Besluit tot Wijziging Beleidsregel ZandvoortPas 2019

Burgemeester en wethouders van de gemeente Zandvoort

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede artikel 35 Participatiewet;

 

besluiten:

vast te stellen de Wijziging Beleidsregel ZandvoortPas 2019

Artikel I

De Beleidsregel ZandvoortPas 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 2 lid 3 komt te luiden als volgt:

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid bestaat geen recht op de ZandvoortPas indien belanghebbende uit Rijkskas bekostigd onderwijs volgt en in verband daarmee aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, tenzij belanghebbende de zorg draagt over een ten laste komend kind.

B.

Aan artikel 7 wordt een vijfde lid toegevoegd, dat komt te luiden als volgt:

  • 5.

    Voor AOW-gerechtigden geldt een verhoogde vrijlating van € 5.000 per persoon in aanvulling op de vermogensvrijlating zoals genoemd in het eerste lid.

C.

Aan artikel 8 wordt een vijfde lid toegevoegd, dat komt te luiden als volgt:

  • 5.

    De ZandvoortPas kan worden ingetrokken gedurende het kalenderjaar indien blijkt dat deze ZandvoortPas onterecht is verstrekt, en dit belanghebbende te verwijten valt.

D.

Voor de bestaande tekst van artikel 9 wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

Het eerste lid komt te luiden:

  • 1.

    Voor het eerste jaar, waarin het recht op de ZandvoortPas wordt beoordeeld, vindt een volledige toetsing plaats van het inkomen en vermogen van belanghebbende, zoals opgenomen in hoofdstuk 2 van deze beleidsregel.

E.

Aan artikel 9 wordt een tweede lid toegevoegd luidende als volgt:

  • 2.

    Elke vijf jaar vindt er een volledige toetsing plaats van alle belanghebbenden die op dat moment een ZandvoortPas verstrekt krijgen en het aansluitende jaar ook een ZandvoortPas zullen ontvangen.

F.

Artikel 10, eerste lid komt te luiden als volgt:

  • 1.

    In de overige aaneengesloten kalenderjaren waarin belanghebbende de ZandvoortPas verstrekt krijgt, vindt een verkorte toetsing op het inkomen plaats.

G.

Artikel 10, tweede lid komt te luiden als volgt:

  • 2.

    Indien in de overige aaneengesloten kalenderjaren bedoeld in het eerste lid, het inkomen lager is dan de genoemde inkomensgrens ex artikel 5 van deze beleidsregel, wordt verondersteld dat het vermogen beneden de grens ex art 3 van deze beleidsregel ligt.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Artikel III

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging Beleidsregel ZandvoortPas 2019 gemeente Zandvoort.

Aldus besloten te Zandvoort op 21 februari 2023,

de secretaris,

M.Pippel

de burgemeester,

D. Moolenburgh

TOELICHTING Wijzigingsbesluit Wijziging Beleidsregel ZandvoortPas 2019, wijzigingen in de (artikelsgewijze) toelichting

Wijziging van de toelichting bij de Artikelen 3-5:

Artikel 3-5

 

Het college neemt voor de vaststelling van iemands inkomen (geheel of gedeeltelijk) in beschouwing:

  • 1.

    het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de hieronder genoemde normentabel;

  • 2.

    het in aanmerking te nemen vermogen;

De inkomenspositie en de vermogenspositie zijn bepalend voor de vaststelling of de betrokkene tot de minima behoort. Voor de bepaling wat als een minimuminkomen wordt aangemerkt, wordt voor de minimaregelingen aansluiting gezocht bij de middelentoets van de Participatiewet. Het betreft hier de artikelen 31, 32, 33 en 34 van de Participatiewet.

 

Inkomensgrens en normentabel:

Voor het vaststellen van de bijstandsnorm maakt het college gebruik van een normentabel, hierbij wordt aangesloten bij artikel 4 van de wet. De inkomenstabel staat gepubliceerd op de website van de gemeente. Dit maakt de inkomensgrenzen overzichtelijk voor de burger en makkelijk uit te voeren. De kostendelersnorm heeft bij een minimatabel ook geen invloed op het recht op minimaregelingen en bijzondere bijstand.

 

Wijziging van de toelichting bij Artikel 7:

Artikel 7

Voor het vermogen wordt in afwijking van de wet bij de bepaling ervan het vermogen verbonden in een door belanghebbende zelf bewoonde woning, niet meegewogen. Het vermogen dat is verbonden in de woning is vaak niet direct beschikbaar en aan het beschikbaar maken van het vermogen zijn vaak hogere kosten verbonden dan de voorzieningen van het minimabeleid.

Voor de bepaling van het vermogen wordt daarom alleen uitgegaan van het voor belanghebbende feitelijk beschikbare vermogen zoals bankrekeningen of contanten of bezittingen zoals een auto.

Anderhalf keer de toepasselijke norm op bank- en spaarrekeningen wordt beschouwd als leefgeld van de komende of lopende maand.

Voor AOW-gerechtigden geldt een extra vrijlating van vermogen van € 5.000 per persoon. Hiervoor zijn meerdere reden. Van deze doelgroep is het niet aannemelijk dat zij nog in staat zijn extra vermogen te verwerven aangezien zij gezien hun leeftijd over het algemeen niet langer inkomen met werk verwerven. Daarnaast is bij deze doelgroep sneller sprake van extra zorgkosten en wordt er vaak geld opzij gezet voor begrafeniskosten.

 

Wijziging van de toelichting bij Artikel 8:

Artikel 8

De ZandvoortPas blijft gedurende het hele kalenderjaar geldig. Ook wanneer het inkomen in dat kalenderjaar stijgt. Zodat wanneer iemand vanuit een bijstandsuitkering gaat werken niet direct de voordelen van de ZandvoortPas vervallen. Wanneer iemand verhuist buiten Zandvoort vervalt wel het recht op de minimaregelingen en bijzondere bijstand in Zandvoort.

 

De ZandvoortPas fungeert als toetsingsinstrument bij de aanvragen voor de overige minimaregelingen en het grootste deel van de bijzondere bijstand.

Uitzondering hierop zijn:

  • de aanvragen bijzondere bijstand Woonkostentoeslag, hier geldt dat het inkomen boven 100% als draagkracht wordt aangemerkt;

  • de aanvragen bijzondere bijstand voor de incidenteel voorkomende algemene noodzakelijke kosten van het bestaan, voor deze kosten dient de klant zelf te reserveren;

  • de aanvragen individuele inkomenstoeslag, is beschikbaar voor belanghebbenden die minimaal 36 maanden (de zogenaamde referteperiode) een inkomen hebben tot 115%. De ZandvoortPas geldt alleen als toetsingsinstrument wanneer belanghebbende gedurende de gehele referteperiode over een ZandvoortPas beschikt,

  • voor de aanvragen bijzondere bijstand voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen, verhuis- en inrichtingskosten, beschermingsbewind, curatele of mentorschap dient, vanwege de aard van die bijzondere bijstand, een zwaardere toetsing plaats te vinden.

De ZandvoortPas kan alleen worden ingetrokken wanneer de toekenning van de ZandvoortPas op onjuiste informatie gebaseerd is. Zo wordt bijvoorbeeld de ZandvoortPas ambtshalve verstrekt aan belanghebbenden die een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangen. Indien het recht op uitkering wordt ingetrokken bijvoorbeeld wegens het schenden van de inlichtingenplicht vervalt daarmee de grondslag onder de verstrekking van de ZandvoortPas, en kan het recht op de ZandvoortPas worden ingetrokken. Dit voorkomt dat de ZandvoortPas alsnog kan worden ingezet als verificatiemiddel voor het minimabeleid en de bijzondere bijstand zoals genoemd in artikel 8, derde lid van deze beleidsregel.

 

Wijziging van de toelichting bij de Artikelen 9 en 10

Artikel 9 – 10

Het eerste jaar dat iemand een ZandvoortPas aanvraagt wordt het inkomen en vermogen volledig getoetst. Vier aaneengesloten kalenderjaren vindt een verkorte toetsing op het inkomen plaats van alle ZandvoortPashouders waarbij het inkomen wordt getoetst. In die vier jaar wordt aangenomen dat er geen vermogenswijzigingen zijn. Het vijfde jaar vindt een volledige toets plaats van alle ZandvoortPashouders die niet in aanmerking komen voor de ambtshalve toekenning. In individuele situaties kan het dus voorkomen dat een volledige toetsing zich eerder voordoet dan pas in het vijfde jaar.

 

Wijziging van de toelichting bij Artikel 11:

Artikel 11

Uit een oogpunt van doelmatigheid en klantgerichtheid is het zinvol om de ZandvoortPas ambtshalve te verlenen indien de gegevens, inzake de onder Hoofdstuk 2 gestelde voorwaarden, bij ons bekend zijn. Elk jaar in het vierde kwartaal wordt beoordeeld welke ZandvoortPashouder recht heeft op ambtshalve verlening volgens artikel 11 van deze beleidsregel. Alle overige ZandvoortPashouders ontvangen een aanvraagformulier voor de ZandvoortPas voor het volgende kalenderjaar.

Met een uitkering op grond van de Participatiewet wordt gelijkgesteld verstrekte minimaregelingen en bijzondere bijstand, waarbij is vastgesteld dat het inkomen onder de grens blijft zoals genoemd in artikel 6 van deze beleidsregels.

Naar boven