1e wijziging verordening op de heffing en de invordering van de Parkeerbelastingen 2024

 

 

Raadsbesluit

 

De raad van de gemeente Hilversum,

 

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 februari 2024;

 

gelet op de artikelen 156, eerste en tweede lid, aanhef en onderdeel h, en 225 van de Gemeentewet, de Parkeerverordening Hilversum 2023 en de rechtsgeldige Nadere Regels Parkeervergunningen;

 

besluit:

 

vast te stellen de:

 

1e wijziging verordening op de heffing en de invordering van de Parkeerbelastingen 2024

 

Artikel 1

 

Begripsomschrijvingen

 

Voor de toepassing van deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

 

parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een voertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van zaken, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden.

 

motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen,

zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990;

 

houder: degene op wiens naam het motorrijtuig ten tijde van het parkeren in het kentekenregister,

bedoeld in de Wegenverkeerswet 1994, was ingeschreven;

 

autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan een huishouden;

 

parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten, met inbegrip van verzamelparkeermeters, centrale computer, en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan;

centrale computer: centrale computer: computer van het bedrijf waarmee de gemeente Hilversum een overeenkomst heeft gesloten, bestemd voor de registratie van parkeerbewegingen in het kader van het verlenen van diensten op het gebied van betaald parkeren met gebruik van een telefoon of een ander communicatiemiddel;

 

belastingjaar: een kalenderjaar;

maand: een kalendermaand;

week: een periode van zeven achtereenvolgende dagen;

dag: een periode van 24 uren, aanvangende te 00.00 uur;

uur: een periode van 60 achtereenvolgende minuten.

 

Artikel 2

 

Belastbaar feit

 

Onder de naam 'parkeerbelastingen' worden de volgende belastingen geheven:

 

a. een belasting ter zake van een van gemeentewege verleende vergunning voor het parkeren van een motorvoertuig op de in die vergunning aangegeven plaats en wijze;

b. een belasting ter zake van het parkeren van een motorvoertuig op een parkeerapparatuurplaats, dan wel krachtens deze verordening in de daarin aangewezen gevallen door het college van burgemeester en wethouders te bepalen plaats, tijdstip en wijze.

 

 

 

 

 

 

Artikel 3

 

Belastingplicht

 

1. De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven van degene die de vergunning heeft aangevraagd.

2. De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven van degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

3. Als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt mede aangemerkt:

a. degene die de belasting voldoet dan wel te kennen geeft of heeft gegeven de belasting te willen voldoen;

b. zolang geen voldoening van de belasting genoemd in artikel 2, onderdeel b, heeft plaatsgevonden: de houder van het motorvoertuig, met dien verstande dat:

1. indien een voor ten hoogste drie maanden aangegane huur- of leaseovereenkomst wordt overgelegd waaruit blijkt wie ten tijde van het parkeren ingevolge deze overeenkomst de huurder of gebruiker van het motorvoertuig was, niet de houder maar de huurder of gebruiker wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd;

2. indien blijkt dat een ander in het kentekenregister had moeten staan ingeschreven, die ander wordt aangemerkt als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd.

4. De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt niet geheven van degene die op grond van het derde lid, onderdeel b, als degene die het motorvoertuig heeft geparkeerd wordt aangemerkt, indien deze aannemelijk maakt dat ten tijde van het parkeren een ander tegen zijn wil van het motorvoertuig heeft gebruik gemaakt en dat hij dit gebruik redelijkerwijs niet heeft kunnen voorkomen.

 

Artikel 4

 

Maatstaf van heffing, belastingtarief en belastingtijdvak

 

De maatstaf van heffing, het belastingtarief en het belastingtijdvak zijn vermeld in de bij deze verordening behorende en daarvan deel uitmakende tarieventabel.

 

Artikel 5

 

Wijze van heffing

 

1. De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt geheven via een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waartoe ook wordt gerekend een nota of een ander document.

2. De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt geheven via voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur of parkeer-app op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften, waaronder de mogelijkheid van het opgeven van het kenteken.

3. Bij de voldoening op aangifte wordt het kenteken opgegeven van het motorvoertuig waarmee wordt geparkeerd of waarvoor de vergunning geldt.

 

Artikel 6

 

Ontstaan van de belastingschuld

 

1. De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, is verschuldigd op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend.

2. De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, is verschuldigd bij de aanvang van het parkeren.

 

Artikel 7

 

Termijnen van betaling

1. De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, wordt overeenkomstig de aangifte betaald op het tijdstip waarop de vergunning wordt verleend, dan wel de binnen de bij schriftelijke kennisgeving gestelde termijn.

2. De belasting ten behoeve van een parkeervergunning, waarvan het tarief per kalenderjaar is vastgesteld, kan tevens door middel van automatische incasso in vier kalenderkwartalen worden betaald.

3. De belasting, bedoeld in artikel 2, onderdeel b, wordt overeenkomstig de aangifte betaald bij de aanvang van het parkeren.

4. Indien het bij de aanvang van het parkeren in werking stellen van de parkeerapparatuur geschiedt door het via een mobiele telefoon of ander communicatiemiddel inloggen op de centrale computer, wordt de belasting overeenkomstig de aangifte betaald direct na het einde van het parkeren.

5. Een naheffingsaanslag wordt onmiddellijk betaald.

 

Artikel 8

 

Heffing naar tijdsgelang

 

1. Behoudens het bepaalde in de volgende leden van dit artikel bestaat geen recht op teruggaaf van parkeerbelastingen.

2. Indien de belasting voor een (digitale) parkeervergunning is voldaan voor een tijdvak van langer dan één kalendermaand en die (digitale) parkeervergunning voor het verstrijken van dat tijdvak wordt ingetrokken, wordt ontheffing verleend over het aantal nog niet ingetreden volle kalendermaanden van dat tijdvak, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing € 10,- of minder bedraagt. De in de vorige volzin bedoelde ontheffing wordt niet eerder verleend dan nadat de beschikking van het college van burgemeester en wethouders, waarbij de (digitale) parkeervergunning wordt ingetrokken, onherroepelijk is komen vast te staan.

3. Indien een vergunninghouder als gevolg van maatregelen getroffen door of vanwege het gemeentebestuur voor een tijdvak van ten minste 30 dagen geen gebruik heeft kunnen maken van de verleende (digitale) vergunning, wordt een evenredig gedeelte van de belasting aan de vergunninghouder op diens verzoek gerestitueerd, tenzij blijkt dat het bedrag van de restitutie € 10,- of minder bedraagt

4. Wanneer de (digitale) parkeervergunning wordt ingetrokken met toepassing van artikel 12 van de Parkeerverordening Hilversum 2023 juncto artikel 3 van de rechtsgeldige Nadere Regels Parkeervergunningen, wordt een evenredig gedeelte van de belasting aan de vergunninghouder op diens verzoek gerestitueerd, tenzij blijkt dat het bedrag van de restitutie € 10,- of minder bedraagt.

5. Dit artikel is niet van toepassing als de (digitale) parkeervergunning is ingetrokken in verband met wanbetaling, wanneer in strijd met de (digitale) vergunningvoorwaarden is gehandeld, of wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de (digitale) vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt.

 

 

Artikel 9

 

Bevoegdheid tot aanwijzing parkeerplaatsen

 

De aanwijzing van de plaats waar, het tijdstip en de wijze waarop tegen betaling van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, mag worden geparkeerd geschiedt in alle gevallen door het college van burgemeester en wethouders bij openbaar te maken besluit.

 

Artikel 10

 

Bevoegdheid tot gebruik wielklem en wegsleepregeling

 

1. Tot zekerheid van de betaling van een naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, kan aan het motorvoertuig ook een wielklem worden aangebracht.

2. Het college van burgemeester en wethouders wijst bij openbaar te maken besluit in alle gevallen de terreinen en weggedeelten aan waar de wielklem wordt toegepast.

3. Indien na het aanbrengen van de wielklem 48 uren zijn verstreken kan het voertuig naar een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aangewezen plaats worden overgebracht en in bewaring worden gesteld.

 

 

 

 

 

 

Artikel 11

 

Kosten

 

1. De kosten van de naheffingsaanslag ter zake van de belasting bedoeld in artikel 2, onderdeel b, bedragen € 76,70.

2. De kosten van het aanbrengen en van het verwijderen van de wielklem bedragen € 102,-.

3. De kosten voor de overbrenging en bewaring bedragen € 200,- alsmede € 15,- per dag voor het bewaren.

4. De kosten voor de opsporing van degene aan wie de kennisgeving van de overbrenging en bewaring wordt gezonden bedragen € 15,- per daaraan besteed kwartier, vermeerderd met € 12,50 voor het doen van de kennisgeving.

5. De kosten voor de verkoop, eigendomsoverdracht om niet of vernietiging van het voertuig bedragen € 60,- per daaraan besteed uur.

6. Het bedrag van de ingevolge het derde tot en met vijfde lid in rekening te brengen kosten wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking vastgesteld.

 

Artikel 12

Kwijtschelding

 

Bij de invordering van deze belasting wordt géén kwijtschelding verleend.

 

Artikel 13

 

Inwerkingtreding en citeertitel

 

1. De 'Verordening Parkeerbelasting 2024' vastgesteld bij besluit van 8 november 2023 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

3. De datum van ingang van de heffing is 11 maart 2024.

4. Deze verordening kan worden aangehaald als de '1e Wijziging Verordening Parkeerbelastingen 2024'.

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering

van 6 maart 2024,

 

de griffier, de burgemeester,

 

A.J. van Meerveld-Hop CMC dr. ir. G.M. van den Top

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gemeente Hilversum

Tarieventabel, behorende als onderdeel bij de "1e wijziging verordening Parkeerbelasting 2024"

 

Tarieventabel

1

Tarieven voor het parkeren bij of door middel van parkeerapparatuur

TIJDVAK

TARIEF

 

Het tarief voor het parkeren bij of door middel van parkeer-apparatuur als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bedraagt voor:

 

 

A

het CENTRUM

uur11

€ 3,20

B

de SCHIL

uur22

€ 2,90

 

 

dag33

€ 17,30

C

de SCHIL + BUITENSCHIL (alle deelgebieden)

week44

€ 60,00

 

 

Maand4

€ 230,00

E

 CENTRUM + SCHIL (alle deelgebieden) (ook wel Algemene parkeerkaart genoemd)

Jaar4

€ 1.850,00

 

 

 

 

2

Tarieven voor een (digitale) parkeervergunning

TIJDVAK

TARIEF

 

Het tarief voor het parkeren via een (digitale) parkeervergunning als bedoeld in artikel 2, tweede lid, bedraagt voor:

 

 

A

het CENTRUM

 

 

 

Bewonersvergunning

per jaar

€ 75,00

 

Zakelijke vergunning

per jaar

€ 200,00

 

Autodatevergunning

per jaar

€ 75,00

 

Combinatievergunning

per jaar

€ 300,00

 

Vergunning Incidentele Werkzaamheden

dag55

€ 25,00

 

 

week65

€ 60,00

 

 

maand75

€ 230,00

 

 

 

 

B

de (buiten) SCHIL

 

 

 

1e bewonersvergunning

per jaar

€ 40,00

 

2e bewonersvergunning

per jaar

€ 150,00

 

3e bewonersvergunning

per jaar

€ 225,00

 

1e zakelijke vergunning

per jaar

€ 200,00

 

2e zakelijke vergunning

per jaar

€ 400,00

 

3e zakelijke vergunning

per jaar

€ 500,00

 

Werknemersvergunning

per jaar

€ 400,00

 

Autodatevergunning

per jaar

€ 50,00

 

Overloopvergunning

per jaar

€ 75,00

 

Zorgvergunning

per jaar

€ 400,00

 

 

 

 

C

Bezoekersvergunning Centrum

(geldend in (deel)gebied waar bewoner woont)

(maximaal 120 per kwartaal) (50% van uurtarief)

per uur

€ 1,60

 

 

per dag

€ 3,50

 

Bezoekersvergunning Schil

(geldend in (deel)gebied waar bewoner woont)

(maximaal 120 per kwartaal) (50% van uurtarief)

per uur

€ 1,45

 

 

per dag

€ 3,50

 

 

 

 

D

Mantelzorgvergunning

(geldend in (deel)gebied waar mantelzorg-behoevende woont)

(maximaal 120 per kwartaal)

per uur

€ 0,00

 

 

 

 

E

Zorgvergunning

per jaar

€ 400,-

 

 

 

 

F

Marktparkeervergunning

per jaar

€ 60,-

 

 

 

 

G

Vergunning voor het parkeren op belanghebbenden parkeerplaats “huwelijk” nabij het Raadhuis of Stadskantoor86

per 2 uur

€ 0,-

 

 

 

 

H

Een (tijdelijke) omzetting van de oorspronkelijke vergunning

waardoor gebruik gemaakt kan worden van vergunninghouders

plaatsen in het gebied waarvoor de oorspronkelijke vergunning is afgegeven, wanneer het motorvoertuig waarvoor de vergun-

ning is afgegeven zich voor reparatie of onderhoud in de

garage bevindt en de vergunninghouder in verband daarmee

de beschikking heeft over een vervangend motorvoertuig.

dag / week

€ 0,-

 

 

1 Als kaartje te verkrijgen bij parkeerautomaat of als parkeerrecht middels belparkeren. Mogelijkheid voor progressief tarief in winkelstraten: na 1 uur, 2 uur of 3 uur: 2x uurtarief. Dit om doorstroming te bevorderen.

2 Als kaartje te verkrijgen bij parkeerautomaat of als parkeerrecht middels belparkeren. Mogelijkheid voor progressief tarief in winkelstraten: na 1 uur, 2 uur of 3 uur: 2x uurtarief. Dit om doorstroming te bevorderen.

3 Online te verkrijgen als parkeerrecht.

4 Bij de publieksbalie op afspraak te verkrijgen als parkeerrecht.

5 Bij de publieksbalie op afspraak te verkrijgen als parkeerrecht.

5 Bij de publieksbalie op afspraak te verkrijgen als parkeerrecht.

5 Bij de publieksbalie op afspraak te verkrijgen als parkeerrecht .

 

 

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 maart 2024.

 

de griffier, de burgemeester,

 

A.J. van Meerveld-Hop CMC dr. ir. G.M. van den Top

 

 

Naar boven