1e wijziging Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Raalte

De raad van de gemeente Raalte,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 december 2022, zaaknummer 38774-2022;

gelet op de bepalingen van artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 84 en 96 van de Gemeentewet;

 

Besluit:

 

  • 1.

    Vast te stellen de Verordening tot 1e wijziging van de Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Raalte.

 

Artikel I

De Verordening commissie bezwaarschriften gemeente Raalte wordt als volgt gewijzigd:

 

A

Artikel 1 komt te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder: 

a. College: het college van burgemeester en wethouders;

b. bestuursorgaan: het gemeentelijk orgaan dat dient te beschikken op een bezwaarschrift;

c. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen;

d. commissie: adviescommissies als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht;

e. ambtenaar: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1 van de CAR en de werknemer in de zin van artikel 2:5 van de CAR;

f. commissiekamer: een afdeling van de commissie voor de bezwaarschriften, bestaande uit een voorzitter en tenminste twee leden;

g. wet: de Algemene wet bestuursrecht;

h. kamer personele zaken: onderdeel van de commissie die zich bezig houdt met bezwaarschriften ingediend door ambtenaren in dienst van de gemeente Raalte;

i. kamer welzijnszaken: onderdeel van de commissie die zich bezig houdt met onder andere sociale wetgeving, zorg, subsidies en publiekszaken;

j. kamer algemene zaken: onderdeel van de commissie die zich bezig houdt met onder andere vergunningen, handhaving en ruimtelijke ordening.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder: 

a. Awb : de Algemene wet bestuursrecht;

b. bestuursorgaan: het gemeentelijk orgaan dat het bestreden besluit heeft genomen; 

c. bezwaarmaker: indiener van een bezwaarschrift;

d. college: het college van burgemeester en wethouders; 

e. commissie: adviescommissies als bedoeld in artikel 7:13 van de Algemene wet bestuursrecht; 

f. commissiekamer: een afdeling van de commissie voor de bezwaarschriften, bestaande uit een voorzitter en tenminste twee leden; 

g. kamer algemene zaken: onderdeel van de commissie die zich bezighoudt met onder andere vergunningen, handhaving en ruimtelijke ordening; 

h. kamer welzijnszaken: onderdeel van de commissie die zich bezighoudt met onder andere sociale wetgeving, zorg, subsidies en publiekszaken; 

i. verwerend orgaan: bestuursorgaan dat het bestreden besluit heeft genomen.

 

B

Artikel 2 leden 1 en 2 komen te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

1. Er is een commissie, ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen de door of namens dat bestuursorgaan genomen besluiten.

2.De commissie genoemd bestaat uit drie kamers:

a. personele zaken;

b. welzijnszaken;

c. algemene zaken.

(…)

Artikel 2. Inleidende bepaling commissie

1. Er is een commissie ter voorbereiding van de beslissing op bezwaarschriften tegen de door of namens dat bestuursorgaan genomen besluiten.

2. De commissie genoemd in artikel 1 sub c bestaat uit twee kamers;

a. kamer welzijnszaken;

b. kamer algemene zaken.

(…)

 

C

Artikel 3 leden 3 en 6 komen te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

(…)

3. de voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

(…)

6. Kamer welzijnszaken behandelt in beginsel bezwaarschriften inzake besluiten op het gebied van welzijn; kamer algemene zaken behandelt de overige bezwaarschriften met uitzondering van bezwaarschriften inzake rechtspositionele zaken van ambtenaren in dienst van de gemeente Raalte, die behandeld worden door de kamer personele zaken.

Artikel 3. Samenstelling van de commissie

(…)

3. De voorzitter en de leden worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen.

(…)

6. Kamer welzijnszaken behandelt in beginsel bezwaarschriften inzake besluiten op het gebied welzijn; kamer algemene zaken behandelt de overige bezwaarschriften.

 

D

Artikel 5 leden 1 en 4 komen te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 5. Zittingsduur

1. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

(…)

4. De aftredende voorzitter en de aftredende leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

Artikel 5. Zittingsduur

1. De voorzitter en de leden worden benoemd voor een periode van vier jaar.

(…)

4. De aftredende voorzitter en leden van de commissie blijven hun functie vervullen totdat in de opvolging is voorzien.

 

E

Artikel 7 komt te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 7. Bemiddeling

1. De commissie onderzoekt of de zaak in de minne kan worden geschikt alvorens de zaak in behandeling wordt genomen.

 

2. Als één van de belanghebbenden niet akkoord gaat met bemiddeling of de resultaten daarvan, wordt het bezwaarschrift zo spoedig mogelijk ter advisering voorgelegd aan de commissie.

Artikel 7. Bemiddeling

1. De commissie en/of de secretaris van de commissie zijn/is bevoegd om te onderzoeken of de zaak in der minne kan worden geschikt voordat de zaak in behandeling wordt genomen.

2. In de daarvoor geschikte geachte gevallen wordt door het bestuursorgaan een bemiddelingspoging gedaan, voordat de zaak wordt voorgelegd aan de commissie.

 

F

Artikel 9 komt te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 9. Uitoefening bevoegdheden

De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie: 

a. artikel 2:1, tweede lid; 

b. artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn; 

c. artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie; 

d. artikel 7:4, tweede lid; 

e. artikel 7:6, vierde lid. 

Artikel 9. Uitoefening bevoegdheden

1. De bevoegdheden ingevolge de hierna genoemde artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) worden voor de toepassing van deze verordening uitgeoefend door de voorzitter van de commissie: 

a. artikel 2:1, tweede lid; 

b. artikel 6:6, wat betreft het de indiener stellen van een termijn; 

c. artikel 6:17, voor zover het de verzending van stukken betreft tijdens de behandeling door de commissie; 

d. artikel 7:4, tweede lid; 

e. artikel 7:6, vierde lid. 

2. Aan de voorzitter van de commissie bezwaarschriften wordt mandaat verleend om besluiten op grond van artikel 7:10, derde en vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht te nemen in gevallen waarin de commissie bezwaarschriften nog geen advies heeft uitgebracht.

 

G

Artikel 13 leden 1 en 3 komen te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 13. Uitnodiging zitting

1. De voorzitter, stelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken vooraf schriftelijk in kennis van de voorgenomen zitting en nodigt hen hiervoor ten minste één week voorafgaand uit.

(…)

3. De beslissing van de voorzitter, op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

(…)

Artikel 13. Uitnodiging zitting

1. De voorzitter stelt de belanghebbenden en het verwerend orgaan ten minste twee weken vooraf schriftelijk in kennis van de voorgenomen zitting en nodigt hen hiervoor ten minste één week voorafgaand uit.

(…)

3. De beslissing van de voorzitter op dit verzoek wordt zo spoedig mogelijk aan de belanghebbenden en het verwerend orgaan meegedeeld.

(…)

 

H

Artikel 16 lid 3 komt te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 16. Openbaarheid hoorzitting

(…)

3. Indien de commissiekamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

Artikel 16. Openbaarheid hoorzitting

(…)

3. Indien de commissiekamer vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats achter gesloten deuren.

 

I

Artikel 17 lid 1 komt te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 17. verslaglegging

1. Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb bestaat in de regel uit een digitale geluidsopname, die op verzoek aan de belanghebbende(n) ter beschikking kan worden gesteld.

(…)

Artikel 17. Verslaglegging

1. Het verslag van de hoorzitting als bedoeld in artikel 7:7 van de Awb bestaat in de regel uit een digitale geluidsopname die op verzoek aan de belanghebbende(n) ter beschikking kan worden gesteld.

(…)

 

J

Artikel 19 lid 5 komt te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 19. Raadkamer en advies

(…)

5. Indien een hoorzitting achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden of indien belanghebbende(n) niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord wordt dit met opgave van redenen in het advies vermeld.

(…)

Artikel 19. Raadkamer en advies

(…)

5. Indien een hoorzitting achter gesloten deuren heeft plaatsgevonden of indien belanghebbende(n) niet in elkaars aanwezigheid zijn gehoord, wordt dit met opgave van redenen in het advies vermeld.

(…)

 

K

Artikel 20 lid 2 komt te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 20. Uitbrengen advies en verdaging

(…)

2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor het uitbrengen van een advies, stelt hij bezwaarhebbende en het verwerend orgaan hiervan in kennis en wordt de beslistermijn verdaagd.

(…)

Artikel 20. Uitbrengen advies en verdaging

(…)

2. Indien naar het oordeel van de voorzitter van de commissie de termijn, als bedoeld in artikel 7:10, eerste lid, van de Awb, ontoereikend is voor het uitbrengen van een advies, stelt hij bezwaarmaker en het verwerend orgaan hiervan in kennis en wordt de beslistermijn verdaagd.

(…)

 

L

Artikel 22 komt te luiden:

 

Bestaande tekst

Nieuwe tekst

Artikel 22. Vergoeding

1. De voorzitter en de leden van de commissie ontvangen voor het bijwonen van de vergadering een vergoeding per vergadering, gebaseerd op het vergoedingsbedrag voor commissieleden, categorie tussen de 20.001 en 50.000 inwoners, zoals opgenomen in tabel IV behorend bij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.

2. De vergoeding als bedoeld in het eerste lid wordt voor de voorzitter vermenigvuldigd met de factor 3 en voor de leden met de factor 2,25.

3. De in het eerste en tweede lid bedoelde vergoedingen worden jaarlijks aangepast aan de hand van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties te bepalen indexcijfer.

4. De voorzitter en de leden ontvangen een vergoeding op grond van de Reisregeling binnenland voor de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reiskosten op basis van de kortste route.

Artikel 22. Vergoeding

1. De leden van de commissie ontvangen een vergoeding voor het bijwonen van een vergadering van de commissie en een reiskostenvergoeding. 

2. De vergoeding voor het bijwonen van de vergadering is het bedrag als bedoeld in art. 3.4.1. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers voor de voorzitter vermenigvuldigd met de factor 3 en voor de andere leden vermenigvuldigd met de factor 2,25. 

3. De leden van de commissie ontvangen een reiskostenvergoeding overeenkomstig art. 3.4.3. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. 

 

 

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

 

Aldus besloten in de vergadering van 26 januari 2023.

de griffier

Karin Zomer

de voorzitter

Martijn Dadema

Naar boven