Besluit tot Wijziging Beleidsregel HaarlemPas 2019

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht alsmede artikel 35 Participatiewet;

 

besluiten:

vast te stellen de Wijziging Beleidsregel HaarlemPas 2019

Artikel I  

De Beleidsregel HaarlemPas 2019 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

Artikel 2 lid 3 komt te luiden als volgt:

  • 3.

    In afwijking van het eerste lid bestaat geen recht op de HaarlemPas indien belanghebbende uit Rijkskas bekostigd onderwijs volgt en in verband daarmee aanspraak kan maken op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, tenzij belanghebbende de zorg draagt over een ten laste komend kind.

B.

Artikel 6 komt te luiden als volgt:

De inkomensgrens bedraagt 120% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm tot 1 januari 2023 en 130% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm per 1 januari 2023.

 

C.

Aan artikel 7 wordt een vijfde lid toegevoegd, dat komt te luiden als volgt:

  • 5.

    Voor AOW-gerechtigden geldt een verhoogde vrijlating van € 5.000 per persoon in aanvulling op de vermogensvrijlating zoals genoemd in het eerste lid.

D.

Aan artikel 8 wordt een vijfde lid toegevoegd, dat komt te luiden als volgt:

  • 5.

    De HaarlemPas kan worden ingetrokken gedurende het kalenderjaar indien blijkt dat deze HaarlemPas onterecht is verstrekt, en dit belanghebbende te verwijten valt.

E.

Voor de bestaande tekst van artikel 9 wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.

  • 1.

    Het eerste lid komt te luiden: Voor het eerste jaar, waarin het recht op de HaarlemPas wordt beoordeeld, vindt een volledige toetsing plaats van het inkomen en vermogen van belanghebbende, zoals opgenomen in hoofdstuk 2 van deze beleidsregel.

F.

Aan artikel 9 wordt een tweede lid toegevoegd luidende als volgt:

  • 2.

    Elke vijf jaar vindt er een volledige toetsing plaats van alle belanghebbenden die op dat moment een HaarlemPas verstrekt krijgen en het aansluitende jaar ook een HaarlemPas zullen ontvangen.

G.

Artikel 10, eerste lid komt te luiden als volgt:

  • 1.

    In de overige aaneengesloten kalenderjaren waarin belanghebbende de HaarlemPas verstrekt krijgt, vindt een verkorte toetsing op het inkomen plaats.

H.

Artikel 10, tweede lid komt te luiden als volgt:

  • 2.

    Indien in de overige aaneengesloten kalenderjaren bedoeld in het eerste lid, het inkomen lager is dan de genoemde inkomensgrens ex artikel 5 van deze beleidsregel, wordt verondersteld dat het vermogen beneden de grens ex art 3 van deze beleidsregel ligt.

I.

Artikel 13 komt te luiden als volgt:

HaarlemPassen voor het kalenderjaar 2023 kunnen vanaf november 2022 worden aangevraagd en worden getoetst aan de inkomensgrens van 130% zoals die geldt per 1 januari 2023.

Artikel II  

Dit besluit treedt in werking op de dag na die van bekendmaking.

Artikel III  

Dit besluit wordt aangehaald als: Wijziging Beleidsregel HaarlemPas 2019 gemeente Haarlem.

Aldus besloten te Haarlem op 7 februari 2022,

de secretaris,

mr. C.M. Lenstra

de burgemeester,

drs. J. Wienen

TOELICHTING Wijzigingsbesluit Wijziging Beleidsregel HaarlemPas 2019, wijzigingen in de (artikelsgewijze) toelichting

Wijziging van de toelichting bij de Artikelen 3-5:

Artikel 3-5

Het college neemt voor de vaststelling van iemands inkomen (geheel of gedeeltelijk) in beschouwing:

  • 1.

    het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de hieronder genoemde normentabel;

  • 2.

    het in aanmerking te nemen vermogen;

De inkomenspositie en de vermogenspositie zijn bepalend voor de vaststelling of de betrokkene tot de minima behoort. Voor de bepaling wat als een minimuminkomen wordt aangemerkt, wordt voor de minimaregelingen aansluiting gezocht bij de middelentoets van de Participatiewet. Het betreft hier de artikelen 31, 32, 33 en 34 van de Participatiewet.

 

Inkomensgrens en normentabel:

Voor het vaststellen van de bijstandsnorm maakt het college gebruik van een normentabel, hierbij wordt aangesloten bij artikel 4 van de wet. De inkomenstabel staat gepubliceerd op de website van de gemeente. Dit maakt de inkomensgrenzen overzichtelijk voor de burger en makkelijk uit te voeren. De kostendelersnorm heeft bij een minimatabel ook geen invloed op het recht op minimaregelingen en bijzondere bijstand.

 

Voor het vermogen wordt in afwijking van de wet bij de bepaling ervan het vermogen verbonden in een door belanghebbende zelf bewoonde woning, niet meegewogen. Het vermogen dat is verbonden in de woning is vaak niet direct beschikbaar en aan het beschikbaar maken van het vermogen zijn vaak hogere kosten verbonden dan de voorzieningen van het minimabeleid. Voor de bepaling van het vermogen wordt daarom alleen uitgegaan van het voor belanghebbende feitelijk beschikbare vermogen zoals bankrekeningen of contanten of bezittingen zoals een auto. Anderhalf keer de toepasselijke norm op bank- en spaarrekeningen wordt beschouwd als leefgeld van de komende of lopende maand.

 

Wijziging van de toelichting bij Artikel 6:

Artikel 6

In de beleidsregel is vastgelegd dat belanghebbende geen draagkracht heeft indien het (gezins)inkomen niet hoger is dan 120% van de bijstandsnorm en geen vermogen zoals omschreven in artikel 7 van deze beleidsregel. Vanaf 1 januari 2023 is de inkomensgrens 130% van de bijstandsnorm.

 

Wijziging van de toelichting bij Artikel 7:

Artikel 7

Voor het vermogen wordt in afwijking van de wet bij de bepaling ervan het vermogen verbonden in een door belanghebbende zelf bewoonde woning, niet meegewogen. Het vermogen dat is verbonden in de woning is vaak niet direct beschikbaar en aan het beschikbaar maken van het vermogen zijn vaak hogere kosten verbonden dan de voorzieningen van het minimabeleid.

Voor de bepaling van het vermogen wordt daarom alleen uitgegaan van het voor belanghebbende feitelijk beschikbare vermogen zoals bankrekeningen of contanten of bezittingen zoals een auto.

Anderhalf keer de toepasselijke norm op bankrekeningen wordt beschouwd als leefgeld van de komende of lopende maand.

Voor AOW-gerechtigden geldt een extra vrijlating van vermogen van € 5.000 per persoon. Hiervoor zijn meerdere reden. Van deze doelgroep is het niet aannemelijk dat zij nog in staat zijn extra vermogen te verwerven aangezien zij gezien hun leeftijd over het algemeen niet langer inkomen met werk verwerven. Daarnaast is bij deze doelgroep sneller sprake van extra zorgkosten en wordt er vaak geld opzij gezet voor begrafeniskosten.

 

Wijziging van de toelichting bij Artikel 8 :

Artikel 8

De HaarlemPas blijft gedurende het hele kalenderjaar geldig. Ook wanneer het inkomen in dat kalenderjaar stijgt. Zodat wanneer iemand vanuit een bijstandsuitkering gaat werken niet direct de voordelen van de HaarlemPas vervallen. Wanneer iemand verhuist buiten Haarlem vervalt wel het recht op de minimaregelingen en bijzondere bijstand in Haarlem.

 

De HaarlemPas fungeert als toetsingsinstrument bij de aanvragen voor de overige minimaregelingen en het grootste deel van de bijzondere bijstand.

Uitzondering hierop zijn:

  • de aanvragen bijzondere bijstand Woonkostentoeslag, hier geldt dat het inkomen boven 100% als draagkracht wordt aangemerkt;

  • de aanvragen bijzondere bijstand voor de incidenteel voorkomende algemene noodzakelijke kosten van het bestaan, voor deze kosten dient de klant zelf te reserveren;

  • de aanvragen individuele inkomenstoeslag, is beschikbaar voor belanghebbenden die minimaal 36 maanden (de zogenaamde referteperiode) een inkomen hebben tot 115%. De HaarlemPas geldt alleen als toetsingsinstrument wanneer belanghebbende gedurende de gehele referteperiode over een HaarlemPas beschikt,

  • Voor de aanvragen bijzondere bijstand voor de kosten van duurzame gebruiksgoederen, verhuis- en inrichtingskosten, beschermingsbewind, curatele of mentorschap dient, vanwege de aard van die bijzondere bijstand, een zwaardere toetsing plaats te vinden.

De HaarlemPas kan alleen worden ingetrokken wanneer de toekenning van de HaarlemPas op onjuiste informatie gebaseerd is. Zo wordt bijvoorbeeld de HaarlemPas ambtshalve verstrekt aan belanghebbenden die een uitkering op grond van de Participatiewet ontvangen. Indien het recht op uitkering wordt ingetrokken bijvoorbeeld wegens het schenden van de inlichtingenplicht vervalt daarmee de grondslag onder de verstrekking van de HaarlemPas, en kan het recht op de HaarlemPas worden ingetrokken. Dit voorkomt dat de HaarlemPas alsnog kan worden ingezet als verificatiemiddel voor het minimabeleid en de bijzondere bijstand zoals genoemd in artikel 8, derde lid van deze beleidsregel.

 

Wijziging van de toelichting bij de Artikelen 9 en 10

Artikel 9 – 10

Het eerste jaar dat iemand een HaarlemPas aanvraagt wordt het inkomen en vermogen volledig getoetst. Vier aaneengesloten kalenderjaren vindt een verkorte toetsing op het inkomen plaats van alle HaarlemPashouders waarbij het inkomen wordt getoetst. In die vier jaar wordt aangenomen dat er geen vermogenswijzigingen zijn. Het vijfde jaar vindt een volledige toets plaats van alle HaarlemPashouders die niet in aanmerking komen voor de ambtshalve toekenning. In individuele situaties kan het dus voorkomen dat een volledige toetsing zich eerder voordoet dan pas in het vijfde jaar.

 

Wijziging van de toelichting bij Artikel 11:

Artikel 11

Uit een oogpunt van doelmatigheid en klantgerichtheid is het zinvol om de HaarlemPas ambtshalve te verlenen indien de gegevens, inzake de onder Hoofdstuk 2 gestelde voorwaarden, bij ons bekend zijn. Elk jaar in het vierde kwartaal wordt beoordeeld welke HaarlemPashouder recht heeft op ambtshalve verlening volgens artikel 11 van deze beleidsregel. Alle overige HaarlemPashouders ontvangen een aanvraagformulier voor de HaarlemPas voor het volgende kalenderjaar.

Met een uitkering op grond van de Participatiewet wordt gelijkgesteld verstrekte minimaregelingen en bijzondere bijstand, waarbij is vastgesteld dat het inkomen onder de grens blijft zoals genoemd in artikel 6 van deze beleidsregels.

 

Wijziging van de toelichting bij Artikel 13

Artikel 13

Per 1 januari 2023 stijgt de inkomensgrens van 120% naar 130%. De HaarlemPas voor 2023 is vanaf november 2022 aan te vragen zodat de gemeentelijke zorgpolis van 2023 beschikbaar is voor Haarlemmers met een inkomen tot 130%.

 

Naar boven