Gemeenteblad van Enschede
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Gemeenteblad 2024, 106440 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Enschede | Gemeenteblad 2024, 106440 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Referendumverordening Enschede 2024
Hoofdstuk 2 – De aanvraagprocedure van het referendum
Artikel 4 Beslissing op het inleidend verzoek
Indien de referendumcommissie beslist dat aan de vereisten voor het indienen van het inleidend verzoek is voldaan (artikel 2 en 3 van deze verordening), behandelt de raad het ontwerp raadsbesluit waarop het verzoek zich richt. Het ontwerp raadsbesluit zoals dat luidt na verwerking van eventuele aangenomen amendementen, wordt vervolgens aangehouden tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop de uitslag van het referendum wordt bekendgemaakt, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het referendumverzoek wordt beslist.
Het definitief verzoek gaat vergezeld van een handtekening van elke verzoeker, met opgave van diens naam, adres, leeftijd, woonplaats en BSN-nummer. De ondersteuning van het verzoek kan eveneens langs digitale weg worden ingediend en ondertekend worden met DigiD, of een vergelijkbaar veilig digitaal portaal.
Hoofdstuk 3 – De procedure van het referendum
De raad besluit om het referendum te laten plaatsvinden gelijktijdig met de eerstvolgende verkiezingen (voor Gemeenteraad, Provinciale Staten, Tweede Kamer of Europees Parlement), tenzij de raad anders besluit met dien verstande dat het referendum niet later plaatsvindt dan uiterlijk 12 maanden en niet eerder dan 3 maanden na de dag waarop is besloten tot het houden van een referendum.
Artikel 10. Taken en bevoegdheden referendumcommissie
De werkwijze van de referendumcommissie, daaronder begrepen de wijze waarop de raad inzage heeft in de stukken waaromtrent door de referendumcommissie geheimhouding is opgelegd, wordt nader uitgewerkt in een separaat door de raad vast te stellen reglement. In dat reglement regelt de raad tevens de verantwoording door de referendumcommissie aan de raad.
Onmiddellijk nadat is besloten tot het houden van een referendum, stelt de raad een budget vast voor de organisatie van en de voorlichting over het referendum en het voeren van campagne.
Artikel 13. Procedure voorbereiding, stemming, uitslagbepaling en bekendmaking
Op de procedure ter voorbereiding, stemming, en de vaststelling en bekendmaking van de uitslag van het referendum zijn de hoofdstukken E, paragrafen 2 en 4, J, L, N, paragraaf 1, en P, paragrafen 1 en 4, van de Kieswet van overeenkomstige toepassing, voor zover bij deze verordening niet anders is bepaald.
De uitslag wordt bepaald bij gewone meerderheid van het totaal uitgebrachte aantal geldige stemmen. Het centraal stembureau berekent de uitslag van het referendum en geeft aan hoeveel stemmen voor en tegen het raadsbesluit of delen daarvan zijn uitgebracht alsmede het aantal blanco en ongeldige stemmen en het aantal stemmen bij volmacht. Het centraal stembureau stelt vast of een meerderheid voor dan wel tegen het raadsbesluit of delen daarvan heeft gestemd waarbij blanco en ongeldige stemmen buiten beschouwing worden gelaten.
Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 4 maart 2024.
De griffier, R.M. Jongedijk
De voorzitter, R.W. Bleker
Deze referendumverordening maakt het mogelijk om door inwoners een referendum aan te vragen waar, naar inzicht van ieder raadslid, een bindende consequentie uit kan voortvloeien.
Voor het begrip ‘kiesgerechtigd’ is aangesloten bij degene die gerechtigd is deel te nemen aan de raadsverkiezingen. Dit is geregeld in artikel B3 van de Kieswet (18 jaar of ouder, Nederlander of EU-onderdaan of vijf jaar een verblijfsvergunning, of rechtmatig in Nederland verblijvend op grond van de Vreemdelingenwet 2000 of op grond van een verdrag tussen een internationale organisatie en de Staat der Nederlanden inzake de zetel van deze organisatie in Nederland).
Deze verordening gaat uit van een referendum op basis van een ontwerp raadsbesluit. Een referendum is te zien als een advies van burgers aan de raad over een voorgenomen besluit, waarop de leden van de gemeenteraad kunnen besluiten om over te gaan tot politieke zelfbinding en daarmee het advies over te nemen.
De raad beslist of er een referendum kan worden gehouden.
Onderwerp van een referendum is een ontwerp raadsbesluit in zijn geheel. In de praktijk kan het zijn dat onderdelen van het besluit tot meer of minder discussie leiden, maar het is niet mogelijk om daar onderscheid in te maken door een onderdeel uit het ontwerp raadsbesluit centraal te stellen en aan een referendum te onderwerpen.
Bepaalde onderwerpen waarover de raad een besluit kan nemen lenen zich minder goed voor een referendum. Deze zijn hier als uitzondering opgenomen. De lijst is gebaseerd op de ervaringen met onder meer de Tijdelijke referendumwet en autonome gemeentelijke verordeningen; bij de onderdelen g en h gaat het om het budgetrecht van de raad.
Het inleidend verzoek heeft twee functies: het aantonen dat er binnen de gemeente enig draagvlak is voor een referendum en een toetsmoment of over het ontwerp raadsbesluit een referendum kan worden gehouden. Daarom is het aantal handtekeningen voor het inleidend verzoek in de regel laag. Het definitief verzoek (artikel 5) moet aantonen dat er voldoende draagvlak binnen de gemeente is om daadwerkelijk een referendum te houden. Voor het definitief verzoek wordt een aantal van 3% van de kiesgerechtigden bij de laatstgehouden verkiezingen voor de gemeenteraad van Enschede als richtlijn gebruikt.
Ondersteuningsverklaringen kunnen in de procedure voor het inleidend verzoek op grond van deze verordening alleen schriftelijk worden ingediend. De handtekeningen moeten worden geplaatst op formulieren die door de voorzitter van de raad worden verstrekt.
De griffier heeft een ondersteunende rol bij het inleidend verzoek.
Artikel 4. Beslissing op het inleidend verzoek
De referendumcommissie beslist of het inleidend verzoek kan worden ingewilligd. Hierbij wordt getoetst aan de in artikel 2, vermelde onderwerpenlijst.
De referendumcommissie beoordeeld of er een voldoende aantal geldige ondersteuningsverklaringen is. De referendumcommissie heeft hierbij een beslissende rol. Indien de referendumcommissie beslist dat er aan de eisen van het inleidend verzoek is voldaan, behandelt de raad het ontwerp raadsbesluit waarop het verzoek zich richt. Het ontwerp raadsbesluit zoals dat luidt na verwerking van eventuele aangenomen amendementen, wordt vervolgens aangehouden tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop de uitslag van het referendum wordt bekendgemaakt, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het referendumverzoek wordt beslist.
Binnen 10 dagen wordt de beslissing, zoals bedoeld in het eerste lid, door de referendumcommissie bekend gemaakt op de website van de gemeente Enschede, de verschillende social-media kanalen en in het gemeenteblad.
De procedure voor het definitief verzoek is in grote lijnen gelijk aan die voor het inleidend verzoek. Dit houdt onder meer in dat de referendumcommissie controleert op voldoende handtekeningen van kiesgerechtigden. De kiesgerechtigdheid is hier gekoppeld aan de dag waarop de raad besloten heeft dat het inleidend verzoek wordt ingewilligd. Voor het aantal ondersteuningsverklaringen kan de richtlijn van 3% van het aantal kiesgerechtigden in Enschede bij de laatstgehouden verkiezingen van de raad van Enschede. In de procedure voor het definitief verzoek wordt ook de digitale mogelijkheid opengesteld (tweede lid, tweede volzin).
Dat de ondersteuningsverklaringen van het inleidend verzoek niet meetellen voor het definitief verzoek heeft de volgende reden. Tijdens het inleidend verzoek wordt er vanwege de privacy niet gevraagd om een BSN-nummer. Het is ook mogelijk dat een kiesgerechtigde het inleidend verzoek ondersteunt, maar geen handtekening wil zetten voor het definitief verzoek, bijvoorbeeld omdat inmiddels aan zijn of haar bezwaren tegemoet is gekomen. Of over het ontwerp raadsbesluit een referendum kan worden gehouden is eerder in het proces, bij het inleidend verzoek beslist. Een voldoende aantal handtekeningen zal dan ook een positief besluit tot het houden van het referendum inhouden
Artikel 6. Beslissing op het definitief verzoek
De referendumcommissie beslist of het definitief verzoek kan worden ingewilligd. Hierbij wordt getoetst aan de in artikel 2, vermelde onderwerpenlijst. Ook wordt hierbij getoetst of aan alle voorwaarden in artikel 5 van deze verordening wordt voldaan. De referendumcommissie beoordeeld of er een voldoende aantal geldige ondersteuningsverklaringen is. De referendumcommissie heeft hierbij een beslissende rol. Indien de referendumcommissie beslist dat er aan de eisen van het definitief verzoek is voldaan, verlengt de raad uiterlijk binnen twee weken de opschorting van hun besluit omtrent het onderwerp van het referendum. De opschorting wordt ingetrokken zodra besluitvorming van de raad over de status van de uitslag dit vereist of indien blijkt dat er een meerderheid van de kiesgerechtigden zich achter, afhankelijk van het onderwerp van het referendum, het raadsvoorstel of delen daarvan schaart.
Binnen 10 dagen wordt de beslissing, zoals bedoeld in het eerste lid, door de referendumcommissie bekend gemaakt op de website van de gemeente Enschede, de verschillende social-media kanalen en in het gemeenteblad.
De raad stelt binnen 2 weken de datum vast waarop het referendum wordt gehouden. Vanzelfsprekend is dit niet het geval indien er besloten is om geen referendum te houden. Bij het vaststellen van de datum spreekt de raad zich ook uit of de uitslag gevolgd zal worden en of raadsleden zich bij wijze van politieke zelfbinding gebonden te zullen achten aan de uitslag. Raadsleden moeten kunnen stemmen zonder last of ruggespraak (art. 140 GW). Politieke zelfbinding kan dus alleen worden toegepast zolang raadsleden in ergens in het besluitvormingsproces een besluit hebben mogen nemen om al dan niet tot politieke zelfbinding over te gaan.
Het meest efficiënt is om een referendum te organiseren bij de eerstvolgende verkiezingen. De referendumcommissie adviseert een wenselijke datum. De raad kan dit advies naast zich neerleggen over overnemen.
De raad beslist over de vraagstelling. Aan de kiesgerechtigden wordt de vraag voorgelegd of zij voor of tegen het raadsbesluit of delen daarvan zijn. Over de dag van de stemming brengt de referendumcommissie advies uit. De leden van de gemeenteraad besluiten hierover.
Artikel 9. Samenstelling referendumcommissie
Een referendumcommissie wordt ingesteld nadat de Referendumverordening is vastgesteld. Het is een permanente commissie omdat een referenduminitiatief ineens kan opkomen en er dan binnen enkele dagen een advies dient te worden uitgebracht over bijvoorbeeld de vraag of een referendum mogelijk is over het ontwerp raadsbesluit. Het kan zijn dat de leden van de referendumcommissie lange tijd niet bijeenkomen. Als er geen referenduminitiatief is, zal er doorgaans geen reden zijn om te vergaderen. Voor de benoemingstermijn van vier is aangesloten bij de termijn die gehanteerd wordt leden van de gemeenteraad. Uiteraard staat het gemeenteraden vrij een andere termijn te kiezen.
Wanneer een lid van de referendumcommissie ontslag neemt, is het aan de raad om zo snel mogelijk een vervanger te benoemen. Er is niet bepaald dat het lid van de referendumcommissie aanblijft totdat in diens opvolging is voorzien. Het kan soms enkele maanden duren voordat er een opvolger is benoemd. Het is niet gewenst om iemand die ontslag neemt in het ongewisse te laten over wanneer dat ontslag uiteindelijk ingaat. Er is niet expliciet geregeld dat leden van de referendumcommissie (bijvoorbeeld in geval van niet functioneren) ontslagen kunnen worden. In het algemeen geldt dat diegene die benoemt ook kan ontslaan.
Artikel 10. Taken en vergaderingen referendumcommissie
De referendumcommissie heeft diverse adviserende taken. Daarnaast houdt de referendumcommissie toezicht op het gehele referendumproces. De referendumcommissie kan gevraagd en ongevraagd advies geven.
Onder a staat de advisering aan respectievelijk de raad, de voorzitter van de raad en het college. De referendumcommissie heeft een adviserende rol bij diverse stappen in het referendumproces die gevoelig kunnen liggen of voor discussie kunnen zorgen. Onder b is de rol van de referendumcommissie als toezichthouder op het hele referendumproces vastgelegd. Een uitvloeisel van die rol is de behandeling door de referendumcommissie van klachten over het referendumproces (onder c). Klachten kunnen over uiteenlopende zaken gaan, bijvoorbeeld het afkeuren van een aantal ondersteunende handtekeningen, het aantal stembureaus of een campagne uiting van een organisatie.
Wellicht ten overvloede: de taak die de referendumcommissie heeft ten aanzien van klachten over het referendumproces heeft niet te maken met het klachtrecht dat wordt geregeld in hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb); dat klachtrecht gaat immers alleen over gedragingen van bestuursorganen en personen die daarbij werkzaam zijn. De afdoening daarvan is een taak van het bestuursorgaan zelf.
De referendumcommissie brengt na afloop van elk referendumproces een evaluatie uit (onder d). Dit kan gaan om een referendumproces inclusief een gehouden referendum maar ook over een referendumproces waarbij het niet tot een daadwerkelijk gehouden referendum is gekomen.
In dit artikel staat de wijze waarop de referendumcommissie is belast met de uitvoering van het besluit om een referendum te houden en op welke wijze zij dienen om te gaan met de informatievoorziening en dat zij de initiatiefnemers dienen te betrekken.
In dit artikel wordt gesteld dat de raad een budget vast moet stellen om het referendum te organiseren en om campagne voor de initiatiefnemers te ondersteunen.
Artikel 13. Procedure voorbereiding, stemming, uitslagbepaling en bekendmaking
Het ligt voor de hand om voor de procedures rond de stemming aan te sluiten bij de gang van zaken bij de raadsverkiezingen. Vandaar dat de desbetreffende bepalingen uit de Kieswet van overeenkomstige toepassing worden verklaard, voor zover er geen regeling in deze verordening zelf is opgenomen. Het gaat om de volgende onderdelen:
De uitslag is bepaald op basis van de meerderheid van het totaal aantal uitgebrachte geldige stemmen. Het centraal stembureau berekent de uitslag en zal deze ook communiceren. Het centraal stembureau heeft de verantwoordelijkheid om de uitslag over te brengen aan de raad, vergezeld van het proces-verbaal en draagt zorg dat dit proces-verbaal op een openbare plek te raadplegen valt. De raad beslist vervolgens of de stemming op wettige wijze is geschied.
Op grond van artikel 154, eerste lid, van de Gemeentewet kan de raad op overtreding van een verordening een straf stellen van ten hoogste drie maanden hechtenis of een geldboete van de tweede categorie (€ 4.150,- in 2019). Voor het bepalen van wat strafbaar is, is aangesloten bij hoofdstuk Z, paragraaf 1, van de Kieswet.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2024-106440.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.