegstgeest binge-drinkt 16 procent. Tegenover 17 procent in Hollands Midden.

  • 3.

    Het terugdringen van de door jongeren beleefde goedkeuring of onverschilligheid van hun ouders ten aanzien van alcoholgebruik.

    Het percentage ouders van jongeren dat het alcoholgebruik van hun kind niet afkeurt in 2013 is 42 procent. De doelstelling voor 2022 is een percentage dat niet hoger is dan het regionaal gemiddelde.

     

    Deze doelstelling is niet behaald. Het percentage ouders/verzorgers dat een neutrale of positieve houding heeft tegenover het drinken van alcohol is gestegen tot 56 procent. In Hollands Midden geldt een percentage van 49 procent in 2021, t.o.v. een percentage van 53 procent in 2013. Ten opzichte van 2013 is er een stijging te zien. In Hollands Midden is er sprake van een daling.

  • 4.

    Het aantal meldingen van alcoholverkoop aan jongeren onder de 18 neemt af.

    Het gemiddelde nalevingspercentage van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop is in 2022 minimaal gelijk aan het regionaal gemiddelde.

     

    Omdat deze cijfers niet bekend zijn voor Oegstgeest, kan deze doelstelling niet getoetst worden. Mede door corona zijn er de afgelopen vier jaar te weinig controles geweest in Oegstgeest om deze doelstelling te toetsen. Het is de planning om in de periode 2024 – 2028 weer voldoende controles uit te voeren, zodat deze doelstelling aan het einde van de looptijd van dit plan wel getoetst kan worden.

  • 5.

    Daling van excessief alcoholgebruik onder jong volwassenen (18 tot 25 jaar).

    De gemeente Oegstgeest heeft geen meetgegevens, aangezien de gezondheidsmonitor van de GGD in het kader van alcoholgebruik alleen gegevens meet van scholieren tussen 11-18 jaar. Door middel van onze acties proberen we echter toch overmatig alcoholgebruik van jongeren 18-25 terug te dringen.

     

    In de GGD HM monitor jongvolwassenen 2022 is het gebruik van genotmiddelen (16-25 jaar) gemeten. Er zijn geen gegevens van andere jaren bekend, het is dus niet mogelijk om deze gegevens te vergelijken met andere jaren.

5. Doelstellingen 2024 – 2028

Bij het opstellen van de doelstellingen hebben we er voor gekozen om geen percentages aan de doelstellingen te verbinden. We zien in de cijfers van de GGD dat jongeren relatief later in aanraking komen met alcohol. Ook het aantal jongeren dat binge-drinkt neemt af. Het percentage ouders dat het alcoholgebruik van hun kind niet afkeurt is sterk toegenomen sinds 2013. In 2024 hebben we, naar verwachting, de beschikking over de nieuwste cijfers van de GGD Gezondheidsmonitor Jeugd. Pas dan kunnen we de cijfers van 2021 beoordelen. Met een eventuele tussenevaluatie kunnen we beoordelen of we de maatregelen en activiteiten bij moeten sturen.

 

De doelstellingen voor het Preventie- en Handhavingsplan Alcohol 2024-2028 luiden:

 

  • 1.

    Eind 2028 is het aantal jongeren dat ooit alcohol heeft gedronken verder gedaald ten opzichte van de cijfers in 2021 en zal onder het regionaal gemiddelde blijven.

  • 2.

    Eind 2028 is het aantal jongeren onder de 18 jaar dat binge-drinkt verder gedaald ten opzicht van de cijfers in 2021 en zal onder het regionaal gemiddelde blijven.

  • 3.

    Het terugdringen van de door jongeren beleefde goedkeuring of onverschilligheid van hun ouders ten aanzien van alcoholgebruik.

  • 4.

    Het aantal meldingen van alcoholverkoop onder de 18 jaar is 0.

Wel zullen wij de maatregelen en activiteiten (hoofdstuk 6) nauwkeurig monitoren en bijhouden. Op deze manier kunnen we bijsturen waar nodig. Ook zullen de uitkomsten schriftelijk bijgehouden worden.

6. Maatregelen/activiteiten

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de gemeente Oegstgeest gaat doen om de gestelde doelen te bereiken. In paragraaf 6.1 worden de preventieve maatregelen die worden genomen beschreven. In paragraaf 6.2 wordt beschreven hoe handhaving wordt ingezet om de doelstellingen te behalen.

 

Het creëren van bewustwording speelt bij al deze doelen een belangrijke rol. Hierbij gaat het voornamelijk om het creëren van bewustwording over de schadelijkheid die (overmatig) alcoholgebruik heeft op de gezondheid, en daarnaast om bewustwording van de nieuwe wettelijke alcoholnorm onder jongeren, ouders en alcoholverstrekkers. Om deze bewustwording te creëren is ervoor gekozen om de preventieve kant als het gaat om alcoholmatiging extra te belichten.

 

6.1. Preventieve maatregelen

6.1.1. Acties

Actie 1. Gesprekken in preventieve sfeer met scholen, sportverenigingen en commerciële horeca

Actie 2. Weerbaarheidstrainingen op basis- en voorgezet onderwijs

Actie 3. Voorlichtingsprogramma’s over alcohol (en drugsgebruik) voor leerlingen van het voorgezet onderwijs

Actie 4. Eigen verantwoordelijkheid van ouders en sportverenigingen stimuleren

Actie 5. Communicatie

6.1.2. Actie 1. Gesprekken in preventieve sfeer met scholen, sportverenigingen en commerciële horeca

De gemeente Oegstgeest zorgt samen met partners, scholen, sportverenigingen en alcoholverstrekkers voor een alcoholmatigingsbeleid. Naast ondersteuning en medewerking van deze partners is het belangrijk dat draagvlak bestaat voor de beleidsfocus in deze nota. Om deze ondersteuning en draagvlak te creëren onder de doelgroepen gaat en is de gemeente Oegstgeest in gesprek met:

 

  • Scholen

  • Sportverenigingen

  • Commerciële instellingen

Om het gesprek meer kracht te geven zal aan het bestuur van scholen, sportverenigingen en commerciële instellingen eerst voorlichting worden gegeven. Met deze voorlichting worden scholen, sportverenigingen en commerciële instellingen (horeca, slijterijen en supermarkten) bewust gemaakt van hun rol bij het tegengaan van (schadelijk) alcoholgebruik onder jongeren. Vervolgens wil de burgemeester samen met portefeuillehouder Zorg, Sport, Onderwijs en Economische zaken in overleg gaan met deze partijen. De burgemeester en wethouder willen na deze gesprekken afspraken maken over het schenken van alcohol aan jongeren, en over de rol die deze partijen gaan vervullen. Ook worden deze partijen/organisaties in deze gesprekken bewust gemaakt van het feit dat de gemeente Oegstgeest leeftijdgrenzencontroles gaat uitvoeren. De gesprekken zullen ertoe leiden dat alcoholverstrekkers gaan nadenken over de omgang van alcoholstrekking aan jongeren onder de 18 jaar. Op deze manier zal de beschikbaarheid van alcohol aan jongeren moeilijker worden (doel 1, 2, 3)

6.1.3. Actie 2. Weerbaarheidstraining

In het Beleidsplan Sociaal Domein van gemeente Oegstgeest is als één van de speerpunten weerbaarheidstraining voor jongeren op het basis- en voortgezet onderwijs opgenomen. Deze trainingen hebben als doel kinderen weerbaarder te maken om onder andere de verleiding van alcohol, drugs, roken en groepsdruk te kunnen weerstaan. Dit zal bijdragen aan het uitstellen van de leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol dringen (doel 1).

6.1.4. Actie 3. Voorlichtingsprogramma’s over alcoholgebruik voor leerlingen op het voortgezet onderwijs

In samenwerking met het voorgezet onderwijs zullen de GGD en Stichting iDb (inclusie en discriminatie bestrijding), naast de weerbaarheidstrainingen, op een interactieve manier voorlichting geven aan de jongeren op het voorgezet onderwijs. Het doel van deze voorlichting is het vergroten van kennis en inzicht met betrekking tot verslavende middelen en het bevorderen van de weerbaarheid van jongeren. Dit zal resulteren in het uitstellen van de leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol drinken (doel 1). Daarnaast worden de jongeren bewust gemaakt van de gevolgen van (overmatig) alcoholgebruik. Zij zullen hierdoor een negatieve houding vormen t.o.v. (overmatig) alcoholgebruik. Dit zal voorkomen/beperken dat jongeren later gaan binge-drinken (doel 2).

6.1.5. Actie 4. Verantwoordelijkheid ouders en sportverenigingen stimuleren

Ouders zijn zelf ook verantwoordelijk voor het alcoholgebruik van hun kinderen. Zij spelen een belangrijke rol in het communiceren met hun kinderen over de schadelijkheid van alcohol en het stellen van regels over alcoholgebruik. Tijdens ouderavonden, waar deelname door ouders verplicht is, vertellen GGD/JGZ en Brijder over de gevaren van alcohol en drugs voor kinderen en jongeren. Ook vertellen zij over de preventieve rol die ouders hebben in het alcohol en drugsgebruik van hun kinderen (zie grafiek 1).

 

Normen van ouders worden gezien als een belangrijke reden voor het gedrag van hun kinderen. Wat alcoholgebruik onder (minderjarige) jongeren betreft, zijn de meeste ouders voorstander van een ‘zero-tolerance’ beleid. Toch zijn er ook ouders die geneigd zijn om wat meer toe te staan wanneer het gaat om alcoholgebruik. Zij hanteren permissieve normen. Onderzoek toont aan dat permissieve normen samengaan met meer alcoholgebruik door jongeren. De mate waarin de normen van ouders verantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van het drinkgedrag van jongeren over de tijd, hangt mogelijk af van het voorbeeldgedrag van ouders en de mate waarin restrictieve normen gecommuniceerd worden. Ouders kunnen bijvoorbeeld aangeven dat ze restrictief zijn tegenover alcoholgebruik onder adolescenten, maar tegelijkertijd zelf wel drinken (voorbeeldgedrag). Als gevolg hiervan kunnen jongeren de normen van hun ouders over alcoholgebruik toch als permissief ervaren.

 

Als je kijkt naar de cijfers van Oegstgeest hebben 34 procent van de leerlingen van klas 2/4 VO de NIX18 afspraak met hun ouders. 84 procent van de ouders geeft aan deze NIX18 afspraak met hun kind te hebben. Hier zie je een groot verschil tussen het wel of geen afspraak denken te hebben over NIX18. Er kan hier sprake zijn van geen duidelijke afspraken of voorbeeldgedrag (volwassen in Oegstgeest drinken gemiddeld meer en zijn minder verantwoord als het op drinken aankomt).

 

Wat opvalt is dat er geen of weinig verschil is tussen het drinkgedrag van jongeren onder de 18 in Oegstgeest vergeleken met Nederland, Leiden en Leiderdorp.

 

Samen met de Coalitie Alcohol en Drugs, zullen wij onderzoeken of het tijdens deze ouderavonden mogelijk is om de professionals, die fungeren als gespreksleider, met ouders in gesprek te gaan over hoe zij omgaan met (toekomstig) alcohol en drugsgebruik van hun kinderen. Naast gesprekken tussen professional en ouders, is het ook belangrijk om ouders met elkaar in gesprek te laten gaan over dit onderwerp. Immers, hun kinderen spelen samen en groeien samen op. De Coalitie Alcohol en Drugs bestaat uit JGZ, Brijder, Jeugd- en jongerenwerk (Gro-Up) en het jeugdteam. Zo hopen we de door jongeren beleefde goedkeuring of onverschilligheid van hun ouders ten aanzien van alcoholgebruik terug te dringen (doel 3).

 

Voor alle sportverenigingen binnen de gemeente Oegstgeest is het verplicht een bestuursreglement ‘Alcohol in sportkantines’ op te nemen (art. 9 Alcoholwet), hierin worden onder andere regels opgenomen over verantwoorde alcoholverstrekking, huis- en gedragsregels, kwalificatienormen barmedewerkers en schenktijden. Het opnemen van een bestuursreglement Alcohol in sportkantines is echter enkel een eerste, wettelijke stap. Deze is belangrijk, maar het verhaal is nog niet af als dit goed is geregeld. Waar het om gaat is de uitvoering van dit alcoholbeleid: hoe brengt de sportvereniging haar (papieren) beleid in de praktijk naar barvrijwilligers, coaches, trainers, jeugdleider en de jeugd. De gemeente Oegstgeest gaat in gesprek met alle sportverenigingen om over een actieve invulling en naleving van het bestuursreglement ‘Alcohol in sportkantines’ (art. 9 Alcoholwet) te praten. Wanneer sportkantines hun bestuursreglement naleven zal de beschikbaarheid van alcohol aan jongeren onder de 18 jaar moeilijker worden, waardoor de leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol drinken wordt uitgesteld (doel 1), hiermee zal ook overmatig alcoholgebruik worden teruggedrongen (doel 1 en 2).

6.1.6. Actie 5. Communicatie

Communicatie is een middel om publiek draagvlak te creëren, dit is een voorwaarde voor een effectief preventie- en handhavingsbeleid. Het bestaande communicatieplan zorgt voor:

 

  • Kennis en bewustwording over de inhoud van het Preventie- en handhavingsplan Alcohol worden vergroot.

  • Kennis en bewustwording van de risico’s van (overmatig) alcoholgebruik worden vergroot. Het is belangrijk dat ook gemeente Oegstgeest wijst op de gevaren van (overmatig) alcoholgebruik onder jongeren. Door de ernst van het probleem te publiceren, zal de bewustwording, zoals de beleefde goedkeuring of onverschilligheid van ouders ten aanzien van alcoholgebruik, worden vergroot (doel 3).

  • Specifieke doelgroepen, zoals jongeren, verenigingen en commerciële horeca worden geïnformeerd over de resultaten van het beleid. Hiermee laat gemeente Oegstgeest weten veel belang te hechten aan het verstrekken van kennis en het vergroten van bewustwording over overmatig alcoholgebruik.

De middelen van het GALA en het Preventieakkoord Jeugd worden gebruikt om bovenstaande maatregelen en activiteiten voor Oegstgeest te realiseren. Essentie daarbij is dat (de regie op) preventieve activiteiten belegd is bij het team Maatschappij binnen de gemeente Oegstgeest.

 

6.2. Maatregelen op het gebied van toezicht en handhaving

6.2.1. Toezicht

Mede gelet op het specifieke horeca aanbod van gemeente Oegstgeest en de beperkte capaciteit van de toezichthouders is er voor gekozen slechts een enkele keer deze locatie te controleren. Alle alcoholverstrekkers in de gemeente Oegstgeest worden op de hoogte gesteld van het feit dat er controle kan plaatsvinden door onze toezichthouders. Op deze manier worden zij zich bewust van de risico’s die zij lopen wanneer zij een overtreding begaan, en zullen zij beter nadenken over alcoholstrekking aan jongeren onder de 18 jaar. Dit leidt ertoe dat jongeren minder makkelijk aan alcohol kunnen komen, waardoor de leeftijd waarop jongeren voor het eerst alcohol drinken wordt uitgesteld (doel 1). Hierdoor zal ook de hoeveelheid alcohol die wordt genuttigd door jongeren tot 18 jaar wordt verminderd (doel 2).

 

Er worden twee soorten Alcoholcontroles uitgevoerd. Dit zijn de basiscontrole en de leeftijdgrenscontrole. De boa’s voeren de basiscontroles uit. Daarnaast worden er mystery shoppers ingezet voor het uitvoeren van de leeftijdgrenscontroles.

 

Basiscontroles

De basiscontroles zien met name op het houden van toezicht op de naleving van de regels gericht op drankverstrekkende inrichtingen (Horeca, paracommerciële horeca (sportverenigingen), slijterijen, supermarkten en evenementen). Het gaat hierbij om de aanwezigheid en actualiteit van de vergunning of ontheffing, het voldoen aan de voorschriften van de vergunning/ontheffing en andere bepalingen uit de Alcoholwet. Deze controles vinden vaak overdag plaats en er is direct contact met de drankverstrekker.

 

De frequentie van de basiscontroles wordt afhankelijk gesteld van gedrag. Lokaliteiten waarbij geen overtreding is geconstateerd worden pas na vijf jaar opnieuw gecontroleerd. Lokaliteiten die wel een overtreding hebben begaan worden opnieuw binnen drie jaar gecontroleerd.

 

Tevens wordt een basiscontrole standaard uitgevoerd bij elke drankverstrekkende inrichting die een nieuwe Alcoholwetvergunning heeft ontvangen.

 

Het uitvoeren van de basiscontroles zorgt voor meer inzicht in de inrichtingen in Oegstgeest (het vergunningenbestand wordt immers geactualiseerd), meer bekendheid met dan wel een groter bewustzijn onder exploitanten van de regels van de Alcoholwet. Daarnaast vormen de basiscontroles een goed fundament voor de leeftijdgrenscontroles.

 

Leeftijdgrenscontroles

Leeftijdgrenscontroles bij drankverstrekkers richten zich op het controleren van de verstrekking van alcoholhoudende drank aan een persoon jonger dan 18 jaar. Het toezicht bestaat uit observaties op de plaatsen waar en tijdstippen waarop jongeren alcoholhoudende dranken kopen en gebruiken. (sportverenigingen, supermarkten, slijterijen, cafés, restaurants, paracommerciële instellingen, evenementen). Voor deze controles wordt gebruik gemaakt van mystery shoppers. De toezichthouder neemt een jongere mee en laat deze een aankooppoging doen in een verstrekkingspunt. Dit wordt geobserveerd door de toezichthouder. Tijdens de leeftijdgrenscontrole kan ook de controle op het doorschenken aan dronken personen worden meegenomen (art. 20, lid 6 Alcoholwet).

 

Naast controles door een mystery shopper zullen we door middel van positive framing proberen de betrokken partijen zelf verantwoordelijk te zijn voor het voorkomen van het schenken en verkopen van alcohol aan minderjarigen.

6.2.2. Handhaving

Handhaving is het door toezicht en het toepassen van bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke middelen bereiken dat de algemeen geldende rechtsregels en individueel geldende voorschriften worden nageleefd. Alcoholverstrekkers worden gecontroleerd op het naleven van de vergunningvoorschriften (waaronder controles op aanwezigheid leidinggevende, schijnbeheer en sluitingstijden), op het schenken van alcohol aan 18-minners en het verbod op doorschenken aan dronken personen (art. 20 Alcoholwet). Ook mogen jongeren onder de 18 jaar niet in het bezit zijn van alcohol op voor het publiek toegankelijke plaatsen (art. 45 Alcoholwet).

 

Handhaving ziet de gemeente Oegstgeest als het laatste stadium om ervoor te zorgen dat de Alcoholwet wordt nageleefd, preventiemaatregelen hebben prioriteit.

 

Als tijdens het toezicht sprake is van een overtreding wordt conform het handhavingsstappenplan (hoofdstuk 6.4) opgetreden. De gemeente heeft diverse handhavingsmiddelen die toegepast kunnen worden als de bepalingen van de Alcoholwet worden overtreden. Er kan zowel bestuursrechtelijk als strafrechtelijk worden opgetreden.

 

6.3. Handhavingsinstrumenten

De Alcoholwet, de gemeentewet en de Algemene plaatselijke verordening van de gemeente Oegstgeest kennen de volgende handhavingsinstrumenten:

 

Onderwerp

Artikel

Opmerking

Intrekken van de Alcoholwet vergunning

31 Alcoholwet

Schorsen van de vergunning

32 Alcoholwet

De burgemeester kan de Alcoholwetvergunning voor maximaal 12 weken schorsen.

Verwijderen van bezoekers

36 Alcoholwet

Bestuurlijke boete

44a Alcoholwet

De hoogte van de bestuurlijke boete is vastgelegd in het Alcoholbesluit.

Dwangsom/ bestuursdwang

125 Gemeentewet

Dwangsom: waarbij onder dreiging van het invorderen van een geldbedrag de overtreding ongedaan moet worden gemaakt en/of voortduring en herhaling moet worden voorkomen; de last kan ook preventief worden opgelegd.

Sluiting van een horeca inrichting

174 Gemeentewet

Regulering paracommerciële activiteiten

2.34b APV

De Alcoholwet verplicht gemeenten om regels te stellen ter voorkoming van oneerlijke mededinging waaraan paracommerciële rechtspersonen die in eigen beheer horeca-faciliteiten exploiteren zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank. (zie bijlage I)

 

6.4. Handhavingsstappenplan

De overtredingen van de Alcoholwet worden door de gemeente Oegstgeest in drie categorieën verdeeld:

 

  • Categorie 1 lichte overtredingen

    Deze overtredingen zijn in ernst gering van aard. Daarbij valt te denken aan het niet ter plaatse kunnen tonen van een verstrekte vergunning, of een terras dat buiten de vergunde afmetingen is uitgestald. In dat geval wordt eerst een ambtelijke waarschuwing gegeven, vervolgens het voornemen tot opleggen van de sanctie, en pas daarna, bij volharding van de overtreding, volgt de sanctie.

  • Categorie 2 middelmatig tot zwaardere overtredingen

    Er is geen sprake van een acute (gevaar)situatie. In dit geval wordt eerst een voornemen kenbaar gemaakt tot het opleggen van een sanctie, om vervolgens de sanctie zelf op te leggen.

  • Categorie 3 spoedeisende overtredingen

    Hierbij wordt de sanctie direct opgelegd. Het gaat om urgente, ernstige zaken die direct beëindigd moeten worden. Er is sprake van acuut gevaar voor natuur en milieu en/of de volksgezondheid is in gevaar en/of de veiligheid is in het geding. Er is snelheid vereist om tot beëindiging van de overtreding te komen. Er is dan geen ruimte om eerst een zienswijze te vragen, vanwege de spoedeisendheid. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij verstoring van de openbare orde in relatie tot het schenken van alcohol. In dat geval kan het nodig zijn direct op te treden. Dit komt zelden voor.

Het stappenplan dat behoort bij de drie categorieën wordt hieronder schematisch weergegeven:

 

Categorie 1.

Stap 1. Brief met herstelbeschikking

 

Indien niet tijdig hersteld:

 

Stap 2. Bestuurlijke waarschuwing - Voornemen met hersteltermijn bekend maken; - Termijn zienswijze bekend maken.

 

Stap 3. Sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom / bestuursdwang / opleggen boetebeschikking en boete innen / etc.)

Categorie 2.

Stap 1. Bestuurlijke waarschuwing

 

Stap 2. Sanctiebeschikking (opleggen last onder dwangsom / bestuursdwang/schorsing vergunning/boetebeschikking / etc)

Categorie 3.

Stap 1. Direct toepassen sanctie.

 

In de sanctietabel, bijlage II, wordt per overtreding van de Alcoholwet en de APV, aangegeven welk stappenplan (categorie 1, 2 of 3) wordt gevolgd en welke sancties worden ingezet als de stap tot het opleggen van een sanctie is bereikt.

 

In de sanctietabel is, daar waar de last onder dwangsom de sanctie is, de minimale hoogte van het dwangsombedrag opgenomen. Er kan, afhankelijk van de omstandigheden/situatie, een hoger bedrag worden opgelegd.

 

6.5. Halt-afdoening Alcohol

In het kader van handhaving doet de gemeente Oegstgeest mee aan de uitvoering van de Halt- afdoening Alcohol. Dit is opgenomen in het Beleidsplan Sociaal Domein van gemeente Oegstgeest. De Haltafdoening Alcohol is een vroege interventie voor jongeren tussen 12-18 jaar die zijn opgepakt door de politie vanwege het plegen van een strafbaar feit onder invloed van alcohol, zoals vernieling, vandalisme of openbaar dronkenschap. De jongere zal door middel van een leeropdracht bij een instelling voor verslavingszorg bewust worden gemaakt van de gevolgen van alcoholgebruik. Ook ouders worden betrokken bij de interventie; zij zullen een ouderbijeenkomst volgen. De bedoeling is om overlastgevend gedrag onder invloed van alcohol terug te dringen. Halt staat voor Het ALTernatief en beoogt een justitieel traject te voorkomen. Als het traject goed wordt doorlopen, zal de jongere geen strafblad krijgen.

 

6.6. Alcoholbeleid op middelbare scholen

Middelbare scholen spelen een belangrijke rol in het tegengaan van (overmatig) alcoholgebruik onder jongeren. De middelbare scholen in de gemeente Oegstgeest nemen deze rol serieus. Het Rijnlands Lyceum, Teylingen College en het Yuverta College hanteren alle drie een alcoholbeleid, waarin duidelijke regels worden beschreven over alcohol in school, namelijk: niet! Dit houdt onder andere dat op deze scholen geen alcohol wordt verstrekt op schoolfeesten, ook wordt er gebruik gemaakt van alcoholtesters tijdens schoolfeesten. Dit is ook een vorm van handhaving vanuit de scholen zelf. Wanneer een leerling zich schuldig maakt aan het gebruik van alcohol worden de ouders/verzorgers op de hoogte gesteld en mogen zij de desbetreffende leerling ophalen. Het beperken van beschikbaarheid van alcohol op de middelbare scholen leidt tot het voorkomen dat jongeren voor hun 18e beginnen met drinken (doel 1). Daarnaast willen alcoholvrije scholen door middel van alcoholtesters voorkomen dat jongeren op straat of thuis (binge-) drinken (doel 2). Daarnaast wordt er voorlichting gegeven aan ouders over alcoholgebruik onder minderjarigen en over de rol van de ouders in het alcoholgebruik van hun kinderen. Ook krijgen leerlingen van het basis onderwijs en voortgezet onderwijs weerbaarheidstrainingen.

7. Regelgevende activiteiten

De Alcoholwet geeft op een aantal punten de mogelijkheid om in een gemeentelijke verordening de alcoholverkoop nader te reguleren. Regelgeving is geen verplicht onderdeel van het Preventie- en handhavingsplan Alcohol. Toch is het een onmisbare factor in een integraal alcoholbeleid.

 

7.1. Alcoholregelgeving paracommerciële instellingen

Paracommerciële instellingen zijn instellingen die wel alcohol verstrekken, maar een andere hoofdactiviteit hebben. Hierbij valt te denken aan sportkantines, wijk- en buurtgebouwen, gemeenschapshuizen, verenigingskantines, schoolgebouwen, kerkelijke gebouwen en dergelijke.

 

Het vastleggen van de schenktijden in de paracommercie is een wettelijke verplichting voor gemeenten. Het beperken van schenktijden niet. Toch is het verstandig de schenktijden in sportverenigingen en jongerencentra, zeker daar waar veel jongeren komen, niet te ruim te maken. Achterliggende gedachte is de wetenschap dat ruime schenktijden leiden tot meer consumptie.

 

Verordening paracommerciële horeca Oegstgeest

De gemeente heeft invulling gegeven aan de verplichting om een verordening vast te stellen ten aanzien van de paracommerciële horeca door in artikel 2:34b ‘bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen’ van de Algemeen Plaatselijke Verordening het volgende te bepalen.

 

Artikel 2:34b

 

Bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen

 

  • 1.

    Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank anders dan binnen de tijden die door de burgemeester worden bepaald dan wel tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn wanneer dit leidt tot oneerlijke mededinging.

  • 2.

    De burgemeester kan bijeenkomsten van persoonlijke aard aanwijzen en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn die naar zijn oordeel in ieder geval leiden tot oneerlijke mededinging.

  • 3.

    De burgemeester kan een ontheffing van de voorschriften verlenen voor ‘’bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard die van maatschappelijke betekenis zijn en waarbij redelijkerwijs beschouwd geen sprake is van wezenlijke oneerlijke mededinging’’, zoals in situaties waarbij:

    • a.

      De reguliere horeca niet voldoende ruimte heeft om de activiteit te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld als tijdens een bijzondere festiviteit of attractie de vraag naar horeca-activiteiten het bestaande aanbod overtreft en/of

    • b.

      De paracommerciële vergunninghouder geen financieel voordeel heeft van de activiteit en de activiteit als zodanig van maatschappelijke betekenis is en geen commercieel karakter heeft.

De beslissingen die de burgemeester heeft genomen gelet op artikel 2:34b worden benoemd in de beleidsregels paracommerciële instellingen (zie bijlage I).

 

7.2. Voorwaarden stellen aan het schenken van alcohol bij evenementen

De Alcoholwet biedt gemeenten de mogelijkheid om voorwaarden te stellen aan het verlenen van een ontheffing van de Alcoholwet, zoals dat bij evenementen het geval is (art. 35, lid 2). In een evenementenvergunning wordt o.a. opgenomen dat er geen alcohol mag worden verstrekt aan minderjarigen, er alleen alcohol verstrekt mag worden onder leiding van een persoon die in het bezit is van een SVH-diploma, er geen sterke drank (drank met een alcoholpercentage van 15% of hoger) verstrekt mag worden en er geen alcohol verstrekt mag worden aan personen die kennelijk onder invloed zijn.

8. Evaluatie

Elke vier jaar vindt een uitgebreide evaluatie plaats waarbij zowel naar de effecten van het beleid als achterliggende verklaringen hiervoor wordt gekeken. Zo wordt vastgesteld welke beleidsinterventies goed hebben gewerkt en welke niet. Op basis hiervan kan het plan worden bijgesteld.

 

Omdat de doelstellingen van het Preventie- en handhavingsplan 2019-2022 pas gemeten kunnen worden aan de hand van de uitkomst van de Gezondheidsmonitor klassen 2 en 4 van het VO (2023) van de GGD, worden de doelstellingen uit het Preventie-en handhavingsplan Alcoholgebruik 2019-2022 meegenomen in het Preventie- en handhavingsplan Alcohol 2024-2028 van de gemeente Oegstgeest. In 2024 zal er aan de hand van de uitkomsten van de Gezondheidsmonitor worden gekeken of de doelstellingen behaald zijn. Mochten deze cijfers aanleiding geven tot aanpassing van het plan dan zullen hiervoor maatregelen genomen worden.

Bijlage I Beleidsregels paracommerciële instellingen artikel 2:34b APV Oegstgeest

 

De burgemeester van de gemeente Oegstgeest,

Het navolgende overwegend:

 

De huidige Drank- en Horecawet (DHW) bepaalt dat er ter voorkoming van oneerlijke mededinging regels gesteld moeten worden waaraan paracommerciële rechtspersonen zich te houden hebben bij de verstrekking van alcoholhoudende drank (artikel 4 DHW). Bovendien bepaalt de wet dat schenktijden worden opgenomen waarin alcoholische drank mag worden verstrekt.

Gelezen het model bestuursreglement alcohol in sportkantines van het NOC/NSF.

 

In deze beleidsregel is besloten de paracommerciële instellingen in vier categorieën in te delen, waarbij voor elke categorie specifieke voorschriften gelden. Ten tweede wordt voor elke categorie een aantal uitzonderingssituaties beschreven waarbij het niet noodzakelijk is zich aan de voorschriften te houden of waarin ontheffing van de voorschriften kan worden verleend. Ten derde wordt aangegeven binnen welke tijden alcoholische drank mag worden verstrekt. Tot slot wordt aangegeven op welke wijze de handhaving van deze beleidsregels zal plaatsvinden.

 

Onder het begrip 'paracommercie' wordt verstaan: het ontplooien van (semi) commerciële activiteiten door een stichting of vereniging buiten de statutaire doelstelling van de stichting of vereniging om, bestaande uit het aanbieden van horecadiensten aan het publiek. (bron: Bureau Eerlijke Mededinging)

 

De afgelopen jaren zijn er geen klachten ontvangen van de Stichting Bevordering Eerlijke Mededingen Horeca-activiteiten (BEM). Klachten zouden betrekking kunnen hebben over oneerlijke concurrentie door verenigingen en stichtingen die subsidies ontvangen en meestal geen loonkosten hebben. Deze zogenaamde paracommerciële instellingen kunnen daardoor tegen gereduceerde tarieven horecadiensten aanbieden en concurreren op ongelijke voorwaarden met de reguliere horeca.

 

De vast te stellen beleidsregels van paracommerciële instellingen 2013 voor de gemeente Oegstgeest zijn een gevolg op artikel 2:34b van de APV.

 

Gemeentehuis Rhijngeesterstraatweg 13

Postbus 1270 2340 BG Oegstgeest

Telefoon (071) 51 91 793 • Fax (071) 51 91 794

info@oegstgeest.nlwww.oegstgeest.nl

 

De burgemeester van de gemeente Oegstgeest,

Overwegend dat het noodzakelijk is beleidsregels vast te stellen voor paracommerciële instellingen ingevolge artikel 2:34b van de Algemeen Plaatselijke Verordening Oegstgeest 2013,

 

Besluit vast te stellen de volgende:

 

Beleidsregels paracommerciële instellingen gemeente Oegstgeest 2013

 

Hoofdstuk 1. Beleidsregels paracommerciële instellingen

 

Artikel 1 Recreatieve en educatieve instellingen

 

Als bijeenkomsten als bedoeld artikel 2:34b, tweede lid van de APV worden aangemerkt:

  • a)

    feestavond voor vrijwilligers (maximaal 2 keer per jaar);

  • b)

    jaarfeest of afsluiting seizoen (maximaal 2 keer per jaar);

  • c)

    overige strikt clubgerelateerde en incidentele feesten voor leden, zoals een barbecuefeest of bingoavond;

  • d)

    nieuwjaarsborrel;

  • e)

    lessen/cursussen;

  • f)

    afstudeerbijeenkomst/diploma-uitreiking;

  • g)

    schoolfeesten voor leerlingen;

  • h)

    ouderavonden;

  • i)

    laatste schooldagviering;

  • j)

    sportdag voor leerlingen en leraren.

Artikel 2 Sportieve instellingen (incl. studentensportverenigingen)

 

Als bijeenkomsten als bedoeld artikel 2 :34b, tweede lid van de APV worden aangemerkt:

  • a)

    feest ter gelegenheid van een clubkampioenschap;

  • b)

    afscheidsfeest of jubileumfeest van het bestuur/een bestuurslid;

  • c)

    feestavond voor vrijwilligers (max. 2 keer per jaar);

  • d)

    jaarfeest of afsluiting seizoen (max. 2 keer per jaar);

  • e)

    toernooi met afsluitend feest;

  • f)

    overige strikt clubgerelateerde en incidentele feesten voor leden, zoals een barbecuefeest of bingoavond;

  • g)

    nieuwjaarsborrel (alleen voor leden).

  • h)

    wedstrijd of training

Artikel 3 Sociaal-culturele instellingen

 

Als bijeenkomsten als bedoeld artikel 2 :34b, tweede lid van de APV worden aangemerkt:

  • a)

    bijeenkomsten/vcrgaderingen/feesten van en voor verenigingen en stichtingen die gebruik maken van het pand (dus alleen toegankelijk voor de leden en oud-leden);

  • b)

    sociaal-culturele evenementen, waarbij dit evenement centraal staat (ook voor publiek toegankelijk);

  • c)

    Koningsdag-, sinterklaas- en kerstviering;

  • d)

    jaarvergaderingen;

  • e)

    nieuwjaarsborrel.

Artikel 4 Instellingen van levensbeschouwelijke of godsdienstige aard

 

Als bijeenkomsten als bedoeld artikel 2:34b, tweede lid van de APV worden aangemerkt bijeenkomsten, vieringen, cursussen en dergelijke die voortvloeien uit het levensbeschouwelijk of godsdienstig karakter van de instelling.

 

Artikel 5 Tijden verstrekken alcoholhoudende drank

 

Paracommerciële rechtspersonen mogen uitsluitend alcoholhoudende drank verstrekken gedurende de periode beginnende met één uur voor de activiteiten die worden benoemd in artikel 1 t/m 4, en eindigde met één uur na de beëindiging van dc activiteiten. Activiteiten vinden niet plaats anders dan de tijden gesteld in artikel 2:29 sluitingstijd van dc APV van gemeente Oegstgeest.

 

Artikel 6 Handhavingstraject na overtreding met vergunning

 

Als een constatering is gedaan van het houden van bijeenkomsten van persoonlijke aard waarbij sprake is van oneerlijke mededinging, het aanprijzen daarvan of het overtreden van de eindtijd van het verstrekken van alcoholische dranken dan wel wanneer het bestuursreglement niet wordt nageleefd zal het volgende handhavingstraject worden gevolgd:

  • a)

    na de eerste constatering volgt een aanschrijving waarbij de instelling op de overtreding wordt gewezen en waarbij wordt aangekondigd dat bij een volgende overtreding de vergunning kan worden ingetrokken;

  • b)

    na de volgende constatering binnen een periode van een jaar na dc laatste waarschuwing is het mogelijk de drank- en horecavergunning in te trekken.

  • c)

    wanneer een drank- en horecavergunning wordt ingetrokken, wordt, op grond van artikel 31, lid 3 van de Drank- en Horecawet, de bevoegdheid om aan de betrokken rechtspersoon een nieuwe vergunning te verlenen opgeschort tot een jaar nadat het besluit tot intrekking onherroepelijk is geworden.

Artikel 7 Handhavingstraject voor horeca-activiteiten zonder vergunning

 

  • 1.

    Wanneer een vereniging of stichting zoals bedoeld in artikel 4 van de Dranken horecawet zonder vergunning horeca-activiteiten uitoefent, dan zal het volgende handhavingstraject worden gevolgd om de illegale situatie op te heffen:

    • a.

      na constatering zal het bestuur van de vereniging of stichting worden aangeschreven om de illegale activiteiten onmiddellijk te staken. Tevens zal hen de mogelijkheid worden gegeven om binnen veertien dagen een drank- en horecavergunning aan te vragen.

    • b.

      is na het verstrijken van de termijn geen gehoor gegeven aan het schrijven, dan zal door het bevoegd orgaan een voornemen tot sluiting worden uitgevaardigd.

  • 2.

    Gedurende twee weken wordt het bestuur in staat gesteld hun zienswijze op het voornemen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder b. kenbaar te maken.

  • 3.

    Wordt tijdens de zienswijze procedure een plausibele verklaring geboden voor het uitblijven van een vergunningaanvraag, dan wordt het bestuur opnieuw de mogelijkheid geboden een vergunning aan te vragen. Is er geen geldige reden voor het uitblijven van een aanvraag, dan kan het bevoegd orgaan besluiten de inrichting te sluiten.

Hoofdstuk 2. Slotbepalingen.

 

Artikel 8 Toezicht en handhaving

 

1. De gemeentelijke opsporingsambtenaren en de politie houden toezicht op de naleving van deze beleidsregels.

 

Artikel 9 Citeertitel

 

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels paracommerciële instellingen gemeente Oegstgeest 2013.

 

Artikel 10 Bekendmaking en inwerkingtreden

 

Deze beleidsregels worden bekend gemaakt in de Oegstgeester Courant en treden in werking op 25 december 2013.

 

Aldus vastgesteld te Oegstgeest op 20 december 2013.

 

loco burgemeester

 

(Artikel 2:34 en 2:29 van de APV ter informatie achteraan dit document bijgevoegd)

 

AFDELING 8A BIJZONDERE BEPALINGEN OVER HORECABEDRIJVEN ALS BEDOELD IN DE DRANKEN HORECAWET

 

Artikel 2:34a

 

Begripsbepaling

 

In deze afdeling wordt verstaan onder:

  • alcoholhoudende drank,

  • paracommerciële rechtspersoon,

dat wat daaronder wordt verstaan in de Drank- en Horecawet.

 

Artikel 2:34b

 

Bijeenkomsten bij paracommerciële rechtspersonen

 

  • 1.

    Paracommerciële rechtspersonen verstrekken geen alcoholhoudende drank tijdens bijeenkomsten van persoonlijke aard en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn wanneer dit leidt tot oneerlijke mededinging.

  • 2.

    De Burgemeester kan bijeenkomsten van persoonlijke aard aanwijzen en bijeenkomsten die gericht zijn op personen die niet of niet rechtstreeks bij de activiteiten van de desbetreffende rechtspersoon betrokken zijn die naar zijn oordeel in ieder geval nict leiden tot oneerlijke mededinging.

  • 3.

    Een ontheffing van de voorschriften kan worden verleend voor "bijzondere gelegenheden van zeer tijdelijke aard die van maatschappelijke betekenis zijn en waarbij redelijkerwijs beschouwd geen sprake is van wezenlijke oneerlijke mededinging", zoals in situaties waarbij:

    • a.

      de reguliere horeca niet voldoende ruimte heeft om de activiteit te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld als tijdens een bijzondere festiviteit of attractie de vraag naar horeca-activiteiten het bestaande aanbod overtreft en/of

    • b.

      de paracommerciële vergunninghouder geen financieel voordeel heeft van de activiteit en de activiteit als zodanig van maatschappelijke betekenis is en geen commercieel karakter heeft.

Artikel 2:29

 

Sluitingstijd

 

  • 1.

    Het is de houder van een openbare inrichting:

    • a.

      verboden aldaar bezoekers toe te laten na 01:00 uur en daar bezoekers te laten verblijven tussen 03:00 uur en 05:00 uur: van maandag tot en met vrijdag;

    • b.

      verboden aldaar bezoekers toe te laten na 02:00 uur en daar bezoekers te laten verblijven tussen 04:00 uur en 06:00 uur op zaterdag en zondag.

  • 2.

    Terrassen dienen tussen 23.00 uur en 09.00 uur gesloten te zijn.

  • 3.

    De burgemeester kan door middel van een vergunningvoorschrift andere sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijke openbare inrichting of een daartoe behorend terras.

  • 4.

    Het in het eerste, tweede en derde lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften.

Bijlage II  

 

Sanctietabel

In de sanctietabel wordt per overtreding van de Alcoholwet, de Algemene plaatselijke verordening (APV) en/of de Verordening fysieke leefomgeving (Vfl) voor de desbetreffende overtreding aangegeven welk stappenplan (Categorie 1, 2 of 3), wordt gevolgd en welke sancties worden ingezet als de stap tot het opleggen van de sanctie is bereikt.

 

In de sanctietabel is, daar waar de last onder dwangsom de sanctie is, de minimale hoogte van het dwangsombedrag opgenomen. Er kan, afhankelijk van de omstandigheden/situatie, een hoger bedrag worden opgelegd. Het bedrag hoort in redelijke verhouding te staan tot de aard van de overtreding, en het herstel ervan. Voor de bestuurlijke boete geldt dat de hoogte wettelijk is vastgelegd in het Alcoholbesluit. Hiervan kan niet worden afgeweken.

 

Regelgeving

APV/Alcoholwet

Overtreding

Categorie

Sanctie advies

Minimale hoogte dwangsom

Alcoholwet

Artikel 3

Bedrijf exploiteert zonder (rechtmatige) vergunning

Last onder dwangsom

€750

Alcoholwet

Artikel 8

Leidinggevende voldoet

niet langer aan één of meerdere aan hem gestelde vereisten.

2

Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking van vergunning.

Alcoholwet

Artikel 10

Inrichting voldoet niet langer aan een of meerdere gestelde

inrichtingseisen

1

Artikel 31 verplicht in dat geval tot intrekking van vergunning.

Alcoholwet

Artikel 12, lid 1 en 2

Verstrekken alcoholhoudende drank in een niet op de vergunning vermelde lokaliteit

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 13, lid 1

Verbod verstrekking alcohol voor gebruik elders dan ter plaatse

2

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 13, lid 2

Verbod verstrekking alcohol voor gebruik ter plaatse in slijtersbedrijf

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 14, lid 1

Verbod andere

bedrijfsactiviteiten in slijtersbedrijf

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 14, lid 2

Artikel 15, lid 1

Verbod kleinhandel in horecalokaliteit of op terras

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 15, lid 2

Verbod rechtstreekse verbinding tussen slijterij en andere neringruimte voor kleinhandel

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 16

Verbod

automatenverkoop alcohol m.u.v. hotelkamers

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 17

Verbod verstrekken alcoholhoudende drank anders dan in gesloten verpakking. Dit geldt voor supermarkten en slijterijen, niet voor horeca inrichtingen

2

Last onder dwangsom

€250

 

Alcoholwet

Artikel 18, lid 1 en 2

Verkoopverbod zwak alcoholische drank anders dan in slijtersbedrijf of levensmiddelenbedrijf voor gebruik elders dan ter plaatse

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 18, lid 3

Onderscheidt tussen zwak-alcoholische en alcoholvrije dranken ontbreekt in ruimte van het levensmiddelenbedrijf

1

Last onder dwangsom

€250

Alcoholwet

Artikel 19, lid 1

Verbod op bestelservice sterke drank voor ander bedrijf dan slijtersbedrijf en partijencatering

2

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 19, lid 2

Verbod bestelservice zwak- alcoholische drank, behalve vanuit de uitzonderingen genoemd in artikel 19, lid 2.

2

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 20, lid 1

Verkoop alcohol aan persoon < 18 jaar

2

Bestuurlijke boete

 

Bij drie maal overtreding zal 'Three strikes out' worden toegepast (artikel 19a)

 

De ontzegging wordt opgelegd voor ten minste een week en ten hoogste 12 weken.

Hoogte bestuurlijke boete ligt vast in het Besluit bestuurlijke boete Alcoholwet, en bedraagt voor bedrijven met minder dan 50 werknemers €1360.

Alcoholwet

Artikel 20, lid 3

Niet duidelijk aangegeven leeftijdgrenzen

1

Last onder dwangsom

€250

Alcoholwet

Artikel 20, lid 4

Dronken personen of onder invloed van drugs toegelaten in horeca- en slijtersbedrijven

2

Proces-verbaal, of last onder bestuursdwang.

Bestuurlijke boete niet mogelijk (art. 44a Alcoholwet)

Alcoholwet

Artikel 20, lid 5

Onder invloed (alcohol of drugs) aan het werk zijn in horeca- en slijtersbedrijf

2

Proces-verbaal, last onder dwangsom

Bestuurlijke boete niet mogelijk(art. 44a Alcoholwet)

Alcoholwet

Alcohol verstrekken wat

3

Proces-verbaal, last

Bestuurlijke

 

Artikel 21

tot verstoring van openbare orde, veiligheid of zedelijkheid leidt.

onder bestuursdwang

 

Bestuursdwang toepassing: Sluiting alcoholverkoop

boete niet mogelijk (art. 44a Alcoholwet)

Alcoholwet

Artikel 22, lid 1 en 2

Verbod alcoholhoudende drank te verstrekken in tankstations e.d.

2

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 24, lid 1 en 2

Geen leidinggevende of vereiste persoon aanwezig in horeca- en slijtersbedrijf

2

Last onder bestuursdwang en bestuurlijke boete

 

Bestuursdwang toepassing: Sluiting alcoholverkoop

Hoogte bestuurlijke boete ligt vast in het Besluit bestuurlijke boete Alcoholwet.

Alcoholwet

Artikel 25, lid 1

Verbod aanwezigheid alcoholhoudende drank behoudens uitzondering

2

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 25, lid 2

Verbod nuttiging alcoholhoudende drank ter plaatse, in niet zijnde horecabedrijf

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 25, lid 3

Verbod alcoholhoudende drank in vervoermiddel, behoudens enkele uitzonderingen

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 29, lid 3

Vergunning, aanhangsel e.d. niet aanwezig in inrichting

1

Last onder dwangsom

€250

Alcoholwet

Artikel 30

Vergunninghouder heeft geen melding gedaan van wijziging in inrichting

1

Intrekking vergunning gedurende 1 week

Alcoholwet

Artikel 30a, lid 1

Geen melding nieuwe leidinggevende of doorhaling gedaan

1

Intrekking vergunning gedurende 1 week

Alcoholwet

Artikel 31, lid 1

Gevaar voor openbare orde, veiligheid zedelijkheid door voorgedane feiten

2

Intrekking vergunning gedurende 1 dag

Alcoholwet

Artikel 31, lid 2

Handelen in strijd met vergunningsvoorschriften of regels uit Alcoholwet

2

Schorsing vergunning (art. 32 Alcoholwet)

Intrekking vergunning

Bestuurlijke boete niet mogelijk, indien voornemen tot intrekken vergunning (art. 44a Alcoholwet)

Alcoholwet

Artikel 31, lid 3

Resultaat wet Bibob en minimaal 3x weigering beschrijving persoon op

2

Schorsing vergunning (art. 32 Alcoholwet),

Bestuurlijke boete niet mogelijk,

 

aanhangsel

Intrekking vergunning gedurende 1 week

indien voornemen tot intrekken vergunning (art. 44a Alcoholwet)

Alcoholwet

Artikel 35, lid 1

Zonder ontheffing zwak alcoholhoudende drank verstrekken

2

Direct drankverstrekking staken, zo niet Proces-verbaal en evt. bestuursdwang.

Bestuurlijke boete niet mogelijk (art. 44a Alcoholwet)

Alcoholwet

Artikel 35, lid 2

Niet voldoen aan beperkingen/voorschriften die gekoppeld zijn aan ontheffing

2

Direct naleven van de voorwaarden, zo niet bestuurlijke boete en evt. bestuursdwang

Bestuurlijke boete niet mogelijk, indien voornemen tot intrekken vergunning (art. 44a Alcoholwet)

Alcoholwet

Artikel 35, lid 4

Ontheffing niet aanwezig

2

1 uur om ontheffing te tonen, zo niet bestuurlijke boete

Hoogte bestuurlijke boete ligt vast in het Besluit bestuurlijke boete Alcoholwet, en bedraagt voor bedrijven met minder dan 50 werknemers €680

Alcoholwet

Artikel 44

Niet meewerken aan artikel 5:20 awb

3

Last onder dwangsom

Bestuurlijke boete niet mogelijk (art. 44a Alcoholwet)

Alcoholwet

Artikel 45

<18-jarige heeft alcohol op publiek toegankelijke plaats

-

Proces- verbaal

Bestuurlijke boete niet mogelijk (art. 44a Alcoholwet)

PARACOMMERCIE 

Alcoholwet Artikel 4

APV Artikel 2:34b

Horecabedrijf houdt zich niet aan de schenktijden voor alcoholhoudende drank

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet Artikel 4 APV Artikel 2:34b + beleidsregels

Horecabedrijf schenkt alcoholhoudende drank tijdens verboden genoemde bijeenkomsten of boven het maximaal

1

Last onder dwangsom

€500

 

benoemde bijeenkomsten

Alcoholwet Artikel 4 APV 2:34b+ beleidsregels

Horecabedrijf doet geen of te laat melding van het schenken van alcohol tijdens bijeenkomst

1

Last onder dwangsom

€250

Alcoholwet

Artikel 4, lid 5

Ontheffing niet aanwezig

1

Last onder dwangsom

€250

Alcoholwet

Artikel 9

Geen registratie van barvrijwilligers of reglement aanwezig bij para commercieel horecabedrijf

1

Last onder dwangsom

€250

ALCOHOLMATIGING

APV

Artikel 2:48

Persoon gebruikt alcohol of heeft aangebroken flessen, blikjes e.d. bij zich op een openbare plaats ondanks verbod

-

Proces- verbaal

Alcoholwet

Artikel 25a

Horecabedrijf of slijtersbedrijf houdt zich niet aan het verbod en de beperkingen (ingesteld op geografische gebieden, de

aard van de inrichting en in tijd)

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 25b

Bedrijf (andere detailhandel dan slijtersbedrijf) houdt zich niet aan het verbod en de beperkingen.

1

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 25c

Horecabedrijf laat personen onder de toegestane leeftijd toe in horecalokaliteiten en terrassen

2

Last onder dwangsom

€500

Alcoholwet

Artikel 25d

Horecabedrijf past happy hours toe, ondanks verbod

2

Last onder dwangsom

€500

TERRAS

Vfl

Artikel 3.78

Bedrijf exploiteert terras zonder (rechtsgeldige) vergunning

2

Last onder dwangsom

€750

APV

Artikel 2:29, lid 2

Terras is geopend na sluitingstijd of horecabedrijf houdt zich niet aan de regels t.a.v. sluitingstijd

2

Last onder dwangsom

€500

SLUITINGSTIJDEN

APV

Artikel 2:29

Horecabedrijf is geopend na sluitingstijd of houdt zich niet aan de regels t.a.v. sluitingstijden 

2

Last onder dwangsom

€250

APV 

Artikel 2:30 

Horeca houdt zich niet aan afwijkende sluitingstijd/tijdelijke sluiting

 

2

Last onder dwangsom 

€500

APV 

Artikel 2:31

Aanwezigheid bezoekers in gesloten horecabedrijf 

2

Last onder dwangsom

€250

Naar boven