Gemeenteblad van Oss
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oss | Gemeenteblad 2023, 58672 | gemeenschappelijke regeling |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Oss | Gemeenteblad 2023, 58672 | gemeenschappelijke regeling |
Gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 november 2021 met registratienummer 4681815;
gelet op het advies van de raadscommissie van 2 december 2021;
overwegende, dat de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Boekel, Bernheze, Land van Cuijk, Maashorst, Meierijstad en Oss van oordeel zijn, dat het voor een optimale behartiging van de in deze regeling nader aan te geven belangen van die gemeenten en van de belangen van die gemeenten gezamenlijk, wenselijk is, dat door de besturen van die gemeenten tot samenwerking wordt overgegaan;
dat zij het voornemen hebben daartoe een openbaar lichaam in te stellen;
dat zij bereid zijn aan dat openbaar lichaam de behartiging van de in deze regeling aan te geven belangen op te dragen, en bevoegdheden over te dragen en middelen ter beschikking te stellen om die belangenbehartiging gestalte te kunnen geven;
dat het bestuur van het openbaar lichaam zodanig dient te worden ingericht, dat de gemeentebesturen zoveel mogelijk bij die belangenbehartiging betrokken blijven;
gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen;
in te stemmen met de gewijzigde gemeenschappelijke regeling Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant en het daartoe bestemde document te ondertekenen.
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 16 december 2021.
Hoofdstuk I. Algemene bepalingen.
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, treden in die artikelen in plaats van: de gemeente, de raad, het college van burgehmeester en wethouders en de burgemeester, onderscheidenlijk: Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant, het Algemeen Bestuur, het Dagelijks Bestuur en de voorzitter.
Hoofdstuk II. Doel van de regeling.
Aan Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant wordt, met inachtneming van het bepaalde in deze regeling, de behartiging opgedragen van de in artikel 4 van deze regeling nader omschreven belangen van de gemeenten ten aanzien van werkvoorziening.
Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant heeft tot doel: het continueren van een gemeenschap-pelijke voorziening ter integrale uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening en de daaruit voortvloeiende en daarmee verband houdende voorschriften en regelingen, alsmede andere vormen van gesubsidieerde arbeid.
Met name wordt bevorderd dat inwoners uit de regio Noordoost-Brabant met een grote afstand tot de reguliere arbeidsmarkt, hulp wordt geboden bij het verkrijgen van betaald werk.
Hoofdstuk III. Het bestuur van de regeling.
Samenstelling van het Algemeen Bestuur.
De zittingsperiode van het Algemeen Bestuur is gelijk aan die van de raden. Indien de leden hun kwaliteit om aangewezen te worden behouden, blijven zij na periodieke aftreding hun functie als lid van het Algemeen Bestuur waarnemen, totdat het college van burgemeester en wethouders is overgegaan tot aanwijzing van een lid voor de nieuwe zittingsperiode.
Bevoegdheden van het Algemeen Bestuur.
Bij toepassing worden de bevoegdheden, die nodig zijn om de daarbij overgedragen casu quo op verzoek overgenomen taken te kunnen vervullen, concreet aangegeven. Onder deze bevoegdheden kan ook begrepen zijn de bevoegdheid tot het vaststellen van verordeningen, door strafbepaling of bestuursdwang te handhaven, en tot het heffen van rechten als bedoeld in artikel 30 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Naast hetgeen in deze regeling met betrekking tot de bevoegdheden van het Algemeen Bestuur bepaald is, is het Algemeen Bestuur bevoegd tot vaststelling van het strategisch plan, de begroting, de meerjarenbegroting, de rekening en het jaarverslag van het openbaar lichaam en het nemen van besluiten strekkende tot uitoefening van aandeelhoudersbevoegdheden van IBN-HOLDING BV.
Indien tussentijds een plaats in het Dagelijks Bestuur openvalt, voorziet het Algemeen Bestuur ten spoedigste daarin.
Gaat het openvallen van een plaats gepaard met het openvallen van een plaats in het Algemeen Bestuur, dan stelt het Algemeen Bestuur het aanwijzen van een nieuw lid uit totdat de opengevallen plaats in het Algemeen Bestuur is bezet.
Inlichtingen van leden aan de colleges van burgemeester en wethouders
De vragen worden, indien de vragensteller om een mondelinge beantwoording heeft gevraagd, in de eerstvolgende vergadering van het college van burgemeester en wethouders beantwoord.
Indien om een schriftelijke beantwoording is gevraagd, geschiedt deze uiterlijk binnen acht weken, nadat de vragen zijn ingediend.
Degene, die overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, vragen heeft gesteld, kan bij de mondelinge beantwoording in dezelfde vergadering en bij de schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende vergadering, zonder verlof van het college van burgemeester en wethouders, nadere inlichtingen vragen omtrent het door het lid van het Algemeen Bestuur gegeven antwoord.
Indien een lid van het college van burgemeester en wethouders het door het college van burgemeester en wethouders aangewezen lid van het Algemeen Bestuur ter verantwoording wenst te roepen omtrent een onderwerp, vreemd aan de orde van de dag, verzoekt hij daartoe het verlof van het college van burgemeester en wethouders.
Spoedeisende gevallen uitgezonderd, stelt hij dit verzoek, met de vragen die hij wenst te stellen, ten minste viermaal vierentwintig uur vóór de aanvang van de vergadering in handen van de voorzitter van het college van burgemeester en wethouders. Deze zorgt, dat de leden van het college van burgemeester en wethouders daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk kennis krijgen.
Inlichtingen van het Dagelijks Bestuur aan het Algemeen Bestuur.
Indien om een schriftelijke beantwoording is gevraagd, geschiedt deze uiterlijk binnen vier weken, nadat de vragen zijn ingediend. Een afschrift van de gestelde vragen en, indien de beantwoording schriftelijk is geschied, een afschrift van het antwoord, worden aan de leden van het Algemeen Bestuur en aan de gemeenten ter kennisname toegestuurd.
Degene, die overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid van dit artikel vragen heeft gesteld, kan bij mondelinge beantwoording in dezelfde vergadering van het Algemeen Bestuur en bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende vergadering, zonder verlof van het Algemeen Bestuur, nadere inlichtingen vragen omtrent een door het Dagelijks Bestuur of een lid daarvan gegeven antwoord.
Verantwoording Dagelijks Bestuur ten opzichte van het Algemeen Bestuur.
Spoedeisende gevallen uitgezonderd, stelt hij dit verzoek, met de vragen, welke hij daarbij wenst te stellen, ten minste vier maal vierentwintig uur vóór de aanvang van de vergadering in handen van de voorzitter. Deze zorgt, dat de leden van het Algemeen Bestuur en de gemeenten daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk kennis krijgen.
Hoofdstuk V. Personeel en organisatie.
Het Algemeen Bestuur stelt ten behoeve van de in dienst van het openbaar lichaam werkzame ambtenaren en alsmede de werknemers van het openbaar lichaam die een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht hebben, hieronder niet begrepen werknemers die een arbeidsovereenkomst op grond van de Wsw hebben, een bezoldigingsregeling vast en de verdere rechtspositieregelingen, welke nodig zijn.
Hoofdstuk VII. Financiële bepalingen.
Degene(n), die, ingevolge de in artikel 35 bedoelde voorschriften belast is/zijn met de samenstelling van een rekening, draagt/dragen er zorg voor, dat onmiddellijk na de sluiting van de dienst de rekening van uitgaven en inkomsten over het voorafgaande dienstjaar wordt opgemaakt. Hij legt/zij leggen deze vóór 1 maart aan het Dagelijks Bestuur over.
Het Dagelijks Bestuur biedt deze rekening(en), na toevoeging van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid, ingesteld door de op grond van artikel 37 aangewezen deskundige, en hetgeen het Dagelijks Bestuur te zijner verantwoording dienstig acht, met alle bijbehorende bescheiden, ter vaststelling aan het Algemeen Bestuur aan.
Hoofdstuk VIII. Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing.
Ten behoeve van de geldgever(s) garanderen alle gemeenten, naar rato van de bij of krachtens artikel 38 vastgestelde kostenverdeling, de betaling van renten en aflossingen van de door het Samenwerkingsverband te sluiten overeenkomsten van geldlening.
Een uittredende gemeente is gehouden na uittreding bij te dragen in het begrote nadelig saldo van het laatste volledige jaar van deelname, en wel in het eerste kalenderjaar na uittreding het volle aandeel, in het tweede jaar na uittreding 75 procent van het aandeel, in het derde jaar na uittreding 50 procent van het aandeel en in het vierde jaar na uittreding 25 procent van het aandeel.
Behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid, kan de regeling op voorstel van het Algemeen Bestuur worden gewijzigd en worden opgeheven, indien de raden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters, ieder voorzover zij bevoegd zijn, van ten minste drievierde van de gemeenten, vertegenwoordigende ten minste drievierde van het inwonertal van het gebied, daartoe besluiten.
Hoofdstuk IX. Slot- en overgangsbepalingen.
Het personeel dat, hetzij als ambtenaar, hetzij op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst is bij Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant en dat bij de liquidatie van het Streekgewest Brabant-Noordoost in een functie wordt geplaatst bij Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant, wordt geacht in dienst te zijn van Werkvoorzieningschap Noordoost-Brabant met ingang van de dag, waarop de regeling in werking treedt.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-58672.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.