Verordening van de raad van de gemeente Amsterdam tot wijziging van de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 in verband met wijzigingen die van toepassing zullen zijn vanaf schooljaar 2023-2024 (Verordening wijziging VloA 2019: wijzigingen schooljaar 2023-2024)

De raad van de gemeente Amsterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 17 januari 2023,

gelet op :

 

  • Artikel 6 en 128 van de Wet op het primair onderwijs

  • Artikel 6 en 123 van de Wet op de expertisecentra

  • Artikel 5.1, eerste lid en 5:23 van de Wet op het voortgezet onderwijs 2020

  • Artikel 149 van de Gemeentewet

besluit:

Artikel I. Wijziging bijlage 1 VloA 2019

Bijlage 1 (Voorzieningen in natura) bij de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Artikel 6.1, punt a. van Hoofdstuk 6 (Voorziening Taal en Ouderbetrokkenheid) komt te luiden:

    drempel: percentage van 30 % van het totaal aantal leerlingen van een school voor basisonderwijs dat behoort tot de categorie doelgroepleerlingen, waaronder een school niet in aanmerking komt voor deze voorziening.

  • 2.

    Artikel 7.3, tweede lid van Hoofdstuk 7 (Voorziening training deskundigheidsbevordering schoolveiligheid) komt te luiden:

    Voor vo-scholen geldt dat het maximaal aantal trainingsgroepen, waarvoor een school in aanmerking komt, wordt berekend op basis van het aantal leerlingen volgens de meest recent beschikbare oktobertelling van DUO. Per 15 leerlingen kan één onderwijsprofessional deelnemen aan de groepstraining, tenzij een schooldirecteur aan kan tonen dat op zijn school sprake is van de inzet van een naar verhouding hoger aantal onderwijsprofessionals.

Artikel II. Wijziging bijlage 3 VloA 2019

Bijlage 3 (Voorzieningen kansengelijkheid) bij de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    In artikel 2.1 (Hoofdstuk 2 Voorziening Vroegschools aanbod) wordt na punt d. onder vernummering van de overige punten ingevoegd:

    • e.

      pilot programmaloos: pilot waarbinnen geëxperimenteerd wordt met een door een school zelf ontwikkelde werkwijze passend bij de leerlingenpopulatie als alternatief voor een VVE-programma, waarmee beoogd wordt om op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling van kinderen te stimuleren op het gebied van taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling;

  • 2.

    Na artikel 2.3 (Hoofdstuk 2 Voorziening Vroegschools aanbod) worden onder vernummering van de overige artikelen van dit hoofdstuk twee nieuwe artikelen ingevoegd, die luiden:

    • a.

      Artikel 2.4 Pilot programmaloos

      Het college kan in het kader van de pilot programmaloos tevens op grond van artikel 2.3 een subsidie verlenen voor de in dat artikel bedoelde activiteitenniveaus in verband met het uitvoeren van een vroegschools aanbod door scholen die passend bij de leerlingenpopulatie kleuteronderwijs geven, zonder hierbij gebruik te maken van een VVE-programma.

    • b.

      Artikel 2.5 De aanvrager

      • 1.

        Subsidie voor het uitvoeren van vroegschools aanbod als bedoeld in artikel 2.3 kan uitsluitend worden aangevraagd door een schoolbestuur voor een onder zijn gezag vallende basisschool of nevenvestiging van een basisschool.

      • 2.

        Subsidie voor het uitvoeren van vroegschools aanbod als bedoeld in artikel 2.4 kan uitsluitend worden aangevraagd door een schoolbestuur voor een onder zijn gezag vallende basisschool of nevenvestiging van een basisschool die in het schooljaar 2022-2023 voor de laatste keer gebruik maakte van het VVE-programma Kleuterplein.

  • 3.

    Artikel 2.6 (2.4 oud) (Hoofdstuk 2 Voorziening Vroegschools aanbod) komt te luiden:

    In aanvulling op artikel 5, vierde lid van de VloA 2019 wordt bij een subsidieaanvraag:

    • a.

      voor zover van toepassing aangegeven op welke termijn verwacht wordt dat de groepsleerkrachten, onderwijsassistenten of coördinator vroegschools aanbod een certificering als bedoeld in artikel 2.6 onder b., iii. en c., vi. hebben behaald;

    • b.

      in het kader van de pilot ‘programmaloos’ beschreven op welke manier ervoor wordt gezorgd dat de ontwikkelgebieden taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling voldoende aan de orde zullen komen.

  • 4.

    Artikel 2.8 (2.6 oud) (Hoofdstuk 2 Voorziening Vroegschools aanbod) wordt als volgt gewijzigd:

    • a.

      de huidige tekst van dit artikel wordt gewijzigd in het eerste lid;

    • b.

      aan het artikel wordt een tweede lid toegevoegd dat luidt:

      • 2.

        In afwijking van en aanvullend op het eerste lid geldt voor de schoolbesturen van onder hen gezag vallende scholen die deelnemen aan de pilot programmaloos het volgende:

        • a.

          de aanvullende verplichtingen zoals genoemd in artikel 2.6 onder punt b. onderdelen ii., iii. en onder punt c., onderdeel v. zijn niet van toepassing;

        • b.

          de groepsleerkrachten en de onderwijsassistenten in de groepen 1 en 2 dienen gecertificeerd zijn voor het werken met een VVE-programma of hebben de basistraining VVE 1&2 met goed gevolg afgerond;

        • c.

          pilotscholen nemen deel aan een gemeentelijk onderzoek naar de opbrengsten en resultaten van het werken zonder VVE-programma.

  • 5.

    In artikel 3.7 (Hoofdstuk 3 Voorziening Kansenaanpak primair onderwijs vanaf groep 3):

    • a.

      wordt onder punt a. na onderdeel i. onder vernummering van de overige onderdelen ingevoegd:

      • ii.

        welke doelstellingen de school beoogd met de uitvoering van de onderwijsinterventies en welke resultaten de school daarmee wil behalen in het schooljaar;

    • b.

      onder punt c. komt onderdeel ii. te luiden:

      specificatie van het aantal leerlingen en het aantal groepen;

  • 6.

    In artikel 3.9 van (Hoofdstuk 3 Voorziening Kansenaanpak primair onderwijs vanaf groep 3):

    • a.

      komt b. te luiden:

      Het schoolbestuur draagt er zorg voor dat de gesubsidieerde activiteiten in het kader van het tegengaan van onderwijsachterstanden worden verzorgd door, of onder leiding van een vaste en gediplomeerde leerkracht worden gegeven;

    • b.

      onder c. komt onderdeel iii. te luiden:

      het delen van kennis en ervaringen met andere scholen voor basisonderwijs in Amsterdam en deelneemt aan de door gemeente georganiseerde kennisdelingsbijeenkomst(en).

  • 7.

    In de toelichting op Bijlage 3(Voorzieningen kansengelijkheid) wordt onder hoofdstuk 2 (Voorziening Vroegschools aanbod) na de toelichting op artikel 2.3 onder vernummering van de overige artikelen de toelichting op artikel 2.4 en 2.5 ingevoegd, die luidt:

Artikel 2.4 Pilot programmaloos

Scholen die in het schooljaar 2022/2023 voor de laatste keer gebruik konden maken van het VVE-programma Kleuterplein, krijgen voor het schooljaar 2023/2024 de mogelijkheid om deel te nemen aan een pilot die als doel heeft de opbrengsten en resultaten in kaart te brengen wanneer er niet wordt gewerkt met een VVE-programma. Om de kwaliteit van het kleuteronderwijs te borgen wordt scholen gevraagd te beschrijven op welke manier zij ervoor zorgen dat de verschillende ontwikkelgebieden van de kleuters voldoende aan bod komen. De basistraining VVE 1&2 wordt als minimale scholingseis voor de groepsleerkrachten en de onderwijsassistenten gesteld. De looptijd van de pilot bedraagt twee schooljaren. De gemeente Amsterdam zal een onderzoeksprogramma ontwikkelen en uitvoeren.

 

Artikel 2.5 De aanvrager

Geen toelichting

Artikel III bijlage 4

Bijlage 4 (Voorzieningen kwaliteit, schoolontwikkeling en lerarentekort) bij de Verordening op het lokaal onderwijsbeleid Amsterdam 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

  • 1.

    Aan artikel 4.4 , tweede lid van Hoofdstuk 4 (Voorziening zij-instromers en ‘statushouders voor de klas’) wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, dat luidt:

    • c.

      1 september 2023 tot 1 februari 2026.

Artikel IV Inwerkingtreding en overgangsrecht

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 2.

    De wijzigingen in deze verordening zijn niet van toepassing op aanvragen die zijn ingediend vóór de inwerkingtreding van deze verordening, uitgezonderd artikel I, tweede lid dat terugwerkt tot 11 maart 2022.

Artikel V. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Verordening wijziging VloA 2019 wijzigingen schooljaar 2023-2024.

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van 15 februari 2023.

De plaatsvervangend voorzitter

Fatihya Abdi

De raadsgriffier

Jolien Houtman

Toelichting

Algemeen deel

In januari 2019 heeft de gemeenteraad de ‘Verordening op het Lokaal Onderwijsbeleid Amsterdam 2019’ (VloA 2019) vastgesteld. De VloA 2019 is het instrument waarmee de gemeente op basis van de Wpo, Wvo 2020 en Wec uitgaven kan doen voor het onderwijs om in aanvulling op de Rijksbekostiging haar eigen beleid uit te voeren. Voor het schooljaar 2023-2024 worden er een aantal wijzingen voorgesteld. De voorzieningen die niet genoemd worden hebben geen wijzigingen ondergaan.

 

Artikelsgewijze toelichting

 

Artikel I Bijlage 1 (Voorzieningen in natura)

Door de toelatingsdrempel van de Voorziening Taal en Ouderbetrokkenheid met 5 % van 35 % naar 30 % te verlagen kunnen meer scholen in aanmerking komen.

De beschikbaarheid van de voorziening training deskundigheidsbevordering schoolveiligheid wordt afgestemd op scholen waar meer onderwijsprofessionals dan gebruikelijk aanwezig zijn.

 

Artikel II Bijlage 3 (Voorzieningen kansengelijkheid)

In de voorziening vroegschools aanbod wordt de mogelijkheid geschapen voor basisscholen die in het schooljaar 2022/2023 voor de laatste keer gebruik konden maken van het VVE-programma Kleuterplein om voor het schooljaar 2023/2024 deel te nemen aan een pilot die als doel heeft de opbrengsten en resultaten in kaart te brengen wanneer er niet wordt gewerkt met een VVE-programma. Om de kwaliteit van het kleuteronderwijs te borgen wordt scholen gevraagd te beschrijven op welke manier zij ervoor zorgen dat de verschillende ontwikkelgebieden van de kleuters voldoende aan de orde komen. De basistraining VVE 1&2 wordt als minimale scholingseis gesteld. De looptijd van de pilot bedraagt twee schooljaren.

De gemeente Amsterdam zal een onderzoeksprogramma ontwikkelen en uitvoeren.

 

De informatie die scholen in het primair onderwijs moeten aanleveren bij de aanvraag om voor een subsidie Kansenaanpak vanaf groep 3 in aanmerking is iets uitgebreid om het activiteitenplan beter te kunnen beoordelen. Ook zijn scholen voortaan verplicht om deel te nemen aan door de gemeente georganiseerde kennisdelingsbijeenkomst(en).

 

Artikel III Bijlage 4 (Voorzieningen kwaliteit, schoolontwikkeling en lerarentekort)

De subsidie voor de begeleiding van zij-instromers in de sectoren po, so en vso wordt verlengd met het subsidietijdvak 1 september 2023 tot 1 februari 2026.

 

Artikel IV Inwerkingtreding en overgangsrecht

Door de wijziging in de voorziening training deskundigheidsbevordering schoolveiligheid terug te laten werken tot de ingangsdatum van de voorziening van 11 maart 2022, kunnen scholen waar meer onderwijsprofessionals dan gebruikelijk aanwezig zijn als nog in aanmerking komen voor een hoger aantal trainingsgroepen dan voor deze wijziging mogelijk was.

Naar boven