Gemeenteblad van Vlaardingen
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlaardingen | Gemeenteblad 2024, 108906 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Vlaardingen | Gemeenteblad 2024, 108906 | beleidsregel |
Evaluatieverslag vergunningverlening, toezicht en handhaving 2021 en 2022
In voorliggend evaluatieverslag over de jaren 2021 en 2022 met betrekking tot de uitvoeringstaken van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH), kunt u lezen of er voldoende invulling is gegeven aan de uitvoeringstaken zoals vastgelegd in de uitvoeringsprogramma’s.
De jaarlijkse evaluatie voor vergunningverlening, handhaving en toezichtstaken op de beleidsdoelen uit het VTH-beleid Vlaardingen 2021-2024 is een wettelijke verplichting. De provincie beoordeelt of de gemeente voldoet aan de verplichting.
In hoofdstuk 2 is de beleidsevaluatie weergegeven waarin wordt beschreven of aan het doel en de beleidscyclus is voldaan en het bestuurlijk kader, de uitvoeringsstrategieën en het juridisch kader nog actueel zijn.
Per taakveld zijn in de uitvoeringsprogramma’s de reguliere taken, projecten en overige werkzaamheden uitgesplitst en beschreven en een ureninschatting gemaakt. In hoofdstuk 3 van deze evaluatie is per onderdeel weergegeven hoeveel inzet is gegeven aan de verschillende taken met een beschrijving hoe de uitvoering heeft plaatsgevonden.
Een evaluatie is leerzaam voor het team Bouw- en Woningtoezicht (BWT), de organisatie en het bestuur. Aan de hand van de resultaten kan het beleid geactualiseerd worden ten aanzien van de taken die team BWT uitvoert. In hoofdstuk 4 zijn de conclusies samengevat en worden aanbevelingen gedaan.
Tot slot; overal waar in dit verslag het gemeentebestuur of de gemeente Vlaardingen staat, wordt het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester van Vlaardingen bedoeld, ieder voor zover het de eigen bevoegdheid betreft.
In het VTH-beleid Vlaardingen 2021-2024 zijn de hoofdlijnen uiteengezet van de taken die team BWT uit dient te voeren. De hoofdlijnen van uitvoering die het beleid beschrijft, zijn gebaseerd op het gebied waarbinnen wij ons begeven, de mensen en bedrijven die zich hierin bevinden en waar het bestuur de belangrijkste opgaven ziet.
Omdat het beleid voor 4 jaar is vastgelegd is het goed om tussentijds na te gaan of dat wat beschreven is nog actueel is. In dit hoofdstuk geven wij daar inzicht in gebaseerd op de taken en doelen uit het beleid.
Het doel van het beleid is drieledig:
Democratische legitimatie, transparantie en uniformiteit: het beleid, de uitvoeringsprogramma’s zijn door het bestuur vastgesteld en gecommuniceerd naar de raad, provincie en gepubliceerd om voor een ieder in te zien. Dit gaat ook gelden voor deze evaluatie. Met het beleid zijn de risico’s vastgelegd en de sanctiestrategie bij overtredingen bepaald. Er is inzicht gegeven in de structuur van de organisatie, de omgeving waarbinnen wij ons bevinden en welke taken het grootste belang dienen voor de gemeente.
De kaders zijn duidelijk vastgesteld en de uitvoeringsprogramma’s zijn gebaseerd op deze kaders. In de evaluatie is uiteengezet of er voldoende uitvoering is gegeven aan de taken.
Het drieledige doel van het beleid is met het vaststellen van deze evaluatie voor 2021 en 2022 behaald.
Het bestuurlijk kader van het VTH-Beleid Vlaardingen 2021-2024 is gebaseerd op het coalitieprogramma ‘Handen uit de mouwen’ dat in mei 2019 is vastgesteld en het ‘Herstelplan: voor een leefbaar en financieel gezond Vlaardingen’ dat in april 2020 is vastgesteld.
De focus in deze plannen lag op het verbeteren van de leefbaarheid, met in het herstelplan een duidelijke uiteenzetting van de topprioriteiten, de interventies en financiën.
In het bestuurlijk kader zijn de uitgangspunten vastgesteld die vervolgens zijn vertaald naar de uitvoeringsstrategieën.
Met de nieuwe samenstelling van het college zijn “Stadsprogramma’s” in het coalitieakkoord 2022-2026 vastgesteld. De taken zijn langs de vastgestelde taken in het VTH-beleid gelegd en sluiten op elkaar aan.
“We gaan onverminderd door met het werken aan een leefbare stad door het uitvoeren van het Herstelplan. De maatregelen en uitgangspunten uit dit plan zijn namelijk nog steeds relevant en noodzakelijk om de stad te worden die we willen zijn. Ook het achterliggende gedachtegoed daarvan nemen we mee: we blijven kritisch kijken naar wat we doen en zoeken naar mogelijkheden om efficiënt te werken zonder daarbij af te doen aan de voorzieningen in onze stad. Dat zijn wij als gemeente aan onze inwoners verschuldigd.”
Het coalitieakkoord richt zich naast 3 gebiedsgerichte stadsprogramma’s (Rivierenzone, Binnenstad en Westwijk) op 5 thema’s: Nieuwe Energie, Groen Vlaardingen, Veilig Vlaardingen, Leefbaar Vlaardingen en Zorgzaam Vlaardingen. Daarnaast is er een basis gelegd als fundament onder de stadsprogramma’s. Het coalitieakkoord benoemt een aantal zaken die BWT daarbinnen dient op te pakken:
Team BWT heeft in 2022 hieraan een bijdrage geleverd met uitvoering of deelneming van de volgende 5 projecten:
In hoofdstuk 3 van deze evaluatie is weergegeven hoeveel inzet er is gegeven aan deze projecten.
Het bestuurlijk kader is zoals hierboven weergegeven actueel voor het komende jaar.
In deze evaluatie wordt niet ingegaan op de onderdelen milieu en brandveiligheid, de DCMR ( Externe link: Jaarverslagen DCMR | DCMR ) en VRR ( Externe link: Cijfers en publicaties - Website VRR (vr-rr.nl) ) zijn verantwoordelijk voor de taakuitvoeringen en verzorgen zelf een evaluatie.
Ten aanzien van de uitvoering van de taken is er een vergunningen-, toezicht- en handhavingsstrategie vastgelegd in het VTH-beleid Vlaardingen 2021-2024. Onderstaand is per onderdeel toegelicht hoe deze strategieën zijn ingevoegd in de dagelijkse werkzaamheden.
Jaarlijks zijn er ongeveer 300 vergunningsaanvragen af te handelen door de gemeente. De medewerkers die toegewezen zijn op het afhandelen van deze aanvragen dienen uniform te werken. Een uitvoeringsstrategie is het kader om dit te borgen.
De vergunningenstrategie kent 5 uitgangspunten die leiden tot de eenduidige, professionele en efficiënte werkwijze.
Vergunningverlening legt primaire verantwoordelijkheid bij de initiatiefnemer
Initiatiefnemers worden erop gewezen dat zij zelf verantwoordelijk zijn om voldoende en juiste informatie aan te leveren. Dit is geborgd in een ontvankelijkheidstoets waarna de initiatiefnemer wordt geïnformeerd wat aan informatie nodig is om de aanvraag te kunnen toetsen. Is het project afwijkend van de regels van het bestemmingsplan en kan het nadelige gevolgen hebben voor naburige percelen, dan wordt de initiatiefnemer gemotiveerd om participatie toe te passen in de omgeving.
Vergunningverlening is professioneel, transparant en betrouwbaar
Een vergunningverlener is voldoende opgeleid met aanvullend een ABW1 en 2 certificaat. Er wordt professioneel gewerkt binnen een zaaksysteem met termijnbewaking. Door het “vier ogen principe” is er controle op de uniformiteit, daarnaast worden vergunningen gepubliceerd en zijn in te zien voor belanghebbenden.
Deze uitgangspunten blijven actueel en de medewerkers werken volgens deze richtlijnen. Doordat er wordt gewerkt in een zaaksysteem en met een “vier ogen principe” zijn dossiers goed vastgelegd en is er interne controle op de kwaliteit en professionaliteit van de collega’s.
Om eenduidigheid te boren is de toets van aanvragen vastgelegd in de toetsmatrix Bouwbesluit (LTB 2012), zoals opgenomen in het VTH-beleid van Vlaardingen.
Bouw- en Woningtoezicht heeft als taak toezicht en handhaving de naleving van de wet- en regelgeving. Het toezicht is onder te verdelen in signaaltoezicht en actief toezicht.
Signaaltoezicht dient risicogericht en goed gestructureerd plaats te vinden, dit is geborgd via de risicoanalyse uit het VTH-beleid en het zaakgericht werken.
Meldingen zijn vastgelegd in het meldingen systeem KCS, de melding wordt beoordeeld op risico en uitgezet bij de inspecteurs. Een melder wordt in alle gevallen geïnformeerd over de afhandeling. De inspecteurs zijn professioneel en werken volgens de Landelijke Handhavingsstrategie, deze werkwijze is goed geïmplementeerd in het team.
Zijn er signalen die niet binnen de bevoegdheid van het team vallen dan worden de meldingen doorgezet naar de verantwoordelijke instanties.
Actief toezicht is gericht op toezicht ten aanzien van verleende vergunningen, gewenste (integrale) projecten en periodiek toezicht. Toezicht op vergunningen vindt plaats vanuit het zaaksysteem gebaseerd op de risicoanalyse; daar waar het risico op fouten het grootst is en de meeste gevolgen kan hebben vindt het toezicht plaats. Projecten zijn goed vastgelegd en gekaderd in omvang, veelal is er sprake van een integrale aanpak.
Periodiek toezicht wordt toegepast in samenwerking met de Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond ten aanzien van de brandveiligheid.
De werkwijze is volledig geïmplementeerd in de werkzaamheden van de medewerkers, zaken zijn vastgelegd in werklijsten en worden gecoördineerd uitgevoerd.
Er wordt gewerkt aan de invoering van een nieuw zaaksysteem, volgens de planning gaat dit in het 4e kwartaal van 2023 “live”. Gekoppeld aan de beschikbare apparatuur geeft dit veel tijdswinst in het uitwerken van rapportages en het monitoren van de zaken.
Juridische handhaving door Bouw- en Woningtoezicht vindt plaats volgens de Landelijke Handhavingsstrategie. De strategie is goed vastgelegd in een stappenplan dat aansluit op de uitvoering van de werkzaamheden. Dit borgt dat de zwaarte van de aanpak past bij de overtreding die is begaan. Sancties die worden opgelegd voldoen aan de vastgestelde sanctietabel. De handhavingsstrategie is voldoende geïmplementeerd binnen de gemeente Vlaardingen.
Evenals de inspecties wordt er gewerkt aan de invoering van een nieuw zaaksysteem, volgens de planning gaat dit in het 4e kwartaal van 2023 “live”. Hiermee kan er efficiënter worden gewerkt, beter gemonitord en is er een duidelijke termijnbewaking in de zaakafhandeling.
2.5 Risicoanalyse en Handhavings- en Sanctiestrategie
Bij het opstellen van het beleid is ervoor gekozen om zowel de risicoanalyse als de handhavings- en sanctiestrategie voor 4 jaar vast te stellen. In 2022 is er een nieuw bestuur aangesteld en daarmee is het goed om na te gaan of de risicoanalyse en de handhavings- en sanctiestrategie nog actueel zijn.
Zoals beschreven in paragraaf 2.2 Bestuurlijk kader, zijn in het coalitieakkoord de prioriteiten die van toepassing zijn op het team BWT niet anders dan de prioriteiten die vastgelegd zijn in het VTH-Beleid. De risicoanalyse blijft daardoor ook actueel voor de resterende 2 jaar van het beleid.
In de handhavings- en sanctiestrategie zijn de kaders, dwangsommen en begunstigings-termijnen vastgelegd. De opgenomen dwangsommen en begunstigingstermijnen zijn nog actueel om een voldoende prikkel te zijn de overtreding te beëindigen voor de resterende termijn van het VTH-Beleid.
Vaststellen van beleid, uitvoeringsprogramma en evaluatie is niet alleen nuttig maar ook een wettelijke verplichting. De kaders tot deze verplichting zijn vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (juridische handhaving), Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (wettelijke taken), Besluit omgevingsrecht/Ministeriele regeling omgevingsrecht (regels organisatie, beleid en programma’s).
Met het uitstel van de inwerkingtreding Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging op 1 januari 2024 zijn deze kaders in 2021, -22 en -23 onveranderd; in het uitvoeringsjaar 2023 zal er een doorkijk gemaakt worden naar de taakuitvoering zoals die in 2024 dient te gaan plaatsvinden.
In het VTH-beleid Vlaardingen 2021-2024 is vastgelegd dat er aan de “Big-8” beleidscyclus voldaan dient te worden.
In 2021/22 is niet aan de cyclus voldaan omdat de evaluatie niet is gedaan en vastgesteld. Met voorliggend stuk is de cyclus afgerond en een extra stap gezet door het VTH-beleid Vlaardingen 2021-2024 tussentijds na te lopen op actualiteit.
3. Uitvoeringsverslag van de doelstellingen en taken
Voor de jaren 2021 en 2022 zijn de doelstellingen en taken vastgesteld in het uitvoeringsprogramma. In de onderstaande paragrafen is beschreven of er voldoende invulling is gegeven aan de taken en of het streven van de doelstellingen zijn behaald.
3.1 Doelstellingen 2021 en 2022
Voor 2021 en 2022 zijn doelstellingen vastgesteld, dit zijn streven die het team graag wil behalen. Onderstaand is weergegeven of de doelstellingen zijn behaald en zijn eventuele verbeteracties voor het volgende jaar opgenomen.
Het Uitvoeringsprogramma ligt klaar ter vaststelling voor 1 november.
Het uitvoeringsprogramma is in 2021 en 2022 later vastgesteld dan beoogd. Over het in- en aanvullen van capaciteit was ambtelijk en bestuurlijk overleg nodig. De datum van 1 november is ambitieus gebleken.
De uitvoering van taken komt niet in gevaar met het later vaststellen van een uitvoeringsprogramma, vooral omdat het werk van team BWT op vergunningen en meldingen gericht zijn. Ook de uitvoering van projecten worden voortgezet.
Door in toekomstige uitvoeringsprogramma gelijk de evaluatie van het voorgaande jaar mee te nemen, kan er adequaat bijgestuurd worden als daar aanleiding toe is.
Efficiënter toezicht en handhaving: Er wordt een nieuw zaaksysteem geïmplementeerd waarmee toezicht digitaal verwerkt kan worden. Hiervoor zijn werkprocessen opgesteld. Informatie uit het systeem borgt de monitoring van de capaciteit op de thema’s, waardoor het team efficiënter kan werken. Dit draagt bij aan een omschakeling van reactief toezicht naar proactief toezicht. Op basis van het uitvoeringsprogramma wordt meer thema- en gebiedsgericht gewerkt.
Het team is in clusters verdeeld over de drie VTH taakvelden met een gedeelde administratieve ondersteuning. De beleidstaken binnen VTH zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid. In deze rapportage noemen wij dat de gezamenlijke taken waarvan de inzet in uren in onderstaande tabel is weergegeven:
Binnen de VTH taken is er een gezamenlijke verantwoordelijkheid tot het opstellen van beleid, uitvoeringsprogramma en evaluatie en het communiceren over relevante informatie. |
|||
De uren zijn werkelijke uren die handmatig zijn bijgehouden door de medewerkers die betrokken waren bij het opstellen ervan. Verschillende teamleden hebben input gegeven aan de stukken, deze uren zijn beperkt en niet meegenomen in de monitoring. Dit zijn niet productieve uren die iedere medewerker heeft.
Uit de tabel is op te maken dat er In 2021 en 2022 aan het opstellen van het uitvoeringsprogramma meer tijd is besteed dan vooraf geraamd. Het uitvoeringsprogramma van 2021 was het eerste vastgestelde VTH uitvoeringsprogramma binnen de gemeente Vlaardingen. Het uitvoeringsprogramma van 2021 is tegelijkertijd opgesteld met het VTH beleid. Opstellen van beleid en samenstellen van een uitvoeringsprogramma neemt tijd.
Tijdens het opstellen van het beleid en uitvoeringsprogramma is capaciteitstekort inzichtelijk gemaakt. Doordat er minder uren beschikbaar waren om het programma uit te kunnen voeren was er naast meer efficiëntie en bestuurlijke keuzes over de invulling van het programma, extra financiële ruimte nodig om de capaciteit in te vullen. In overleg met de directie en het bestuur zijn keuzes gemaakt door enerzijds taken minder intensief uit te voeren en anderzijds financiële ruimte vrij te maken voor meer capaciteit.
Door het capaciteitstekort zijn de evaluaties niet opgesteld, met voorliggende rapportage wordt dit hersteld.
Vanwege het uitstel van de Omgevingswet en Wkb is er minder tijd besteed aan het bijwerken van de website.
3.3 Team BWT onderdeel Vergunningverlening
Vergunningverlening is voornamelijk een vraaggericht taakveld. Het werk is afhankelijk van de instroom van vergunningaanvragen, vergunning gerelateerde vragen en de complexiteit van de (aan)vragen.
In 2021 was de beschikbare capaciteit 7,4 FTE (9.258 uur) en in 2022 7,8 FTE (9.750 uur).
Het team heeft de tijdsbesteding gemonitord ten aanzien van projecten. De tijdsbesteding van reguliere taken zijn niet gemonitord maar herleid uit de aantallen.
De constructieve toets is een belangrijk onderdeel in de afhandeling van aanvragen. In 2021 en 2022 was de capaciteit 2 FTE. In 2021 (0,28 FTE tekort) en 2022 (0,54 FTE tekort) was er meer capaciteit nodig om de aanvragen voldoende te kunnen toetsen, er zijn enkele projecten uitbesteed aan een externe partij.
De ingezette uren ten opzichte van de geraamde uren zijn verwerkt in onderstaande tabel:
De uren die beschikbaar waren over 2021 en 2022 zijn verdeeld over de geregistreerde zaken en meldingen. Dit is gedaan aan de hand van productie kengetallen die jaarlijks worden geëvalueerd. De kengetallen geven weer hoeveel tijd er gemiddeld wordt besteed aan een zaak of melding. Projecten betreffen werkelijke uren die bijgehouden zijn door de medewerkers of via afgenomen interviews zijn achterhaald.
Inzet heeft met name plaatsgevonden op verlenen van omgevingsvergunningen; in 2021 zijn er 303 vergunningen afgehandeld en in 2022 zijn er 277 vergunningen afgehandeld. Van deze vergunningen hebben 12 betrekking op de woningbouwopgave waarbij in 2023 en 2024 nog eens 39 projecten gepland staan met o.a. een woontoren van 70 meter, het renovatieproject en optoppen van het Unilevergebouw, een grootschalige parkeergarage, etc. Deze complexe projecten vragen soms meer dan de kennis en ervaring die binnen de gemeente beschikbaar is; in de komende jaren is het daarom nodig over voldoende middelen te beschikken om extern advies te vragen.
De uren voor het project Bouwopgave Woonvisie 2021-2030 zijn niet aan de hand van verleende vergunningen te bepalen, aangezien veel aanvragen een langere doorlooptijd hebben. In 2022 is er daardoor een sterke toename in uren en in 2023 en 2024 wordt een nog grotere inzet verwacht.
Binnen het cluster vergunningverlening is er sprake van dat een aantal medewerkers tegen hun pensioensleeftijd aan zitten. Dat heeft de afgelopen jaren en komende twee jaar nog geen gevolgen voor de capaciteit. Daarna ontstaat er een tekort dat ingevuld dient te worden door voldoende gekwalificeerd personeel.
Vergunningen worden tegen gelezen door de handhavingsjuristen. Deze uren zijn niet gereserveerd in de uitvoeringsprogramma’s.
3.4 BWT onderdeel Toezicht en Handhaving
Clusters Toezicht en Handhaving werken voornamelijk vraag- en meldingsgericht. Het werk is afhankelijk van de verleende vergunningen, gedane klachten en meldingen en projecten.
In 2021 was de capaciteit 4 FTE (5.000 uur) inspecteurs en 3 FTE (3.750 uur), juridisch medewerkers. Er was een gezamenlijk tekort van 6,5 FTE (8.125 uur) om de geplande taken uit het uitvoeringsprogramma uit te kunnen voeren. Deze uren betroffen vacatureruimte.
In 2022 was er een capaciteit van 5 FTE (6.250 uur) inspecteurs en 4 FTE (5.000 uur), juridisch medewerkers. Bij de start van het jaar 2022 was er een tekort van 2 FTE (2.500 uur) om de geplande taken uit te kunnen voeren. Deze uren betroffen vacatureruimte.
De uitgevoerde uren ten opzichte van de geraamde uren zijn verwerkt in onderstaande tabellen:
De uren die beschikbaar waren over 2021 en 2022 zijn verdeeld over de geregistreerde zaken en meldingen. Dit is gedaan aan de hand van productie kengetallen die jaarlijks worden geëvalueerd. De kengetallen geven weer hoeveel tijd er gemiddeld wordt besteed aan een zaak of melding. Projecten betreffen werkelijke uren die bijgehouden zijn door de medewerkers of via afgenomen interviews zijn achterhaald.
Vanwege de coronapandemie zijn in 2021 diverse geplande controles niet of minder intensief uitgevoerd, huis- en bedrijfsbezoeken waren nagenoeg niet mogelijk en voornamelijk buitencontroles zijn uitgevoerd. Dit had effect op zowel de reguliere taken als de projecten.
Extra capaciteit niet beschikbaar
Werven van nieuw en voldoende gekwalificeerd personeel is moeilijk. Ervaren inspecteurs en juristen hebben een baan en nieuwe aanwas is heel beperkt. In het uitvoeringsprogramma van 2022 is gekozen om capaciteit voor de urenraming te verkleinen en een deel van de vacatureruimte buiten het uitvoeringsprogramma te houden. Het capaciteitstekort komt niet voort uit een tekort aan financiële middelen.
Om toezicht en handhaving op de juiste zaken toe te passen zijn klachten en meldingen beoordeeld aan de risicoanalyse, gevaarzetting en het omgevingsbelang.
Doordat klachten en meldingen worden gedaan over verschillende onderwerpen zoals illegale bouw, bestaande bouw en strijdig gebruik is niet altijd een onderscheid te maken. Deze onderwerpen zijn daarom als één onderdeel samengevoegd.
Vanwege de beperkte capaciteit zijn de controles op bouwprojecten in 2022 beoordeeld aan de risicoanalyse naar omvang en complexiteit. Zo hebben op kleinere bouwprojecten minder controles plaatsgevonden.
Verpaupering van monumenten en bedrijven heeft minder uren inzet op plaatsgevonden. Er is vooral melding gericht gewerkt, bijvoorbeeld bij een calamiteit of klacht.
Objecten worden aangedragen door de collega’s van cultureel erfgoed. Verschillende locaties met verpauperde bedrijfsgebouwen zijn woningbouwprojecten in ontwerpfase, hierbij is afstemming noodzakelijk binnen de organisatie.
De integrale horecacontrole heeft volgens planning plaatsgevonden, de inzet aan uren is over 2021 en 2022 stabiel met 180 uur. Er worden met neme strijdigheden met het bouwbesluit geconstateerd tijdens de controles.
Door te evalueren is er goed inzicht gekomen in het aantal uur dat jaarlijks beschikbaar moet zijn voor dit project.
Het project interventieteam woonfraude en ondermijning is in 2022 intensiever uitgevoerd dan vooraf geraamd. Voor woonfraude was 2022 het eerste jaar dat controles plaatsvonden. Afspraak was om elke maand 6 adressen te bezoeken waarbij vanaf het 3e kwartaal voornamelijk hercontroles plaats zouden vinden. Doordat er aan het begin van het jaar nog geen zaken juridisch in behandeling waren, zijn er veel nieuwe adressen bezocht om een werkbuffer te creëren. In totaal zijn er 60 controles uitgevoerd ten aanzien van 46 (nieuwe) adressen, wat heeft geresulteerd in 40 handhavingszaken. Gedurende het jaar is besloten 4 controleavonden te laten vervallen, dit had te maken met personele bezetting tijdens de zomer en decembermaand. Daarnaast is het niet wenselijk om te veel zaken te bufferen voor juridische handhaving. Als een zaak niet direct doorgepakt kan worden zijn extra controles nodig om de status van de zaak na te gaan.
Ondermijning op bedrijventerreinen heeft in 2022 ook meer handhavingszaken opgeleverd dan eerdere jaren het geval was. Het is niet duidelijk of dit toeval betrof of een tendens dat het strijdige gebruik is toegenomen. In 2023 wordt gemonitord of er wederom een toename is waar te nemen.
3.4.1 Meer productieve uren dan geraamd
Uit de evaluatie blijkt dat er veel wordt verwacht van de bouwinspecteurs en handhavingsjuristen van team Bouw- en Woningtoezicht binnen de gemeente Vlaardingen. Voornamelijk de inzet op de projecten woonfraude en ondermijning zijn in 2022 groter dan vooraf gevraagd.
Wanneer een grotere inzet wordt gevraagd terwijl daar geen capaciteit voor is gereserveerd, heeft dat effect op andere werkzaamheden die niet of minder uitgevoerd kunnen worden. Dit heeft voor de bouwinspecteurs vooral invloed gehad op de controles van bouwprojecten en voor de juristen ten aanzien van de reguliere strijdigheden bouw en gebruik.
Opvallend is dat er, ondanks de krappe bezetting en de grotere uitvraag ten aanzien van de projecten woonfraude en ondermijning, op veel taken meer inzet is gegeven dan aan beschikbare productieve uren. De verklaring wordt gevonden in de flexibele schil van het team. De flexibele schil heeft meer productieve uren, doordat zij geen tijd kwijt zijn aan interne zaken en zich meer richten op uitvoering van taken.
In bovenstaande tabel is zichtbaar gemaakt wat het verschil in beschikbare capaciteit en werkelijk ingezette uren is. Hieruit kan worden opgemaakt dat in 2021 ongeveer 0,88 FTE en in 2022 zelfs 3,9 FTE is ingevuld door de productievere uren uit de flexibele schil.
4. Conclusie en doorkijk 2023/2024
In de voorgaande hoofdstukken is weergegeven of het beleid, de strategieën en uitvoeringstaken nog actueel zijn en voldoende uitgevoerd. In dit hoofdstuk wordt kort de conclusie weergegeven en aanbeveling gedaan voor de komende jaren.
4.2 Uitvoeringstaken vergunningverlening
De inzet uren van vergunningverlening zijn de afgelopen jaren stabiel gebleken. Dat komt doordat het aantal aanvragen per jaar ongeveer gelijk is. Projecten blijken door uitstel van wetgeving en de afhankelijkheid van externe partijen lastiger in te schatten en de afgelopen jaren minder intensief. Dat is echter geen goede maatstaf voor de komende jaren. Wetgeving gaat veranderen en woningbouwprojecten volgens de woonvisie krijgen steeds concretere vormen. Ook dient er rekening gehouden te worden met uitloop van personeel door pensionering. Vergunningen worden tegen gelezen door de handhavingsjuristen, hiervoor zijn geen uren gereserveerd.
4.3 Uitvoeringstaken toezicht en handhaving
De werkzaamheden van toezicht en handhaving zijn grotendeels vraag- of melding gericht. Door beperkte capaciteit is er minder uitvoering gegeven aan de geplande taken. Om toezicht en handhaving op de juiste zaken in te zetten is gestuurd ten aanzien van de risicoanalyse. Door de coronapandemie zijn 2021/22 jaren geweest die geen referentie kunnen zijn voor de toekomst; er heeft beduidend minder inzet plaatsgevonden op klachten en meldingen omdat het betreden van woningen en bedrijven gedurende een langere periode niet mogelijk was. Het is problematisch gebleken de capaciteit aan te vullen met gekwalificeerd personeel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-108906.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.