Groen beleidsplan Vijfheerenlanden 2024-2028

De raad van gemeente Vijfheerenlanden,

 

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 7 november 2023;

 

Besluit:

 

  • 1.

    De GroenVisie Vijfheerenlanden 2040 vast te stellen.

  • 2.

    Het Groenbeheerplan Vijfheerenlanden 2024 - 2028 vast te stellen.

  • 3.

    Een structureel investeringsbudget beschikbaar te stellen van € 537.000,- vanaf 2024 voor het structureel vervangen van groen na einde levensduur en de kapitaallasten € 24.165 vanaf 2025 te dekken door te beschikken over de Stelpost areaal ontwikkeling.

  • 4.

    Het huidige exploitatiebudget structureel te verhogen met € 300.000,- vanaf 2024 voor het onderhoud van het openbaar groen en de lasten te dekken door te beschikken over de Stelpost areaal ontwikkeling.

  • 5.

    Het budget Kwaliteit buitengebied van € 30.000 in te zetten voor het aanplanten van bomen voor iedere nieuwe woning en elk pasgeboren kind binnen onze gemeente en daarmee te besluiten het fonds Kwaliteit buitengebied breder inzetbaar te maken en in te zetten ter verbetering van de kwaliteit van zowel het stedelijk gebied als het landelijk gebied.

  • 6.

    De Bomenverordening gemeente Vijfheerenlanden 2023 vast te stellen.

  • 7.

    De bebouwde kom in de zin van artikel 4.1, onder a Wet natuurbescherming aan te wijzen de bebouwde kom zoals aangewezen bij besluit gepubliceerd op 3 januari 2022 (Gemeenteblad 2022, 602) voor de Bomenverordening gemeente Vijfheerenlanden 2023 vast te stellen.

Kleurrijk groen voor mens en dier

 

Leeswijzer

De groene buitenruimte van Vijfheerenlanden is gevarieerd. Tussen de uiterwaarden van de Lek en de oeverlanden van de Linge wordt het landschap gekenmerkt door een afwisseling van natte en droge vegetaties. Binnen de kom vullen de gazons, oevervegetaties, vaste plantenborders, struwelen of bosschages de groene buitenruimte aan.

 

Dit Groen Beleidsplan gaat dieper in op de rol en betekenis van het groen in de buitenruimte, als uitwerking van de GroenVisie. Dit Groen Beleidsplan geeft praktische uitgangspunten en kaders voor zowel de inrichting van de buitenruimte als voor het ontwerp, het beheer en de monitoring van de verschillende onderdelen van het groen.

 

Het Groen Beleidsplan is als volgt opgebouwd:

 

Hoofdstuk

Toelichting

Inleiding

Toelichting op het doel van dit Groen Beleidsplan en de plek die het heeft binnen de samenhangende groenplannen, samen met de zes ambities voor het groen:

  • 1.

    Vergroenen;

  • 2.

    Groeninclusief ontwikkelen;

  • 3.

    Identiteit, behoud en versterken;

  • 4.

    Klimaat, inspelen op opwarming;

  • 5.

    Biodiversiteit vergroten;

  • 6.

    Gezondheid stimuleren

Hoofdstuk 1

Een analyse van ons huidige groenareaal binnen de kom.

Hoofdstuk 2

Toelichting op de zes ambities uit de GroenVisie van Vijfheerenlanden (vergroenen, groeninclusief ontwikkelen, identiteit, klimaat, biodiversiteit en gezondheid). Ofwel ‘waarom’ groen belangrijk is;

Toelichting op de 3 principes waarmee wij werken in het groen (verbinden, natuurvolgend, kwaliteitsgericht). Ofwel ‘hoe’ we het gaan doen.

Hoofdstuk 3 t/m 7

Beleidsuitgangspunten voor de zes ambities voor groen in:

  • Vergroenen

  • Groeninclusief ontwikkelen

  • Ontwerp

  • Beheer

  • Monitoring

  • Participatie

Bijlage I

Begrippenlijst

Bijlage II

Matrix van effecten van voorbeeld-maatregelen op de zes verschillende groene ambities

Inleiding

Groen geeft kleur aan het buitengebied en de bebouwde kom. Volgens de gemeenteatlas Vijfheerenlanden (2023) is bijna 44% van ons grondgebied groen, de landbouwgebieden buiten beschouwing gelaten. Dit bestaat uit zowel natuurgebieden in het buitengebied als groen in de openbare ruimte en in tuinen binnen de kom. Een kleurrijke groene leefomgeving is één van onze kernkwaliteiten. Vijfheerenlanden wil daarom haar groene karakter behouden en versterken, ook binnen de komgrenzen.

 

Waarom een Groen Beleidsplan?

Groen wordt hoog gewaardeerd door onze inwoners. Gras, planten, heesters en bomen zorgen voor een aantrekkelijke, als ook een klimaatbestendige leefomgeving. Het groen tempert de temperatuur en vangt piekbuien op in onze steden en dorpen. Het vermindert stressklachten en nodigt uit tot sporten en recreëren. En niet in de laatste plaats zorgt kleurrijk groen ook voor een grote variatie aan dierensoorten.

 

Dit Groen Beleidsplan gaat in op de betekenis van groen voor de bebouwde kom, ook op de langere termijn. Het gaat dus minder over het groen in het buitengebied. Dat komt in de Landschapsvisie Vijfheerenlanden (2021) aan bod. We zorgen wel voor een goede groene verbinding tussen binnen en buiten de bebouwde kom. Dit Groen Beleidsplan laat zien wat we hebben aan groen en hoe we daar in ontwerp, beheer en bij alle toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen mee om wil gaan.

 

Definitie

Met groen bedoelen we alle levende vegetatie binnen de gemeentegrenzen. Slechts een deel daarvan is in gemeentelijk bezit. De overige vegetatie is in handen van andere overheden (provincie en waterschap), terrein beherende organisaties en particulieren. Gezien de uitdagingen als de klimaatverandering, de energietransitie en de woningopgave is het van belang dat we de handen ineenslaan en goed groen samenwerken. De gemeente wil het goede voorbeeld geven en geeft hiervoor uitgangspunten.

 

De nadruk in dit beleidsplan ligt op het groen dat de gemeente zelf in beheer heeft en (nog) gaat krijgen. Dit is veelal groen binnen de bebouwde kom. Het gaat om gazons, oeverbeplanting, vaste plantenborders, kruidenrijke bermen en bosplantsoen in de openbare ruimte. Kortom al het levende groen, uitgezonderd de individueel beheerde bomen. Die komen in de Bomen Beleidsplan aan bod.

 

Kader

Dit Groen Beleidsplan is onderdeel van de zogeheten ‘groene paraplu’. Dit is een samenhangend geheel aan beleids-, beheer- en uitvoeringsplannen, die het groen in de buitenruimte vormgeven, beschermen en beheren (zie onderstaande afbeelding)

De groene paraplu ofwel de samenhang tussen de verschillende ‘groene’ beleidsnota’s

 

Volgens onze gemeentelijke Omgevingsvisie zijn wij een duurzame gemeente waar natuur, mens en economie in balans zijn. Wij willen een:

  • Een gezonde leefomgeving;

  • Een duurzame leefomgeving, klimaatbestendig en biodivers;

  • Een veilige leefomgeving, versterken landschappelijke- en cultuurhistorische waarden.

Volgens de GroenVisie Vijfheerenlanden draagt groen bij aan zowel een gezonder en socialer leven als een ecologisch sterke en duurzame leefomgeving. Een robuuste Groenstructuur zorgt voor verbinding. Dit is een samenhangend netwerk van groengebieden en groene verbindingen. Daarnaast maken we zoveel mogelijk gebruik van natuurlijke processen en stellen we de omgevingskwaliteit van de buitenruimte centraal.

1. Karakter huidig groen areaal

Groen kent in Vijfheerenlanden vele vormen. Van hoge bomen tot bodembedekkers. Van riet en dotterbloem op de natte klei op veengronden tot oude hoogstamfruitbomen en andere droogte minnende planten op de stroomruggronden. In het beheer van het groen wordt door de gemeente onderscheid gemaakt in verschillende beheertypes.

 

1.1 Beheertypes

Het groen is per beheertype vastgelegd in het gemeentelijk beheersysteem. Dit vormt de basis voor het beheer en onderhoud door de gemeente. Vijfheerenlanden kent vijf beheertypes:

  • 1.

    Gras;

  • 2.

    Natuurlijke beplanting;

  • 3.

    Cultuurlijke beplanting;

  • 4.

    Hagen;

  • 5.

    Bomen.

Onder gras vallen de twee beplantingsvormen ruw gras en gazon. Bij natuurlijke beplanting gaat het om bosplantsoen, bosjes en grienden. Cultuurlijke beplanting bestaat uit rozen, vaste planten of heesters. Hagen kunnen lijnvormige heggen of blokhagen zijn. Deze vier beheertypes vormen tezamen het totale groenareaal (hoofdzakelijk binnen de kom) dat gemeente Vijfheerenlanden beheert.

 

Bomen staan in gras, natuurlijke beplanting, cultuurlijke beplanting of in de verharding (bijvoorbeeld in een boomspiegel in het trottoir). Bomen vormen zelf geen groenareaal. Bomen vragen wel specifiek beheer. Vandaar dat de beleidsuitgangspunten voor het beheertype Bomen apart zijn vastgelegd in het Bomen Beleidsplan Vijfheerenlanden.

 

Er nog één vreemde eend in de bijt. Dit is de beplantingsvorm invasieve exoten. Deze beplantingsvorm, bestaande uit grote berenklauw of Japanse duizendknoop (in 2023), is niet gewenst en vergt ander beheer. Deze beplanting wordt actief bestreden om verdere verspreiding tegen te gaan.

 

In totaal beheert Vijfheerenlanden 2,27 miljoen m2 ofwel 227 hectare groen areaal in de openbare ruimte (peildatum 1 juli 2023). De verdeling tussen de verschillende beheertypen is zoals aangegeven in onderstaande cirkeldiagram

Dit is de uitgangssituatie in 2023. De bedoeling is dat de verschillende beplantingsvormen binnen deze vijf beheertypes nader gespecificeerd gaan worden. Enerzijds om het specifiek beheer van een beplantingsvorm goed aan te kunnen sturen. Anderzijds om beter inzichtelijk te maken op welke wijze wij onze groene ambities in de buitenruimte verwezenlijken. Wellicht komt er in de toekomst daarom nog een speciale categorie ‘verticaal groen’ of krijgt het beplantingsconcept ‘De Tuinen van Vijfheerenlanden’ een aparte status.

 

Gras maakt het grootste deel uit van dit areaal (82%). Binnen dit beheertype is de verhouding tussen ruw gras en gazon ongeveer gelijk. Het areaal ruw gras is de laatste jaren gestegen ten opzichte van gazon om de biodiversiteit te stimuleren. Vanuit het oogpunt van biodiversiteitsherstel is het zinvol om bijvoorbeeld ook het areaal aan hagen en heesters te versterken en uit te breiden, vanwege de schuil- en broedgelegenheid die deze bieden voor vogels en andere dieren.

2. Ambities groenareaal

Vijfheerenlanden wil een duurzame, gezonde, aantrekkelijke en leefbare gemeente zijn en blijven. Samenhang en afstemming van groen met andere functies als wonen, werken, milieu, water, erfgoed of recreatie zijn essentieel voor een goede kwaliteit van onze leefomgeving. Daarin moeten ook maatschappelijke opgaven, zoals de energietransitie, het herstel van biodiversiteit, gezondheid en de klimaatadaptatie een plek krijgen. Allemaal opgaven waarin het groen een rol speelt of kan spelen.

 

Onze groene ambities zijn:

  • Vergroenen;

  • Groeninclusief ontwikkelen;

  • Identiteit behouden en versterken;

  • Klimaat, inspelen op opwarming;

  • Biodiversiteit vergroten;

  • Gezondheid stimuleren.

Hieronder worden deze ambities kort uiteengezet. Voor een nadere toelichting verwijzen wij naar de GroenVisie Vijfheerenlanden.

 

2.1 Vergroenen

Gemeente Vijfheerenlanden wil de hoeveelheid groene biomassa per oppervlak binnen de kom versterken. In 2030 willen wij tot de bovenste helft van de gemeentes behoren voor deze zogeheten groenindex. Dit betekent dat er binnen de bebouwde kom meer ruimte moet komen voor (grote) bomen, struiken, heesters, vaste planten en kruiden, in plaats van beton en gazon.

 

2.2 Groeninclusief ontwikkelen

Het uitgangspunt bij ruimtelijke plannen en gebiedsontwikkelingen is om het groen evenwichtig en volwaardig mee te nemen. Dat wil zeggen dat bouw- of aanlegprojecten niet langer alleen maar ‘grijs’ zijn, maar ook ‘groen’ en ‘blauw’. Rond of in het gebouw wordt bewust ruimte gemaakt voor natuur, zodat er meer diverse planten- en diersoorten in de stad, het dorp of bijvoorbeeld bedrijventerrein kunnen leven. Dit zogeheten natuurinclusief bouwen houdt ook in dat bouwrijp maken niet langer gelijk staat aan het helemaal kaalslaan van een terrein en de vruchtbare bodem bedekken met een dikke laag bouwzand. Natuurinclusief bouwen omvat ook het inpassen van waardevolle bomen ter plaatse.

 

2.3 Identiteit

Behoud van identiteit gaat vooral om het herkennen en erkennen van de eigenheid van een locatie of gebied. Daarbij hoort ook de samenhang tussen het omliggende landschap en het bebouwde gebied. Zo kan met nieuwe beplantingen het verleden verbonden worden met de toekomst of kan nieuwe geschiedenis geschreven worden. Vianen en Hagestein kennen bijvoorbeeld van oudsher boomgaarden. Aanplant van fruitbomen verwijst naar deze geschiedenis. In Meerkerk verwijst nat rietland naar het naastgelegen natuurgebied de Zouweboezem en in Ameide past een zuur minnende beplanting vanwege de ligging in het veenweidelandschap.

 

2.4 Klimaat

De klimaatverandering zorgt voor meer extreem weer, zoals piekbuien en hittegolven. Broeikasgas (CO2) wordt vastgelegd als koolstof in planten en vooral in een natuurlijke bodem, in de vorm van organisch materiaal (dode plantenresten). Klimaatbestendig inrichten en beheren van de groene buitenruimte helpt de klimaatveranderingen het hoofd te bieden. Hoe diverser een gebied, hoe meer verbindingen tussen organismen, hoe rijker en beter bestand het is tegen veranderingen zoals klimaatverandering, ziektes en plagen.

 

2.5 Biodiversiteit

Biodiversiteit begint bij gevarieerd groen in de stad of het dorp. Pollen- en nectarrijke planten trekken bestuivende insecten aan. Deze insecten houden de botanische rijkdom in stand. Ze vormen daarmee een belangrijke schakel in het ecosysteem. De planten en de insecten zijn op hun beurt een voedselbron voor vogels en andere dieren. Deze komen 'vanzelf’ als de beplanting op een locatie ook in andere behoeften voorziet (de vijf V’s: voedsel, variatie, verbinding, voortplanting en veiligheid). Een belangrijke functie van groen is ook het verbinden van de bebouwde kom met het buitengebied.

 

2.6 Gezondheid

Vitamine groen. Goed voor stressvermindering en een gezonder leven. Groen oogt niet alleen aangenamer, het leidt ook aantoonbaar tot een gezonder leven. Groen verbetert de luchtkwaliteit. Onderzoek wijst uit dat schonere lucht leidt tot minder hart- en vaatziekten bij inwoners. Zeker in deze tijd zorgt een fysiek gezonde leefomgeving voor de broodnodige stimulans voor sociale contacten, geestelijke ontspanning en fysieke inspanning.

 

Drie principes

Vijfheerenlanden hanteert drie principes voor ontwerp, bescherming en beheer van groen

 

Verbinden

Verbinding zorgt voor een ecologisch sterke en duurzame leefomgeving. Daarom zet Vijfheerenlanden in op een robuuste groenstructuur:

 

  • Hoofdgroenstructuur (zowel binnen als buiten de bebouwde kom);

  • Nevengroenstructuur (alleen binnen de bebouwde kom);

  • Groene stapstenen (groengebieden zowel binnen als buiten de bebouwde kom).

De groenstructuur ziet er niet overal hetzelfde uit. Hij sluit aan op het landschap en de grondslag.

1

Natuurvolgend

We kijken goed naar de natuur om het groen in bebouwd gebied goed te laten functioneren. Niet alles kan overal. We gaan ons aanpassen aan water en bodem, in plaats van andersom. Een zo natuurlijk mogelijke blik op groen in de buitenruimte de beste kansen biedt voor een gezond, biodivers en toekomstbestendig groenareaal. Dat betekent meer aandacht voor gebiedseigen soorten. Het betekent ook kiezen voor robuust groen in plaats van snippers groen.

 

Natuurvolgend is iets anders dan de natuur haar gang te laten gaan. Er zal altijd beheerd moeten worden, voor de gewenste functionaliteit van de locatie. Zonder zorgvuldig beheer vergrast een vaste plantenborder of verandert een natuurvriendelijke oever in een broekbosje met wilgen en populieren. Natuurvolgend betekent wel dat we niet overal de strijd aangaan met onkruid in plantvakken. Door gebruik te maken van deze onkruiden en deze te combineren met gelijkwaardige ‘mooie’ planten ontstaat er een eenheid en is minder arbeidsintensief onderhoud nodig.

2

Kwaliteitsgericht

De kwaliteit van het groen staat voorop. We willen niet investeren in groen dat ondanks voortdurende zorg toch niet aanslaat. De kwaliteit van groen op een locatie wordt beoordeeld op basis van drie factoren: 

 

Uitstraling, functioneren en budget worden in onderlinge samenhang beoordeeld. Het doel is om integraal te beoordelen of de kwaliteit van het groen op die locatie overeenkomt met de gewenste functie of betekenis, de juiste uitstraling heeft en binnen het beoogde beheerbudget haalbaar is.

3

3. Bescherming

De ambitie is om Vijfheerenlanden groener te maken. Dat wil zeggen dat we het groenvolume in de wijken willen behouden en waar mogelijk willen vergroten. Vergroenen is echter geen eenvoudige opgave, omdat ook andere voorzieningen onmisbaar zijn voor een aangename leefomgeving. Vergroenen begint met het beschermen van het groen dat je hebt.

 

Het groen in de wijk (en daarbuiten) is als volgt beschermd:

  • Wet- en regelgeving plus nationaal beleid voor bos en natuur;

  • Planologische bescherming en regelgeving binnen de kom;

  • Uitgangspunten voor behoud identiteit en verbinden.

3.1 Wet- en regelgeving en nationaal beleid voor bos en natuur

De Wet Natuurbescherming (per 1 januari 2024 onderdeel van de Omgevingswet) heeft als doel om natuurgebieden, plant- en diersoorten en bosareaal in Nederland te beschermen. De wet moet ervoor zorgen dat de soortenrijkdom van planten en dieren in de natuur blijft bestaan en dat kwetsbare soorten niet verdwijnen. Bossen mogen in beginsel voor houtproductie geoogst worden. Mits er wordt herplant en het niet schadelijk is voor beschermde soorten.

 

Het Strategisch bosbeleid (2022) van de provincie Utrecht streeft naar meer, vitaal, toekomstbestendig, beschermd en maatschappelijk gewaardeerd bos. De provinciale ambitie is om in 2040 het areaal bos met 1500 hectare vergroot te hebben.

 

De landelijke en provinciale doelstelling van het natuurbeleid is om een groen-blauwe dooradering te realiseren. Deze vernieuwing in het natuurbeleid beoogt de biodiversiteit te verbeteren, de maatschappelijke betrokkenheid bij natuur te vergroten en de verbinding tussen economie en natuur te versterken. Het Landschapsuitvoeringsplan (provincie Utrecht, 2022) geeft een handreiking voor de groene dooradering. Het is een actieve aanpak en werkwijze om de identiteit van de Utrechtse landschappen te behouden, te herstellen en te versterken. De kwaliteit en belevingswaarde van het landschap en de biodiversiteit van het agrarisch gebied moet omhoog. Met name door het aanleggen van kleine houtige landschapselementen, zoals houtwallen, (knot)bomenrijen en heggen. Uiteindelijk moet dit leiden tot een groene dooradering van houtige elementen van 5% van het agrarisch gebied in 2030 en 10% in 2050.

 

3.2 Planologische bescherming en regelgeving binnen de kom

De wettelijke bescherming van dier- en plantsoorten geldt uiteraard ook binnen de bebouwde kom. Daarnaast is het groen binnen de kom planologisch beschermd (door bestemmingsplan of omgevingsplan). Dat wil zeggen dat een bepaald areaal bestemd is voor groen. Het groen op die plek zelf is niet beschermd. Het kan normaal gesproken zonder vergunning worden vervangen door ander groen, uitgezonderd beschermde bomen op die plek.

 

Beschermde bomen zijn exemplaren die op de Groene Kaart (en in bijbehorend boomregister) staan of onderdeel vormen van de Groenstructuur (Hoofd- en nevenstructuur en groene stapstenen). Voor deze bomen is in beginsel een omgevingsvergunning nodig voor activiteiten als kappen, verplanten, drastisch snoeien of voor handelingen die de dood, ernstige beschadiging of ernstige ontsiering tot gevolg hebben.

 

We maken onderscheid in groen op basis van status (de beleidscategorie) en locatie (de geografische ligging) van het desbetreffende groen.

3.2.1 Bescherming door status

Groen dat de status heeft als Groenstructuur heeft prioriteit in bescherming. Dat houdt in dat behoud en versterking van dit groen het uitgangspunt is bij bijvoorbeeld groot onderhoud (investeringen) of herinrichting. Bij bomen ligt de beschermingsprioriteit bij exemplaren die op de Groene Kaart staan (aangewezen waardevolle bomen) of onderdeel zijn van de Groenstructuur. Let wel: de exemplaren op de Groene kaart zijn individueel beschermd. Voor exemplaren in de Groenstructuur geldt dat deze vervangen of verwijderd kunnen worden als dit de kwaliteit van de structuur als geheel versterkt. Verwijderen van bomen in de groenstructuur is dus bijvoorbeeld mogelijk als de overige bomen in die structuur daardoor onbelemmerd kunnen doorgroeien.

3.2.2 Bescherming door locatie

De locaties met de hoogste behoudsprioriteit zijn historische plekken (bijvoorbeeld het stadscentrum), moderne verblijfsgebieden (denk aan een winkelcentrum), begraafplaatsen en entrees van steden of dorpen. Dit zijn de zogenaamde A locaties voor groen, omdat dit zicht- en bezoeklocaties zijn voor veel inwoners en bezoekers. Logischerwijs is op deze A locaties behoud en versterking van de groenkwaliteit het uitgangspunt, net als op de plekken in de groenstructuur.

 

3.3 Identiteit, verbinden, behoud en versterken

In Vijfheerenlanden is een woonkern geen losstaand onderdeel binnen het landschap. De bebouwing heeft zelfs bijgedragen aan het landschap zoals we deze nu kennen. De woonkern is onlosmakelijk verbonden met het landschap.

 

Dit vraagt om een zachte- of een geleidelijke overgang tussen het landelijk- en stedelijk gebied, zichtbaar in de groene inrichting van het dorp of de stad. De locatie bepaalt de soortkeuze.

 

Sluit de bebouwing bijvoorbeeld aan op een nat veenlandschap, dan vertelt het landschap welke boomsoorten logischerwijs toegepast kunnen worden aan de randen. Dat zullen eerder pioniersoorten (snelgroeiende soorten als wilg, els of populier) zijn. Terwijl het gebruikelijk is om eerder duurzame boomsoorten aan te planten, zoals eik, beuk of kastanje, omdat deze langzaam groeiende soorten over het algemeen langer meegaan. Ligt de bebouwing tegen een open weidevogelgebied, dan is het logisch om een open of lage vegetatie te hebben op de overgang van bebouwing naar buitengebied in plaats van een dichte bosschage of bosje.

 

Behoud en versterken van identiteit ontstaat door te kiezen voor verbinding. Dat wil zeggen dat de randen van een woonkern worden voorzien van streekeigen beplanting. Hoe verder je in de woonkern in gaat, des te meer ruimte is er voor een cultuurlijker beplantingsassortiment.

 

De gemeente Vijfheerenlanden heeft geen vaste groennorm per wijk. Er moet ruimte blijven voor maatwerk. De gemeente hanteert wel vuistregels ten aanzien van het gewenste groen in een wijk. De eigentijdse 3-30-300 vuistregel bijvoorbeeld, die voorziet in de behoefte aan stadsgroen voor gezondheid en welzijn. Deze vuistregel komt voort uit onderzoek dat het belang van groen in de nabijheid aantoont en (internationale) steden die dit hebben vertaald in normeringen.

 

Toepassing van de 3-30-300 vuistregel betekent onder andere dat we onnodige verharding gaan vervangen door groen. In het Biodiversiteitsherstelplan (2021) is de doelstelling opgenomen om jaarlijks 1800 m2 grijs in groen om te zetten. Daar moet op de aangewezen locaties wel voldoende ruimte voor zijn. De gemeente wil namelijk meer robuuste plantvakken en minder versnipperd groen. Want grotere vakken functioneren beter, zijn meer klimaatbestendig en biodivers, leveren een fraaier groenbeeld op en zijn efficiënter te onderhouden. Dit wil niet zeggen dat kleinere groenvakken helemaal verdwijnen uit het straatbeeld. Soms is de ruimte voor robuust groen er gewoon niet. Het betekent wel dat bij een nieuw ontwerp van de openbare ruimte in de eerste plaats gekeken wordt naar een stevig en robuust groenplan, met klimaatadaptieve functies (zie verder ook hoofdstuk 4).

3-30-300 Vuistregel

 

Richtlijn voor de minimale bijdrage van bomen en ander groen aan een gezonde leefomgeving :

 

3 stuks bomen zichtbaar vanuit ieder huis

 

  • Voor het beleven van natuur nabij

30% bladerdek in iedere wijk

 

  • voor koeling, een beter microklimaat, betere luchtkwaliteit en stimuleren van (mentale) gezondheid

300 m. tot park of groene buitenruimte

 

  • voor het aanzetten tot recreatief gebruik van groen en groei van sociale contacten

De wijze waarop de hoeveelheid groen in een wijk in beeld gebracht kan worden, is volop in ontwikkeling. Zo zijn er verschillende methodes voor het meten van kroonvolumes in ontwikkeling. Als dergelijke methodes goed toepasbaar en gangbaar worden, gaat de gemeente Vijfheerenlanden daar gebruik van maken. Hetzelfde geldt voor nieuwe normeringen voor groen.

4. Ontwerp

Voor ieder ontwerp van de groene buitenruimte geldt dat de aanplant moet passen bij de locatie waarop deze staat, en bij het gebruik van de locatie. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de veranderende functies van groen, met name vanwege onze groene ambities voor biodiversiteit en klimaatverandering.

 

Voor het ontwerpen van een groene buitenruimte zijn de volgende aspecten van belang:

  • De juiste plant op de juiste plek;

  • Klimaatrobuust;

  • Natuurvolgend;

  • Kwaliteitsgericht;

  • Groeninclusief ontwikkeld

Het beplantingsconcept De Tuinen van Vijfheerenlanden is een voorbeeld van het kwaliteitsgericht ontwerpen. Alle aspecten tezamen zorgen voor droombeelden van een toekomstbestendige groene buitenruimte.

 

4.1 De juiste plant op de juiste plek

De juiste plant op de juiste plek wil zeggen:

  • Passend bij de gewenste functie van de locatie;

  • Passend bij de grondslag van het gebied;

  • Passend bij de fysieke omstandigheden;

  • Geschikt plantmateriaal gebruiken.

In de eerste plaats moet de specifieke functie en het gebruik van het groen op die locatie bepaald worden. Zo heeft sierbeplanting langs een trapveldje uiteraard geen zin. En zijn cultuurplanten over het algemeen minder geschikt in een ecologische verbindingszone. Bekeken wordt wat de (oorspronkelijke) grondslag is van de locatie en wat de huidige en gewenste kwaliteit van de groeiomstandigheden is. Op basis hiervan worden keuzes gemaakt en hier wordt geschikt plantmateriaal bij gezocht.

 

Voorbeelden van de juiste combinatie van beplanting én functie van de locatie:

  • Een haag of struweel als omzoming van een speel- of recreatieveld. ‘Prikstruiken’ als meidoorns of sleedoorns als natuurlijke barrière langs een drukke weg;

  • Buurttuin of kruidentuin met eetbare planten, beshoudende struiken, nutsbomen als hazelnoot of fruit, keuken- of medicinale kruiden.

  • Vaste planten met een hoge sierwaarde op bijzondere plaatsen of bij monumenten. Bijvoorbeeld witbloeiende en wintergroene planten op een begraafplaats of planten die bloeien rond de gedenkdag.

  • Kindvriendelijke tuin bij bijvoorbeeld scholen en speelplaatsen. Met niet-giftige en niet-allergene soorten en een hoge aaibaarheidsfactor.

  • Grasstenen op een parkeerplaats. Dit oogt groen en is klimaatbestendig door hemelwateropvang.

  • Vlindertuin of helende tuin, bij bijvoorbeeld een revalidatiecentrum of een verzorgingstehuis met (geurende) planten die een aantrekkelijk voedselaanbod leveren voor bijen, vlinders en andere insecten én het welzijn van patiënten, bewoners en bezoekers vergroot.

  • Vlindertuin of helende tuin, bij bijvoorbeeld een revalidatiecentrum of een verzorgingstehuis met (geurende) planten die een aantrekkelijk voedselaanbod leveren voor bijen, vlinders en andere insecten én het welzijn van patiënten, bewoners en bezoekers vergroot.

Grasbeton parkeerplaatsen in Vianen

Vaste plantenvak in Leerdam

 

4.2 Klimaatrobuust ontwerp

Meer groen binnen de kom heeft gevolgen voor het ontwerp van de groene buitenruimte. Het nieuwe ontwerp gaat immers rekening houden met veranderende functies van het groen. Een klimaatrobuust ontwerp houdt rekening met de klimaatverandering. Met name wat betreft:

  • Soortkeuze

  • Waterberging

  • Hittestress

Geschikte soortkeuze wil zeggen dat op zandgronden soorten aangeplant worden die tegen langere periodes van droogte kunnen. In natte gebieden wordt vanzelfsprekend meer met vochtminnende soorten ontworpen. Klimaatrobuust ontwerpen houdt in dat rekening wordt gehouden met de specifieke locatie. Zo is het wijs om in sterk verstedelijkt gebied soorten aan te planten die beter tegen droogte kunnen (bijvoorbeeld mediterrane soorten). En langs doorgaande wegen ontwerpen we met soorten die (enigszins) zouttolerant zijn in verband met gladheidsbestrijding in de winter.

 

Extra aandacht voor waterberging in het ontwerp is onvermijdelijk gezien de intense buien die plaatselijk voor veel wateroverlast zorgen. Plantvakken kunnen bijvoorbeeld een zogeheten wadi (water afvoer drainage en infiltratie) profiel krijgen. Het midden van het plantvak ligt in deze gevallen wat lager dan de rest van het maaiveld. Daardoor buffert een wadi het regenwater tijdens piekbuien en laat het langzaam infiltreren in de ondergrond. Zo helpt de wadi tegen wateroverlast én droogte.

 

Op warme, zonnige dagen kan de temperatuur in stedelijk gebied behoorlijk oplopen. Dit zorgt voor hittestress. Planten en bomen beperken dit door verdamping, wat een verkoelend effect heeft. Hoe groter het bladvolume des te meer verkoeling. Een klimaatrobuust ontwerp creëert de juiste groeiplaatsomstandigheden, waardoor de planten en bomen optimaal kunnen groeien. Een klimaatrobuust ontwerp is er bijvoorbeeld ook op gericht dat het plantvak snel dichtgroeit. Hoe sneller de bodem bedekt is, des te beter blijft de bodemstructuur intact. De bodem blijft bovendien vochtig en redelijk constant in temperatuur, wat van grote invloed is op de groeikracht en sterkte van de planten.

 

4.3 Natuurvolgend ontwerp

De natuurlijke grondslag is het uitgangspunt voor het ontwerp van de groene buitenruimte. Dus geen standaard toepassing van teelaarde in een plantvak of bomengrond bij bomen. Uitgaan van de oorspronkelijke bodem, en zo nodig herstellen.

 

Een zandige bodem is bijvoorbeeld een goede uitgangssituatie voor een kruidenrijke vegetatie. Natte terreinen zijn geschikt voor vochtminnende beplanting. Langs waterpartijen past een geleidelijke overgang van oeverplanten naar rietkragen hoger op het talud.

 

De bodem verdient extra aandacht bij natuur volgend ontwerpen. Jarenlang lag de focus op de bruikbaarheid van de bodem. Bijvoorbeeld om verzakking te voorkomen. Ofwel ‘vorm volgt functie’, in plaats van ‘functie volgt bodem’. Steeds duidelijker wordt dat de bodem een van de belangrijkste pijlers is voor een gezonde leefomgeving en een natuur inclusieve bebouwde kom. Biodiversiteitsherstel is alleen mogelijk als ook het bodemleven herstelt en beschermd wordt. De EU-bodemstrategie voor 2030 biedt handvatten en concrete maatregelen om bodems en bodemleven te beschermen, te herstellen en duurzaam te gebruiken. In Nederland is de Handreiking Gezonde Bodem (IUCN NL, met onder andere de Vlinderstichting en de WUR, versie 1.0 2022) een bruikbaar hulpmiddel bij het ontwerpen van de openbare ruimte.

De grootste soortenrijkdom vinden we in de wortelzone van planten en bomen. Ook wel het microbioom genoemd. Dat komt omdat plantenwortels verschillende stoffen uitscheiden die als voedsel dienen voor het bodem leven. Planten scheiden op deze manier zo'n 30% van de via fotosynthese aangemaakte suikers uit. Dat is substantieel. Omdat planten op verschillende manieren in de bodem wortelen, kunnen soorten ieder een eigen niche invullen. De soortsamenstelling van het microbioom verschilt per plantensoort en zelfs tussen plantenrassen en varieert in de tijd. Veel van het bodemleven bevindt zich in de bovenste 50 cm van de grond, maar er zijn ook soorten schimmels, bacteriën en bepaalde regenwormen die je stukken dieper aan kunt treffen.

 

Uit: Handreiking gezonde bodem, IUCN 2022

Natuurvolgend ontwerpen wil ook zeggen dat gelet wordt op de specifieke behoeften van de plaatselijke natuur. Zo is bekend dat sommige wilde bijen en vlinders bijvoorbeeld alleen vliegen op heel specifieke plantensoorten. Wil men juist die soorten terugzien in de bebouwde kom, dan zal hier in het beplantingsplan rekening mee gehouden worden. Het betekent overigens niet dat we alleen inheemse soorten gaan aanplanten. Cultuurplanten en bepaalde boomsoorten kunnen ook bijdragen aan het herstel van deze soorten binnen de bebouwde kom. Bijvoorbeeld doordat ze het bloeiseizoen verlengen, waardoor insecten langer van voedsel worden voorzien. De vlinderstruik en de acaciaboom zijn beiden oorspronkelijk niet van hier. Toch zijn bijen en vlinders er dol op.

 

4.4 Kwaliteitsgericht ontwerpen

De kwaliteit van de groene buitenruimte staat centraal. Het uiteindelijk ontwerp moet kloppen, gezien vanuit de driehoek ‘functie, uitstraling en beheer’. Het is vooralsnog een gegeven dat inwoners veelal cultuurplanten waarderen, vanwege hun lange bloei, grote bloemen en felle kleuren. Bij een aantrekkelijke, stedelijke leefomgeving voor mens, insect en dier gaat het dus om de balans tussen inheemse en gecultiveerde soorten. Dit is de vorm van biodiversiteit dat mensen blij maakt. Wat mooi is, willen mensen mooi houden. Dat heeft bijvoorbeeld ook invloed op de hoeveelheid zwerfafval in de perken.

 

De Tuinen van Vijfheerenlanden is de benaming voor een beplantingsconcept, door de gemeente zelf ontwikkeld, in samenspraak met een lokale plantenkweker. Dit concept wordt steeds verder doorontwikkeld. Er wordt gekeken welke planten en plantcombinaties het goed doen. Van soorten of combinaties die niet blijken te werken wordt afscheid genomen, Dit gebeurt op basis van het kwaliteitsprincipe (de driehoek functie, uitstraling en beheer).

 

Het toepassen van vaste planten in het openbaar groen heeft pas de laatste jaren aan populariteit gewonnen. Vaste planten worden door beheerders nog vaak gezien als arbeidsintensief. Het kost veel tijd om een plantvak dicht gegroeid te krijgen en zo te houden. De praktijk leert echter dat er onderhoudsarme plantingen te maken zijn die zelfs goedkoper uitpakken als een traditioneel heestervak of een gazon.

 

Vaste planten zijn kruidachtige, meerjarige gewassen, die ondergronds overwinteren en in het voorjaar weer uitlopen. Ze worden aangeplant als potplantje of wortelstok en kunnen daarna jarenlang op hun plaats blijven staan. Vooral als bodembedekker onderscheiden ze zich.

 

Het voordeel van vaste plantenborders is dat ze iets toevoegen aan het groen in de stad of dorp. Ze brengen fleur en levendigheid in de bebouwde kom. Met verschillende soorten bloeiende planten van maart tot november. Ze zijn ook goed voor de biodiversiteit.

 

Er zijn meer vaste planten concepten. Het unieke van de Tuinen van Vijfheerenlanden is dat er hier niet aan onkruidbestrijding wordt gedaan. Althans niet op de traditionele manier. Traditioneel is het gewenste eindbeeld van een vaste plantenvak cultuurlijk, met een beperkte hoeveelheid onkruid. Soms is een onkruid echter niet storend of hij kan zelfs iets toevoegen aan de beleving van het plantvak. In dat soort gevallen blijft het onkruid gewoon staan.

‘On’kruid in de vorm van de rode klaprozen is niet storend in dit vaste plantenvak, het voegt juist iets toe.

 

In de Tuinen van Vijfheerenlanden wordt in eerste instantie gekeken waarom het onkruid het op die plek goed doet. In plaats van het meteen weg te schoffelen. Onkruid ofwel ongewenst kruid kan eigenlijk beter ‘signaalkruid’ genoemd worden. Hun aanwezigheid vertelt namelijk veel over de bodemgesteldheid: kalkrijk (brandnetel, boterbloem), zuur (ridderzuring) of vruchtbaar (kleefkruid). Het kruid ‘vertelt’ dus welk soort planten het goed doen op deze bodem. In plaats van opnieuw de cultuurplant aan te planten die er eerst stond op die locatie, kan wellicht beter een cultuurplant aangeplant worden die meer lijkt het signaalkruid. Of wellicht kan de groeiplaats verbeterd worden.

Illustraties in Vianen en Leerdam van mogelijke ‘Tuinen van Vijfheerenlanden’

 

4.5 Groeninclusief ontwikkelen

‘Groen Groeit Mee’ is een afspraak met de provincie Utrecht om bij alle ruimtelijke plannen en gebiedsontwikkelingen, de groenontwikkeling evenwichtig en volwaardig mee te nemen. Onder regie van de provincie Utrecht werken U10, Regio Amersfoort, het Utrechtse deel van de Regio Foodvalley en de vier Utrechtse waterschappen samen aan Groen Groeit Mee. Samen zorgen deze partijen voor een gezonde leefomgeving en verduurzaming van de provincie Utrecht.

 

De provincie Utrecht en partners willen dat groen voor inwoners en bezoekers zichtbaar, beleefbaar en bereikbaar blijft. Het programma Groen Groeit Mee (GGM) beoogt een versterking te realiseren van de positie van groen en water binnen de provincie Utrecht. De Omgevingsverordening van de provincie bevat regels voor groen bij uitbreidingslocaties. In 2023 is daarbij gekomen: de ‘Handreiking Nieuwe mWoongebieden – Groen Groeit Mee met betekenis van voordeur tot landschap’.

Met als doel ‘het groen´ naar een hoger niveau te tillen en te zorgen dat het groen wezenlijk onderdeel wordt van de ruimtelijke programmering naast wonen, werken, mobiliteit en energie’.

De ‘Schijf van Vijf” van provincie Utrecht voor ruimtelijke plannen en gebiedsontwikkeling (Bron: Groen Groeit mee, provincie Utrecht, 2023)

De handreiking introduceert de zogeheten ‘Schijf van vijf van de provincie Utrecht’. Dit is een hulpmiddel voor het ontwikkelen van groen met meervoudige waardecreatie in nieuwe woongebieden binnen de provincie Utrecht.

  • Biodiversiteit: zowel veerkrachtige ecosystemen als soortenrijkdom;

  • Toegankelijkheid: van voordeur tot landschap voor mens, plant en dier;

  • Waterbalans: zowel droge als natte periodes kunnen opvangen;

  • De Gezonde Mens: groen en water dragen bij aan de mentale en fysieke gezondheid van mensen;

  • Identiteit: de karakteristiek en eigenheid van de locatie is merkbaar en beleefbaar in het groen.

4.5.1 Natuurinclusief bouwen en aanleggen

Vergroenen van de openbare ruimte begint met een natuurinclusief (en klimaatrobuust) ontwerp en duurzaam behoud van de bestaande waardevolle groenelementen. Het uitgangspunt bij herinrichting en nieuwbouw is behoud en versterken van het bestaande groen. Dit geldt voor de gehele openbare ruimte, van woongebied tot bedrijventerrein.

 

Verder komt er meer gelaagdheid in de vegetatie. We gaan minder boomweides (groep bomen in het gras) zien. Er komt meer variatie in hoogte van het groen, bijvoorbeeld door toevoegen van heesters en kleinere boomsoorten in het gras.

 

Op plekken waar op het maaiveld onvoldoende ruimte is of overblijft om robuust groen te realiseren bieden gevelgroen en dak- of balkontuinen een zinvol alternatief. Gevelgroen biedt verkoeling door schaduw, verdamping en isolatie. Schaduwwerking is het meest effectief. Een groter oppervlak gevelgroen zorgt voor meer verkoeling, omdat het de gevel afschermt van direct zonlicht, waardoor de oppervlaktetemperatuur niet zo hoog oploopt als van een gevel zonder groen. Groene gevels stralen daardoor minder warmte uit, waardoor de omgeving minder opwarmt. De groene isolatiedeken zorgt bovendien voor een gelijkmatigere temperatuur binnenshuis. Daardoor zijn airco’s minder nodig. Gevelgroen is dus ook een effectieve energiemaatregel. Vergelijkbare effecten zijn te behalen met dak- en balkontuinen. Deze tuinen op hoogte hebben als voordeel dat ze meer hemelwater afvangen in vergelijking met gevelgroen.

4.5.1 Bomenplanner

Gemeente Vijfheerenlanden gebruikt de handreiking Groen Groeit Mee bij het opstellen en toetsen van ruimtelijke plannen. De Bomenplanner van Vijfheerenlanden is hier een nadere aanvulling op. De Bomenplanner is een werkwijze om bomen - als grootste en meest kwetsbare groenelementen - vanaf het begin bij het planproces te betrekken. In het Bomen Beleidsplan van Vijfheerenlanden wordt dit instrument nader toegelicht.

 

Ook de vuistregel 3-30-300 (zicht op bomen, bedekkingsgraad groen en afstand tot groengebied) dient bij gebiedsontwikkeling en andere ruimtelijke plannen getoetst te worden.

4.5.2 Groenstructuur Vijfheerenlanden

Al het groen in de plantvakken, parken, plantsoenen en langs wegen en oevers draagt een steentje bij aan een aantrekkelijke leef- en werkomgeving. Toch is het belang van groen niet overal hetzelfde. In de volgende categorieën is sprake van een oplopend groenbelang:

  • Omgevingsgroen (geen onderdeel van de Groenstructuur);

  • Nevengroenstructuur (alleen binnen de bebouwde kom);

  • Groene stapstenen (zowel binnen als buiten de bebouwde kom);

  • Hoofdgroenstructuur (zowel binnen als buiten de bebouwde kom).

In het ontwerp van de buitenruimte moet de meeste aandacht uitgaan naar de invulling van de Hoofdgroenstructuur en de stapstenen. Bij gebiedsontwikkeling dient ook beoordeeld te worden waar de Hoofdgroenstructuur op deze nieuwe locatie komt te lopen en welke nieuwe stapstenen er (mogelijk) gewenst zijn. Als onderdeel van het volwaardig en evenwichtig meenemen van de groenontwikkeling (Groen Groeit Mee).

 

4.6 Droombeelden van vergroening

Hoe ziet de gewenste vergroening eruit? Om dit te illustreren zijn twee voorbeelden van ‘groen voor grijs’ uitgewerkt op onderstaande afbeeldingen. Overbodige verharding is hier vervangen door kleurrijk groen. Zonder dat de functionaliteit van de locatie verandert. Het verkeer kan nog steeds gebruik maken van de openbare ruimte, de parkeerplaatsen zijn gebleven en speelvoorzieningen en ondergrondse afvalcontainers blijven bestaan. Er zijn slechts functies aan toegevoegd. Robuust groen en variatie aan soorten voor de biodiversiteit. Grasbetonstenen onder de parkeerplaatsen. En klimaatbestendige hemelwaterinlaten in de opsluitbanden die het regenwater in het plantvak opvangt. De hemelwaterinlaten kunnen in de winter tijdens periodes met vorst dichtgezet worden. Hierdoor komt er minder strooizout in het plantvak.

 

De verharding watert af in de groenvakken en de groenvakken zijn aangelegd in wadi profiel, waardoor het groenvak water kan bergen en langzaam kan laten infiltreren in de bodem. Er is gelaagdheid in het groen aangebracht. Deze gelaagdheid bestaat uit bodembedekkers, vaste planten, lage heesters, hogere struikvormers en bomen van verschillende groottes. De bodembedekking voorkomt verdamping van de ondergrond, waardoor deze vochtig blijft en het bodemleven optimaal kan functioneren. Er is samenhang in het groen aangebracht. Samenhangend groen versterkt de biodiversiteit. Een breed scala aan dieren voelt er zich thuis. De variatie in groen is aantrekkelijk voor mens en dier en het extra groenvolume helpt de hittestress te verminderen.

 

LET WEL: deze twee locaties zijn slechts ter illustratie bedoeld. Om het idee van vergroenen aanschouwelijk te maken. Mochten deze locaties daadwerkelijk voor vergroening in aanmerking te komen, dan gebeurt dit integraal (vanuit alle functies en disciplines in de openbare ruimte bekeken) én in samenspraak met inwoners en belangenpartijen.

5. Beheer en onderhoud

Beheer en onderhoud van het openbaar groen is noodzakelijk om de kwaliteit op peil te houden. Onder beheer verstaan we het groot onderhoud (investeringen) en onder onderhoud vallen de dagelijkse werkzaamheden (exploitatie).

 

Voor het beheer zijn de grootste uitdagingen:

  • Klimaatbestendig beheer;

  • Natuurvolgend beheer.

Voor het onderhoud zijn de belangrijkste aandachtpunten:

  • Belevingskwaliteit in plaats van beeldkwaliteit;

  • Gedragscode soortbescherming.

Deze transities in beheer en onderhoud gaat de gemeente zoveel mogelijk kostenneutraal uitvoeren.

5.1 Klimaatbestendig beheer

De veranderingen van het klimaat hebben grote gevolgen voor het beheer. Het ontwerp van het groen verandert en ook de soortsamenstelling verandert (zie ook hoofdstuk 4). De traditionele groenvakken worden geleidelijk ingeruild voor groenvakken met betere wateropvang, meer gelaagdheid in vegetatie en meer bodemleven. Ook is er meer aandacht van waar het groen precies nodig is. Bijvoorbeeld om hittestress tegen te gaan.

Hittestresskaart van Vijfheerenlanden (bron: Gemeenteatlas Vijfheerenlanden 2023)

 

5.2 Natuurvolgend beheer

‘Wij bepalen wat hier groeit’ is ouderwets en verleden tijd. Van sterk woekerend onkruid als herenmoes en zevenblad ga je het als beheerder nooit winnen. Daarom kiezen wij er voor deze strijd niet aan te gaan. Dit is namelijk zeer arbeidsintensief en duur. Door gebruik te maken van deze onkruiden en dit te combineren met gelijkwaardige ‘mooie’ planten ontstaat er een eenheid en kan het onderhoud relatief beperkt blijven.

 

In situaties waar het onkruid welig tiert is de werkwijze niet langer om het plantvak helemaal te ontdoen van ongewenste onkruiden en opnieuw in te planten met gewenste soorten. De ervaring leert namelijk dat een dergelijk plantvak binnen de kortste keren weer overwoekerd raakt. De nieuwe werkwijze is om te beoordelen welke plantsoorten toegevoegd kunnen worden, in beperkte aantallen, zodat de kwaliteit van het plantvak als geheel een opwaardering krijgt. Ter illustratie van deze werkwijze zijn twee locaties gevisualiseerd hoe een rommelige, onkruidrijke locatie van gedaante veranderd door de ‘simpele’ toevoeging van enkele planten. In de eerste visualisatie zijn alleen drie pollen van de vaste plant zonnehoed toegevoegd aan de vergraste border en is het onkruid in de verharding verwijderd. Hierdoor ontstaat een geheel ander beeld. Het plantvak oogt niet langer rommelig en onverzorgd. In de tweede visualisatie is de oorspronkelijke situatie nog chaotischer. Door toevoeging van slechts drie soorten vaste planten (gele toorts, kattenkruid en wederom zonnehoed) en door de drie dode berken te vervangen door gezonde exemplaren verandert de ‘troosteloze bende’ in een visueel en ecologisch aantrekkelijk plantvak.

 

Een laatste voorbeeld van wat de nieuwe werkwijze kan teweegbrengen voor de kwaliteit van de groene buitenruimte, weergeven in visualisatie 3, is een andere wijze van beheer. In dit geval door het gazon op deze locatie niet overal kort te maaien. Dat is misschien wel netjes, maar saai voor mens en dier. Door het te laten uitgroeien tot bloemrijk ruw gras en daarin paden en picknick plekken te maaien ontstaat een aantrekkelijke en functionele buitenruimte. Niet maaien onder de boomkronen voorkomt maaischade aan de stamvoet en zorgt voor minder verdichting van de bodem. Het gevolg is dat de bomen vitaler blijven en ouder worden.

5.2.1 Optimaliseren groeiplaats

Omwille van de beperkte ruimte en een beter eindresultaat, investeert Vijfheerenlanden in een passend beplantingstype en in het optimaliseren van de groeiplaats omstandigheden. Dat zorgt er namelijk voor dat de bomen, struiken, heesters, vaste planten en kruiden beter kunnen groeien en de groene biomassa per m2 vergroot. Zo vergroent Vijfheerenlanden ook en kan het stijgen op de Groenindex.

 

Minimale verstoring van de bodem is het uitgangspunt bij beheer. Op deze wijze verstoor je het bodemleven minimaal en wordt het ecosysteem steeds vruchtbaarder. Schimmels in de bodem creëren netwerken van schimmeldraden, die essentieel zijn voor gezonde gewassen. Door niet te schoffelen, graven of spitten behoud je deze waardevolle schimmelnetwerken. Het heeft meer voordelen om de bodem zo min mogelijk te roeren:

  • Minder onkruid; Dit zijn veelal pioniersplanten, die gedijen op verstoring;

  • Beter watervasthoudend vermogen, door verbetering van de bodemstructuur;

  • Meer koolstofopslag, doordat een gezonde bodem vol leven zit.

5.2.2 Nectar- en pollenwaarde vegetatie versterken

Als gemeente kiezen wij bewust voor beplanting met een hogere nectar- en pollenwaarde (NP waarde). De nectarwaarde geeft aan hoe vaak de plant wordt bevlogen vanwege de nectar, dus hoe populair de plant is bij de bijen. Het gaat niet langer alleen over kleur, bloeitijd en groeikracht, maar ook om herstel van de biodiversiteit. Hierin speelt de keuze van beplanting met een hoge NP waarde een belangrijke rol. Dit kan inhouden dat een plant minder uitbundig bloeit maar een uitzonderlijke voedselleverancier is.

 

Voor bijen is de hoeveelheid nectar belangrijk, de kwaliteit en smaak ervan, de herkenbaarheid en de toegankelijkheid. Als een bloem veel nectar levert, maar de bijen kunnen er niet bij, dan is de nectarwaarde dus laag.

Voor de pollenwaarde geldt eigenlijk hetzelfde. Een plant met een hoge pollenwaarde wordt vaak bezocht door de bijen.

 

5.3 Belevingskwaliteit in plaats van beeldkwaliteit

Van oudsher is het voornaamste criterium voor beheer en onderhoud van groen dat het ‘op beeld’ moet zijn. Dat wil zeggen schoon, veilig en heel. Volgens de Richtlijnen van het CROW (Kwaliteitscatalogus Openbare Ruimte, publicatie 323 van CROW). Dit zijn landelijke standaardnormen voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte. De normen bestaan uit meetbare criteria voorzien van omschrijvingen en voorbeeldfoto’s. De vijf kwaliteitsniveaus variëren van zeer goed (A+) tot slecht (D). De gemeente beheert in beginsel op kwaliteitsniveau B. Alleen om bepaalde zichtlocaties, zoals stadscentra, wordt op kwaliteitsniveau A beheerd.

 

Deze methodiek volstaat niet langer als het gaat om het goed in beeld te brengen van de ambities voor groen. Beeldkwaliteit zegt immers niets over biodiversiteitsherstel dat door zorgvuldig beheer wordt bereikt. Of over de verbetering van de bodemkwaliteit dat het resultaat is van maatwerk groenbeheer. Ook voor locaties met overgangen van gazon naar ruw gras of de Tuinen van Vijfheerenlanden volstaat deze beoordelingsmethodiek niet. Er moet voor deze situaties een nieuwe methode ontwikkeld worden om te kunnen beoordelen of het beheer tot het gewenste resultaat leidt of dat dat het beheer bijgestuurd moet worden. De gemeente Vijfheerenlanden gaat daarom een richtlijn ‘belevingskwaliteit’ opstellen. Zodat ook deze situaties beoordeeld, gemonitord en gestuurd kunnen worden. Dit is met name belangrijk om resultaten te kunnen delen én van groot belang om met name het beplantingsconcept De Tuinen van Vijfheerenlanden bij te kunnen stellen en verder uit te kunnen rollen. We beginnen met het aanwijzen van enkele vaste plantenvakken als De Tuinen van Vijfheerenlanden. Deze vakken gaan we zorgvuldig monitoren op belevingskwaliteit. Op basis hiervan stellen we, als dat nodig is, het concept bij of passen we de wijze van onderhoud aan.

 

De toets aan belevingskwaliteit gaat ook helpen in het beheer van de Tuinen van Vijfheerenlanden. Hiermee wordt duidelijk waar op gelet moet worden bij het beoordelen van het dagelijks onderhoud (wat wel plukken en wat laten staan?) en het beheer (wat zeggen de signaalkruiden over de keuze van cultuurplanten?).

 

5.4 Gedragscode soortbescherming

Activiteiten als maaien of snoeien kunnen mogelijk gevolgen hebben voor de beschermde soorten ter plaatse. Voor het uitvoeren van dergelijk maatregelen is in beginsel een omgevingsvergunning nodig. Doordat gemeente Vijfheerenlanden de Gedragscode soortbescherming van Vereniging Stadswerk volgt is dat in veel gevallen niet nodig.

 

Gaan wij buiten aan het werk, moeten wij ons houden aan de Wet natuurbescherming (per 1 januari 2024: Omgevingswet). Deze wet beschermt planten en diersoorten. Hun voortbestaan mag niet in gevaar komen. Ook mag hun leefgebied niet beschadigd raken. In de Gedragscode soortenbescherming staat waar je rekening mee moet houden als je bijvoorbeeld gaat baggeren, maaien of kappen. Zo voorkomen we dat beschermde planten en dieren beschadigd raken of verstoord worden tijdens de werkzaamheden.

 

Gemeente Vijfheerenlanden steunt gebiedseigen soorten. Zogeheten invasieve soorten die onze eigen gebiedseigen soorten in gevaar brengen zijn niet wenselijk. Dit betekent dat we soorten als Japanse duizendknoop en berenklauw zoveel mogelijk weren en bestrijden om vermeerdering te voorkomen.

 

5.5 Budget neutraal onderhoud

Er is meer nodig dan investeringsbudget (beheer) om standaard plantvakken om te toveren naar de Tuinen van Vijfheerenlanden. Het onderhoud kost de eerste jaren namelijk meer. Het uitrollen van de Tuinen van Vijfheerenlanden zal daarom geleidelijk gebeuren. De extra inspanning op het onderhoud betaalt zich later terug, doordat er dan juist minder onderhoud nodig is.

 

Er is sprake van kleinschalige uitbreiding van het groenareaal voortkomend uit beleidsdoelstellingen, bijvoorbeeld het vervangen van ‘grijs voor groen’, het stijgen op de groenindex en het planten van bomen voor elke nieuwe woning of baby. Het doel is om het onderhoud van deze kleinschalige areaaluitbreiding budgetneutraal uit te voeren. Het onderhoud van dit extra groen kost dus geen extra geld. Dit kunnen we bereiken door kritisch te kijken naar het totale openbare groen aan de hand van het Kwaliteitsprincipe (de driehoek: functie, uitstraling, budget) en strategische keuzes te maken. Alleen als er sprake is van grootschalige areaaluitbreiding (bijvoorbeeld een nieuwe woonwijk) kan het groenonderhoud tot meerkosten leiden.

 

Voor behoud van de kwaliteit van de groene buitenruimte, die continu iets groter wordt, is wel een stabiel onderhoudsbudget nodig. Eventuele toekomstige bezuinigingen zullen direct, en veel gevallen blijvende gevolgen hebben voor de kwaliteit van de groene buitenruimte. Met alle gevolgen voor de leefbaarheid en de biodiversiteit van dien.

6. Monitoren

We houden een vinger aan de pols voor onze zes groene ambities. Dat doen we door periodieke monitoring. Op verschillende manieren houden we toezicht en bewaken we de processen. Zo kunnen we beoordelen of we op de juiste weg zijn en bereiken wat we willen bereiken.

 

We maken gebruik van verschillende vormen van monitoring:

  • Beeldkwaliteits-schouw;

  • Belevingskwaliteits-schouw;

  • Biodiversiteitsherstel-schouw;

  • Groenindex (3-30-300 vuistregel of andere maatstaf)

6.1 Beeldkwaliteits-schouw

Om inzichtelijk te krijgen of het gestelde beeld kwaliteitsniveau gehaald wordt, wordt er gebruik gemaakt van een beleidsschouw. Deze wordt tweemaal per jaar uitgevoerd. Deze schouw wordt uitgevoerd op alle te beheren groenonderdelen inclusief de hoeveelheid onkruid op verharding.

 

Deze resultaten worden aangeboden aan de gemeenteraad om inzicht te geven in de behaalde resultaten. Daarnaast wordt inzichtelijk waar extra inzet noodzakelijk is, in zowel inspanning als financiën, op onderdelen die niet voldoen aan het vastgestelde kwaliteitsniveau.

 

6.2 Belevingskwaliteits-schouw

Naast het monitoren op kwaliteitsniveau gaan we het onderhoud op beeldbeleving monitoren. Hiervoor gaan we een belevingskwaliteit monitor opstellen voor eigen gebruik. Daarnaast monitoren we het uitgevoerde onderhoud via de beleving van onze inwoners. Dit willen we doen door middel van goede communicatie, bijvoorbeeld door de plantvakken die onderhouden worden op beeldbeleving te voorzien van een QR code. Deze code kan door onze inwoners gescand worden waarna de ‘persoonlijke’ beleving aangegeven kan worden.

 

6.3 Biodiversiteitsherstel-schouw

Als gemeente zetten we in op ecologisch beheer om de biodiversiteit in het stedelijk gebied te herstellen en versterken. Om te beoordelen welk resultaat er geboekt wordt met de ecologische inspannen monitoren wij, in samenwerking met natuurorganisaties, tweemaal per jaar de aanwezige flora en fauna in onze ecologische beheerder groengebieden. De beoordeling van de bodemkwaliteit kan onderdeel uitmaken van deze schouw. Deze resultaten zullen zowel aan de gemeenteraad als onze inwoners gepresenteerd worden.

 

6.4 Groenindex (3-30-300 vuistregel of andere maatstaf)

Vijfheerenlanden gebruikt de looptijd van dit beleidsplan om te ervaren op welke wijze deze 3-30-300 vuistregel voor onze gemeente het best toegepast kan worden. Wij houden daarbij de ontwikkelingen op het gebied van groenmonitoren (onder andere op het gebied van kroonvolume) nauwlettend in de gaten.

 

6.5 Matrix voor effecten van maatregelen

Met een eenvoudige matrix maken we inzichtelijk de mate waarin een maatregel of uitvoeringsplan heeft bijgedragen aan één of meerdere groene ambities. Zie ter illustratie van een dergelijke matrix bijlage II.

7. Communicatie en Participatie

Vijfheerenlanden groener maken kan alleen als we het samen doen. De samenwerking tussen gemeente, belangengroepen, ondernemers en inwoners inbreng van belangengroepen en samenwerking met verschillende partijen in de stad is onontbeerlijk, voor het delen van kennis, uitwisselen van ideeën, overleg over het groenbeheer, afstemmen van ontwikkelingen in de stad en koppelen van initiatieven.

 

7.1 Communicatie

Om onze inwoner bewust te laten zijn en worden van ons openbaar groen communiceren wij actief. Hierbij vertellen we waarom we dingen doen zoals we ze doen. We gaan vertellen wat er allemaal te vinden is in het openbaar groen, aan recreëren, spelen, planten en dieren en waar de groene plekken zijn waar het groen eetbaar en plukbaar is.

 

De gemeente zorgt voor groene bewustwording met natuur- en milieueducatie en communicatie over het groen in de stad. Om onze inwoners in aanraking te brengen met al het moois wat er binnen onze gemeente te vinden is. Samenwerken, maatschappelijke betrokkenheid en promotie van groen. Delen van successen.

 

7.2 Actief betrekken van inwoners

Met regelmaat helpt de gemeente om inwoners een steentje bij te laten dragen voor een groene leefomgeving. Zo heeft het college B&W in 2022 besloten om voor ieder kind dat geboren wordt in Vijfheerenlanden een boom te planten.

 

In 2022 konden inwoners een Tuiny forests bestellen. Dit was een initiatief van de gemeente samen met IVN Natuureducatie. Een Tuiny forest was een inheems plantenpakket met een oppervlakte van zo’n 6 vierkante meter waarin tien soorten bomen en planten groeien. Met het Tuiny forest-pakket vol gifvrij gekweekte, inheemse planten wilde gemeente Vijfheerenlanden niet alleen vergroenen. Meer groen in de tuin heeft ook invloed op hittestress en wateroverlast. Vijftig inwoners konden profiteren van de gezamenlijke actie waarbij deelnemers 80% korting konden krijgen op het pakket.

 

7.3 Samenwerking met beheerploeg, inwoners en natuurlijke partners

Het beheer en onderhoud wordt voor een deel uitgevoerd door de eigen beheerploeg van de gemeente. Voordeel hiervan is dat zij maatwerk kunnen leveren voor het vervullen van onze groene ambities, zoals het versterken van de biodiversiteit. De beheerploeg zijn ook de ogen en oren in een wijk. Hun kennis van het groen in Vijfheerenlanden én de wensen van inwoners is cruciaal.

 

Inwoners beter betrekken bij hun groene buitenruimte is het devies. Soms is meer participatie mogelijk en wenselijk. Meepraten en meedenken over de inrichting of het recreatief medegebruik van de groene buitenruimte kunnen onderwerp van samenwerking zijn. Ook over de aanleg van wandel- en fietsroutes, lunchrondjes op bedrijventerreinen, een betere ontsluiting van een groengebied valt te praten. Daarbij vormen de uitgangspunten van de Groenstructuur een leidraad. Zo is er voor vergroenen in beginsel meer mogelijk binnen de Groenstructuur dan erbuiten. Voor andere activiteiten of functies is juist weer meer ruimte buiten de Groenstructuur.

 

Vijfheerenlanden heeft veel natuurwaarden die verbonden zijn met water. Daarom wordt bij het beheer van de bermen en sloten en bij het maaibeheer al zoveel mogelijk rekening gehouden met de natuurwaarden. Samen met het waterschap wordt gewerkt aan de aanleg van natuurvriendelijke oevers.

 

7.4 Bewonersinitiatieven

Het openbaar groen is van ons allemaal. Het stedelijk gebied vergroenen is de taak van ons allemaal. Dit kunnen wij als gemeente niet alleen, hiervoor hebben we de hulp nodig van onze inwoners als het gaat over het vergroenen van eigen tuinen. Daarnaast kunnen wij als gemeente ook initiatieven krijgen voor zelfbeheer van openbaar groen of het aanleggen van geveltuintjes. Als gemeente stimuleren we deze initiatieven en zullen wij hier zoveel mogelijk positief aan meewerken. Binnen de gemeente Vijfheerenlanden kijken we naar de mogelijkheden in plaats van de onmogelijkheden. Om te voorkomen dat er een zekere vorm van verrommeling ontstaat in de openbare ruimte worden er voor deze initiatieven zogenaamde handvatten opgesteld om een functionele, duurzame en een goede kwalitatieve buitenruimte te waarborgen.

 

Om inzicht te krijgen waar en wat er mogelijk is, hanteren wij bij elk initiatief vooraf het principe van Kwaliteitsgericht. Deze geeft antwoord op de vragen:

  • Wat is de functie van het gebied?

  • Wat is de uitstraling van het gebied?

  • En wat zijn de beheerkosten van het gebied?

Deze antwoorden samen geven de uitkomst of vergroening in de straat wel of niet mogelijk is.

 

Voorbeeld 1: aanvraag geveltuintje in een straat zonder groen.

 

Functie: Doodlopende straat biedt toegang tot woningen. Enkel gebruik door omwonende

 

Uitstraling: versteend gebied van gevel tot gevel geen groen aanwezig.

 

Beheer: nieuwe situatie wordt beheerder door de omwonende.

 

Uitkomst: groen licht voor de aanleg van geveltuintjes.

 

  • -

    Straat is geen doorgaande route en wordt alleen gebruikt door de aanwonende.

  • -

    Totaal geen groen in de straat en de straat kleurt rood op de hittestresskaart

    Brengt geen extra kosten met zich mee doordat de bewoners gaan onderhouden.

 

Voorbeeld 2: aanvraag geveltuintje in een straat met groen.

 

Functie: gebiedsontsluitingsweg druk gebruik door diverse gebruikers waaronder mindervalide. Onder het trottoir van 1,2 meter breed lopen de kabels en leidingen.

 

Uitstraling: Twee zijden bomen langs het trottoir asfalt rijbaan met op de kruisingen kleine plantvakken.

 

Beheer: Tuintjes komen in beheer van de gemeente

 

Uitkomst: Rood licht voor de aanleg van geveltuintjes.

 

  • -

    Straat is een doorgaande route met een ontsluitende functie.

  • -

    Trottoir heeft een breedte van 1,2meter en wordt gebruikt door mindervalide. Daarnaast lopen alle kabels en leidingen onder het trottoir.

  • -

    In de straat is groen aanwezig, zowel bomen als struiken. Straat kleurt geel op de hittestresskaart.

  • -

    Onderhoud is voor de gemeente en daarbij kostenverhogend.

7.5 Beheerconvenant Prachtlint

Prachtlint is een initiatief voor duurzaam groenbeheer. Onder regie van Stichting Blauwzaam hebben provincie, waterschap, Utrechts- en Zuid Hollands Landschap, gemeenten, Natuur en Vogelwacht, Den Hâneker, en andere partners hiervoor in 2019 een convenant gesloten.

 

Het doel is om in deze regio een ‘lint voor vlinders en bijen’ in te richten en uit te breiden, waarlangs het groen duurzaam ofwel ecologisch beheerd wordt.

 

Sommige vormen van duurzaam beheer zijn al rendabel of worden dat hopelijk. Dit beheer kan dan tot een verlaging van de bedrijfskosten leiden. De deelnemers zijn bereid om in deze zoektocht samen op te trekken en nieuwe mogelijkheden uit te proberen.

 

De idee achter het Prachtlint is dat mensen zelf bij kunnen dragen aan een natuurlijke leefomgeving. De streek wordt er mooier door het versterkt de biodiversiteit. Burgers, bedrijven, scholen, overheid en instellingen steken samen met elkaar de handen uit de mouwen wat de saamhorigheid en het trots zijn op de eigen streek versterkt.

Aldus besloten door de raad van Vijfheerenlanden in zijn openbare vergadering van 12 december 2023

de raadsgriffier

K.I. (Krista) Goossens

de voorzitter

S. (Sjors) Fröhlich

Bijlage I: Begrippenlijst

 

Beheer

De investeringen. Ofwel het herstellen of versterken van de kwaliteit van het groen, door grootschalige vervanging, bomenlaan restauratie, reconstructie of herinrichting.

Biodiversiteit

De soortenrijkdom én de bijbehorende habitatten (leefgebieden) die hier van nature thuishoren.

Bomen Effect Analyse

Ofwel BEA. Een standaard beoordeling van de gevolgen van voorgenomen activiteit voor een boom, op basis van landelijke richtlijnen van de Bomenstichting en het CROW.

Bomenplanner

De Bomenplanner is een werkwijze om bomen - als grootste en meest kwetsbare groenelementen - vanaf het begin bij het planproces te betrekken.

Fysieke leefomgeving

Het grondgebied van gemeente Vijfheerenlanden en alle natuurlijke en cultuurlijke elementen daarin, boven en onder het maaiveld.

Groene Kaart

Geometrisch informatieobject of topografische kaart met daarop aangegeven beschermde bomenzones, bomenstructuren en solitaire bomen of boomgroepen, met bijbehorend register.

Groene oase

Groene stapsteen.

Groene stapsteen

Aangewezen groene oase, onderdeel van de groenstructuur. Een afgebakend gebied met veel groen. Binnen de bebouwde kom zijn dit onder andere plantsoenen, boomweides, (pocket)parkjes, bosschages of begraafplaatsen. Buiten de bebouwde kom zijn dit bijvoorbeeld eendenkooien of grienden.

Groenindex

De hoeveelheid groene biomassa per oppervlak binnen de kom (groenmonitor van de Wageningen universiteit)

Groenstructuur

Robuust groen raamwerk, ofwel samenhangende netwerk van groengebieden (groene stapstenen ofwel groene oases) en de verbindingen (hoofd- en nevenstructuren langs wegen en watergangen) daartussen.

Hittestress

Het fenomeen dat stedelijk gebied op zonnige dagen sneller opwarmt dan het buitengebied, doordat asfalt, stoeptegels en bouwmaterialen meer hitte absorberen. Dit raakt met name kwetsbare groepen als ouderen, kinderen, hart- en longpatiënten.

Hoofdgroenstructuur

Groene hoofdverbindingen – met veelal gebiedseigen beplanting - tussen groengebieden (groene stapstenen ofwel groene oases) langs hoofdwegen of belangrijke watergangen. Buiten de bebouwde kom verbindt het groen bijvoorbeeld natuur (Natuur Netwerk Nederland) gebieden en dorpen met elkaar. Binnen de bebouwde kom is met name het groen langs hoofdontsluitingswegen, historische infrastructuur en grote watergangen bepalend voor de Hoofdgroenstructuur.

Invasieve exoten

Planten en dieren die van nature niet in Nederland voorkomen, die schadelijk kunnen zijn voor de natuur ofwel onze eigen gebiedseigen soorten in gevaar brengen. Soorten als Japanse duizendknoop en berenklauw zijn niet wenselijk en worden zoveel mogelijk geweerd en bestreden om vermeerdering te voorkomen.

Klimaatadaptatie

Voorbereiding op de risico's van het veranderende klimaat door de omgeving hierop aan te passen.

Klimaatbestendig

Beschermd tegen de effecten van klimaatverandering. Ofwel zodanig ingericht dat de effecten van de klimaatverandering opgevangen kunnen worden: extreme hitte in de zomer, of langdurige en hevige regen.

Klimaatrobuust

Klimaatbestendig.

Kwaliteitsgericht principe

Toetsing van de kwaliteit van groen op een locatie aan de hand van de drie factoren: uitstraling, functioneren en budget, die in onderlinge samenhang worden beoordeeld.

Natuurvolgend principe

Natuur en natuurlijke processen staan voorop bij bescherming, ontwerp en beheer en onderhoud van de groen in de openbare ruimte.

Nevengroenstructuur

Aanvullende groenverbindingen op de Hoofdgroenstructuur, onderdeel vormend van de groenstructuur binnen de bebouwde kom.

NP waarde

Nectar- en pollenwaarde. De nectar- en pollenwaarde geeft aan hoe populair de plant is bij de bijen. Het gaat niet langer alleen over kleur, bloeitijd en groeikracht, maar ook om herstel van de biodiversiteit.

Omgevingsgroen

Al het groen binnen de gemeentegrenzen dat geen onderdeel is van de groenstructuur van Vijfheerenlanden.

Onderhoud

De exploitatie. Ofwel de dagelijkse verzorging van groen en bomen, door snoei, maaien, groeiplaatsverbetering.

Piekbuien

Extreme regenval op een klein oppervlak, in een korte tijdsspanne, waardoor het rioleringssysteem overbelast kan raken en wateroverlast kan ontstaan.

Verbindend principe

Samenhangend- en een netwerk vormend groen, dat zorgt voor een ecologisch sterke en duurzame leefomgeving.

Waterbergend vermogen

Het vermogen van de bodem om het hemelwater op te slaan. Zo kan de bodem een wateroverschot aan water vasthouden en afgeven in tijden van droogte. Door hevige buien door de klimaatverandering wordt waterberging steeds meer van belang.

Waterinfiltratie

Het laten wegzakken van hemelwater in de bodem, waardoor we duurzamer en efficiënter omgaan met het water.

 

Bijlage II: Matrix effecten van maatregelen op de zes verschillende groene ambities

 

Een te treffen maatregel of uitvoeringsprogramma kan ten goede komen aan verschillende groene ambities van de gemeente Vijfheerenlanden. De maatregel om een boomspiegel te vervangen door een ruimer groenvak, versterkt de biodiversiteit en tegelijkertijd zorgt deze maatregel voor betere afwateringsmogelijkheden en minder hittestress. In de matrix hieronder is een aantal te treffen maatregelen weergegeven en daarnaast de mate waarin deze maatregel bijdraagt aan de verschillende thema’s, aan de hand van een ster-waardering:

 

Geen ✶

Geen of beperkt effect

Basisniveau effect

✶✶

Gemiddeld niveau effect

✶✶✶

Optimaal niveau effect

Onderstaande matrix is slechts bedoeld ter illustratie. Een dergelijke matrix maakt inzichtelijk wat de toegevoegde waarde van een bepaalde maatregel is. Andersom kan hiermee een gewogen keuze gemaakt worden voor de treffen maatregel als het belangrijkste thema voor een bepaalde buurt, wijk of project is vastgesteld.

 

Naar boven