Overwegingen ten aanzien van het besluit
Overwegende:
dat de Putstraat gelegen is binnen de bebouwde kom van ‘t Loo;
dat deze weg in beheer is bij de gemeente Oldebroek;
dat de Putstraat een weg is als bedoeld in artikel 1, lid 1 onder b van de WVW 1994;
dat gelet op bovengenoemd artikel het college van burgemeester en wethouders van Oldebroek bevoegd is verkeersbesluiten te nemen voor deze weg;
dat de wegencategorisering van de gemeente Oldebroek is opgenomen is het gemeentelijk verkeers- en vervoersplan;
dat deze categorisering aansluit op de categorisering, zoals bedoeld in het landelijk beleid Duurzaam Veilig;
dat de Putstraat is gecategoriseerd als erftoegangsweg binnen de bebouwde kom en de weg daarmee deel uitmaakt van het verblijfsgebied;
dat de verkeersfunctie in een verblijfsgebied ondergeschikt is aan de verblijfsfunctie;
dat er voldoende parkeerruimte overblijft als er twee gereserveerde parkeerplaatsen voor het opladen van elektrische auto’s bestemd worden;
dat elektrisch aangedreven auto’s in opkomst zijn en er in Nederland begin 2023 meer dan 500.000 elektrische en hybride auto’s zijn geregistreerd;
dat de gemeente Oldebroek aan Vattenfall een concessie heeft verleend voor het realiseren, exploiteren en beheren van laadpalen;
dat de laadpalen voor deze doelgroepen zijn bestemd:
* bewoners van de wijk;
* bezoekers van de wijk;
dat een laadpaal twee aansluitingen voor elektrische voertuigen kent;
dat om een optimale benutting van een openbaar laadpunt te waarborgen het wenselijk is om nabij het oplaadpunt twee parkeerplaatsen re reserveren ten behoeve van het opladen van elektrische voertuigen;
dat dit gerealiseerd kan worden door middel van het plaatsen van het verkeersbord model E8c van bijlage 1 van het RVV 1990 met een onderbord dat aanduidt dat het verkeersbord van toepassing is op twee parkeervakken;
dat de twee parkeervakken alleen door elektrische voertuigen gebruikt kunnen worden;
dat het exclusief parkeren voor elektrische auto’s slechts is toegestaan met als doel de auto op te laden, zodat het oplaadpunt voor meerdere gebruikers beschikbaar is;
dat dit gebruik geregeld is in artikel 24, lid 1, sub d ten 2e van het RVV 1990, namelijk “de bestuurder mag zijn voertuig niet parkeren op een parkeergelegenheid op een andere wijze of met een ander doel dan op het bord of op het onderbord is aangegeven”;
dat gelet op artikel 12 van het BABW voor het plaatsen van het verkeersbord E8c – met het betreffende onderbord – van bijlage 1 van het RVV 1990 een verkeersbesluit is vereist;
dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de verkeersmaatregel strekt tot het in stand houden van de weg en het waarborgen van de bruikbaarheid daarvan;
dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 de verkeersmaatregel voorts strekt tot het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer;
dat gelet op artikel 2 van de WVW 1994 het zoveel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer in het geding komt bij het treffen van deze verkeersmaatregel;
dat gelet op voorgaande overwegingen het zo veel mogelijk waarborgen van de vrijheid van het verkeer van ondergeschikt belang wordt geacht;
dat gelet op artikel 24 van het BABW overleg is gevoerd met een gemandateerde van de politie;
dat de politie heeft ingestemd met de hierna genoemde verkeersmaatregel.