Achtste wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Breda 2018

Bekendmaking

 

Burgemeester en wethouders van Breda maken bekend dat de gemeenteraad in zijn openbare vergadering van 17 november 2022 de Achtste wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Breda 2018 heeft vastgesteld.

 

Inwerkingtreding

 

De verordening wordt van kracht met ingang van de dag na die van deze bekendmaking.

 

Rechtsmiddelen

 

Tegen het besluit tot vaststelling van de verordening is geen bezwaar of beroep mogelijk.

 

Tekst verordening

 

De raad van de gemeente Breda;

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde overwegingen;

 

gelet op artikel 147 en 149 van de Gemeentewet;

 

besluit vast te stellen:

 

de achtste wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018

Artikel I

A.

In Hoofdstuk 2. Openbare orde, Afdeling 2. Betoging, wordt artikel 2.2 Melding betogingen op openbare plaatsen, eerste lid, gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 1.

    Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, waaronder begrepen een samenkomst als bedoeld in artikel 3, eerste lid van de Wet openbare manifestaties, doet daarvan vóór de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijke melding aan de burgemeester.

B.

In Hoofdstuk 2, Openbare orde, Afdeling 7. Bescherming woon- en leefklimaat en tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat, Paragraaf 7A. Horeca, wordt artikel 2.17 Vergunningsplicht, gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een inrichting te exploiteren wat in het maatschappelijk verkeer wordt verstaan onder waterpijpcafé als deze inrichtingen zijn aangewezen als bedoeld in artikel 2:16, eerste lid;

  • 2.

    Het is verboden, zonder vergunning van de burgemeester een inrichting te exploiteren in een gebied als bedoeld in artikel 2:16, tweede lid;

  • 3.

    Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een horecainrichting te exploiteren als bedoeld in artikel 6a van de Wet experiment gesloten coffeeshopketen.

  • 4.

    De vergunningplicht als bedoeld in het tweede lid geldt, met uitzondering van de waterpijpcafés, niet voor een inrichting waarvoor een vergunning verplicht is als bedoeld in artikel 3 van de Alcoholwet en of voor een inrichting die zich bevindt in:

    • a.

      een museum;

    • b.

      een zorginstelling;

    • c.

      een bibliotheek;

    • d.

      een buurthuis;

    • e.

      een inrichting in een school;

    • f.

      een bedrijfskantine- of restaurant.

  • 5.

    In aanvulling op het bepaalde in het vierde lid kan de burgemeester categorieën inrichtingen aanwijzen die worden vrijgesteld van de vergunningplicht.

  • 6.

    Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.

C.

In Hoofdstuk 2. Openbare orde, Afdeling 7. Bescherming woon- en leefklimaat en tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat, Paragraaf 7A. Horeca, wordt artikel 2:20, eerste lid, onder b., gewijzigd en komt te luiden:

 

  • b.

    indien redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn, waarbij ook het Bibob-vragenformulier en andere documenten die in het kader van de aanvraag zijn overgelegd, hieronder vallen;

D.

In Hoofdstuk 2. Openbare orde, Afdeling 7. Bescherming woon- en leefklimaat en tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat, Paragraaf 7A. Horeca, wordt artikel 2:25, onder h., gewijzigd en komt te luiden:

 

  • h.

    de te harer verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest, waarbij ook het Bibob-vragenformulier en andere documenten die in het kader van de aanvraag zijn overgelegd, hieronder vallen.

E.

In Hoofdstuk 2. Openbare orde, Afdeling 7. Bescherming woon- en leefklimaat en tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat, Paragraaf 7B. Overige bedrijven, wordt artikel 2:34, onder b., gewijzigd en komt te luiden:

 

  • b.

    redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn, waarbij ook het Bibob-vragenformulier en andere documenten die in het kader van de aanvraag zijn overgelegd, daaronder vallen;

F.

In Hoofdstuk 2. Openbare orde, Afdeling 7. Bescherming woon- en leefklimaat en tegengaan onveilig, niet leefbaar en malafide ondernemersklimaat, Paragraaf 7B. Overige bedrijven, wordt artikel 2:39, onder j., gewijzigd en komt te luiden:

 

  • j.

    de te harer verkrijging verstrekte gegevens zodanig onjuist of onvolledig blijken, dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomen, als bij de beoordeling daarvan de juiste omstandigheden volledig bekend waren geweest, waarbij ook het Bibob-vragenformulier en andere documenten die in het kader van de aanvraag zijn overgelegd, hieronder vallen.

G.

In Hoofdstuk 2. Openbare Orde, Afdeling 9 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid, wordt artikel 2:56, vierde lid, gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 4.

    De verboden zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 45 van de Alcoholwet.

H.

In Hoofdstuk 3. Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d., artikel 3:10 Weigeringsgronden, eerste lid, wordt na sub d., sub e. ingevoegd:

 

  • e.

    redelijkerwijs moet worden aangenomen dat de feitelijke toestand niet met het in de aanvraag vermelde in overeenstemming zal zijn, waarbij ook het Bibob-vragenformulier en andere documenten die in het kader van de aanvraag zijn overgelegd, hieronder vallen.

I.

Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en de natuur, Afdeling 1. Geluidhinder en verlichting, artikel 4:2a Verbod ballonnen op te laten, komt te vervallen.

 

J.

In Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en de natuur, na artikel 4:19, de volgende afdeling invoegen:

 

Afdeling 5. Bodem, weg- en milieuverontreiniging

 

K.

In Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en de natuur, Afdeling 5. Bodem, weg- en milieuverontreiniging, artikel 4:20 invoegen:

 

Artikel 4:20 Confetti en serpentines

 

  • 1.

    Het is verboden confetti en serpentines, van een ander materiaal dan afbreekbaar papier, in de openbare ruimte te gebruiken en/of te verspreiden.

  • 2.

    Onder confetti wordt verstaan: feestversiering die het meest voorkomt in de vorm van over een menigte uit te strooien snippers. Onder serpentines wordt verstaan: feestartikel dat bestaat uit smalle ringen van stijf opgerolde stroken die men elkaar toewerpt bij feestelijke gelegenheden.

L.

Hoofdstuk 4. Bescherming van het milieu en de natuur, Afdeling 5. Bodem, weg- en milieuverontreiniging, na artikel 4:20, artikel 4:21 invoegen:

 

Artikel 4:21 Verbod ballonnen op te laten

 

  • 1.

    Het is verboden ballonnen van welk materiaal dan ook op te laten stijgen.

  • 2.

    Onder een ballon wordt mede verstaan: herdenkingsballon, sfeerballon, papierballon, geluksballon of -lampion, vuurballon, Thaise wensballon, dan wel een voorwerp dat door middel van open vuur, helium of andere gassen opstijgt en zonder sturing wegdrijft.

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op een heteluchtballon, zijnde een luchtvaartuig.

M.

In Hoofdstuk 5. Overige te regelen onderwerpen, Afdeling 1. Parkeerexcessen, wordt artikel 5:6 Kampeermiddelen e.d., eerste lid, gewijzigd en komt te luiden:

 

  • 1.

    Het is verboden een voertuig dat voor recreatie of anderszins voor andere dan verkeersdoeleinden wordt gebruikt:

 

  • a.

    langer dan gedurende 3 achtereenvolgende dagen binnen de bebouwde kom op de weg te plaatsen of te hebben;

  • b.

    op een door het college aangewezen plaats te parkeren, waar dit naar zijn oordeel schadelijk is voor het uiterlijk aanzien van de omgeving.

Artikel II

De achtste wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2018 treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

Aldus besloten in zijn openbare vergadering van 17 november 2022.

, voorzitter

, griffier

Naar boven