Verordening tot 10e wijziging Algemene Plaatselijke Verordening Schouwen-Duiveland 2015

De raad van de gemeente Schouwen-Duiveland;

 

gelezen het voorstel van college van burgemeester en wethouders van 17 januari 2023;

 

overwegende dat het wenselijk is de Algemene plaatselijke verordening Schouwen-Duiveland 2015 op enkele punten aan te passen;

 

gelet op artikel 149 Gemeentewet;

 

BESLUIT:

 

vast te stellen de "Verordening tot 10e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2015".

 

Artikel I Wijziging Verordening

 

De Algemene plaatselijke verordening Schouwen-Duiveland 2015 wordt als volgt gewijzigd:

 

A

 

Artikel 2:79, eerste lid komt te luiden:

 

1. Degene die een woning of een bij die woning behorend erf gebruikt of tegen betaling in gebruik geeft, draagt er zorg voor dat door gedragingen in of vanuit die woning of dat erf of in de onmiddellijke nabijheid van die woning of dat erf geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt.

 

B

 

Artikel 5:10 vervalt.

 

C

 

In artikel 5:12, eerste lid, wordt ‘opheffing’ vervangen door ‘beëindiging’.

 

Artikel II Inwerkingtreding

 

Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.

 

Artikel III Citeertitel

 

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening tot 10e wijziging van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Schouwen-Duiveland 2015”.

 

Vastgesteld door de raad van de gemeente Schouwen-Duiveland in zijn openbare vergadering van 16 februari 2023.

De griffier, De voorzitter.

Toelichting

Artikelsgewijs

 

Artikel I, onderdeel A

 

In artikel 2:79 van de APV is een zorgplicht opgenomen voor gebruikers en verhuurders van woningen om geen ernstige en herhaaldelijke hinder voor omwonenden te veroorzaken. De burgemeester kan op grond hiervan gedragsaanwijzingen geven aan overlastgevers in zowel huur- als koopwoningen en aan verhuurders. Tot 1 januari 2021 was de gedragsaanwijzing aan verhuurders alleen mogelijk als de persoon die overlast gaf niet als ingezetene in de desbetreffende gemeente stond ingeschreven. Met de inwerkingtreding van de Wet toeristische verhuur van woonruimte (Stb. 2020, 460) op 1 januari 2021 is die beperking vervallen. In verband hiermee is artikel 2:79 aangepast. Om woonoverlast beter tegen te gaan, geldt de zorgplicht voortaan in alle gevallen voor verhuurders van woonruimten. Dat betekent dat verhuurders zorgdragen dat de woningen die zij verhuren geen ernstige en herhaaldelijke hinder veroorzaken. Als de verhuurder zich niet of op een verkeerde manier inzet tegen ernstige en herhaaldelijke hinder, kan de burgemeester direct een verhuurder aanspreken en hoeft de burgemeester daarvoor niet eerst de huurder te hebben aangesproken. Dit is wenselijk wanneer verschillende huurders van dezelfde verhuurder hinder hebben veroorzaakt. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn in panden waar meerdere huurders wonen of waar huurders snel wisselen. De burgemeester kan dan dus – als ultimum remedium – direct aan een verhuurder een last onder bestuursdwang of dwangsom opleggen.

 

Artikel I, onderdeel B

 

Artikel 5:10 van de Model-APV over het verbod om te parkeren anders dan op de rijbaan (‘bermparkeren’) vervalt. Zowel het Parket Centrale Verwerking Openbaar Ministerie (CVOM) als het ministerie van Verkeer en Waterstaat vinden dat de bepaling in strijd is met hogere regelgeving, namelijk artikel 10 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 (RVV 1990). In verband hiermee is feitelijke handhaving/strafbaarstelling onmogelijk en is de bepaling een dode letter en kan deze dus vervallen.

 

Artikel I, onderdeel C

 

In artikel 5:12, eerste lid, vervangen we ‘opheffing van overlast’ door ‘beëindiging van overlast’.

 

Naar boven