Verordening monumentenspaarfonds gemeente Gemert-Bakel

De raad van de gemeente Gemert-Bakel;

 

gelet op artikel 149 van de gemeentewet;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d. 15 november 2022;

 

 

besluit:

 

vast te stellen de volgende verordening:

 

Verordening monumentenspaarfonds gemeente Gemert-Bakel

Artikel 1. Definities

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

Gemeentelijk erfgoedregister: de lijst waarop het gemeentelijk erfgoed is geregistreerd.

Gemeentelijk monument: onroerende zaak dat is ingeschreven in het gemeentelijk erfgoedregister.

Monumentenspaarfonds: een door de gemeente ingestelde regeling waarbij monumenteneigenaren (een deel van) de door hen betaalde onroerendezaakbelasting kunnen terugvorderen ten behoeve van het onderhoud van het monument.

Monumentenwacht Noord-Brabant: Stichting Monumentenwacht Noord-Brabant gevestigd te ’s-Hertogenbosch.

Renoveren: Het vernieuwen van (onderdelen van) een gebouw of object om het te laten voldoen aan eigentijdse eisen op het gebied van: veiligheid, functionaliteit, comfort en duurzaamheid (waaronder milieubelasting). Daaronder valt: verbeteren.

Verbeteren: Het vervaardigen van een nieuw onderdeel in oorspronkelijke of aangepaste vorm, met gebruikmaking van oorspronkelijke of modernere materialen, waarbij de prestaties worden verbeterd ten aanzien van: veiligheid, functionaliteit, comfort of duurzaamheid (waaronder milieubelasting). Dit kan met gebruikmaking van dezelfde (oorspronkelijke) of andere verbindingstechnieken.

Artikel 2. Monumentenspaarfonds

  • 1.

    Eigenaren van monumenten die zijn opgenomen in het gemeentelijke kunnen jaarlijks vanaf het jaar van aanwijzing tot monument een subsidie uit het monumentenspaarfonds aanvragen ten behoeve van het onderhoud van het monument.

  • 2.

    Het college houdt jaarlijks een lijst bij, waarin de stand van het fonds per monument en het totaaloverzicht zichtbaar wordt gemaakt.

Artikel 3. Hoogte subsidie

  • 1.

    De hoogte van de subsidie bedraagt tot het subsidiejaar 2019 een bedrag ter hoogte van het eigenaarsgedeelte van de onroerendezaakbelasting voor zowel gemeentelijke als rijksmonumenten.

  • 2.

    De hoogte van de subsidie bedraagt vanaf het subsidiejaar 2019 een bedrag ter hoogte van de helft van het eigenaarsgedeelte van de onroerendezaakbelasting voor zowel rijks- als gemeentelijke monumenten.

Artikel 4. Indienen van de aanvraag

Een aanvraag voor een subsidie wordt door de eigenaar schriftelijk ingediend op een door het college vastgesteld formulier.

Artikel 5. Termijn voor aanvraag

Het college bepaalt binnen welk termijn een aanvraag moet zijn ingediend.

Artikel 6. Voorwaarden en beperkingen

  • 1.

    De subsidie kan alleen worden verstrekt voor rijks- en gemeentelijke monumenten wanneer eigenaren deelnemen aan het Monumentenspaarfonds. Dit betekent dat zij:

    • a.

      lid zijn van het gemeentelijk collectief abonnement van Monumentenwacht Noord-Brabant;

    • b.

      toestemming hebben gegeven tot een tweejaarlijkse inspectie door Monumentenwacht Noord-Brabant;

    • c.

      toestemming hebben gegeven tot het verzenden van een digitaal inspectierapport aan de gemeente Gemert-Bakel.

  • 2.

    De subsidie betreft alleen het gedeelte van de reeds betaalde onroerendezaakbelasting dat betrekking heeft op het object dat aangewezen is als rijks- of gemeentelijk monument.

  • 3.

    De subsidie van het lopende kalenderjaar kan pas het jaar daarna worden uitgekeerd.

  • 4.

    Een aanvraag voor een subsidie die wordt gedaan één jaar na vaststelling van deze verordening, kan slechts betrekking hebben op maximaal de vijf jaren voorafgaande aan het moment van aanvraag.

  • 5.

    De subsidie over voorgaande jaren kan slechts in één keer worden toegekend.

  • 6.

    De subsidie tot 2019 kan nooit hoger zijn dan het eigenaarsgedeelte van de al betaalde onroerendezaakbelasting van voorgaande jaren waarvoor nog geen subsidie is vastgesteld.

  • 7.

    De subsidie vanaf 2019 kan nooit hoger zijn dan de helft van het eigenaarsgedeelte van de al betaalde onroerendezaakbelasting van voorgaande jaren waarvoor nog geen subsidie is vastgesteld.

  • 8.

    Eigenaren kunnen enkel de door hen betaalde onroerendezaakbelasting als subsidie terugvragen tot het moment dat het pand over gaat naar de volgende eigenaar.

  • 9.

    De subsidie dient te worden ingezet voor sober regulier onderhoud en herstelwerk, geen renovatie zijnde.

  • 10.

    Het college verleent geen subsidie als de eigenaar een slechte staat van onderhoud van het monument, vastgesteld op basis van het inspectierapport van de Monumentenwacht Noord-Brabant, te verwijten valt.

Artikel 7. Kosten Monumentenwacht Noord-Brabant

Voor alle eigenaren van zowel rijks- als gemeentelijke monumenten die deelnemen aan het monumentenspaarfonds betaalt de gemeente jaarlijks:

  • a.

    de kosten van het gemeentelijk collectief abonnement van de Monumentenwacht Noord-Brabant;

  • b.

    de inspectiekosten van de Monumentenwacht Noord-Brabant.

Artikel 8. Overgangsrecht

Aanvragen die zijn ingediend op grond van de 1e wijziging van de Monumentenverordening gemeente Gemert-Bakel 2011 worden volgens die verordening behandeld.

Artikel 9. Intrekken oude regels

De ‘Verordening tot 1e wijziging van de Monumentenverordening 2011’ en de artikelen 23 tot en met 27 met betrekking tot het monumentenspaarfonds in de ‘Monumentenverordening 2011 gemeente Gemert-Bakel’ vervallen op grond van dit lid.

Artikel 10. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking conform de Bekendmakingswet.

Aldus vastgesteld in de vergadering van de raad van de gemeente Gemert-Bakel van 25 januari 2023.

de raad van de gemeente Gemert-Bakel,

de griffier, MCP Laurenssen

de voorzitter, ing. M.S. van Veen

TOELICHTING VERORDENING MONUMENTENSPAARFONDS GEMEENTE GEMERT-BAKEL

ALGEMEEN DEEL

Inleiding

De wetgeving op het gebied van het gemeentelijk erfgoedbeleid verandert. Vooral de bundelingen van wetgeving in één Erfgoedwet en de invoering van de Omgevingswet stimuleren zowel een meer integraal gemeentelijke erfgoedbeleid als de erkenning dat erfgoed een integraal onderdeel is van (de kwaliteit van) de fysieke leefomgeving.

De Erfgoedverordening wordt vernieuwd vanwege de invoering van de nieuwe Erfgoedwet, per 1 juli 2016. De Erfgoedwet vervangt en integreert verschillende wettelijk regelingen op het gebied van cultureel erfgoed. Naast de Erfgoedwet wordt besluitvorming over cultureel erfgoed in de fysieke leefomgeving op termijn geregeld via de Omgevingswet. De Erfgoedwet anticipeert op de invoering van de Omgevingswet door overgangsrecht als gevolg waarvan delen van de Monumentenwet 1988 van kracht blijven, tot de inwerkingtreding van de Omgevingswet. Met de invoering van de Omgevingswet op 1 januari 2023 komt het overgangsrecht in de Erfgoedwet 2016 te vervallen en mogen subsidieregelingen niet meer in de erfgoedverordening worden opgenomen. Deze verordening ziet daarom toe op de subsidieregeling ten aanzien van monumenten, het zogeheten monumentenspaarfonds.

 

Reikwijdte

In aansluiting op de Monumentenverordening 2011 gemeente Gemert-Bakel en de Verordening tot 1e wijziging van de Monumentenverordening 2011 is gekozen voor een verordening Monumentenspaarfonds die ziet op een subsidie voor zowel rijks- als gemeentelijke monumenten.

 

Wettelijk grondslag

De grondslag voor deze verordening bestaat uit artikel 149 van de Gemeentewet.

 

ARTIKELSGEWIJS

Enkel die bepalingen die nadere toelichting behoeven worden hieronder behandeld.

 

Artikel 1. Definities

In dit artikel wordt een aantal begrippen verduidelijkt die in de verordening worden gehanteerd. De wettelijke definities uit artikel 1.1 van de Erfgoedwet gelden onverkort voor de begrippen die gebruikt worden in deze verordening.

De voor deze verordening relevante begrippen uit de Erfgoedwet zijn:

monument: onroerende zaak die deel uitmaakt van cultureel erfgoed;

normaal onderhoud: noodzakelijke reguliere werkzaamheden die gericht zijn op het behoud van de monumentale waarde;

restauratie: werkzaamheden die het normale onderhoud te boven gaan en noodzakelijk zijn voor herstel;

rijksmonument: monument of archeologisch monument dat is ingeschreven in het rijksmonumentenregister;

rijksmonumentenregister: register als bedoeld in artikel 3.3 van de Erfgoedwet.

 

Artikel 2. Monumentenspaarfonds

Dit artikel geeft aan wie, onder voorwaarden, in aanmerkingen kan komen op een subsidie uit het monumentenspaarfonds.

 

Artikel 3. Hoogte subsidie

In dit artikel wordt de totstandkoming van de bijdragen uit het monumentenspaarfonds voor monumenteneigenaren uitgelegd. Zowel eigenaren van rijks- als gemeentelijke monumenten krijgen een bijdrage ten hoogte van het eigenaarsgedeelte.

De gemeenteraad heeft besloten om de subsidiepot van het Monumentenspaarfonds vanaf 2019 voor de helft te korten. Dit betekent dat van de binnengekomen onroerendezaakbelasting van rijks- en gemeentelijke monumenten nog maar 50% gereserveerd wordt voor het monumentenspaarfonds. Dit geldt vanaf het subsidiejaar 2019, tot 2018 blijft het 100%.

 

Artikel 4. Indienen van een aanvraag

In dit artikel wordt gewezen op het aanvraagformulier waarmee de aanvraag voor een bijdrage uit het monumentenspaarfonds dient te gebeuren. Bijlagen zijn niet nodig omdat de rapporten van de Monumentenwacht de staat van het object weergeven. Ook bijlagen in de vorm van specifieke offerten/ betalingen zijn om diezelfde reden niet nodig.

 

Artikel 5. Termijnen voor aanvraag en uitbetaling

Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd om de termijn van aanvraag te bepalen. Dit staat vermeld op het aanvraagformulier.

 

Artikel 6. Voorwaarden en beperkingen

In lid 1 van dit artikel wordt verwezen op de voorwaarden die aan deelneming aan het Monumentenspaarfonds verbonden zijn. Er dient namelijk toestemming te zijn verleend aan een tweejaarlijkse inspectie door Monumentenwacht Noord-Brabant. Eigenaren dienen ook toestemming te geven voor verzending van afschriften van de inspectierapporten door de Monumentenwacht aan de gemeente. Zonder de tweejaarlijkse inspectie en afschriften aan de gemeente is deelname niet mogelijk. De eigenaar dient zelf lid te worden van de Monumentenwacht, de gemeente betaalt de abonnements- en inspectiekosten.

Lid 2 verduidelijkt dat alleen een bijdrage kan worden ontvangen over het object dat aangewezen is als rijks- of gemeentelijk monument. De eventuele overige objecten gelegen op het perceel, waar ook onroerendezaakbelasting over betaald is, zijn uitgesloten van de subsidieregeling.

In lid 3 wordt erop gewezen dat de uit te keren bedragen enkel kunnen worden uitgekeerd nadat de onroerendezaakbelasting in zijn geheel is ontvangen door de gemeente. Daarnaast kunnen de bijdragen enkel afgeronde jaren betreffen en dus niet het lopende jaar. Het is dus niet mogelijk de onroerendezaakbelasting niet te betalen. Dit, omdat de controlefunctie hierdoor verloren zou gaan, welke plaatsvindt door de rapporten van Monumentenwacht.

Lid 4 limiteert het aantal jaren waarin de onroerendezaakbelasting kan worden teruggevraagd. Hierdoor worden de risico’s van de begroting gekaderd. Tevens is in dit artikel een overgangsrecht opgenomen. Monumenteigenaren kunnen één jaar na vaststelling van deze verordening nog ongelimiteerd het aantal jaren onroerendezaakbelasting terug vragen, zoals in de oude regeling was opgenomen.

Lid 5 geeft aan dat de subsidie in één keer wordt toegekend tot het jaar van aanvraag. Het is niet mogelijk om maar een gedeelte van de subsidie aan te vragen.

In lid 6 en 7 is de hoogte van de subsidie vastgelegd.

Lid 8 verduidelijkt dat er alleen een bijdrage van de onroerendezaakbelasting kan worden teruggevraagd over de jaren dat het pand ook in eigendom is van de aanvrager.

Lid 9 betreft de voorwaarde dat de bijdrage ook daadwerkelijk moet worden besteed voor het onderhoud van het pand. De bijdrage kan niet worden gebruikt voor renovatiewerkzaamheden, zoals het isoleren van het object of het plaatsen van zonnepanelen.

Lid 10 indien het monument volgens het rapport van Monumentenwacht Noord-Brabant in slechte staat verkeerd en de eigenaar heeft in het verleden een subsidie uit het Monumentenspaarfonds ontvangen, kan het college van burgemeester en wethouders besluiten de subsidie niet toe te kennen.

Naar boven