Gemeenteblad van Lelystad
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lelystad | Gemeenteblad 2023, 83675 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Lelystad | Gemeenteblad 2023, 83675 | beleidsregel |
Burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad,
Gelet op artikel 3.8 en 3.9 van de Wet basisregistratie personen (BRP), artikel 6 van het Besluit BRP, artikel 3 en 4 van de Verordening BRP 2021 en onderdeel A.4.5 van het Logisch Ontwerp BRP;
Overwegende dat met inachtneming van de kaders het wenselijk is om regels te stellen over de verstrekking van gegevens uit de BRP en het beheer van de BRP;
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Dit Reglement maakt, naast de begrippen als genoemd in artikel 1.1 van de Wet BRP, gebruik van de volgende begrippen:
De teamleider van de Stadswinkel is de functionaris die als informatiebeheerder is belast met het informatiebeheer. De informatiebeheerder wijst een andere teamleider aan die in geval van afwezigheid deze taken waarneemt. Het informatiebeheer omvat de dagelijkse zorg voor de BRP. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van deze functionaris zijn benoemd in hoofdstuk 3, eerste paragraaf, van dit Reglement.
De informatiebeheerder wijst de functionarissen aan die als gegevensbeheerder zijn belast met het gegevensbeheer. Het gegevensbeheer omvat de verwerking van persoonsgegevens in de BRP. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van deze functionaris zijn benoemd in hoofdstuk 3, tweede paragraaf, van dit Reglement.
De informatiebeheerder wijst de functionarissen aan die als seniorgegevensbeheerder zijn belast met het gegevensbeheer. De seniorgegevensbeheerder is belast met de zaken rondom de datakwaliteit en de betrouwbaarheid van de BRP. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van deze functionaris zijn benoemd in hoofdstuk 3, derde paragraaf, van dit Reglement.
De rechtspersoon, of diens rechtsopvolger, met wie dit is overeengekomen, is belast met het applicatiebeheer. Medewerkers van deze rechtspersoon treden op als applicatiebeheerder. Het applicatiebeheer omvat de ontwikkeling van de applicatie. De bepalingen omtrent de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van deze functionaris zijn opgenomen in hoofdstuk 3, vijfde paragraaf, van dit Reglement.
Het team Informatie Management en Automatisering en de rechtspersoon, of diens rechtsopvolger, met wie dit is overeengekomen, zijn belast met het technisch beheer. Functionarissen van dit organisatieonderdeel respectievelijk medewerkers van de rechtspersoon treden op als technisch beheerder. Het technisch beheer omvat het beheer van de server en de database en de beschikbaarheid van de applicatie op de werkplek van de gebruiker. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van deze functionaris zijn benoemd in hoofdstuk 3, zesde paragraaf, van dit Reglement.
De informatiebeheerder wijst de functionarissen aan die als privacybeheerder zijn belast met het privacybeheer. Het privacybeheer omvat, uitsluitend voor wat betreft de in de BRP opgenomen gegevens, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de personen op wie deze gegevens betrekking hebben. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van deze functionaris zijn benoemd in hoofdstuk 3, zevende paragraaf, van dit Reglement.
De verantwoordelijke wijst de functionarissen aan die als adrescontroleur zijn belast met het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger, zoals bedoeld in artikel 4.2 van de Wet BRP. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van deze functionaris zijn benoemd in hoofdstuk 3, achtste paragraaf, van dit Reglement.
De informatiebeheerder wijst de functionarissen aan die als beveiligingsbeheerder zijn belast met het informatiebeveiligingsbeheer. Het informatiebeveiligingsbeheer omvat de uitvoering van de informatiebeveiligingsvoorschriften op het gebied van de BRP. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van deze functionaris zijn benoemd in hoofdstuk 3, negende paragraaf, van dit Reglement.
De Chief Information Security Officer (CISO) is de functionaris die als beveiligingsfunctionaris is belast met het toezicht op het informatiebeveiligingsbeleid aangaande de BRP. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van deze functionaris zijn benoemd in hoofdstuk 3, tiende paragraaf, van dit Reglement.
Artikel 3 Schriftelijke verklaring bij toegang tot BRP-gegevens
Elke gebruiker legt voorafgaand aan het verkrijgen van toegang tot BRP-gegevens een schriftelijke verklaring af met het oog op privacy- en gebruiksvoorschriften.
Artikel 5 Het autorisatiebesluit voor de landelijke voorziening
De informatiebeheerder draagt namens de verantwoordelijke zorg voor de aanvraag, de wijziging, de organisatorische inrichting, het beheer en de naleving van het besluit als bedoeld in artikel 3.2, eerste lid, van de Wet BRP ten aanzien van de verantwoordelijke, betreffende de systematische verstrekking van persoonsgegevens uit de landelijke voorziening van de BRP (het autorisatiebesluit).
De verantwoordelijkheden, taken en bevoegdheden die de functionarissen op grond van dit Reglement hebben met betrekking tot het beheer van de BRP, zijn voor zover mogelijk ook van toepassing op het autorisatiebesluit waar het betrekking heeft op het beheer, de beveiliging, de naleving, de vertegenwoordiging, de bevoegdheid, de applicatie en de verstrekking van gegevens.
Hoofdstuk 2 Bepalingen over verstrekkingen
Paragraaf 1 Gebruik van de gegevens
Artikel 8 Verplicht gebruik van authentieke gegevens
Met inachtneming van artikel 1.7 van de Wet BRP is de binnengemeentelijke afnemer die bij de vervulling van de taak informatie over een ingeschrevene nodig heeft die in de vorm van een authentiek gegeven beschikbaar is in de BRP, verplicht om voor die informatie dat gegeven te gebruiken.
Artikel 9 Recht op eenmalige gegevensverstrekking
Op grond van artikel 1.8 van de Wet BRP behoeft een ingeschrevene aan wie door een binnengemeentelijke afnemer een gegeven wordt gevraagd waarop artikel 8 van toepassing is dat gegeven niet mede te delen, behoudens voor zover het gegeven naar het oordeel van de binnengemeentelijke afnemer noodzakelijk is voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van betrokkene.
Artikel 10 Terugmeldverplichting
De informatiebeheerder bepaalt, met inachtneming van artikel 2.34, vierde lid, van de Wet BRP en artikel 27 en 28 van het Besluit BRP, de wijze waarop de mededeling wordt gedaan, de te volgen werkwijze en de wijze waarop de kennisgeving over de afhandeling aan de binnengemeentelijke afnemer hierover wordt gedaan.
Artikel 11 Binnengemeentelijke systematische verstrekkingen
Systematische verstrekking van gegevens aan een binnengemeentelijke afnemer vindt slechts plaats voor zover het orgaan hiervoor door de verantwoordelijke is aangewezen en in bijlage 1 van dit Reglement met benoeming van de taak is opgenomen. De verantwoordelijke wijst een binnengemeentelijke afnemer aan op voorstel van de informatiebeheerder. De informatiebeheerder doet een voorstel op verzoek van de binnengemeentelijke afnemer. De informatiebeheerder en de binnengemeentelijke afnemer maken nadere afspraken over de wijze waarop gegevens ter beschikking worden gesteld en welke gegevens dit betreft.
Bij een verzoek als bedoeld in het vorige lid laat de informatiebeheerder zich ondersteunen door de privacybeheerder en de functioneel beheerder. De verzoeker laat zich met het oog op het vierde en vijfde lid ondersteunen door een informatiemanager over de gewenste gegevensverwerking. De informatiemanager kan de juridisch adviseur privacy en de adviseur informatiebeveiliging hierbij betrekken.
De informatiebeheerder zorgt voor de inzageapplicatie als bedoeld in het zesde lid, onder a. De medewerker van een binnengemeentelijke afnemer en de eigen teamleider doen gezamenlijk een verzoek tot toegang tot de inzageapplicatie. De functioneel beheerder stelt de inzageapplicatie slechts ter beschikking aan de verzoekende medewerker als het verzoek in overeenstemming is met de bepalingen van dit Reglement.
Artikel 12 Incidentele selectieverstrekkingen
Indien op grond van artikel 3.5, 3.6 of 3.13 van de Wet BRP of artikel 2 van de Verordening BRP wordt verzocht om persoonsgegevens van één in het verzoek geïdentificeerde ingeschrevene, dan is er geen sprake van een selectieverstrekking. De gegevensbeheerder beslist op dit verzoek om een incidentele verstrekking. De privacybeheerder kan een aanwijzing of een instructie geven ter afhandeling van een verzoek.
Artikel 13 Overige gegevensverstrekkingen
De gegevensverstrekking als bedoeld in het eerste lid vindt slechts plaats voor zover de derde is aangewezen door de verantwoordelijke en in bijlage 2 van dit Reglement is opgenomen. De verantwoordelijke wijst een derde aan op voorstel van de informatiebeheerder. De informatiebeheerder doet een voorstel op verzoek van de derde.
De verantwoordelijke wijst een derde aan indien de derde behoort tot de in bijlage 1 van de Verordening BRP genoemde categorieën van derden, de daarin aangewezen werkzaamheden uitvoert en:
de derde voldoet aan de voorschriften als gevolg van de Wet BRP, de AVG en eventuele specifieke regelgeving. Dit omvat onder meer het toezien op de toegang tot en het gebruik van de persoonsgegevens, het creëren van bewustzijn bij deze personen over privacy- en beveiligingsvoorschriften en het zorgdragen voor een deugdelijke fysieke en technische beveiliging van de ruimten en voorzieningen waarin de gegevens beschikbaar zijn.
Hoofdstuk 3 Bepalingen over het beheer
Paragraaf 1 De informatiebeheerder
De informatiebeheerder heeft toegang tot alle in de BRP opgenomen gegevens ten behoeve van de uitvoering van zijn in dit Reglement beschreven taken. Hij mag deze toegang gebruiken voor de uitvoering van de andere publieke taken waarvoor hij is aangewezen, voor zover het gebruik van persoonsgegevens daartoe noodzakelijk is.
De informatiebeheerder is bevoegd om bij de beheerder van een voorziening als bedoeld in artikel 11, zesde lid, onder c, van dit Reglement informatie op te vragen en te verkrijgen met betrekking tot de personen die toegang hebben tot de gegevens in de voorziening, de raadplegingen van persoonsgegevens die door middel van deze voorziening zijn gedaan alsmede de gerealiseerde koppelingen met andere informatiesystemen.
De informatiebeheerder voorziet jaarlijks in een plan waarin het privacy- en informatiebeveiligingsbeleid wordt uitgewerkt. Daarbij worden onder meer de resultaten van een risicoanalyse of business impact analyse (BIA), data protection impact assessment (DPIA, gegevensbeschermingseffectbeoordeling) en de zelfevaluatie betrokken. Dit plan wordt opgesteld in samenspraak met de betrokken functionarissen. Het vormt een samenhangend geheel van maatregelen dat de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid van het BRP-informatiesysteem garandeert. De informatiebeheerder ziet toe op de tijdige uitvoering van de maatregelen.
Paragraaf 2 De gegevensbeheerder
De gegevensbeheerder heeft toegang tot alle in de BRP opgenomen gegevens ten behoeve van de uitvoering van zijn in dit Reglement beschreven taken. Hij mag deze toegang gebruiken voor de uitvoering van de andere publieke taken waarvoor hij is aangewezen, voor zover het gebruik van persoonsgegevens daartoe noodzakelijk is.
De gegevensbeheerder verstrekt gegevens uit de BRP, voor zover de verstrekking geregeld is bij of krachtens de Wet BRP en op de wijze zoals is voorgeschreven in de instructie, met uitzondering van de periodieke gegevensverstrekking en de selectieverstrekkingen als bedoeld in hoofdstuk 2 van dit Reglement.
Paragraaf 3 De seniorgegevensbeheerder
De seniorgegevensbeheerder heeft toegang tot alle in de BRP opgenomen gegevens ten behoeve van de uitvoering van zijn in dit Reglement beschreven taken. Hij mag deze toegang gebruiken voor de uitvoering van de andere publieke taken waarvoor hij is aangewezen, voor zover het gebruik van persoonsgegevens daartoe noodzakelijk is.
De seniorgegevensbeheerder zorgt voor het treffen van voorbereidingen, het coördineren van werkzaamheden, het uitvoeren van onderzoeken, het opstellen van instructies en uitvoeringsmaatregelen, het geven van aanwijzingen aan andere functionarissen en het rapporteren aan de informatiebeheerder ten behoeve van het onderdeel datakwaliteit van de zelfevaluatie, de verbetering van de datakwaliteit en de betrouwbaarheid van de BRP en het Beleidsdocument kwaliteit BRP.
Paragraaf 4 De functioneel beheerder
De functioneel beheerder heeft toegang tot alle in de BRP opgenomen gegevens ten behoeve van de uitvoering van zijn in dit Reglement beschreven taken. Hij mag deze toegang gebruiken voor de uitvoering van de andere publieke taken waarvoor hij is aangewezen, voor zover het gebruik van persoonsgegevens daartoe noodzakelijk is.
Paragraaf 6 De technisch beheerder
Indien en voor zover het technisch beheer door de gemeentelijke organisatie wordt uitgevoerd, gelden de bepalingen zoals opgenomen in deze paragraaf. Indien het technisch beheer geheel of gedeeltelijk wordt uitgevoerd door een ander rechtspersoon, gelden de bepalingen zoals opgenomen in deze paragraaf onverkort, tenzij anders is overeengekomen met deze rechtspersoon of dit redelijkerwijs niet kan worden verwacht.
Artikel 30 Verantwoordelijkheid
De technisch beheerder is verantwoordelijk voor het functioneren en beheren van de server waarop de applicatie is geplaatst en de database van de gemeente, alsmede voor de noodzakelijke verbindingen en de beschikbaarheid van de applicatie.
De technisch beheerder zorgt voor een dagelijkse back-up van de systeemprogrammatuur, de applicatie, de databestanden en de digitale BRP-bescheiden. Back-upmedia worden ondergebracht in een daartoe uitgeruste en beveiligde ruimte in een andere locatie dan de ruimte waarin de apparatuur is opgesteld. De afstand is dermate dat het redelijkerwijs niet is aan te nemen dat beide locaties worden getroffen ingeval van een calamiteit.
Paragraaf 7 De privacybeheerder
De privacybeheerder is bevoegd om de functioneel beheerder aanwijzingen te geven over de toepassing van de bepalingen bij of krachtens de Wet BRP en dit Reglement, bij een verzoek van een medewerker van een binnengemeentelijke afnemer om toegang te krijgen tot de BRP-gegevens via de inzageapplicatie en hiervoor de relevante informatie op te vragen.
De privacybeheerder heeft toegang tot alle in de BRP opgenomen gegevens ten behoeve van de uitvoering van zijn in dit Reglement beschreven taken. Hij mag deze toegang gebruiken voor de uitvoering van de andere publieke taken waarvoor hij is aangewezen, voor zover het gebruik van persoonsgegevens daartoe noodzakelijk is.
De privacybeheerder zorgt voor het treffen van voorbereidingen, het coördineren van werkzaamheden, het uitvoeren van onderzoeken, het opstellen van instructies en uitvoeringsmaatregelen, het geven van aanwijzingen aan andere functionarissen en het rapporteren aan de informatiebeheerder op het gebied van de gegevensverstrekking uit de BRP, waaronder de desbetreffende onderdelen van de zelfevaluatie.
Paragraaf 8 De adrescontroleur
Artikel 36 Verantwoordelijkheid
De adrescontroleur is als toezichthouder verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet BRP.
De adrescontroleur heeft toegang tot alle in de BRP opgenomen gegevens ten behoeve van de uitvoering van zijn in dit Reglement beschreven taken. Hij mag deze toegang gebruiken voor de uitvoering van de andere publieke taken waarvoor hij is aangewezen, voor zover het gebruik van persoonsgegevens daartoe noodzakelijk is.
Paragraaf 9 De beveiligingsbeheerder
De beveiligingsbeheerder zorgt voor het treffen van voorbereidingen, het coördineren van werkzaamheden, het uitvoeren van onderzoeken, het opstellen van instructies en uitvoeringsmaatregelen, het geven van aanwijzingen aan andere functionarissen en het rapporteren aan de informatiebeheerder over informatiebeveiliging op het gebied van de BRP.
De beveiligingsbeheerder zorgt voor de beantwoording van de vragen van het informatiekundig onderdeel van de zelfevaluatie. Hij zorgt tevens voor de voorbereiding op de zelfevaluatie, het coördineren van bijbehorende werkzaamheden, het aantonen van de beantwoording van de vragenlijst en het aan de beveiligingsfunctionaris verlenen van de gevraagde medewerking.
Paragraaf 10 De beveiligingsfunctionaris
Artikel 42 Verantwoordelijkheid
De beveiligingsfunctionaris is verantwoordelijk voor het interne toezicht op het proces rondom het informatiekundig onderdeel van de zelfevaluatie.
De beveiligingsfunctionaris brengt jaarlijks rapportage uit aan de verantwoordelijke over de resultaten van de zelfevaluatie. De beveiligingsfunctionaris doet daarbij tevens uitspraak over de mate waarin het onderzoek onafhankelijk, objectief en verifieerbaar heeft plaatsgevonden. De beveiligingsfunctionaris stelt de informatiebeheerder in de gelegenheid om gelijktijdig aan het uitbrengen van de rapportage een reactie of verbeterplan aan te bieden aan de verantwoordelijke.
De in dit Reglement opgenomen bepalingen gelden naast de BRP – voor zover van toepassing – ook voor het persoonsregister, bedoeld in het Besluit bevolkingsboekhouding.
Artikel 47 Intrekking oude regeling
Het Reglement basisregistratie personen, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 30 september 2014, en de Regeling Beheer en Toezicht Basisregistratie personen gemeente Lelystad, vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders op 10 december 2019, worden ingetrokken met ingang van de dag waarop dit nieuwe Reglement BRP in werking treedt.
Bijlage 1 Systematische verstrekking aan een binnengemeentelijke afnemer
Bijlage bij artikel 11, tweede lid.
Bijlage 2 Verstrekking aan derden
Dit Reglement beschrijft privacy- en beheeraspecten met betrekking tot de basisregistratie personen (BRP). Hieronder wordt per hoofdstuk een toelichting gegeven.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
In het eerste hoofdstuk zijn de algemene bepalingen opgenomen. Dit hoofdstuk omvat de volgende onderdelen:
Hoofdstuk 2 Bepalingen over verstrekkingen
De eerste paragraaf richt zich op het gebruik van de gegevens door de gemeentelijke organisatie. Op grond van de Wet gelden de volgende regels:
Burgerzaken vervult een belangrijke rol binnen de gemeente als het gaat om het gebruik van BRP-gegevens. Twijfel over de juistheid van gegevens wordt daarom gemeld bij de Stadswinkel. Om dit op een effectieve wijze te organiseren, is de informatiebeheerder bevoegd om voorwaarden te stellen over de wijze van terugmelden.
De tweede paragraaf regelt de verstrekkingen uit de BRP. De volgende bepalingen worden hieronder toegelicht:
Het doel van artikel 11 is het regelen van de systematische binnengemeentelijke verstrekkingen. Systematisch betekent hier dat het gaat om verstrekkingen die structureel plaatsvinden, waarbij het doel vooraf is bepaald, evenals de te verstrekken gegevens, de wijze waarop de verstrekking plaatsvindt en de criteria waaraan de gegevens moeten voldoen.
In de Wet BRP is het voorgeschreven dat deze regels bij of krachtens verordening worden bepaald. In de Verordening BRP is dit overgedragen aan het college. Het college geeft met dit artikel nadere invulling hieraan. Dit artikel omvat de volgende regels:
Het organisatieonderdeel dat gegevens uit de BRP ontvangt (of hiertoe een verzoek doet), is zelf verantwoordelijk voor de gegevensverwerking en dient de gegevensverwerking af te stemmen met de informatiemanager. Eventueel wordt daarbij de juridisch adviseur privacy en de adviseur informatiebeveiliging betrokken. De informatiebeheerder is niet voor de gegevensverwerking door het ontvangende organisatieonderdeel verantwoordelijk, maar wel voor de verstrekking uit de BRP voor dit doel.
Er zijn verschillende wijzen van gegevensverstrekking. Zo kan dat door middel van een directe of indirecte koppeling tussen de BRP en de afnemende applicatie, er kan gebruik worden gemaakt van een inzageapplicatie en het is mogelijk om selectiebestanden te leveren. Met een indirecte koppeling wordt de tussenkomst van een voorziening als een datadistributiesysteem, gegevensmagazijn of een ‘application programming Interface’ (API) bedoeld. Kenmerk van deze systemen is dat ze gegevens doorgeven, ophalen of opslaan voor vervolggebruik. De verstrekking van BRP-gegevens via deze ‘tussenvoorziening’ mag slechts plaatsvinden op basis van dit Reglement, wat betekent dat het derde en vierde lid van artikel 12 van toepassing is op elke verstrekking van BRP-gegevens uit deze voorziening. Overigens is in alle gevallen het ontvangende organisatieonderdeel na de verstrekking uit de BRP verantwoordelijk voor de verdere verwerking van de persoonsgegevens.
Artikel 12 regelt de incidentele selectieverstrekkingen. Dit zijn verstrekkingen die op meerdere personen betrekking hebben. De selectie komt tot stand door gebruik te maken van enkele criteria, zoals personen woonachtig in een bepaald gebied of van een bepaalde leeftijd. Met incidenteel wordt bedoeld dat het niet een systematische verstrekking is, de verstrekking heeft dus geen terugkerend karakter.
Voor de regels is aansluiting gezocht bij de regels op grond van artikel 11. Een belangrijk verschil is dat de informatiebeheerder beslist op incidentele verzoeken, zonder dat hier nog een collegebesluit voor nodig is.
In het derde lid is verduidelijkt dat indien het verzoek betrekking heeft op een enkel persoon die bij het verzoek is geïdentificeerd, dit geen selectie betreft. Vaak betreft dit een verzoek om een gewaarmerkt afschrift. De gegevensbeheerder handelt dergelijke verzoeken af.
Artikel 13 bevat bepalingen over gegevensverstrekking aan derden. Verstrekking aan een derde is mogelijk als aan beide volgende voorwaarden wordt voldaan:
De aanwijzing door het college van burgemeester en wethouders volgt na een voorstel van de informatiebeheerder. De derde moet aan voorwaarden op het gebied van informatiebeveiliging en aan privacyvoorschriften voldoen. De Verordening BRP biedt geen ruimte voor het aanwijzen van een verzoeker indien deze hiermee een commercieel gebruik tot doel heeft.
Of er daadwerkelijk verstrekt wordt na een verzoek van een aangewezen derde, is afhankelijk van de beoordelingscriteria die zijn opgenomen in dit artikel.
Op grond van artikel 6 worden er aangehaakte gegevens opgenomen. Dit zijn extra gegevens, meer gegevens dan is voorgeschreven in de Wet BRP. In artikel 14 zijn bepalingen opgenomen over het ter beschikking stellen van gegevens. In principe worden deze gegevens alleen ter beschikking gesteld aan functionarissen die zich bezighouden met de verwerking van gegevens in de BRP. Deze gegevens worden alleen aan anderen verstrekt, wanneer hiertoe een wettelijke grondslag bestaat.
Voor de verstrekking van gegevens kunnen kosten in rekening worden gebracht (artikel 15). Dit is geregeld in de legesverordening.
Hoofdstuk 3 Bepalingen over het beheer
Paragraaf 1 De informatiebeheerder
Paragraaf 1 voorziet in de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de informatiebeheerder. De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg voor de BRP, en alles wat hiermee te maken heeft op het gebied van informatiebeveiliging, de zelfevaluatie, de datakwaliteit en de betrouwbaarheid van de gegevens. Daarvoor beschikt hij over bevoegdheden zoals het toewijzen van taken aan ondergeschikte functionarissen en het vaststellen van instructies. Daarnaast heeft hij taken zoals het voorzien in een informatiebeveiligingsplan, het rapporteren aan het college over de datakwaliteit en de betrouwbaarheid van gegevens en het verlenen van medewerking aan de beveiligingsfunctionaris ten behoeve van de zelfevaluatie.
Paragraaf 2 De gegevensbeheerder
Paragraaf 2 voorziet in de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de gegevensbeheerder. De gegevensbeheerder, aangewezen door de informatiebeheerder, is verantwoordelijk voor het bijhouden, onderzoeken en verstrekken van de gegevens. Daarvoor beschikt de gegevensbeheerder over de bevoegdheid om te beslissen op verzoeken en om brondocumenten te laten onderzoeken. De taken bevinden zich op het gebied van de uitvoering en liggen in het verlengde van de verantwoordelijkheden.
Paragraaf 3 De seniorgegevensbeheerder
Paragraaf 3 voorziet in de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de seniorgegevensbeheerder. De seniorgegevensbeheerder, aangewezen door de informatiebeheerder, is verantwoordelijk voor zaken rondom de datakwaliteit en de betrouwbaarheid van de gegevens en daarom voor de inhoudelijk aansturing van de gegevensbeheerders. Daarvoor beschikt hij over bevoegdheden om aanwijzingen te geven aan de gegevensbeheerders en om te beslissen in uitzonderlijke situaties. De taken die daarbij horen zijn bijvoorbeeld het verzorgen van instructies, de ondersteuning bij de behandeling van bezwaarschriften en het zorgdragen voor onderdelen van de zelfevaluatie.
Paragraaf 4 De functioneel beheerder
Paragraaf 4 voorziet in de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de functioneel beheerder. De functioneel beheerder, aangewezen door de informatiebeheerder, is samen met de technisch beheerder verantwoordelijk voor het functioneren van de applicatie, het opschonen van bestanden en de werking van het berichtenverkeer. Daarvoor beschikt hij over bevoegdheden om te beslissen op installaties van gewijzigde versies van de applicatie en is hij bevoegd om aanwijzingen te geven over het gebruik van de applicatie. De taken liggen in het verlengde van de verantwoordelijkheden.
Paragraaf 5 De applicatiebeheerder
Paragraaf 5 bepaalt dat de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de applicatiebeheerder worden vastgelegd in een overeenkomst met de rechtspersoon die hiervoor zorg draagt. Dit omvat de ontwikkeling van de applicatie en de wijze waarop wordt samengewerkt.
Paragraaf 6 De technisch beheerder
Paragraaf 6 voorziet in de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de technisch beheerder. Mogelijk dat het technisch beheer (deels) door een andere partij wordt uitgevoerd. Is dat het geval, dan gelden de bepalingen uit deze paragraaf onverkort, tenzij iets anders is overeengekomen of dat dit redelijkerwijs niet kan worden verwacht.
De technisch beheerder is verantwoordelijk voor de server, de database, de verbindingen en de beschikbaarheid van de applicatie. Daarvoor beschikt hij over de bevoegdheid om direct maatregelen te treffen als dat nodig zou zijn en om aanwijzingen te geven op dit gebied. De taken bevinden zich onder meer op het terrein van de beveiliging, de uitwijk, de back-up en de installatie van gewijzigde versies van de applicatie.
Paragraaf 7 De privacybeheerder
Paragraaf 7 voorziet in de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de privacybeheerder. De privacybeheerder, aangewezen door de informatiebeheerder, is verantwoordelijk voor de bescherming en de vertrouwelijkheid van de gegevens en voor het verstrekken van gegevens. Hij is bevoegd om instructies op te stellen en functionarissen aanwijzingen te geven over verstrekkingen, hij beslist over een verzoek tot toegang tot de inzageapplicatie en mag aanwijzingen geven over het gebruik van deze applicatie. De taken liggen in het verlengde van de verantwoordelijkheden.
Paragraaf 8 De adrescontroleur
Paragraaf 8 voorziet in de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de adrescontroleur. De adrescontroleur is als toezichthouder, aangewezen door het college, verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet BRP. Dit omvat onder meer de verplichtingen om aangifte te doen van adreswijziging of het vertrek uit Nederland, het verstrekken van inlichtingen en het overleggen van brondocumenten. Wat de bevoegdheid betreft wordt voornamelijk verwezen naar de bevoegdheden op grond van de Algemene wet bestuursrecht. De belangrijkste taak van de adrescontroleur is het afleggen van huisbezoeken, met het doel om de feitelijke bewoning vast te stellen. Hiervan maakt hij een rapportage, welke door de gegevensbeheerder kan worden gebruikt bij een adresonderzoek.
Paragraaf 9 De beveiligingsbeheerder
Paragraaf 9 voorziet in de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de beveiligingsbeheerder. De beveiligingsbeheerder, aangewezen door de informatiebeheerder, is verantwoordelijk voor zaken op het gebied van informatiebeveiliging en voor de bewaring en vernietiging van verwerkte brondocumenten. Daarvoor beschikt hij over de bevoegdheid om aanwijzingen te geven aan functionarissen en kan hij aanbevelingen doen over informatiebeveiliging. De taken bevinden zich op het terrein van informatiebeveiliging en de zelfevaluatie.
Paragraaf 10 De beveiligingsfunctionaris
Paragraaf 10 voorziet in de verantwoordelijkheden, bevoegdheden en taken van de beveiligingsfunctionaris. De beveiligingsfunctionaris is onafhankelijk van de uitvoering. Hij is verantwoordelijk voor het toezien op het proces van de zelfevaluatie. De beveiligingsfunctionaris is bevoegd om onderzoek en aanbevelingen te doen, aanwijzingen te geven en de gewenste medewerking te krijgen. Wat zijn taken betreft, het volgende. De uitvoering van de zelfevaluatie via ENSIA wordt grotendeels door de informatiebeheerder en de beveiligingsbeheerder gedaan, maar de beveiligingsfunctionaris ziet erop toe dat hierbij de gewenste objectiviteit in acht wordt genomen. De beveiligingsfunctionaris is immers onafhankelijk van de informatiebeheerder. Verder rapporteert hij jaarlijks aan het college over de resultaten van de zelfevaluatie en stelt hij de informatiebeheerder daarbij in de gelegenheid om tegelijkertijd een verbeterplan aan te bieden.
Paragraaf 11 gaat over de raadpleger. Een raadpleger is een medewerker van een organisatieonderdeel met toegang tot de BRP-gegevens via de inzageapplicatie. Deze raadpleger mag slechts gegevens gebruiken waarvoor hij is geautoriseerd en alleen voor uitvoering van de taak waarvoor hij is geautoriseerd. Hij moet de aanwijzingen volgen die worden gegeven op grond van dit Reglement, bijvoorbeeld over privacyvoorschriften en het gebruik van de applicatie.
In hoofdstuk 4 zijn bepalingen opgenomen over het oude bevolkingsregister, het intrekken van de oude regelingen, de inwerkingtreding en de citeertitel.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-83675.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.