Gemeenteblad van Maasgouw
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasgouw | Gemeenteblad 2023, 73562 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Maasgouw | Gemeenteblad 2023, 73562 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels bijzondere bijstand gemeente Maasgouw 2023
In deze beleidsregels bedoelen we met
Artikel 4. Schuldhulpverlening
Als u bent toegelaten tot de WSNP dan gaan wij er van uit dat u een inkomen beneden de inkomensgrens (artikel 2) en een vermogen beneden de vermogensgrens (artikel 3) heeft. Ditzelfde geldt als u met uw schuldeisers een zogenoemde “minnelijke schuldregeling” (MSNP) heeft getroffen.
Soms lukt het niet om binnen 6 maanden een goedkopere woning te vinden. Als u kunt laten zien dat u wél uw uiterste best heeft gedaan, maar dat dat ondanks alles niets heeft opgeleverd, dan kan de woonkostentoeslag één keer met maximaal 6 maanden worden verlengd. Hierna is geen verdere verlenging meer mogelijk.
Als u in de situatie bent dat u, zonder dat u daar iets aan kunt doen, een volledige woning moet inrichten, dan kan in deze kosten bijzondere bijstand worden verleend. Dit alleen, als u onvoldoende mogelijkheden heeft om deze kosten zélf te betalen en u hiervoor ook niet heeft kunnen sparen. Bijstand in deze kosten wordt slechts één keer verstrekt.
In de situatie dat er sprake is van een noodzakelijke verhuizing en u onvoldoende mogelijkheden heeft om de kosten daarvan zélf te betalen en u hiervoor ook niet heeft kunnen sparen, kan bijzondere bijstand worden verleend.
Deze bijstand wordt vastgesteld aan de hand van de zogeheten Nibud-normen.
Artikel 21. Overige bijzondere kosten
Bijzondere bijstand is een uitkering waarmee u extra en bijzondere kosten kunt betalen. Ook voor kosten die niet nadrukkelijk in deze regeling zijn genoemd kan mogelijk bijzondere bijstand worden verleend.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Maasgouw op 07-02-2023.
Burgemeester en wethouders van Maasgouw,
De secretaris,
C.M. Keersmaekers
De burgemeester,
S.H.M. Strous
Toelichting Nadere regels bijzondere bijstand gemeente Maasgouw 2023
In dit artikel wordt een aantal begrippen uitgelegd.
Om in aanmerking te komen voor bijzondere bijstand geldt een harde inkomensgrens. Er bestaat alleen recht op bijzondere bijstand als uw netto-inkomen plus vakantietoeslag lager is dan de inkomensgrens.
Wij kijken daarbij naar de inkomsten in de 3 maanden voordat de kosten zijn gemaakt:
De inkomensgrens wordt bij jongeren (18-20 jaar) en bij mensen die in inrichting verblijven als volgt vastgesteld:
De omschrijving van het begrip vermogen is helder: het gaat om uw bezittingen minus uw schulden. Artikel 34 van de Participatiewet regelt het vermogen. In het 2e lid van dat artikel staat wat niet als vermogen wordt gezien. Daarbij gaat het dan om bezittingen in natura die algemeen gebruikelijk of algemeen noodzakelijk zijn.
Uw vermogen in de maand waarin kosten zijn ontstaan vergelijken we met uw vermogen in de 3 maanden daarvoor. Zo beoordelen wij of u de kosten uit uw vermogen kunt betalen. Ook beoordelen wij of u uw vermogen al dan niet te snel heeft ingeteerd.
Beoordeling van het verloop van uw vermogen is met name van belang bij de aanvragen die genoemd staan in het 3e lid van de nadere regels. Bij de beoordeling van uw aanvraag in deze kosten wordt rekening gehouden met uw volledige vermogen dus zonder welke vrijlating dan ook.
Voor een aantal kosten, genoemd in het 3e lid van de nadere regels, wordt in principe geen bijzondere bijstand verstrekt. Dit omdat deze kosten behoren tot de algemene kosten van het bestaan. Dat zijn kosten, waar iedereen in het leven van alledag mee te maken heeft. Deze kosten moet u kunnen voldoen uit uw maandelijkse inkomen. Dit, door voor deze kosten te sparen door de kosten achteraf in termijnen te betalen.
De vermogensgrens uit de Participatiewet is dan niet van toepassing. Wél laten wij het bedrag van maximaal een maanduitkering Participatiewet op de lopende rekening vrij. Zodoende kunt u n elk geval uw maandelijkse betalingsverplichtingen nakomen en in uw levensonderhoud voorzien.
Als u recht heeft op individuele inkomenstoeslag is het de bedoeling dat u die inzet voor deze kosten.
Artikel 4. Schuldhulpverlening
Als u bent toegelaten tot een schuldregeling, moet u feitelijk rondkomen van een laag inkomen. U kunt dan niet beschikken over inkomen boven de “beslagvrije voet”. Uw inkomen boven de “beslagvrije voet” wordt gereserveerd voor de betaling van de schuldeisers. Zolang u deelneemt aan de schuldregeling, behoort u tot de doelgroep voor bijzondere bijstand en de minimaregelingen.
Artikel 5. Vorm van de bijstand
Zoals in de Participatiewet bepaald, wordt bijzondere bijstand in principe “om niet” verstrekt. Dit betekent dat u bijzondere bijstand in principe niet hoeft terug te betalen. Er kunnen echter redenen zijn om bijzondere bijstand als renteloze lening te verstrekken. Deze situaties worden beschreven in het 2e lid.
Het kan zijn dat u vanwege de overwaarde van uw eigen woning méér vermogen heeft dan de Participatiewet toestaat. In dat geval wordt bijzondere bijstand ook in de vorm van een geldlening verstrekt. Over deze lening is wel rente verschuldigd.
Artikel 6. Terugwerkende kracht
Hoewel het achteraf verstrekken van bijzondere bijstand (dus: nadat de kosten al gemaakt zijn) niet onze voorkeur geniet, zijn er verschillende redenen waarom dit wel mogelijk moet zijn.
Bewindvoerders vragen bijvoorbeeld vaak pas in de loop van het kalenderjaar bijzondere bijstand aan. En dit, terwijl bewindvoering wel al vanaf het begin van het jaar loopt. En daarnaast willen we ter beperking van onze uitvoeringskosten zélf ook, dat u kleine bedragen “opspaart”.
De werking van de terugwerkende kracht blijft beperkt tot kosten die in de laatste 12 maanden zijn gemaakt. En voorwaarde is wél dat de noodzaak van de kosten nog kan worden aangetoond, net zoals uw inkomen en uw vermogen op de datum dat de kosten zich voordeden.
Terugwerkende kracht wordt echter nooit toegepast bij de verstrekking van woonkostentoeslag. Deze kosten zijn hoog en vinden wij het niet logisch dat u deze eerst een aantal maanden zelf betaalt, voordat u bijzondere bijstand vraagt. Als u de hogere woonlasten al een periode zelf heeft betaald dan was u hiertoe blijkbaar in staat en is het toekennen van bijzondere bijstand niet noodzakelijk.
Artikel 7. Periodieke bijzondere bijstand
Als u een bijstandsuitkering in de kosten voor levensonderhoud ontvangt, zijn al uw gegevens over inkomen en vermogen bij ons bekent. Dat betekent dat als u daarnaast ook bijzondere bijstand ontvangt, er dan niet óók nog eens onderzoek naar uw inkomen en vermogen hoeft plaats te vinden. Als én uw bijzondere kosten én uw inkomensgegevens bij ons bekend zijn, dan wordt de bijzondere bijstand voortgezet zolang uw situatie niet verandert.
Ditzelfde geldt ook als u een inkomen heeft dat naar verwachting niet snel zal veranderen. Dit, bijvoorbeeld als u een uitkering in het kader van de IOAW, IOAZ, WIA, Wajong of ANW ontvangt of als u de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Wel gaan wij dan elk jaar na of uw inkomen of uw vermogen is veranderd.
Als u een inkomen heeft dat wél kan veranderen, wordt de bijzondere bijstand toegekend tot maximaal 12 na de aanvraagdatum. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer u in loondienst werkt of een WW-uitkering ontvangt. Werkende mensen kunnen van baan veranderen, opslag krijgen of promotie maken. Mensen met een WW-uitkering kunnen weer snel aan de slag zijn.
Huurtoeslag is een bijdrage in uw huurkosten. Deze toeslag, die u van de belastingdienst ontvangt, zorgt er voor dat u niet méér huur betaalt dan dat u op grond van uw inkomen kunt betalen.
Maar als u in een koopwoning woont of in een huurwoning met een huur boven de toeslaggrens en u wordt vervolgens afhankelijk van een minimuminkomen, dan heeft u wél hoge woonlasten maar géén recht op een huurtoeslag.
In die situatie bestaat tijdelijk, gedurende maximaal 6 maanden, recht op een woonkostentoeslag. Voor de vaststelling van de hoogte van de woonkostentoeslag gebruiken we de rekentool van Langhenkel (www.langhenkel-talenter.nl).
Woonkostentoeslag wordt verstrekt ter overbrugging van de periode dat u nog niet over goedkopere en voor u betaalbare woonruimte beschikt. Wij verwachten namelijk van u dat u zo snel mogelijk uw woonlasten omlaag brengt, zodat de verlening van woonkostentoeslag niet meer nodig is. Dit kan door uw koopwoning te verkopen en door een huurwoning met huur onder de toeslaggrens te gaan huren. Als het u ondanks al uw pogingen niet is gelukt om binnen 6 maanden goedkopere huisvesting te vinden, kan de woonkostentoeslag één keer met maximaal 6 maanden worden verlengd.
Er bestaat geen recht op woonkostentoeslag als u een recreatiewoning bewoont.
Artikel 9. Duurzame gebruiksgoederen
Voor de kosten die u maakt voor de aanschaf, de vervanging of de reparatie van uw huisraad, wordt in principe geen bijzondere bijstand verstrekt. Dit omdat deze kosten behoren tot de algemene kosten van het bestaan. Dat zijn kosten, waar iedereen in het leven van alledag mee te maken heeft. Deze kosten moet u kunnen voldoen uit uw maandelijkse inkomen.
Slechts in uitzonderlijke situaties, wanneer de kosten zich plotseling voordoen en u niet in staat bent geweest om voor deze kosten te sparen kan bijzondere bijstand worden verleend.
Bij artikel 3 van deze nadere regels hebben we al toegelicht dat bij de beoordeling van uw aanvraag met uw volledige vermogen rekening wordt gehouden, dus zonder welke vrijlating dan ook.
Als u recht heeft op individuele inkomenstoeslag is het de bedoeling dat u die inzet voor deze kosten.
Als bijzondere bijstand in deze kosten wordt verstrekt dan gebeurd dit in de vorm van een geldlening.
Als u tot de WSNP bent toegelaten of als u een “minnelijke schuldregeling” met uw schuldeisers heeft afgesproken is het niet toegestaan tijdens de schuldregeling nieuwe leningen af te sluiten. In die situatie hoeft u de bijstand daarom niet terug te betalen.
Datgene dat als toelichting is vermeld bij artikel 9 geldt ook voor de verlening van bijzondere bijstand in de kosten van een volledige woninginrichting. Ook de kosten van woninginrichting (en zéker als het een eerste inrichting betreft) behoren tot de algemene kosten van het bestaan. Uitgaven, die u uit uw inkomen moet betalen door vooraf hiervoor te sparen. Alleen in uitzonderlijke situaties, bijvoorbeeld als u na een verblijf in een “blijf van mijn lijf huis” en echtscheiding een woning toegewezen krijgt, of wanneer u als statushouder vanuit het AZC in onze gemeente komt wonen is verlening van bijzondere bijstand mogelijk. Deze bijstand wordt éénmalig verstrekt en natuurlijk alleen als u niet in staat bent geweest voor deze kosten te sparen.
Het budget voor de inrichtingskosten bedraagt maximaal 60% van de Nibud norm die van toepassing is. Dit bedrag is toereikend voor de aanschaf van een bescheiden inboedel. Deze bijstand hoeft u niet terug te betalen. Daardoor blijft er binnen uw inkomen ruimte om te sparen voor toekomstige noodzakelijk aanschaffingen en kan daarvoor dan ook geen bijzondere bijstand meer worden gevraagd.
Artikel 11. Eerste maand huur en waarborgsom
Vanuit de bijzondere bijstand wordt onder andere aan statushouders die zich in onze gemeente vestigen een vergoeding verstrekt ter hoogte van de eerste maand huur. Dit is alleen al nodig omdat de uitkering per maand achteraf wordt betaald terwijl de huur per maand vooraf verschuldigd is.
Maar ook anderen in een vergelijkbare situatie kunnen voor deze kosten een beroep op bijzondere bijstand doen bijvoorbeeld degenen die vanuit een blijf-van-mijn-lijfhuis weer opnieuw een woning betrekken en niet hebben kunnen sparen voor betaling van de eerste maand huur.
Ditzelfde geldt ook wanneer voor het huren van de woning en waarborgsom moet worden betaald. Echter, omdat u de waarborgsom bij het beëindigen van de huurovereenkomst weer terugkrijgt, wordt deze bijstand altijd verstrekt in de vorm van een geldlening.
Omdat de Zorgverzekeringswet (Zvw), de Wet langdurige zorg (Wlz) en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) passende en toereikende voorzieningen zijn, wordt geen bijzondere bijstand verstrekt voor medische kosten.
De Zorgverzekeringswet en de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering die door ons wordt aangeboden dekken vrijwel alle noodzakelijke medische kosten.
De eigen bijdrage die u verschuldigd bent voor het zittend ziekenvervoer komt wél voor vergoeding via de bijzondere bijstand in aanmerking. En ook als er als gevolg van uw medische situatie meerkosten zijn zoals dieetkosten, extra kosten van kledingslijtage en bewassing of personenalarmering, kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Dit, als deze kosten niet door de zorgverzekeraar worden vergoed. De hoogte van deze bijzondere bijstand wordt vastgesteld aan de hand van de Nibud-normen.
Bij de vaststelling van de hoogte van de bijstand betrekken wij ook de mogelijke tegemoetkoming via de belastingdienst.
Als op u als nabestaande een beroep wordt gedaan omdat de noodzakelijke kosten van een uitvaart niet uit de nalatenschap kunnen worden voldaan, dan kunt u voor uw aandeel in de kosten bijzondere bijstand aanvragen.
Bij de beoordeling van deze aanvraag wordt uw volledige vermogen in beschouwing genomen. Maar we kijken eerst of er naast een mogelijke nalatenschap sprake is van een andere voorziening waaruit de kosten kunnen worden voldaan, zoals:
De Wet op de lijkbezorging is geen voorliggende voorziening, omdat een beroep op deze wet in het algemeen pas mogelijk is als er geen nabestaanden zijn die de uitvaartkosten kunnen voldoen.
Bij de vaststelling van de hoogte van de bijstand hanteren wij de Nibud prijzengids, waarbij we uitgegaan van een sobere uitvaart. Wij gaan daarbij uit van de volgende kosten en prijzen (normen per 2020):
Artikel 14. Kosten beschermingsbewind, mentorschap en curatele en budgetbeheer
U heeft recht op bijzondere bijstand op basis van de beschikking van de kantonrechter.
Als sprake is van bewindvoering in het kader van de WSNP wordt hierin geen bijzondere bijstand verstrekt. Dit, omdat de WSNP is opgenomen in de Faillissementswet (FW); deze voorziet al in het al dan niet toekennen van het salaris van de WSNP-bewindvoerder.
Het 2e lid gaat over de situatie dat u wegens problematische schulden bijstand vraagt in de kosten van bewindvoering maar dat u nog niet bekend bent bij onze gemeentelijke schuldhulpverlening. In die situatie kunnen wij u verplichten voor het oplossen van uw schulden hulp te zoeken bij onze gemeentelijke schuldhulpverlener.
Artikel 15. Eigen bijdrage rechtsbijstand en griffiekosten
Het is belangrijk dat u zich met uw juridisch probleem eerst bij het Juridisch Loket meldt. Dit zorgt in elk geval voor een lagere eigen bijdrage rechtsbijstand. In het geval dat u zich niet eerst tot het Juridisch Loket heeft gewend, komen de hogere kosten (die dus op andere wijze vergoed hadden kunnen worden) niet voor bijzondere bijstandsverlening in aanmerking.
U dient altijd een kopie van de factuur van de advocaat in te leveren. Het aanleveren van een betalingsbewijs voor griffiekosten wordt steeds lastiger. U kunt de kosten dan aantonen door de brief met het betalingsverzoek én het bankafschrift waaruit de betaling blijkt over te leggen.
Artikel 16. Kosten levensonderhoud voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar
Wanneer een jongere in de leeftijd tussen 18 tot en met 20 jaar om een zeer dringende reden écht niet bij zijn ouders kan wonen, zijn en blijven de ouders nog steeds onderhoudsplichtig. Alleen als de jongere géén beroep kan doen op zijn ouders, kan de jongere aanvullende bijzondere bijstand worden verstrekt voor de kosten van zijn levensonderhoud.
Samengevat moeten steeds twee vragen worden beantwoord:
De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt maximaal het verschil tussen de norm 18-20 jarige (artikel 20 Participatiewet) en de WSF-norm MBO-uitwonenden.
Artikel 17. Indirecte schoolkosten voor kinderen
Vanuit ons armoedebeleid is er voldoende ondersteuning voor kinderen. Via de Stichting Leergeld zijn indirecte schoolkosten zoals fiets, computer en schooltas geregeld.
Voor reiskosten naar school kan bijzondere bijstand worden verstrekt als:
De aantoonplicht hiervan ligt bij u als aanvrager; dit geldt ook voor de medische onderbouwing.
Een vergoeding voor het gebruik van openbaar vervoer is het uitgangspunt, waarbij een busabonnement goedkoper is dan de trein en dus voorliggend is.
Als de school met het openbaar vervoer niet binnen 1½ uur bereikbaar is (enkele reis) en u uw kind met de auto brengt, kan een vergoeding van 19 cent per kilometer worden toegekend.
kan bijzondere bijstand voor verhuiskosten worden verstrekt.
De hoogte van deze bijzondere bijstand bedraagt maximaal het bedrag dat is opgenomen in de prijzengids van het Nibud.
Alleen de kosten die samenhangen met het vertrek uit de woning en de verhuizing zelf, komen voor bijzondere bijstand in aanmerking. Als vanuit de Wmo in deze kosten kan worden voorzien, is dat een voorliggende voorziening. Een vergoeding voor inrichtings- of andere kosten die gemaakt moeten worden in de nieuwe woning, kunt u aanvragen in de nieuwe gemeente.
Voor reiskosten wordt in principe geen bijzondere bijstand verstrekt. Dit, omdat deze kosten behoren tot de algemene kosten van het bestaan. Dit zijn kosten, waar iedereen in het leven van alledag mee te maken heeft.
Er kunnen zich echter bijzondere situaties voordoen. Het gaat dan om:
Als de reisafstand te groot is om te fietsen en de kosten te hoog zijn om uit uw inkomen te betalen, dan kan bijzondere bijstand aan de orde zijn.
Hoe vaak wij bezoeken vergoeden blijft altijd arbitrair, zeker daar waar het gaat om het bezoek aan een ernstig ziek familielid. De genoemde frequentie is uitgangspunt, maar is mede afhankelijk van de ernst van de ziekte alsook van de relatie tussen u en de patiënt.
Bij de vergoeding van de reiskosten gaan wij uit van de goedkoopste reismogelijkheid binnen het openbaar vervoer. Dit, tenzij het goedkoper en efficiënter is om 19 cent per kilometer te vergoeden.
Bij een bezoekregeling kan ook vastgelegd worden dat het kind op kosten van de andere ouder bij ui op bezoek komt, op zijn minst om en om, zodat geen of minder reiskosten hoeven worden gemaakt.
Artikel 20. Kosten aanhouden woning bij verblijf in inrichting
Als het de verwachting is dat u na tijdelijk verblijf in een inrichting weer terugkeert naar uw woning in onze gemeente, dan is het redelijk de wij de uitkering voor levensonderhoud ongewijzigd voortzetten. Het is niet wenselijk dat u een achterstand oploopt in de betaling van huur en overige vaste lasten! In eerste instantie hanteren we hierbij een periode van 3 maanden.
Als na 3 maanden duidelijk is dat u uw domicilie niet wenst op te geven en u op korte termijn alsnog terugkeert naar uw huis, wordt de periode van doorbetaling van de algemene bijstand eenmalig met 3 maanden verlengd.
Deze nadere regels vormen geen uitputtende opsomming van de kosten waarvoor bijzondere bijstand kan worden verstrekt. Ook in kosten die hier niet worden genoemd kan, afhankelijk van de specifieke bijzondere omstandigheden, bijzondere bijstand worden verleend.
Dit artikel regelt dat wanneer dat In specifieke bijzondere situaties ook echt nodig is, wij van deze Nadere regels kunnen afwijken.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-73562.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.