Gemeenteblad van Urk
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Urk | Gemeenteblad 2023, 80311 | beleidsregel |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Urk | Gemeenteblad 2023, 80311 | beleidsregel |
Handhavingsuitvoeringsprogramma 2023
In dit Handhavingsuitvoeringsprogramma 2023 (HUP 2023) is weergegeven wat de gemeente Urk gaat uitvoeren op het gebied van Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) in 2023. Het HUP 2023 gaat onder andere over de gemeentelijke taken op het gebied van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Onderwerpen die in dit HUP aan bod komen: bouw, ruimtelijke ordening, Algemene Plaatselijke Verordening (APV) en de Alcoholwet. Hieronder zijn de specifieke aandachtspunten voor 2023 kort samengevat. De volledige versie van het uitvoeringsprogramma vindt u onderliggend aan deze samenvatting.
Op het moment van schrijven is de verwachting dat de Omgevingswet op 1 januari 2024 van kracht wordt. Tegelijkertijd wordt ook de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen ingevoerd. Deze wordt geïntegreerd in de Omgevingswet. De VTH-taken zullen met de inwerkingtreding van de Omgevingswet vooralsnog niet direct veranderen, maar wel toenemen. De implementatie van de wet leidt tot: minder vergunningplichten, meer doelvoorschriften, open normen en er komen andere manieren voor de gemeente om grip te houden op activiteiten. Burgerparticipatie speelt daarbij een belangrijke rol. De gemeente Urk zal een deel van de overgangstermijn van de wet (tot uiterlijk 2029) gebruiken om een Omgevingsplan op te stellen.
De komst van de Omgevingswet betekent ook dat een nieuwe applicatie voor de afhandeling van aanvragen en meldingen wordt geïntroduceerd. De applicatie wordt met de inwerkingtreding van de Omgevingswet in productie genomen. De implementatie van Rx Launche zal in 2023 plaatsvinden. Rx Launche is een digitale vergunning checker en aanvraagvoorziening voor evenementen, APV en bijzondere wetten. De implementatie zal leiden tot een hoog gebruiksgemak bij zowel burgers en ondernemers als bij de vergunningverleners.
Met behulp van een risicoanalyse is in het Handhavingsbeleid 2016-2022 van de gemeente Urk prioriteit gegeven aan verschillende zaken. De prioritering genoemd in het handhavingsbeleid wordt aangehouden in het HUP 2023. Zo wordt toezicht en handhaving op lachgas en drugsgebruik net als vorig jaar opgepakt. Er zijn daarnaast nog een aantal zaken die in 2023 actief opgepakt worden. Toezicht en handhaving op kamerverhuur en (eventueel) strijdig handelen bestemmingsplan worden opgepakt. De beleidsnota vergunningverlening en het VTH-beleid worden opnieuw opgesteld onder de noemer Uitvoerings- en Handhavingsstrategie. Dit nieuwe beleid zal dan ook aansluiten op de Omgevingswet. Ook zal er in 2023 een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd worden om permanente bewoning op het vakantiepark tegen te gaan.
Beschikbare en benodigde capaciteit
In de begroting van 2023 is er een bedrag van €4.079.771 beschikbaar voor de Vergunningverlening-, Toezicht-, en Handhavingstaken (VTH-taken). De beschikbare en benodigde uren voor de VTH-taken zijn opnieuw geïnventariseerd. Hieruit is gebleken dat er voor vergunningverlening een tekort is van 0,4 fte. Dit tekort wordt opgevangen door inzet van inhuurkrachten. Bij toezicht en handhaving is er een tekort van 1,1 fte. Dit tekort zit vooral op de juridische capaciteit en wordt opgevangen door de inzet van inhuur.
Dit handhavingsuitvoeringsprogramma (hierna: HUP 2023) geeft inzicht in de taken die de gemeente Urk in 2023 uitvoert op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving, welke capaciteit daarmee gemoeid is en wat de gewenste resultaten zijn.
Gemeenten hebben te maken met een toezichthouder per beleidsdomein in het kader van Interbestuurlijk Toezicht (IBT). De provincie is de toezichthouder voor onder meer: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), archief, financiën, ruimtelijke ordening, huisvesting vergunninghouders en milieu. Het opstellen van het uitvoeringsprogramma per beleidsdomein is een wettelijke verplichting. Jaarlijks stellen gemeenten een HUP op om de provincie inzicht te geven in de uitvoering van hun wettelijke taken.
Dit HUP is toegespitst op het beleidsdomein Wabo. Volgens de Wabo-kwaliteitscriteria moet het uitvoeringsprogramma tenminste de volgende onderdelen bevatten:
1.1 Doel van het Uitvoeringsprogramma
Het doel van het uitvoeren van de VTH-taken is een leefbare, schone en veilige leefomgeving. Het HUP maakt inzichtelijk hoe de beschikbare capaciteit en middelen worden ingezet op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). Verder geeft het inzicht in de gestelde uitvoeringsdoelen en de gegevens die moeten worden gemonitord om na te kunnen gaan of de uitvoeringsdoelstellingen zijn behaald.
Ook geeft het HUP aan waar geen capaciteit voor vrij is gemaakt. Daarmee is het zowel binnen de organisatie als daarbuiten duidelijk wat men kan vragen en verwachten op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.
Het HUP 2023 wordt door het college bekendgemaakt aan de gemeenteraad. Daarnaast wordt dit programma toegezonden aan het waterschap, de provincie, veiligheidsregio en de politie. Met de OFGV (Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek), die namens de gemeente vergunningverlening, toezicht en handhaving met betrekking tot milieutaken uitvoert, zijn werkafspraken gemaakt. Het Uitvoeringsprogramma 2023 van de OFGV is als bijlage bij dit HUP gevoegd, net als het jaarverslag van OFGV over 2022.
1.2 Uitvoeringsprogramma in één oogopslag
De tabel in bijlage 1 geeft het HUP 2023 in een oogopslag weer. In de linker kolom staan alle taken die samen het speelveld van vergunningverlening, toezicht en handhaving vormen.
In het overzicht staan de verschillende taakvelden uitgewerkt. Daarbij worden de verschillende onderdelen gelinkt aan producten. Een product kan betrekking hebben op één of meerdere taken uit het schema van bijlage 1. Een product is aangeduid met een nummer. Uit de tabel kan afgeleid worden hoeveel capaciteit gekoppeld is aan een product.
Werkzaamheden zijn onder te verdelen in programmatische, recreatieve en uitbestede werkzaamheden. Voor een aantal toezichts- en handhavingstaken kiezen we voor een actieve, programmatische aanpak. Bij taken met een lage(re) prioriteit treden we alleen reactief op. Dit optreden kan zijn naar aanleiding van klachten/meldingen, ambtelijke constateringen of bestuurlijke wensen.
De manier van aanpak van de handhavingstaken is onder te verdelen in drie categorieën:
Programmatische werkzaamheden- handhavingstaken die proactief opgepakt worden. Deze taken komen voort uit de naleving van de Wabo (o.a. bouwtoezicht, brandveiligheid, ruimtelijke ordening) de Algemene plaatselijke verordening, Afvalstoffenverordening (overlast in de openbare ruimte), de Alcoholwet en de Wet op de kinderopvang.
Reactieve werkzaamheden- werkzaamheden die veelal aanvangen nadat een aanvraag om vergunning, melding of ontheffing is binnengekomen. De reactieve werkzaamheden voor toezicht en handhaving komen voort uit klachten/ meldingen van burgers, bedrijven, bestuurders of signaaltoezicht van collega’s. De op te pakken klachten/meldingen kunnen betrekking hebben op alle integrale handhavingstaken. Er is de laatste jaren een stijgende lijn waar te nemen in deze werkzaamheden.
Uitbestede werkzaamheden- gemeente Urk heeft een aantal van haar toezichthoudende taken uitbesteedt aan particuliere adviesbureaus, aan andere overheidsorganen of aan regionale diensten. Daarbij zijn schriftelijke afspraken gemaakt over, o.a. de taakbeschrijving, de bevoegdheidsverdeling en de wederzijdse verplichtingen en aansprakelijkheden. In paragraaf 1.5 is een opsomming gemaakt van uitbestede werkzaamheden.
Het werk van wijkbeheerders en havenmeesters is buiten dit HUP gelaten, omdat hun werkzaamheden handhaving over het algemeen niet raken. Wel is er sprake van samenwerking tussen toezichthouders, BOA, wijkbeheerders en havenmeesters op het gebied van (signaal)toezicht. Havenmeesters houden toezicht op naleving van de Havenverordening en verordening over de havengelden.
1.4.1 Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek
De provincies Flevoland en Noord-Holland en de Flevolandse gemeenten plus de gemeenten uit de Gooi en Vechtstreek hebben in 2012 de Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek (OFGV) opgericht. De gemeente Urk is één van de deelnemers aan de OFGV. De vestigingsplaats van de Omgevingsdienst is Lelystad.
Alle deelnemende partijen hebben minimaal het basistakenpakket ondergebracht bij de OFGV. Het basispakket heeft betrekking op vergunningen, toezicht en handhaving van milieuregelgeving binnen inrichtingen. In bijlage 3 is een overzicht van de milieutaken die bij de OFGV zijn ondergebracht weergegeven. De verdere invulling van deze milieutaken (die de OFGV voor gemeente Urk uitvoert) is te lezen in het Uitvoeringsprogramma OFGV 2023 van de gemeente Urk. Dit Uitvoeringsprogramma is als bijlage toegevoegd.
1.4.2 Gemeentelijke gezondheidsdienst Flevoland
De gemeente is verantwoordelijk voor de kinderopvang. Het toezicht hierop is wettelijk ondergebracht bij de GGD. Voor onze gemeente voert de GGD Flevoland op basis van risicoprofielen inspecties uit bij kindercentra, gastouderbureaus en peuterspeelzalen. Ook wordt jaarlijks een percentage van de gastouders gecontroleerd. De eventuele handhaving die hierop volgt wordt uitgevoerd door de gemeente Urk.
Dit Uitvoeringsprogramma bestaat uit vier hoofdstukken, met uitzondering van de inleiding. De eerstvolgende drie hoofdstukken beslaan elk een eigen onderwerp en zijn per hoofdstuk als volgt gestructureerd:
De hoofdstukken sluiten af met een tabel waarin wordt opgesomd wat er actief zal worden opgepakt in 2023 met betrekking tot het onderwerp.
Het laatste hoofdstuk, hoofdstuk vijf, zal ingaan op de personele capaciteit en financiële middelen die noodzakelijk zijn om het Uitvoeringsprogramma uit te kunnen voeren. Ten slotte is er een aantal bijlagen toegevoegd.
1.6 Verwacht aantal te verlenen vergunningen en af te handelen meldingen en ontheffingen
Tabel 1: Raming van meldingen, ontheffingen en vergunningen voor 2023
Toelichting op de geraamde hoeveelheden
Na minder evenementen- en tentenkampenvergunningen in 2021 door de coronamaatregelen, is een stijgende lijn te zien in het aantal aanvragen voor vergunningen. De verwachting is dat deze stijgende lijn in 2023 zal voortzetten. Door het proactief benaderen van organisaties wordt het aantal vergunningen daarom hoger ingeschat.
H2: Bouwen en ruimtelijke ordening
2.1.1 Programma Aanpak Stikstof en PFAS
Door de uitspraak van de Raad van State over het Programma Aanpak Stikstof (PAS) in 2019 zijn vergunningsprocedures van projecten vertraagd of stil komen te liggen. Daarna zijn er diverse landelijke maatregelen getroffen om onder meer de bouw van woningen en aanleg van wegen weer vlot te trekken. Hierdoor konden diverse grote nieuwbouwplannen voor Urk gelukkig alsnog doorgaan. Het stikstofrapport van Remkes “Wat wel kan” van oktober 2022 heeft positieve en negatieve gevolgen voor de zogenaamde “PAS-melders en Piekbelasters”. Mogelijk ook voor (agrarische) bedrijven op Urk. De uitspraak van de Raad van State van 2 november 2022 heeft tot gevolg dat de bouwvrijstelling is vervallen voor alle (grotere) bouwprojecten. Dit zal veelal geen afstel betekenen voor bouwplannen op Urk, maar mogelijk wel enige vertraging.
PFAS is een stoffengroep die in Nederland verspreid in het milieu voorkomt. Kenmerkend voor dit soort stoffen is dat zij nauwelijks biologisch afbreekbaar zijn en hierdoor schadelijk voor het milieu. Het grond- en baggerverzet is in 2019 gestagneerd als gevolg van strengere regelgeving. Om deze stagnatie op te heffen is er eind 2021 landelijk een definitief handelingskader voor PFAS opgesteld. De Flevolandse gemeenten hebben de achtergrondwaarden aan PFAS opgenomen in de gemeenschappelijke bodemkwaliteitskaart. Bodemvervuiling met zeer zorgwekkende stoffen zoals PFAS is net als PAS een taak voor de OFGV en de ontwikkelingen staan verder omschreven in het uitvoeringsprogramma van de OFGV (bladzijde 20 van bijlage 4).
2.1.2 Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen
Op 14 mei 2019 is de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) aangenomen door de Eerste Kamer. Volgens de planning treedt de Wkb tegelijk met de Omgevingswet in werking, naar verwachting 1 januari 2024. Wkb houdt het volgende in: het bewaken van de kwaliteit van ontwerp en uitvoering zodat het eindresultaat aan de voorschriften van het Bouwbesluit voldoet. In het huidige stelsel toetst de gemeente bouwplannen vooraf en ziet toe op de uitvoering volgens de verleende vergunning. Onder de Wkb ligt de aansprakelijkheid voor de uitvoeringskwaliteit en het voldoen aan de bouwtechnische voorschriften bij de bouwer. Het nieuwe stelsel treedt stapsgewijs in werking. Er wordt begonnen met bouwwerken die vallen onder gevolgklasse 1 (kleinere bouwwerken). Na een evaluatieperiode van 3 jaar wordt besloten of ook hogere klassen onder de Wkb gaan vallen.
De Wkb leidt tot veranderingen in de toetsing en het toezicht op bouwplannen in gevolgklasse I. Plannen in deze categorie worden onder de Wkb niet langer bouwtechnisch getoetst. Ook het toezicht ligt in beginsel bij de kwaliteitsborger die moet worden ingeschakeld door de bouwer. De gemeente wordt wel verantwoordelijk voor de afhandeling van bouwmeldingen. Ook is er enige beleidsvrijheid voor wat betreft het houden van toezicht in aanvulling op het toezicht door de kwaliteitsborger. De impact op de organisatie op Urk wordt op dit moment in beeld gebracht. Daarbij wordt naast een cijfermatige analyse van de impact op de tijdsbesteding voor vergunningverlening en toezicht ook gekeken naar het toezichtsbeleid dat de gemeente wil gaan voeren. Dit toezichtsbeleid zal uiteindelijk worden opgenomen in het beleidsplan VTH (zie paragraaf 5.1.1).
Om ervaring op te doen met de nieuwe werkwijze zijn in 2022 vooruitlopend op de invoering van de Wkb proefprojecten met kwaliteitsborging gestart. Deze projecten lopen door ook in 2023. De proefprojecten hebben als doel ervaring opdoen met instrumenten voor kwaliteitsborging en samenwerking tussen verschillende partijen. Voor de gemeenten is niet alleen belangrijk om ervaring op te doen in de rol van het bevoegd gezag, maar ook als opdrachtgever in de bouw.
Het is voor de gemeente onmogelijk om met alle type bouwwerken ‘zelf’ proef te draaien. Om die reden heeft de gemeente Urk met de buurgemeenten afgesproken om te werken via het zogenaamde ambassadeursnetwerk. Binnen dit netwerk zullen een aantal projecten uitgevoerd worden, verdeeld over verschillende soorten gebouwen.
Daarnaast is de gemeente Urk in het najaar van 2022 een proefproject gestart voor de bouw van 8 zogenaamde kwadrantwoningen. De gemeente mag hierbij meekijken hoe het stelsel van kwaliteitsborging in de praktijk werkt bij een bouwproject in gevolgklasse 1.
Sinds 1 januari 2021 moeten de vergunningaanvragen voor alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, voldoen aan de eisen BENG. BENG staat voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen en vormt een eisenpakket dat een afgeleide is van Europese bouwrichtlijnen. Dit pakket vervangt de EPC-eis. De BENG vraagt van nieuwe gebouwen dat ze voldoen aan grenswaarden voor drie indicatoren:
De BENG eisen gelden vooralsnog alleen voor nieuwbouw. Bestaande gebouwen moeten wel voldoen aan een eigen set regels. Voor kantoorgebouwen wordt daarnaast wel een aanvullende eis gesteld: deze moeten op 1 januari 2023 minimaal Energielabel C hebben. In 2023 wordt toezicht en handhaving op dit onderdeel opgestart voor kantoorgebouwen op Urk.
Als gevolg van de BENG eisen zullen nieuwe gebouwen beter geïsoleerd zijn en een dichte(re) schil hebben. Hierdoor vindt er geen natuurlijke ventilatie meer plaats en wordt de rol van een goede mechanische ventilatie extra belangrijk. De luchtverversing in een nieuwbouw pand is dan immers volledig afhankelijk van het geïnstalleerde klimaatsysteem.
2.2 Ontwikkelingen binnen de gemeente Urk
Het college heeft in februari 2019 ingestemd met het evalueren en actualiseren van het huidige welstandsbeleid. De evaluatie van het huidige welstandsbeleid is ondertussen afgerond. In mei 2020 heeft de Raad ingestemd met de evaluatie van het welstandsvrije bouwen, het beleid krijgt een vervolg in de toekomst. Verder heeft de Raad besloten om het huidige beleid te actualiseren. Daarvoor heeft de Raad ook geld beschikbaar gesteld. De richting van het nieuwe beleid is besproken en zal verder worden uitgewerkt.
In maart 2021 is er een sollicitatieprocedure geweest waarbij de monumentencommissie en de welstandcommissie volgens de criteria van de Omgevingswet zijn samengevoegd. In september 2021 is de nieuwe Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit Urk (ARkU) van start gegaan. De volgende stap is het actualiseren van het beleid in 2023.
2.2.2 Monumenten & archeologie
Afgelopen jaar zijn de energieprijzen gestegen, dit treft vooral de bewoners van het Oude Dorp, tevens ons Beschermd Dorpsgezicht. Oude woningen zijn namelijk lastig na te isoleren, energieverbruik is daardoor vaak hoog. Met de handreiking van de overheid (RCE) zijn de regels voor het toepassen van zonnepanelen in het Oude Dorp verruimd. De voorlopige basisregels worden opgenomen in het nieuwe welstandsbeleid.
Archeologisch wordt in 2023 uitvoer gegeven aan het beleid zoals dit is vastgesteld. Het is de bedoeling om in een schuur in Wijk 5, ook een deel te exposeren van archeologische bodemschatten. In 2022 is de archeologie in het kader van het bouwrijp maken van de ZHW en Port of Urk (PoU) vlot getrokken. Voor het bouwen van de woningen en bedrijven bij PoU zullen hier in 2023 procedures en afspraken gemaakt worden.
Verder is er een werkgroep van start gegaan, met als doel het huidige archeologiebeleid te actualiseren. Vooral de maatschappelijke waarde is een thema. Ook moeten de procedures duidelijker in beeld komen. De planning is om dit in september 2023 af te ronden.
Onze kapstok voor duurzaamheid op Urk is beschreven in de Duurzaamheidsvisie Urk. Deze visie is door de gemeenteraad in juni 2020 vastgesteld. De komende jaren staat in het teken van het uitvoeren van de opgaven die hierin beschreven zijn. De opgaven zijn gebaseerd op de 4 duurzaamheidsthema´s Energietransitie, Circulaire Economie, Klimaatadaptie en Mobiliteit. Voor wat betreft toezicht en handhaving op het gebied van duurzaamheid is de belangrijkste opgave toezicht op de energiebesparingsplicht. Naast de handhaving en toezicht activiteiten zal in 2023 ook veel energie gestoken worden in het faciliteren van ondernemingen bij de energietransitie.
Toezicht energiebesparingsplicht
Ondernemingen die per jaar meer dan 50.000 kWh elektriciteit en/of 25.000 m³ aardgas verbruiken, zijn op grond van milieuwet- en regelgeving verplicht om energiebesparende maatregelen te nemen met een terugverdientijd van 5 jaar of minder. Dit is de Energiebesparingsplicht.
De Erkende Maatregelenlijst (EML) voor energiebesparing bij bedrijven ondersteunt bedrijven in het voldoen aan de energiebesparingsplicht. Op de EML staan namelijk verschillende maatregelen die binnen vijf jaar terugverdiend kunnen worden. Er dient een melding gemaakt te worden door bedrijven wanneer er een maatregel toegepast wordt. Naast Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), ondersteunen onder meer Energie Expertisecentrum Flevoland (EEF) en stichting Energieke Regio het bedrijfsleven bij het uitvoeren van de EML.
Bedrijven zijn over bovenstaande geïnformeerd, maar veel bedrijven hebben onvoldoende actie ondernomen. De vrijblijvendheid van het uitvoeren van de energiemaatregelen zal minder worden. De gemeenten hebben in 2022 samen met OFGV een keuzepakket opgesteld waarmee door OFGV per gemeente maatwerk kan worden geleverd. In 2023 wordt gezamenlijk bezien hoe stimulerend toezicht en evt. handhaving op dit onderdeel het beste gedaan kan worden.
ISOR staat voor Informatie Systeem Overige Ramptypen. Het ISOR heeft tot doel om risico gevaarlijke objecten te registreren. Deze informatie kan worden ingevoerd via het internet. Hiertoe is een gecombineerde website met het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) actief. Het voornemen is om in 2023 het ISOR up-to-date te maken voor de gemeente Urk.
Het laatste bestemmingsplan Zeeheldenwijk is in mei 2021 vastgesteld door de gemeenteraad. In augustus 2022 heeft de Raad van State uitspraak gedaan en is deze onherroepelijk in werking getreden. De eerste gronden binnen fase 1 zijn uitgegeven. In 2023 wordt gestart met de eerste bouw.
Binnen de Overgangszone wordt ruimte gereserveerd voor perifere detailhandel (fase 2). Hiermee wordt invulling gegeven aan de ambitie: “Juiste bedrijf, op de juiste plek, op het juiste moment”, die naar aanleiding van de nota gronduitgifte bedrijfslocaties (2022-2026) wordt gevolgd. De ruimte die hiervoor vrijkomt behoort tot eventuele alternatieven die aangeboden kunnen worden binnen Zwolsche Hoek wanneer bedrijven niet op de juiste plek gesitueerd zijn.
Binnendijks bedrijventerrein – Port of Urk
Noordelijk Flevoland zit economisch in de lift. Bedrijven groeien en investeren, de werkgelegenheid stijgt. Dat is terug te zien in de vraag naar bedrijfsgrond. Waar in Noordelijk Flevoland tijdens de crisisjaren de uitgifte van grond op bedrijfslocaties opdroogde, is de laatste jaren weer een positieve ontwikkeling zichtbaar. Door deze ontwikkeling wordt er een nieuw bedrijventerrein ontwikkeld in de gemeente Urk. Het bestemmingsplan is vastgesteld op 18 februari 2021. De uitgifte van de bedrijfsgronden binnen Fase 1 is gestart.
Ook hier speelt “het juiste bedrijf, op de juiste plek op het juiste moment” een rol. Binnen de Gemeente Urk wordt over diverse afdelingen invulling gegeven aan deze ambitie, zo ook bij vergunningverlening.
2.2.6 Themagerichte controle OFGV (op discrepantie afvalwater)
De gemeente is eind 2022 door het waterschap gevraagd om (gezamenlijk met OFGV) uitgebreide afvalwatercontroles te organiseren bij circa 100 bedrijven met een afvalwaterzuiveringsinstallatie op het bedrijventerrein Zwolsehoek. Dit om de hoge discrepantie in dit gebied te onderzoeken en tegen te gaan. Discrepantie is het verschil tussen enerzijds de verwachte vuillast (kwaliteit en kwantiteit) van inwoners en bedrijven en anderzijds het vuilaanbod dat daadwerkelijk wordt gemeten. Na instemming van het college dienen de bedrijven komende jaar eerst geïnformeerd te worden over nut en noodzaak van deze themagerichte controle door OFGV met WZZL. In het nieuwe Gemeentelijk Water- en Rioleringsplan is € 20.000 per jaar gereserveerd voor dergelijke extra controles.
2.2.7 Nota Regionaal Beleidskader Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) 2019-2022
Met de invoering van de Wet Vergunningen, Toezicht en Handhaving in 2017 is het college van burgemeester en wethouders van de gemeente verplicht om beleid voor de uitvoering te maken. Dit geldt ook voor taken die zijn uitbesteed zoals aan de Omgevingsdienst Flevoland, Gooi & Vechtstreek (OFGV).
Conform de wet dient het uitvoeringsbeleid te zijn afgestemd met alle partners; zodat voor alle, aan de OFGV deelnemende, gemeenten en provincies dezelfde procedures worden gevolgd door de OFGV in de uitvoering van haar taken. Dit alles heeft geresulteerd in de nota Regionaal Beleidskader Vergunningen, Toezicht en Handhaving (VTH) 2019-2022. Groot voordeel is dat binnen het werkgebied Flevoland en Noord-Holland voor met name genoemde overtredingen eenduidig de dwangsommen worden opgelegd en verbeurd qua begunstigingstermijn en hoogte, zoals opgenomen in bijlage 8 van de nota. Binnen de gemeente Urk is uitvoering gegeven aan deze nota. In 2023 wordt het beleidskader vernieuwd naar aanleiding van de evaluatie in 2022. Bestuurlijk is ingestemd met verlenging van het vigerende beleidskader totdat er een nieuwe is.
De inwerkingtreding van de Omgevingswet is, tijdens het schrijven van dit stuk, beoogd op 1 januari 2024. Tegelijkertijd wordt ook de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen ingevoerd. Vooruitlopend op de invoering wordt er nu al zoveel mogelijk gewerkt in de ‘geest van de Omgevingswet’. Hierbij geldt wel: als de inwerkingtreding van de Omgevingswet opnieuw uitgesteld wordt, dan zullen de activiteiten gerelateerd aan de Omgevingswet ook mee schuiven in de tijd.
De Omgevingswet staat voor een goede balans tussen het benutten en beschermen van de fysieke leefomgeving. De invoering van de wet vraagt om een integrale benadering van de leefomgeving (fysiek en sociaal) en een andere manier van werken. De implementatie van de wet leidt tot: minder vergunningplichten, meer doelvoorschriften en open normen en er komen andere manieren voor de gemeente om grip te houden op activiteiten. De gemeente Urk zal een deel van de overgangstermijn van de wet (tot uiterlijk 2029) gebruiken om een Omgevingsplan op te stellen. De toezichthouders en handhavers moeten tot die tijd werken met het Omgevingsplan van rechtswege. Dat heeft een tijdelijk karakter en wordt tussendoor steeds aangepast richting het ‘echte’ Omgevingsplan.
De komst van de Omgevingswet betekent ook dat een nieuwe applicatie voor de afhandeling van aanvragen en meldingen wordt geïntroduceerd. De implementatie hiervan is gaande. De applicatie wordt met de inwerkingtreding van de Omgevingswet in productie genomen. De implementatie van Rx Launche zal in 2023 plaatsvinden. Rx Launche is een digitale vergunning checker en aanvraagvoorziening voor evenementen, APV en bijzondere wetten. De implementatie zal leiden tot een hoog gebruiksgemak bij zowel burgers en ondernemers als bij de vergunningverleners.
In het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) worden vergunningchecks opgenomen voor de meest voorkomende activiteiten. Een groot deel hiervan wordt aangeleverd door het Rijk, maar de gemeente is verantwoordelijk voor het maken van toepasbare regels voor de lokale regels, zoals kappen en uitvoeren van werkzaamheden. In eerste instantie worden alleen de regels die nu ook al in het Omgevingsloket (Olo) zijn opgenomen in het DSO gebracht. In later stadium wordt bezien of ook andere (top)activiteiten met een vergunningcheck in het DSO worden opgenomen om zo de digitale dienstverlening verder te verbeteren.
2.2.9 Permanente bewoning recreatie Urkerbos
Op grond van het bestemmingsplan Buitengebied is permanente bewoning op recreatiepark Het Urkerbos verboden. September 2006 is een eerste handhavingsactie gestart ten aanzien van illegale bewoning. Op grond hiervan heeft er een inventarisatie plaatsgevonden van de mate waarin illegale bewoning plaatsvond en zijn er dwangsommen opgelegd. Deze actie heeft voor een deel succes gehad. Door de jaren heen is het probleem van illegale bewoning toegenomen.
Vanuit de gemeente is er toenemende aandacht voor het probleem van illegale bewoning op het recreatiepark. Er is een plan van aanpak opgesteld dat in 2023 uitgevoerd gaat worden. Hierbij wordt ook gelet op eventuele signalen van ondermijning, maar ook op het voldoen aan de bouwvoorschriften. Omdat handhaven op permanente bewoning complex is wordt het projectmatig opgepakt.
2.3 Wat gaan wij actief oppakken in 2023
2.4 Wat gaan wij niet (meer) actief oppakken in 2023
Er zijn een aantal taken niet meegenomen in het Uitvoeringsprogramma van 2023. Deze taken zullen niet of minder actief worden opgepakt, omdat het uitvoeringsniveau van geprogrammeerde taken anders omlaag gaat. Om verwarring te voorkomen over de taken en verantwoordelijkheden wordt hieronder inzichtelijk gemaakt welke aspecten niet actief aan bod komen binnen toezicht en handhaving. Hieronder zal per beleidsonderdeel worden ingegaan op taken die niet actief worden opgepakt.
De genoemde onderdelen kunnen niet gezien worden als uitputtende opsomming. Klachten/ meldingen, bestuurlijke wensen en wetswijzigingen kunnen aanleiding geven tot wijzigingen. Duidelijk is dan wel dat dit kan leiden tot een aanpassing van de geprogrammeerde taken.
Brandveiligheid van niet vergunning- en meldingplichtige gebouwen
De voorschriften voor brandveilig gebruik van gebouwen staan vooral in hoofdstuk 6 en 7 van het Bouwbesluit 2012. Deze voorschriften gelden voor alle gebouwen. Echter, niet voor elk gebouw hoeft een melding te worden gedaan of een vergunning te worden aangevraagd in het kader van de brandveiligheid. Deze meldings- en vergunningsplicht is van toepassing op gebouwen waar veel mensen aanwezig kunnen zijn of waar mensen kunnen overnachten. Deze gebouwen worden periodiek gecontroleerd. De overige gebouwen (waar de voorschriften ook voor gelden) worden niet actief gecontroleerd.
H3: Algemene Plaatselijke Verordening (Apv) en veiligheid
In dit hoofdstuk worden de ontwikkelingen en activiteiten behandeld die betrekking hebben tot de veiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid van de openbare ruimte.
3.1.1 Landelijke lachgasverbod
Per 1 januari 2023 geldt een landelijk verbod op lachgas, waarop strafrechtelijke handhaving mogelijk is. De gemeente Urk heeft voor inwerkingtreding van dit verbod al gedaan wat mogelijk was om lachgas tegen te gaan. In 2023 gaat de gemeente met de politie in overleg om te kijken of er nog meer gedaan kan worden. Het landelijke verbod gaat boven de bestaande bepaling over lachgas in de APV van gemeente Urk.
3.2 Ontwikkelingen binnen de gemeente Urk
De aanpak van ondermijning vanuit handhaving bestaat uit het signaleren van ondermijning, het ondersteunen bij en uitvoeren van (integrale) handhavingsacties. Om dit te kunnen doen, wordt blijvend gewerkt aan bewustwording en kennisbevordering. Waar de gemeente zelf capaciteit tekortkomt voor (integrale) handhavingsacties, wordt er indien mogelijk gebruik gemaakt van het Team Operationele Versterking (TOV) van het Regionaal Informatie en Expertise Centrum. In 2023 wordt een exploitatievergunningstelsel opgezet, waardoor op meer bedrijven de Wet Bibob kan worden toegepast. Om verdere slagen te maken in de aanpak van ondermijning huurt de gemeente Urk een projectleider in.
De opsporing en handhaving van illegaal vuurwerk ligt bij de politie. Toezichthouders kunnen wel controleren op de opslag van het vuurwerk in het kader van artikel 7.17 en 7.22 van het Bouwbesluit. Als tijdens de controle vuurwerk opgeslagen blijkt kunnen ze de politie oproepen/informeren. In 2022 is met integrale controles een begin gemaakt met de opsporing van illegale opslag van vuurwerk. Voor 2023 is het de bedoeling dat dit wordt voortgezet.
In 2022 zijn er op een aantal momenten ongeregeldheden opgetreden. In voorkomende gevallen wordt er aangeschreven op grond van artikel 2.1 uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV). In 2023 wordt er een werkwijze vastgelegd met betrekking tot het handhavend optreden (tijdstip versturen brief en hoogte van dwangsom bepalen). Daarmee wordt een eenduidige werkwijze beoogd.
In 2023 zal er een herzien jeugdhonkenbeleid worden opgesteld. Dit binnen het bredere kader van het project ‘Verantwoord Uitgaan’. Omdat deze aanpak zo verbonden is met alle andere onderdelen binnen het Verantwoord Uitgaan project (zoals horeca in het oude dorp) wordt in de uitvoering een bepaalde fasering aangebracht. Zodat de wijze en mate van toezicht en handhaving goed afgestemd wordt op het gewenste effect voor het geheel.
Op dit moment is er veel vraag naar standplaatsvergunningen, terwijl de gemeente Urk op basis van het huidige beleid weinig mogelijkheden tot vergunningverlening heeft. De gemeente Urk heeft in 2020 een start gemaakt met het nieuwe standplaatsenbeleid. Door de coronacrisis heeft dit vertraging opgelopen. De ondernemers wensen namelijk een fysieke bijeenkomst om de standpunten van de winkeliers mee te nemen in het nieuwe beleid. De bijeenkomsten hebben in oktober 2021 plaatsgevonden. Alle verzamelde informatie wordt nu toegepast in het nieuwe beleid. De verwachting is dat het beleid in de eerste helft van 2023 gereed is en in het college van B&W komt ter vaststelling.
3.3 Wat gaan wij actief oppakken in 2023
3.4 Wat gaan wij niet (meer) actief oppakken in 2023
Met betrekking tot de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) zijn er ook een aantal taken die niet of minder actief gehandhaafd worden. Ondanks de uitgebreide capaciteit voor toezicht en handhaving is er nog onvoldoende ruimte om deze activiteiten op te pakken.
Om verwarring te voorkomen over de taken en verantwoordelijkheden wordt hieronder inzichtelijk gemaakt welke aspecten niet actief aan bod komen binnen toezicht en handhaving. Hieronder zal per beleidsonderdeel worden ingegaan op taken die niet actief worden opgepakt.
De genoemde onderdelen kunnen niet gezien worden als uitputtende opsomming. Klachten/meldingen, bestuurlijke wensen en wetswijzigingen kunnen aanleiding geven tot wijzigingen. Duidelijk is dan wel dat dit kan leiden tot een aanpassing van de geprogrammeerde taken. Een verzoek tot handhaving moet wel worden behandeld. In dat geval zullen we wel reageren en eventueel handhaven. Stellen we de handhaving uit, dan moet er op gelet worden dat er voor het volgende HUP rekening gehouden wordt met een projectmatige aanpak.
Overtredingen APV die niet actief worden gehandhaafd
Winkels mogen binnen de gemeente Urk dagelijks open zijn tussen 06:00 uur en 22:00 uur. Op zondag mogen winkels niet open. Door de gemeente Urk wordt niet actief toegezien op de naleving van de winkelsluitingstijden. Mochten er echter klachten zijn dan zullen deze klachten actief worden opgepakt.
Privaatrechtelijke handhaving maakt geen onderdeel uit van het takenpakket van team Handhaving. Het toezien op de naleving van overeenkomsten die de gemeente met derden afsluit ligt op dit moment bij de organisatieonderdelen die deze overeenkomsten zijn aangegaan. De organisatieonderdelen zijn zelf verantwoordelijk voor het toezien op de naleving van de afgesloten overeenkomsten.
Indien onze toezichthouders misstanden zien op bovenstaande terreinen zullen zij dit signaal aan de daarvoor bevoegde instantie doorgeven.
Dit gaat over loslopende honden en het niet gebruiken van hondenpoepzakken. Dit wordt nu alleen reactief opgepakt bij dagelijkse controlerondes van de toezichthouder/Boa. Bijtincidenten worden door de juristen wel opgepakt.
De Drank- en Horecawet is per 1 juli 2021 veranderd in de Alcoholwet. De wet bevat ten opzichte van de Drank- en Horecawet een aantal nieuwe onderdelen die gemeenten bij verordening kunnen regelen. Dit betreft: het verhogen van de minimale vloeroppervlakte-eisen voor horeca en slijterijen, het mogelijk maken voor slijters om proeverijen te organiseren, het eisen van de aanwezigheid van iemand met een diploma sociale hygiëne op een vervoermiddel waar bedrijfsmatig alcohol wordt geschonken (zoals een bierfiets) en het aanwijzen van een alcoholoverlastgebied bij ernstige overlast of verstoring van de openbare orden.
4.2 Ontwikkelingen binnen de gemeente Urk
De gemeente Urk heeft een redelijk constant horecabestand. In de periode 2018-2020 zijn alle bestaande alcoholwetvergunningen geactualiseerd en gecontroleerd. Hierbij is de gemeente bijgestaan door Bureau Horeca Bijzondere Wetten (BHBW).
De gemeente heeft het project DURF! gelanceerd. Dit is een project waarmee allerlei vormen van vrijetijdsbesteding op de kaart gezet worden. Onderdeel hiervan is ook het tegengaan van gebruik van drank en drugs onder jongeren. In de evaluatie van het gemeentelijke project Durf! is de noodzaak van striktere handhaving op alcoholverstrekking aan jongeren onder de 18 benoemd. De uitkomsten van deze evaluatie worden verwerkt in het nieuwe Preventie- en Handhavingsplan. In eerste instantie zou dit plan in samenwerking met de gemeenten Noordoostpolder en Dronten opgesteld worden. Dat is niet gelukt. Het Preventie- en Handhavingsplan wordt nu in samenwerking met de externe partij BHBW opgesteld. Begin 2023 wordt dit plan bestuurlijk vastgesteld. Toezicht en handhaving op de Alcoholwet (bijvoorbeeld controles op winkels en slijterijen op alcoholverkoop onder 18) wordt in 2023 naar alle waarschijnlijkheid door een externe partij uitgevoerd. De juridische handhaving zou wel door de gemeente Urk zelf gedaan kunnen worden.
H5: Personele capaciteit en middelen
Om de VTH-taken uit het uitvoeringsprogramma uit te kunnen voeren, zijn personele capaciteit en financiële middelen noodzakelijk. Dit hoofdstuk geeft inzicht in de beschikbare en benodigde personele en financiële capaciteit.
De hoeveelheid reactieve werkzaamheden bemoeilijkt het maken van een sluitende jaarplanning. Aan de hand van het handhavingsbeleid 2016-2022 is een risicoanalyse opgesteld. Het nieuwe handhavingsbeleid, inclusief nieuwe risicoanalyse wordt in 2023 opgesteld. Op basis van de (oude) risicoanalyse en actuele inschatting is voor 2023 de verwachte workload in beeld gebracht voor vergunningverlening, gebaseerd op een gemiddelde van de jaren 2016 t/m 2022.
5.1.1 VTH-beleid en beleidsnota vergunningverlening
De gemeentelijke beleidsnota vergunningverlening liep van 2019 tot 2020. Het overkoepelende gemeentelijke beleid voor Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving loopt van 2016 tot heden. Beide stukken zijn dus gedateerd, er moet nieuw VTH-beleid opgesteld worden. Op het moment van schrijven heeft de gemeente Urk een extern adviesbureau gevraagd om de gemeente Urk te ondersteunen in het schrijven van nieuw VTH-beleid. Dit nieuwe beleid zal in het derde of vierde kwartaal van 2023 vastgesteld worden door de gemeenteraad.
5.1.2 Beschikbare financiële capaciteit
In bijlage 1 is te zien dat in de begroting van 2023 een bedrag van € 4.079.771 beschikbaar is voor vergunningverlening, toezicht en handhaving. Bedoeld bedrag is in de begroting op verschillende kostenposten ondergebracht. In de tabel is per onderwerp de benodigde capaciteit opgenomen van personele en materiële inzet, diensten en leveringen derden, inhuur, apparatuur en instrumenten.
Ook is de overhead toegevoegd in de tabel. De overhead bestaat uit alle kosten die samenhangen met de sturing en ondersteuning van de medewerkers in het primaire proces. Het primaire proces zijn de kerntaken van de gemeente ofwel de uitvoering. Tot de overhead behoren alle functies die dit doel dienen. De overheadfuncties staan dus niet rechtstreeks ten dienste van de klant. Ze leveren indirect een bijdrage aan het functioneren van de gemeente.
Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft geen wijze van overheadberekening voor. Voor de gemeente Urk staat de overhead op 73,3%1 voor 2023. In de overhead zijn kosten van huisvesting, leidinggeven, administratie, P&O, facilitaire zaken en ICT-middelen opgenomen, maar ook werkkleding, opleiding en helpdeskondersteuning zijn in de overhead opgenomen.
Concluderend blijkt uit bijlage 1 dat de beschikbare capaciteit voor vergunningverlening, toezicht en handhaving financieel gedekt is in de begroting 2023.
5.1.3 Beschikbare personele capaciteit
Bijlage 2 geeft de beschikbare formatie aan om de verschillende taken van het HUP 2023 uit te voeren. In het overzicht is uitgegaan van 1.600 effectieve uren per Fte.
Beschikbare uren voor vergunningen
Voor vergunningen inclusief APV en de juridische toetsing zijn 10.400 effectieve uren beschikbaar. Dit staat gelijk aan 6,5 Fte. Dit is exclusief 1,1 fte aan inhuur in 2023.
Beschikbare uren voor toezicht en handhaving
Uit bijlage 2 blijkt dat voor de uitvoering van de voorgenomen taken in het Uitvoeringsprogramma voor toezicht en handhaving 9.280 effectieve uren beschikbaar zijn. Dit staat gelijk aan 5,8 Fte. In 2023 is er daarnaast nog 1 fte aan inhuur (trainee) aanwezig voor juridische afhandeling.
Beschikbare uren voor leidinggevende werkzaamheden
In bijlage 2 zijn de uren voor de leidinggevende niet opgenomen. De uit te voeren taken vallen sinds de invoering van de nieuwe teamindeling (1 januari 2021) voor het grootste deel onder één leidinggevende. Hiervoor zijn 1.600 effectieve uren beschikbaar (1 Fte).
Totaal beschikbare personele capaciteit
Voor de uitvoering van alle werkzaamheden binnen vergunningen, toezicht en handhaving zijn 19.680 effectieve uren beschikbaar. Dit staat gelijk aan 12,3 Fte (exclusief 2,1 fte inhuur). In bijlage 2 zijn de uren voor inhuur personeel niet meegenomen.
5.1.4 Benodigde financiële en personele capaciteit
Voor de benodigde financiële en personele capaciteit zijn de uren gebruikt van TimN Urenregistratie, het tijdregistratiesysteem van de gemeente Urk waar medewerkers hun uren verantwoorden. In TimN Urenregistratie kunnen medewerkers hun uren op verschillende producten verantwoorden. Van alle medewerkers die belast zijn met VTH taken zijn de uren van TimN van 2022 opgevraagd om als basis te dienen voor de benodigde uren van 2023. Om dit verder te verduidelijken zal hieronder een voorbeeld met omgevingsvergunningen gebruikt worden met de cijfers van de tabel van vergunningverlening.
Omgevingsvergunning 2 |
||||||||
|
||||||||
Tabel 2: Benodigde uren en financiën voor 2023 ten aanzien van vergunningverlening
Voorbeeld omgevingsvergunningen:
Voor het product ´omgevingsvergunningen´ in TimN zijn 5014 uur door verschillende medewerkers verantwoord voor het jaar 2022. Om te achterhalen hoeveel uur een medewerker gemiddeld met een besluit bezig is geweest, is gekeken hoeveel besluiten in 2022 zijn genomen (toegekend en geweigerd). Uit SquitXO blijkt dat in 2022, 167 besluiten zijn genomen. Dit betekent gemiddeld 30 uur per besluit. Om de benodigde uren voor 2022 te berekenen, is het gemiddeld aantal uur per besluit vermenigvuldigd met de raming voor 2022 (ofwel 30x194=5.824 uur). Voor 2023 betekent dit voor vergunningverlening dat er in totaal 6,9 Fte en € 1.014.631,- nodig is. Voor de benodigde financiën is het aantal benodigde uren grotendeels vermenigvuldigd met het HBO-tarief, omdat de meeste betrokkenen minimaal HBO geschoold zijn.
Niet alle producten konden op bovenstaande manier berekend worden. In dat geval is het aantal uur dat in 2022 is verantwoord als basis gebruikt voor de benodigde uren van 2023. Dit is het minimaal aantal uren wat in 2023 nodig zal zijn.
Voor toezicht & handhaving is een vergelijkbare berekening gebruikt. Samen met cluster Toezicht en Handhaving is een analyse gemaakt van de benodigde uren voor de taken die wij in 2023 actief willen oppakken, zie hiervoor ook de tabellen van paragraaf 2.3 en 3.3 onder kopje toezicht en handhaving. Het aantal benodigde uren voor 2023 is, vervolgens net als bij vergunningverlening, vermenigvuldigd met het uurtarief wat van toepassing is. Voor 2023 betekent dit voor toezicht en handhaving dat er in totaal 6,9 Fte en € 798.051,- nodig zal zijn. Het aantal gemaakte uren in 2022 ligt een stukje lager dan het beschikbare en benodigde aantal uren in 2023. Dit komt doordat niet iedere medewerker zijn/haar uren op producten verantwoordt. Doet hij/zij dat niet, dan worden de uren geschaard onder indirect productief. Daarnaast zijn er in 2022 ingehuurde medewerkers actief geweest, die uren zijn niet in het systeem verantwoord en dus buiten onderstaande overzicht gelaten.
6,93 Fte |
|||||
Tabel 3: Benodigde uren en financiën voor 2023 ten aanzien van toezicht en handhaving
* = uren en kosten aan inhuur zijn niet in het totaal meegerekend
5.1.5 Verschil beschikbaar en benodigde capaciteit
Het verschil tussen beschikbaar en benodigd voor vergunningverlening bedraagt 0,4 Fte en € 54.037. Dit verschil ontstaat onder andere doordat het aantal te verlenen omgevings- en APV-vergunningen voor 2023 hoger geraamd is dan het aantal in 2022. Het verschil tussen beschikbaar en benodigd wordt opgevangen door inzet van inhuurkracht(en). Financieel is dit draagbaar, omdat de baten van vergunningverlening (ofwel legesopbrengst) hoger is dan de lasten. Hierdoor kan cluster Vergunningverlening inhuurkracht(en) financieel dekken.
Voor toezicht en handhaving ligt het tekort van 1,1 fte voornamelijk op juridische capaciteit. Dit tekort wordt in 2023 incidenteel opgevuld door de inzet van een ingehuurde trainee.
5.2 Monitoring van de uitvoering
De ambities zoals vastgelegd in het handhavingsbeleid gemeente Urk 2016 - 2022 en dit HUP worden gemonitord. Door middel van drie managementrapportages gedurende het jaar zal de voortgang van het Uitvoeringsprogramma gemonitord worden. Deze rapportages maken de voortgang van het behalen van de gestelde uitvoeringsdoelen en de hieraan gespendeerde uren inzichtelijk.
Mochten zich tussentijds grote problemen, afwijkingen of de noodzaak tot herprioritering voordoen, dan zal het college hiervan op de hoogte worden gesteld.
Bijlage 3: Inbreng gemeentelijke taken bij Omgevingsdienst (OFGV)
Voor totaaloverzicht van alle taken die ondergebracht zijn bij OFGV, zie bijlage 1 van het uitvoeringsprogramma OFGV.
Uniforme aspecten vergunningen
In bijlage 5 zijn alle taken met betrekking tot vergunningverlening, toezicht en handhaving terug te vinden in negen productbladen. In elk blad wordt een vast aantal aspecten uitgewerkt. Omdat de aspecten ‘doelstellingen’ en ‘indicatoren voor de monitoring’ voor vergunningen veelal uniform van aard zijn voor de verschillende producten in bijlage 3, worden ze hieronder weergegeven en niet in de productbladen zelf. Het aspect ‘probleemanalyse’ is alleen uitgewerkt voor toezicht en handhaving omdat voor vergunningen geen noemenswaardige problemen benoemd kunnen worden.
Indicatoren monitoring vergunningen
Om na te kunnen gaan of de doelstellingen zijn behaald aan het eind van 2023 worden de volgende aspecten gemonitord:
Huisvesting van vergunninghouders is hierboven niet meegenomen. In het halfjaarlijks toezichtverslag ´Realisatie taakstelling huisvesting verblijfsgerechtigden gemeenten´ staat vermeld of wij voldoen aan de taakstelling. Het toezichtverslag wordt elk half jaar, na afloop van de taakstellingsperiode, naar de provincie verstuurd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-80311.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.