Gemeenteblad van Buren
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Buren | Gemeenteblad 2023, 86702 | beleidsregel |
Zoals bouwplannen en verkeersmaatregelen.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Buren | Gemeenteblad 2023, 86702 | beleidsregel |
Beleidsregels bestemmingsplanafwijkingen
Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd
artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht
Vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van Buren op 21 februari 2023
Toelichting beleidsregels bestemmingsplanafwijkingen
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) geeft de mogelijkheid om in bepaalde gevallen van een bestemmingsplan af te wijken. Daarvoor is altijd een omgevingsvergunning met de activiteit “Handelen in strijd met het bestemmingsplan” vereist.
Er bestaat een onderscheid tussen binnenplanse en buitenplanse afwijkingsmogelijkheden. De binnenplanse afwijkingen zijn in het bestemmingsplan vastgelegd. Bij buitenplans afwijken bestaat een verschil tussen het volgen van de reguliere of de uitgebreide voorbereidingsprocedure.
In het Besluit omgevingsrecht (Bor) is vastgelegd wanneer met een omgevingsvergunning afgeweken kan worden binnen de reguliere procedure. De uitgebreide procedure kan in andere gevallen worden gevolgd waarbij een goede ruimtelijke onderbouwing en een verklaring van geen bedenkingen van de raad is vereist. De verklaring is niet nodig voor bepaalde aangewezen categorieën. Zie hiervoor de Beleidsregel categorieën van gevallen. https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR109057
Het college van B&W kan beleidsregels vaststellen waarin zij vastlegt in welke gevallen en onder welke voorwaarden afgeweken wordt van het bestemmingsplan. In deze beleidsregel wordt dit vastgelegd voor de buitenplanse afwijkingen waarvoor de reguliere procedure voor de omgevingsvergunning van toepassing is (artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 2 Wabo). Het gaat om de zogenaamde kruimelgevallen. In bijlage II, hoofdstuk IV, artikel 4 van het Besluit omgevingsrecht (hierna: Bor) is vastgelegd in welke gevallen afgeweken kan worden.
De bedoeling van de gemeente is de afwijkingsmogelijkheden die deze beleidsregels bieden zoveel mogelijk rechtstreeks in bestemmingsplannen op te nemen. Bij de actualisatie van een bestemmingplan worden deze beleidsregels verwerkt in de regels.
De opzet van de beleidsregels bestemmingsplanafwijkingen is gebaseerd op bijlage 2, hoofdstuk IV, artikel 4 Bor. Voor alle onderdelen van dit artikel zijn beleidsregels opgenomen.
Het doel van de beleidsregels is:
De beleidsregel bestemmingsplanafwijkingen is een toetsingskader waarvan het college van B&W gebruik kan maken. Het is geen verplichting, maar een bevoegdheid.
Toelichting op de beleidsregels
De beleidsregel omvatten algemene en specifieke afwegingscriteria. De algemene criteria zijn van toepassing op alle specifieke afwegingscriteria. Het gaat om de wijze van meten en een aantal algemene voorwaarden.
Hierna volgen onderdelen 1 tot en met 11, die per onderwerp voorwaarden weergeven.
Bij elk artikel is vetgedrukt de tekst uit Bijlage II, artikel 4 van het Bor weergegeven, zodat duidelijk is op welke wettelijke bepaling de beleidsregel van toepassing is.
Onderdeel 1 gaat over bijbehorende bouwwerken en is onderverdeeld in twee delen: voorwaarden voor bijbehorende bouwwerken binnen de bebouwde kom en voorwaarden voor buiten de bebouwde kom. Er worden beperkingen gesteld aan de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken. Tevens worden voor overkappingen en erkers specifieke regels gesteld.
Onderdeel 2 gaat over gebouwen voor infrastructurele of openbare voorzieningen. Hiervoor kunnen de mogelijkheden uit het Bor volledig worden benut mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld.
Onderdeel 3 gaat over bouwwerken, geen gebouw zijnde. Naast algemene beleidsregels over hoogte en oppervlakte worden specifieke regels gesteld over erfafscheidingen.
Onderdeel 4 gaat onder meer over dakterras, balkon, dakkapel en dakopbouw. Voorwaarde is dat de inhoud van een gebouw die volgens het bestemmingsplan is toegestaan niet mag worden overschreden.
Onderdeel 5 gaat over antennemasten. Hier wordt verwezen naar het beleid voor antennemasten van de gemeente Buren.
Onderdeel 6 gaat over een installatie bij een glastuinbouwbedrijf voor warmtekrachtkoppeling. Per aanvraag wordt een afweging gemaakt op basis van de algemene criteria en relevante beleidskaders.
Onderdeel 7 gaat over mestverwerking voor opwekking van energie. Per aanvraag wordt een afweging gemaakt op basis van de algemene criteria en relevante beleidskaders.
Onderdeel 8 gaat over beperkte herinrichting van openbaar gebied. Per aanvraag wordt een afweging gemaakt op basis van de algemene criteria en relevante beleidskaders.
Onderdeel 9 gaat over wijziging van gebruik van bouwwerken al dan niet in samenhang met verbouwing. Voor bed & breakfast, aan huis gebonden beroep of bedrijf, huisvesting arbeidsmigranten en huisvesting in verband met pre-mantelzorg zijn specifieke beleidsregels opgesteld. In de bijlage staat een uitgebreide toelichting op de afwijkingsbepalingen voor huisvesting voor pre-mantelzorg. Voor overige wijzigingen gelden een aantal algemene beleidsregels.
Onderdeel 10 gaat over permanente bewoning van recreatieverblijven. Een omgevingsvergunning wordt verleend als aan de wettelijke voorwaarden wordt voldaan.
Onderdeel 11 gaat over tijdelijke vergunningen. De tijdelijkheid moet altijd aangetoond worden. Voor evenementen, tijdelijke woonunits en huisvesting in verband met pre-mantelzorg zijn specifieke beleidsregels opgesteld. In de bijlage staat een uitgebreide toelichting op de afwijkingsbepalingen voor pre-mantelzorg.
Na de onderdelen 1 t/m 11 volgt een hardheidsclausule om in uitzonderingsgevallen af te wijken van de beleidsregels.
De beleidsregels worden bekendgemaakt en treden in werking de dag na bekendmaking.
De onderstaande tabel geeft een indruk hoe de beleidsregel geplaatst moet worden in de wetgeving. Deze beleidsregel heeft betrekking op het ruimtelijk instrument de ‘’buitenplanse afwijking’’ (nummer 5 in de tabel).
Overzicht hoe beleidsregel geplaatst moet worden in de wetgeving
Ruimtelijk instrument ---> Artikel en wet
Beleidsregels bestemmingsplanafwijkingen
Begripsbepalingen en wijze van meten
Voor de overige begripsbepalingen en de wijze van meten is het bestemmingsplan van toepassing dat geldt voor de locatie waarvoor de omgevingsvergunning wordt aangevraagd.
In artikel 2.12, lid 1 van de Wabo wordt bepaald dat er alleen een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 lid 1 onder c (strijdig gebruik) kan worden verleend als dit niet in strijd is met ’een goede ruimtelijke ordening’. Om die reden wordt aan een buitenplanse afwijking als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, sub a, onder 2° van de Wabo alleen toepassing gegeven onder de volgende voorwaarden:
Beleidsregels per artikellid (Bor, bijlage II, artikel 4, onder 1 t/m 11)
Voor een bijbehorend bouwwerk geldt, bij de verlening van een vergunning, dat:
Voor een gebouw ten behoeve van een infrastructurele of openbare voorziening geldt, bij de verlening van een vergunning, dat er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het straat- en bebouwingsbeeld.
Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde geldt, bij de verlening van een vergunning, dat:
Voor erf- en terreinafscheidingen geldt, bij de verlening van een vergunning, dat:
Bij vergunningverlening geldt dat een positief advies van de gemeentelijk stedenbouwkundige of een andere onafhankelijke stedenbouwkundige vereist is.
Voor een antenne-installatie (GSM en UMTS) geldt dat voldaan wordt aan het ‘Beleidskader Antennemasten’, met dien verstande dat de hoogte niet meer dan 40 meter bedraagt.
http://decentrale.regelgeving.overheid.nl/cvdr/xhtmloutput/Actueel/Buren/CVDR78279.html
Per aanvraag zal een afweging worden gemaakt.
een installatie bij een agrarisch bedrijf waarmee duurzame energie wordt geproduceerd door het bewerken van uitwerpselen van dieren tot krachtens artikel 5, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet aangewezen eindproducten van een krachtens dat artikellid omschreven bewerkingsprocedé dat ziet op het vergisten van ten minste 50 gewichtsprocenten uitwerpselen van dieren met in de omschrijving van dat procedé genoemde nevenbestanddelen;
Per aanvraag zal een afweging worden gemaakt.
Per aanvraag zal een afweging worden gemaakt.
het gebruiken van bouwwerken, eventueel in samenhang met bouwactiviteiten die de bebouwde oppervlakte of het bouwvolume niet vergroten, en van bij die bouwwerken aansluitend terrein, mits, voor zover gelegen buiten de bebouwde kom, het uitsluitend betreft een logiesfunctie voor werknemers of de opvang van asielzoekers of andere categorieën vreemdelingen;
Voor een gebruik als woning geldt, bij de verlening van een vergunning, dat het verzoek moet passen binnen het gemeentelijk Woningprogramma 2020-2030.
Voor Bed & breakfast geldt, bij de verlening van een vergunning, dat:
Voor aan huis verbonden beroep of bedrijf geldt, bij de verlening van een vergunning, dat:
Voor huisvesting van arbeidsmigranten, geldt bij verlening van een vergunning, dat:
Voor huisvesting in verband met pre-mantelzorg geldt, bij de verlening van een vergunning, dat:
Voor overige gevallen, geldt, bij de verlening van een vergunning, dat:
het gebruiken van een recreatiewoning voor bewoning, mits wordt voldaan aan de volgende eisen:
a) de recreatiewoning voldoet aan de bij of krachtens de Woningwet aan een bestaande woning gestelde eisen;
b) de bewoning niet in strijd is met de bij of krachtens de Wet milieubeheer, de Wet geluidhinder, de Wet ammoniak en veehouderij en de Wet geurhinder en veehouderij gestelde regels of de Reconstructiewet concentratiegebieden,
c) de bewoner op 31 oktober 2003 de recreatiewoning als woning in gebruik had en deze sedertdien onafgebroken bewoont, en
Per aanvraag zal een afweging worden gemaakt.
Het dient bij het verlenen van de vergunning aannemelijk te zijn dat de activiteit na de in de vergunning gestelde termijn daadwerkelijk kan en zal worden beëindigd. Daarvoor is relevant dat het feitelijk mogelijk is dat de activiteit zonder onomkeerbare gevolgen kan worden beëindigd.
Voor gebruik van gebouwen en gronden voor evenementen geldt, bij de verlening van een vergunning, dat:
Voor een tijdelijke vervangende woonunit voor maximaal 2 jaar bij nieuwbouw of verbouw geldt bij de verlening van een vergunning, dat:
Voor huisvesting in verband met pre-mantelzorg geldt, bij de verlening van een vergunning, dat:
Het college van B&W is bevoegd om gemotiveerd af te wijken van deze beleidsregel,
wanneer deze voor één of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die vanwege
bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregels te
dienen doelen (artikel 4:84 Awb).
Een beroep kan alleen gedaan worden op de hardheidsclausule indien:
Met betrekking tot deze beleidsregel is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Artikel 8.2 van deze wet geeft aan dat geen beroep kan worden ingesteld tegen onder meer een beleidsregel. De beleidsregel is gepubliceerd op ww.overheid.nl.
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: “Beleidsregel bestemmingsplanafwijkingen 2023’’.
De beleidsregel “Bestemmingsplanafwijkingen oktober 2021” wordt ingetrokken.
Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na publicatie.
Bijlage toelichting beleidsregels pre-mantelzorgwoningen
In het Besluit omgevingsrecht is voorzien in een regeling voor het bieden van mantelzorg in of bij een woning. Mantelzorg in de zin van het Besluit omgevingsrecht wordt gedefinieerd als:
Er bestaat behoefte om naast het bieden van mantelzorg ook te voorzien in een regeling voor pre-mantelzorg. Pre-mantelzorg is de fase die vooraf gaat aan en vooruit loopt op de mantelzorg zoals bedoeld in het Besluit omgevingsrecht.
De beleidsregel heeft betrekking op de onderdelen 9 en 11 van artikel 4 van bijlage II Bor. Onderdeel 9 biedt de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor huisvesting in verband met pre-mantelzorg binnen de bebouwde kom en onderdeel 11 biedt de mogelijkheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor huisvesting in verband met pre-mantelzorg woning buiten de bebouwde kom, inclusief de plaatsing van een verplaatsbare woning voor pre-mantelzorg.
In onderdeel 9 van artikel 4 van bijlage II Bor wordt het volgende geval genoemd:
De voorwaarden die de beleidsregel verbindt aan het verlenen van een omgevingsvergunning op grond van dit onderdeel zijn:
de huisvesting in verband met pre-mantelzorg vindt plaats op een perceel waarop een woning staat die volgens het geldende bestemmingsplan bewoond mag worden;
Er moet een relatie zijn tussen een legale woning op een woonperceel en de huisvesting in verband met pre-mantelzorg, in de woning of bijbehorende bouwwerken.
er sprake is van een verwantschap tussen ten minste één van de leden van het huishouden in verband met pre-mantelzorg en een bewoner van de woning;
Verwantschap is een voorwaarde voor het op grond van deze beleidsregel verlenen van een omgevingsvergunning voor huisvesting in verband met pre-mantelzorg. Deze beleidsregel verstaat onder verwantschap: verwantschap is het systeem van door de samenleving erkende biologische en niet-biologische relaties tussen mensen. Een verwantschap tussen personen, meestal de familieband, maakt dat men voor elkaar wil zorgen.
tenminste één van de leden van het huishouden in verband met pre-mantelzorg of één van de bewoners van de woning de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;
De pensioengerechtigde leeftijd is een indicatie voor het ontstaan van de pre-mantelzorgfase. Deze beleidsregel verstaat onder pre-mantelzorg: het voorstadium van mantelzorg waarbij er nog geen zorgindicatie is.
Een specifieke voorwaarde die betrekking heeft op het bebouwde oppervlakte is niet noodzakelijk omdat dit onderdeel (onderdeel 9 van artikel 4 van bijlage II Bor) alleen van toepassing is op het gebruiken van de bestaande bebouwing (bouwmogelijkheden).
Naast deze specifieke voorwaarden geldt op grond van het bepaalde in artikel 2.12 lid 1 Wabo dat de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend indien geen sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening. Dit betekent onder meer dat de pre-mantelzorgwoning geen afbreuk mag doen aan het woon- en leefklimaat van omwonenden, dat er ter plaatse van de pre-mantelzorgwoning sprake moet zijn van een goed woon- en leefklimaat, dat de exploitatiemogelijkheden van bedrijven in de omgeving niet mogen worden beperkt, er rekening moet worden gehouden met aanwezige spuitzones van (fruit)boomgaarden en er voldaan moet worden aan de geldende parkeernormen.
Op grond van dit onderdeel en de beleidsregel kan het college dus huisvesting in verband met pre-mantelzorg mogelijk maken binnen de bestaande bouwmogelijkheden van een woonperceel binnen de bebouwde kom. De pre-mantelzorgwoning kan gebruikt worden door zowel de pre-mantelzorgverlener als de pre-mantelzorgontvanger.
In onderdeel 11 van artikel 4 van bijlage II van het Bor wordt het volgende geval genoemd:
ander gebruik van gronden of bouwwerken dan bedoeld in de onderdelen 1 tot en met 10, voor een termijn van ten hoogste tien jaar. |
Onderdeel 9 is buiten de bebouwde kom niet bruikbaar voor het vergunnen van huisvesting in verband met pre-mantelzorg. Onderdeel 11 biedt daar wel een mogelijkheid voor. Dit onderdeel betreft namelijk een restcategorie voor gevallen die niet onder één van de vorige onderdelen valt. Omdat onderdeel 11 een restcategorie is, kan het niet gebruikt worden voor een geval die onder één van de andere onderdelen valt (bijvoorbeeld huisvesting in verband met pre-mantelzorg buiten de bebouwde kom).
Onderdeel 11 is wel verbonden aan een maximale termijn van 10 jaar. Dit betekent dat na afloop van die tien jaar opnieuw naar de situatie moet worden gekeken. Binnen deze termijn zal in het Omgevingsplan gemeente Buren een passende regeling voor zowel mantelzorg als pre-mantelzorg zijn opgenomen.
De voorwaarden die de beleidsregel verbind aan het verlenen van een omgevingsvergunning op grond van dit onderdeel zijn:
er sprake is van een verwantschap tussen ten minste één van de leden van het huishouden in verband met pre-mantelzorg en een bewoner van de woning;
Verwantschap is een voorwaarde voor het op grond van deze beleidsregel verlenen van een omgevingsvergunning voor huisvesting in verband met pre-mantelzorg. Deze beleidsregel verstaat onder verwantschap: verwantschap is het systeem van door de samenleving erkende biologische en niet-biologische relaties tussen mensen. Een verwantschap tussen personen, meestal de familieband, maakt dat men voor elkaar wil zorgen.
tenminste één van de leden van het huishouden in verband met pre-mantelzorg of één van de bewoners van de woning de wettelijke pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt;
De pensioengerechtigde leeftijd is een indicatie voor het ontstaan van de pre-mantelzorgfase. Deze beleidsregel verstaat onder pre-mantelzorg: het voorstadium van mantelzorg waarbij er nog geen zorgindicatie is.
Naast deze specifieke voorwaarden geldt op grond van het bepaalde in artikel 2.12 lid 1 Wabo dat de omgevingsvergunning slechts kan worden verleend indien geen sprake is van strijd met een goede ruimtelijke ordening. Dit betekent onder meer dat de huisvesting in verband met pre-mantelzorg geen afbreuk mag doen aan het woon- en leefklimaat van omwonenden, dat er ter plaatse sprake moet zijn van een goed woon- en leefklimaat, dat de exploitatiemogelijkheden van bedrijven in de omgeving niet mogen worden beperkt, er rekening moet worden gehouden met aanwezige spuitzones van (fruit)boomgaarden en er voldaan moet worden aan de geldende parkeernormen.
Op grond van onderdeel 11 en de beleidsregel kan het college dus huisvesting in verband met pre-mantelzorg mogelijk maken binnen de bestaande bouwmogelijkheden van een woonperceel buiten de bebouwde kom. De beleidsregel biedt ook de mogelijkheid om aanvullend op de bestaande bouwmogelijkheden van een woonperceel buiten de bebouwde kom, een verplaatsbare unit voor pre-mantelzorg mogelijk te maken in de vorm van een (in delen) verplaatsbaar bijbehorend bouwwerk van maximaal 100 m². De pre-mantelzorgwoning kan gebruikt worden door zowel de pre-mantelzorgverlener als de pre-mantelzorgontvanger.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-86702.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.