Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Noardeast-Fryslân

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noardeast-Fryslân

gelet op:

- titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht;

- artikel 35, vierde en vijfde lid van de Participatiewet;

overwegende dat:

- het college het wenselijk vindt om aan te geven in welke situaties en onder welke voorwaarden huishoudens in aanmerking kunnen komen voor een eenmalige energietoeslag;

- het daarom wenselijk is voor dit doel aanvullende beleidsregels vast te stellen op de Beleidsregels rechtmatigheid Participatiewet, IOAW en IOAZ 2023 gemeente Noardeast-Fryslân.

besluit vast te stellen de beleidsregels eenmalige energietoeslag 2023 gemeente Noardeast-Fryslân.

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

• a. wet: Participatiewet;

• b. college: college van burgemeester en wethouders van Noardeast-Fryslân;

• c. energietoeslag: de eenmalige energietoeslag, zoals bedoeld in artikel 35, lid 4 van de wet.

• d. inkomen: totaal van het inkomen als bedoeld in artikel 32 en 33 van de wet, met uitzondering van de middelen bedoeld in artikel 31 lid 2 en artikel 33 lid 5 van de wet;

• e. peildatum: de eerste dag van de maand waarin de aanvraag om de energietoeslag is ingediend;

• f. referteperiode: periode van drie maanden voorafgaand aan de peildatum. Voor huishoudens met een eigen onderneming geldt dat deze hun inkomsten in eerste instantie aannemelijk kunnen maken op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum;

• g. huishouden: de alleenstaande, alleenstaande ouder of het gezin, zoals bedoeld in artikel 4, lid 1 onderdeel a, b, of c van de wet;

• h. bijstandsnorm: de toepasselijke bijstandsnorm als bedoeld in artikel 5 onderdeel c van de wet.

Artikel 2. Algemene voorwaarden

• 1. De energietoeslag wordt per woonadres eenmalig toegekend. In het geval van meerdere huishoudens op één adres wordt de energietoeslag toegekend aan de persoon welke op de peildatum de hoofdbewoner is. Bij onduidelijkheid hieromtrent wordt de persoon, welke op de peildatum het energiecontract voor het betreffende woonadres op zijn naam heeft staan, als hoofdbewoner aangemerkt.

• 2. De feitelijke energiekosten zijn voor het recht op of de hoogte van de energietoeslag niet relevant.

• 3. Voor de toepassing van deze regeling wordt het vermogen niet in aanmerking genomen.

• 4. De energietoeslag wordt ambtshalve of op aanvraag als bijzondere bijstand verleend.

Artikel 3. Uitsluiting

• 1. Tot een huishouden wordt niet gerekend de persoon die op de peildatum:

• a. in een inrichting verblijft als bedoeld in artikel 1 aanhef en onderdeel f van de wet;

• b. jonger is dan 21 jaar, met uitzondering van de jongere zoals bedoeld in artikel 12 van de wet; of

• c. is ingeschreven in de basisregistratie personen als ingezetene met enkel een briefadres.

• 2. In afwijking tot het in de wet bepaalde, heeft de persoon die jonger is dan 27 jaar en aanspraak maakt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000, recht op een energietoeslag, mits aan alle voorwaarden is voldaan.

Artikel 4. Aanvraag energietoeslag 2023

• 1. Een huishouden (alleenstaande of gezin) heeft een laag inkomen als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 130% van de toepasselijke bijstandsnorm.

• 2. Huishoudens waaraan een energietoeslag is toegekend over het jaar 2022 kunnen geen aanvraag indienen op grond van dit artikel, maar ontvangen een ambtshalve de energietoeslag op grond van artikel 8.

• 3. Huishoudens welke niet in aanmerking komen voor een ambtshalve toekenning kunnen uiterlijk vanaf 1 maart 2023 een aanvraag indienen.

• 4. De energietoeslag wordt op aanvraag toegekend aan de persoon binnen het huishouden, welke op de peildatum het energiecontract voor het betreffende woonadres op zijn naam heeft staan.

• 5. De aanvraag voor de tegemoetkoming wordt schriftelijk ingediend, door middel van een door het college vastgesteld aanvraagformulier. Op het aanvraagformulier staat vermeld welke bewijsstukken bij de aanvraag overlegd moeten worden.

• 6. Een aanvraag kan worden ingediend tot en met 30 juni 2023.

• 7. Het college kan besluiten om het percentage zoals genoemd in het eerste lid te verhogen naar een nader te bepalen percentage.

Artikel 5. Ambtshalve toekenning energietoeslag 2023

• 1. De energietoeslag wordt ambtshalve toegekend aan huishoudens waaraan een energietoeslag is toegekend op grond van de Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022-3 gemeente Noardeast-Fryslân. Dit betreft een bedrag van € 500,00 en wordt toegevoegd aan het bedrag dat op grond van de in dit lid genoemde beleidsregels is verstrekt.

• 2. In afwijking van het eerste lid vindt geen ambtshalve toekenning plaats aan huishoudens waarbij het college op voorhand kan vaststellen dat er geen recht op een energietoeslag meer bestaat. Hierbij kan onder meer gedacht worden aan een verhuizing of wanneer er een wijziging in de woon- en/of leefsituatie is ontstaan.

• 3. De ambtshalve toekenning vindt uiterlijk 1 maart 2023 plaats.

Artikel 6. Hoogte en uitbetaling

• 1. De energietoeslag bedraagt een eenmalig bedrag van € 500,00 per huishouden.

• 2. Het college kan besluiten om het bedrag zoals genoemd in het eerste lid te verhogen naar een nader te bepalen bedrag.

Artikel 7. Hardheidsclausule

Als de aanvrager niet in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag kan het college, gelet op alle omstandigheden, in het individuele geval beoordelen of de aanvrager in afwijking van de beleidsregels alsnog in aanmerking komt voor een eenmalige energietoeslag, indien dringende redenen hiertoe noodzaken.

Artikel 8. Inwerkingtreding en duur beleidsregels

• 1. Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking en met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023.

• 2. Deze beleidsregels vervallen op 1 juli 2023.

Artikel 9. Citeertitel

Deze beleidsregels worden aangehaald als: Beleidsregels eenmalige energietoeslag gemeente Noardeast-Fryslân 2023.

Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noardeast-Fryslân in zijn vergadering van 7 februari 2023.

De secretaris,

H.J.C.M Verbunt MBA,

De burgemeester,

mr. J.G. Kramer

Toelichting op beleidsregels eenmalige energietoeslag 2023

De ‘Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2023’ zijn gebaseerd op artikel 35 van de Participatiewet. Dit betekent dat wie niet aan de voorwaarden van de wet voldoet, bijvoorbeeld omdat die persoon op de peildatum geen rechthebbende is of omdat een uitsluitingsgrond geldt, geen aanspraak kan maken op de energietoeslag. Soms kan dat een hardheid inhouden. Daar voorziet de hardheidsclausule in.

Met vermogen wordt geen rekening gehouden. Voor het begrip ‘inkomen’ en ‘referteperiode’ is aansluiting gezocht bij het beleid dat daarvoor al in de gemeente geldt in de eigen beleidsregels bijzondere bijstand, onder hoofdstuk 4 van de Beleidsregels rechtmatigheid Participatiewet, IOAW en IOAZ 2023.

Voor zelfstandig ondernemers die al dan niet een uitkering voor levensonderhoud op grond van het Bbz 2004 ontvangen geldt dat het definitieve (jaar)inkomen pas na afloop van het boekjaar kan worden vastgesteld. Of de ondernemer een inkomen heeft onder de voor de energietoeslag geldende inkomensgrens, kan daarom alleen achteraf worden vastgesteld. Aan de ondernemer met een uitkering levensonderhoud kan de energietoeslag ambtshalve worden toegekend. In dat geval kan het inkomen in eerste instantie aannemelijk worden gemaakt op basis van de aangifte omzetbelasting van de drie maanden, dan wel het kwartaal, voorafgaand aan de peildatum. Na afloop van het boekjaar kan worden getoetst of er daadwerkelijk recht bestond op de eenmalige energietoeslag en kan eventueel ten onrechte toegekende toeslag worden teruggevorderd.

Een ambtshalve toekenning is mogelijk als vaststaat dat de persoon op de peildatum recht heeft. De energietoeslag wordt ambtshalve toegekend aan huishoudens waaraan een energietoeslag is toegekend op grond van de Beleidsregels eenmalige energietoeslag 2022-3.

Er zijn situaties denkbaar waarbij de aanvrager op de peildatum weliswaar niet voldeed aan de voorwaarden voor de energietoeslag, maar de (enige) uitsluitingsgrond slechts van korte duur was. De aanvrager kan later in het jaar een nieuwe aanvraag indienen, op het moment dat hij wél aan de voorwaarden voldoet. De zeer dringende reden uit artikel 16 van de Participatiewet voorziet hier niet in.