Beleidsregel Bibob Leudal 2023

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal, ieder voor zover het hun bevoegdheden betreft;

Overwegende dat de Wet Bibob (Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) aan bestuursorganen een instrument biedt om zich te beschermen tegen misbruik van vergunningen, subsidies, overheidsopdrachten en vastgoedtransacties. Bij misbruik moet vooral gedacht worden aan het met behulp van deze beschikkingen en gunningen ontwikkelen van criminele activiteiten of het gebruik maken van uit criminele activiteiten verkregen voordelen. Toepassing van deze wet bevordert een integere besluitvorming.

Toepassing van dit instrument houdt in dat er een Bibob-toets wordt uitgevoerd. Kern van de Bibob-toets is het onderzoek naar betrokkene(n) en relevante Bibob-relaties van de betrokkene(n). Het gevolg kan zijn dat een vergunning of gunning dient te worden geweigerd.

De Wet Bibob geeft de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders hierbij eigen beleidsruimte bij de besluitvorming omtrent het toepassen van uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden.

Gelet op het bepaalde in de Wet Bibob en artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, alsook de relevante bepalingen in de Alcoholwet, de Wet op de kansspelen, de Winkeltijdenwet, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Huisvestingswet, de Algemene verordening Gemeente Leudal, de Algemene Subsidieverordening Leudal, de Aanbestedingswet 2012, de Omgevingswet en het Burgerlijk Wetboek.

Besluiten:

vast te stellen de “Beleidsregel Bibob Leudal 2023”.

Paragraaf 1 Algemeen

Artikel 1:1 Begripsomschrijvingen

• 1. De in deze beleidsregel gebruikte begrippen hebben dezelfde betekenis als zij hebben in de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, voor zover in deze beleidsregel niet anders is bepaald.

• 2. In deze beleidslijn wordt verstaan onder:

  • a. bestuursorgaan: de burgemeester onderscheidenlijk het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal;

  • b. Bibob-vragenformulier: een formulier gebaseerd op de regeling als bedoeld in artikel 7a, vijfde lid, van de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur;

  • c. bouwkosten: het bedrag zoals bedoeld in de gemeentelijke Legesverordening;

  • d. gemeente: het bestuursorgaan zoals bedoeld onder a dan wel de rechtspersoon met een overheidstaak gemeente Leudal;

  • e. RIEC: het Regionaal informatie- en expertisecentrum, het regionaal samenwerkingsverband zoals bedoeld in artikel 28, tweede lid onder d van de wet;

  • f. Wabo: de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;

  • g. w et: de Wet Bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (de Wet Bibob).

Paragraaf 2 Beschikkingen

Artikel 2:1 Nieuwe beschikkingen

• 1. Uitvoering van het eigen onderzoek vindt plaats bij elke aanvraag voor een beschikking als bedoeld in:

  • a. artikel 3 Alcoholwet, in zoverre het niet een paracommerciële rechtspersoon betreft (Alcoholwetvergunning, niet paracommercieel);

  • b. artikel 2.5.1.2 Algemene verordening gemeente Leudal (gebouw, gebied, bedrijfsmatige activiteit waar leefbaarheid of de openbare orde en veiligheid onder druk staat)

  • c. artikel 2.5.3.1 Algemene verordening gemeente Leudal (openbare inrichting);

  • d. artikel 2.5.7.1 Algemene verordening gemeente Leudal (seksinrichting, escortbedrijf);

  • e. artikel 2.5.6.2 Algemene verordening gemeente Leudal (speelgelegenheid);

  • f. artikel 30b Wet op de Kansspelen (nieuwe aanvraag kansspelautomatenvergunning);

  • g. artikel 2.5.2.1 Algemene verordening gemeente Leudal, voor zover de aanvraag betrekking heeft op een vechtsportevenement (evenementenvergunning vechtsportwedstrijd- of gala);

  • h. artikel 2.13.2 Algemene verordening gemeente Leudal (ontheffing sluitingstijden winkels);

  • i. de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a Wabo (omgevingsvergunning bouwactiviteit), voor zover de bouwkosten meer bedragen dan € 750.000,-.

• 2. Uitvoering van het eigen onderzoek vindt bij een aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a Wabo (omgevingsvergunning bouwactiviteit) plaats als zij vallen onder één van de bij deze beleidsregel behorende Bijlage 1 genoemde risicocategorieën, voor zover de bouwkosten meer bedragen dan € 100.000,-.

• 3. Uitvoering van het eigen onderzoek vindt bij onderstaande aanvragen voor een beschikking plaats als zij vallen onder één van de bij deze beleidsregel behorende Bijlage 1 genoemde risicocategorieën:

  • a. de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1 eerste lid, aanhef en onder e van de Wabo voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet, (omgevingsvergunning inrichtingen Wet Milieubeheer);

  • b. de aanvraag als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i van de Wabo, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald, dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden bedoeld in artikel 3 van de wet kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets).

• 4. Uitvoering van het eigen onderzoek vindt plaats bij overige aanvragen om een beschikking naar aanleiding van:

  • a. eigen ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het RIEC, of;

  • b. een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de wet, of

  • c. een tip van het openbaar ministerie of van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoel in artikel 26 van de wet.

  Daarnaast zal een eigen onderzoek plaatsvinden als bij navraag (artikel 11a van de wet) door de gemeente bij het LBB (Bibob-register) blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen vijf jaar advies is uitgebracht, een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het LBB of door een ander bestuursorgaan een beschikking is geweigerd.

• 5. Uitvoering van het eigen onderzoek blijft in beginsel achterwege in het geval een aanvraag afkomstig is van overheidsinstanties, semi-overheidsinstanties of woning(bouw)corporaties die op grond van de Woningwet zijn aangewezen als toegelaten instellingen voor de volkshuisvesting, behalve als daartoe aanleiding bestaat.

Artikel 2:2 Verleende beschikkingen

De gemeente kan een eigen onderzoek starten bij verleende beschikkingen indien:

• a. de verleende beschikking betrekking heeft op een activiteit, die op basis van een daartoe genomen besluit van de gemeente na de verlening van de beschikking, in Bijlage 1 is aangewezen als een risicocategorie.

• b. vanuit eigen informatie dan wel vanuit informatie van een of meerdere partners binnen het RIEC, er aanwijzingen zijn dat er mogelijk sprake is van ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

• c. informatie als bedoeld in artikel 11 en/of artikel 26 van de wet vanuit het Landelijk Bureau Bibob en/of OM is verkregen, die duidt op een mogelijk ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.

• d. bekend wordt, dat ten aanzien van een betrokkene in een andere gemeente op grond van de Wet Bibob een ernstig gevaar is geconstateerd en aan betrokkene alhier een soortgelijke beschikking is verstrekt.

Artikel 2:3 Subsidies

De gemeente kan een eigen onderzoek starten met betrekking tot een aanvraag om een subsidie dan wel een reeds verleende subsidie.

• 1. Een eigen onderzoek vindt plaats als de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd valt onder één of meer van de in de Bijlage 1 genoemde risicocategorieën.

• 2. Een eigen onderzoek kan bij overige aanvragen om een beschikking plaatsvinden naar aanleiding van:

  • a. eigen ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het RIEC, of;

  • b. een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de wet, of

  • c. een tip van het openbaar ministerie of van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoel in artikel 26 van de wet.

Daarnaast zal een eigen onderzoek plaatsvinden als bij navraag (artikel 11a van de wet) door de gemeente bij het LBB (Bibob-register) blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen vijf jaar advies is uitgebracht, een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het LBB of door een ander bestuursorgaan een beschikking is geweigerd.

Artikel 2:4 Niet volledig invullen Bibob-vragenformulieren

• 1. Indien de Bibob-vragenformulieren niet volledig ingevuld worden geretourneerd, zullen bij aanvragen om een beschikking de daartoe gestelde regels van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toegepast worden. Bij volharding zal de aanvraag buiten behandeling worden gesteld ingevolge artikel 4:5 Awb. Indien voor het bij volharding niet verstrekken van alle gevraagde gegevens door de betrokkene geen duidelijke reden wordt gegeven, vermeldt de gemeente de gegevens van de betrokkene in het Bibob-register. Dit register wordt beheerd door het Landelijk Bureau Bibob. Deze informatie kan door het Landelijk Bureau Bibob worden verstrekt aan andere bestuursorganen op grond van artikel 11a van de wet.

• 2. Bij verleende beschikkingen zal een weigering op grond van artikel 4, eerste lid van de wet worden beschouwd als een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet. De verstrekte vergunning kan als gevolg daarvan worden ingetrokken.

Paragraaf 3 Privaatrechtelijke rechtshandelingen

Artikel 3:1 Vastgoedtransacties

• 1. De gemeente kan de wet toepassen bij vastgoedtransacties waarbij de gemeente partij is. Bij de start van onderhandelingen daartoe, zal de gemeente Leudal de wederpartij ervan in kennis stellen dat een eigen onderzoek deel kan uitmaken van de procedure.

• 2. Het eigen onderzoek wordt in beginsel beperkt tot de gevallen waarin:

  • • a. behorend tot een als zodanig door de gemeente benoemde risicocategorie zoals benoemd in Bijlage 1;

    • hoge mate van financiële complexiteit;

    • hoge mate van complexiteit met betrekking tot de bedrijfsstructuur;

    • exceptioneel financieel risico voor de gemeente;

    de vastgoedtransactie één of meerdere van onderstaande kenmerken heeft:

  • b. er vragen ontstaan of bestaan over:

    • de integriteit van de betrokkene;

    • zijn potentiële, huidige of voormalige zakelijke relaties als bedoeld in artikel 3, vierde lid, van de Wet Bibob;

    • over de organisatiestructuur;

    • de wijze van financiering van de vastgoedtransactie;

• 3. Een eigen onderzoek kan bij overige aanvragen om een beschikking plaatsvinden naar aanleiding van:

  • a. eigen ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het RIEC, of;

  • b. een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de wet, of

  • c. een tip van het openbaar ministerie of van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoel in artikel 26 van de wet.

  Daarnaast zal een eigen onderzoek plaatsvinden als bij navraag (artikel 11a van de wet) door de gemeente bij het LBB (Bibob-register) blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen vijf jaar advies is uitgebracht, een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het LBB of door een ander bestuursorgaan een beschikking is geweigerd.

Artikel 3:2 Overheidsopdrachten

• 1. De gemeente kan de wet toepassen bij overheidsopdrachten zoals bedoeld in de Aanbestedingswet 2012.

• 2. In aanbestedingsdocumenten zal worden opgenomen dat inschrijvende partijen er rekening mee moeten houden dat de gemeente, alvorens tot gunning over te gaan, een eigen onderzoek kan starten, dan wel advies kan inwinnen als bedoeld in artikel 9, tweede lid van de wet.

• 3. Een eigen onderzoek kan bij overige aanvragen om een beschikking plaatsvinden naar aanleiding van:

  • a. eigen ambtelijke informatie en/of informatie afkomstig van een van de partners uit het RIEC, of;

  • b. een tip van het Landelijk Bureau Bibob als bedoeld in artikel 11 van de wet, of

  • c. een tip van het openbaar ministerie of van een ander bestuursorgaan dat of een rechtspersoon met een overheidstaak die bevoegd is tot toepassing van deze wet, als bedoel in artikel 26 van de wet.

Daarnaast zal een eigen onderzoek plaatsvinden als bij navraag (artikel 11a van de wet) door de gemeente bij het LBB (Bibob-register) blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking, in de afgelopen vijf jaar advies is uitgebracht, een adviesaanvraag in behandeling is genomen bij het LBB of door een ander bestuursorgaan een beschikking is geweigerd.

Paragraaf 4 Slotbepalingen

Artikel 4:1 Intrekking

De “Bibob-beleidslijn gemeente Leudal”, vastgesteld op 21 augustus 2018 wordt ingetrokken.

Artikel 4:2 Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 15 maart 2023.

Artikel 4:3 Citeertitel

Deze beleidsregel wordt aangehaald als “Beleidsregel Bibob Leudal 2023”.

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leudal in zijn vergadering van 28 februari 2023.

BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN LEUDAL,

De secretaris, De burgemeester,

mr. drs. J.J.Th.L. Geraedts D.H. Schmalschläger

Aldus besloten door de burgemeester van de gemeente Leudal op 28 februari 2023

DE BURGEMEESTER VAN LEUDAL,

D.H. Schmalschläger

Bijlage 1 Risicocategorieën

Risicocategorieën waarbij de gemeente Leudal in de regel een eigen onderzoek uitvoert:

• horecabedrijven, met inbegrip van hotels, pensions, restaurants, cafés, shisha-lounges en coffeeshops;

• kamerverhuur;

• smartshops, headshops, belwinkels;

• prostitutie- en seksbedrijven, escortbedrijven, seksbioscopen, erotische massagesalons, sekswinkels;

• speelautomatenhallen, gamecenters;

• afvalbewerkings- en -verwerkingsbedrijven, sloopbedrijven, autodemontagebedrijven;

• autohandel (verkoop en verhuur);

• vuurwerkbranche;

• mestverwerkingsbedrijven;

• bedrijfsmatige paardenhouderijen, paardenopfokbedrijven, maneges met meer dan 30 aanwezige paarden;

• schoonheids-, wellness- en/of sportcentra;

• kappers, barbershops;

• zorgbureaus/ zorgaanbieders (incl. aanbieden zorgwoningen);

• recreatiebedrijven en jachthavens;

• aankoop en verkoop van gemeentelijk vastgoed, waarbij sprake is van een minimale koopsom van € 750.000,-.