Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Castricum 2022

De raad van de gemeente Castricum:

 

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 29 november 2022;

 

gezien het advies van de commissie d.d. 22 december 2022;

 

gelet op het bepaalde in de artikelen 41c, tweede lid en 69, tweede lid van de Gemeentewet;

 

b e s l u i t:

 

vast te stellen de Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Castricum 2022

 

Inleiding

Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit is niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat, samen met de hele organisatie, het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. De gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele politieke ambtsdragers (in casu burgemeester en wethouders) als tot de bestuursorganen (burgemeester en college van burgemeester en wethouders), hierna gezamenlijk ook wel: bestuurders.

 

Bestuurders zijn er voor alle inwoners. Eenieder kan zich voor vele aangelegenheden tot de gemeente wenden. De gemeente verkeert daarbij vaak in een monopoliepositie. Dat stelt hoge eisen aan de kwaliteit van het lokale openbaar bestuur en aan degenen die daarin functioneren. Integriteit is hiervan een wezenlijk onderdeel. Als de bestuurders niet integer handelen, of zelfs de schijn dat zij dat niet doen niet voorkomen, loopt het democratische systeem en het vertrouwen dat de inwoners van de gemeente daarin hebben vast. Bestuurders moeten hun verantwoordelijkheid hierin nemen door open en transparant te handelen, zorgvuldig de regels te volgen en daarover verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de inwoners van Castricum.

 

Kernbegrippen

Integriteit van bestuurders houdt in dat de verantwoordelijkheid die met hun functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en inwoners voor wie volksvertegenwoordigers hun functie vervullen. Een aantal kernbegrippen is daarbij leidend en plaatst bestuurlijke integriteit in een breder perspectief:

 

Dienstbaarheid

Het handelen van bestuurders is altijd en volledig gericht op het belang van de gemeente en op de organisaties en inwoners die daar onderdeel van uit maken.

 

Functionaliteit

Het handelen van bestuurders heeft een herkenbaar verband met de functie die wordt vervuld binnen het openbaar bestuur.

 

Onafhankelijkheid

Het handelen van bestuurders wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn van een dergelijke vermenging wordt vermeden.

 

Openheid

Het handelen van bestuurders is transparant, opdat optimale verantwoording mogelijk is en de controlerende organen volledig inzicht hebben in hun handelen en hun de beweegredenen daarbij.

 

Betrouwbaarheid

Op bestuurders moet men kunnen rekenen. Zij houden zich aan afspraken en gebruiken de kennis en informatie waarover ze uit hoofde van de functie beschikken voor het doel waarvoor deze zijn gegeven voor zover van toepassing.

 

Zorgvuldigheid

Het handelen van bestuurders is zodanig dat alle inwoners en organisaties op gelijke wijze en met respect tegemoet worden getreden en dat de belangen van partijen op zorgvuldige wijze worden afgewogen.

 

Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de nu volgende gedragsafspraken:

Artikel 1. Algemene bepalingen

  • 1.

    Deze gedragscode geldt voor de burgemeester en wethouders, maar richt zich ook tot de bestuursorganen.

  • 2.

    In gevallen waarin de code niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in de gemeenteraad, dan wel in het presidium.

  • 3.

    De code is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 4.

    De burgemeester en de wethouder ontvangen bij hun aantreden een exemplaar van de code.

  • 5.

    De burgemeester en de wethouder zijn aanspreekbaar op de naleving van deze code.

Artikel 2. Belangenverstrengeling of de schijn van belangenverstrengeling

  • 1.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder moet actief en uit zichzelf belangenverstrengeling en de schijn hiervan tegengaan.

  • 2.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder neemt niet deel aan de stemming over

    • a.

      een aangelegenheid die hem of haar rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij of zij als vertegenwoordiger is betrokken;

    • b.

      de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij of zij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij of zij hoort.

  • 3.

    De burgemeester en de wethouder waken ervoor dat tot het college behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, zijn besluitvorming beïnvloeden.

  • 4.

    Een oud-burgemeester of oud-wethouder wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen betaling verrichten van werkzaamheden voor de gemeente.

  • 5.

    Het college van burgemeester en wethouders dragen de burgemeester of een wethouder niet eerder dan een jaar na aftreden voor als kandidaat voor benoeming tot commissaris of bestuurslid van een verbonden partij.

  • 6.

    Onder verbonden partij wordt verstaan hetgeen hieronder wordt verstaan in artikel 1.1 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.

Artikel 3. Nevenfuncties

  • 1.

    Onder nevenfuncties worden verstaan alle bezoldigde en onbezoldigde functies die naast het ambt worden vervuld.

  • 2.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder vervult geen nevenfuncties die een risico vormen voor een integere invulling van het ambt.

  • 3.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder levert de secretaris de informatie aan over de nevenfuncties, die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het ambt, dan wel binnen één maand na aanvaarding van de nevenfunctie en geeft de wijzigingen daarin door.

  • 4.

    De informatie betreft in ieder geval de omschrijving van de nevenfunctie, de organisatie voor wie de nevenfunctie wordt verricht, of de nevenfunctie bezoldigd of onbezoldigd is.

  • 5.

    De secretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 4. Informatie

  • 1.

    De burgemeester en de wethouder gaan zorgvuldig en correct om met de informatie waarover uit hoofde van het ambt wordt beschikt en zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie veilig wordt bewaard en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 2.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder die de beschikking krijgt over gegevens waarvan het geheime of vertrouwelijke karakter bekend is of waarvan dit redelijkerwijs het vermoeden is, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behalve als de wet tot mededeling verplicht.

  • 3.

    De burgemeester en de wethouder maken niet te eigen bate of ten bate van derden gebruik van de in de uitoefening van het ambt verkregen informatie.

Artikel 5. Omgaan met geschenken, faciliteiten, diensten van derden

  • 1.

    De burgemeester en de wethouder accepteren en bieden geen geschenken, faciliteiten of diensten aan indien zijn/haar onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed.

  • 2.

    Geschenken en giften die een burgemeester of wethouder uit hoofde van zijn/haar functie ontvangt meldt hij/zij bij de secretaris.

  • 3.

    Geschenken en giften die de burgemeester of de wethouder uit hoofde van zijn/haar functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Geschenken en giften die een waarde van € 50 of minder vertegenwoordigen worden wel gemeld maar kunnen worden behouden, tenzij het eerste lid van toepassing is.

Artikel 6. Lunches, diners en recepties

  • 1.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder accepteert geen lunches, diners, recepties en andere uitnodigingen die door anderen betaald of georganiseerd worden, tenzij dat behoort tot de uitoefening van de functie en de aanwezigheid beschouwd kan worden als functioneel.

  • 2.

    Bij twijfel legt de burgemeester respectievelijk de wethouder de uitnodiging ter bespreking voor aan het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 7. Deelname aan excursies, evenementen en buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente

  • 1.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder die het voornemen heeft uit hoofde van zijn/haar functie op kosten van derden een reis te maken, dan wel deel te nemen aan een excursie of evenement of is uitgenodigd voor een reis of werkbezoek, meldt dit vooraf aan het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    Informatie wordt verschaft over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 3.

    Toestemming voor deelname wordt vooraf aan het college van burgemeester en wethouders gevraagd. Het is doorslaggevend voor de besluitvorming dat de deelname niet tot belangenverstrengeling kan leiden.

  • 4.

    De secretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register.

  • 5.

    De informatie is via internet beschikbaar.

Artikel 8. Gebruik van voorzieningen van de gemeente

  • 1.

    Het gebruik van gemeentelijke eigendommen of voorzieningen voor privédoeleinden is niet toegestaan, tenzij het betreft de bruikleen van informatie- en communicatievoorzieningen die mede voor privédoeleinden kunnen worden gebruikt.

  • 2.

    De burgemeester respectievelijk de wethouder declareert geen kosten die reeds op andere wijze worden vergoed.

Artikel 9. Bedreiging, intimidatie en agressie

  • 1.

    Bedreiging, intimidatie en agressie mogen geen belemmering vormen voor zorgvuldige besluitvorming. In het geval de wethouder hiermee te maken krijgt dient dit gemeld te worden bij de burgemeester. Indien de burgemeester hiermee te maken krijgt dient dit gemeld te worden bij de locoburgemeester.

  • 2.

    Voor de werkwijze rond meldingen in dit kader wordt verwezen naar het Protocol veilig werken politieke ambtsdragers gemeente Castricum 2022.

Artikel 10. Uitvoering gedragscode

  • 1.

    Het college van burgemeester en wethouders ziet erop toe dat deze gedragscode wordt nageleefd.

  • 2.

    Het onderwerp integriteit is viermaal per jaar een agendapunt van de collegevergadering.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De gedragscode Bestuurlijke Integriteit 2014, vastgesteld door de gemeenteraad op 4 december 2014, wordt ingetrokken.

  • 2.

    Deze gedragscode treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.

  • 3.

    Deze gedragscode wordt aangehaald als ‘Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Castricum 2022’.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Castricum in de openbare raadsvergadering van 26 januari 2023.

Mevrouw R. Slootweg MSc

griffier

De heer drs. A. Mans

burgemeester

Toelichting Gedragscode integriteit burgemeester en wethouders gemeente Castricum 2022

Artikel 1. Algemene bepalingen

In de Gemeentewet (respectievelijk artikel 41c, lid 2 en 69, lid 2) is bepaald dat de gemeenteraad een gedragscode vaststelt voor de wethouders en de burgemeester.

 

Artikel 2. Belangenverstrengeling of de schijn van belangenverstrengeling

Belangenverstrengeling of belangenvermenging is een situatie waarbij iemand meerdere belangen dient die een zodanige invloed op elkaar kunnen uitoefenen dat de integriteit ten aanzien van het ene of het andere belang in het geding komt.

 

Alvorens zijn of haar functie te kunnen uitoefenen legt de wethouder in een vergadering van de raad de eed of belofte af (artikelen 41a, lid 1 Gemw) De burgemeester legt ten overstaan van de raad in handen van de commissaris van de Koning de eed of belofte af (65, lid 1 Gemw).

 

Artikel 58 jo artikel 28 Gemw bepaalt dat leden van leden van het college van burgemeester en wethouders niet deelnemen aan de stemming over een aangelegenheden die het lid van het college rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij of zij als vertegenwoordiger is betrokken en over de vaststelling of goedkeuring der rekening van een lichaam waaraan hij of zij rekenplichtig is of tot welks bestuur hij of zij hoort.

Ook waken (het college van) burgemeester en wethouder(s) ertegen dat tot het college behorende of daarvoor werkzame personen die een persoonlijk belang bij een besluit hebben, de besluitvorming beïnvloeden (artikel 2:4, tweede lid, Algemene wet bestuursrecht).

 

Artikel 3. Nevenfuncties

Naast hun ambt hebben veel burgemeesters en wethouders nevenfuncties, betaald of onbetaald. Deze nevenfuncties zijn positief te waarderen; uit maatschappelijk, bestuurlijk en persoonlijk oogpunt. Er zitten echter ook risico’s aan nevenfuncties, vooral die buiten het publiek domein. Nevenfuncties kunnen hun onafhankelijk oordeel in gevaar brengen, het ambt schaden en de burgemeester of de wethouder belemmeren om optimaal te functioneren.

De gemeentewet bepaalt voor burgemeester (artikel 67, lid 1) respectievelijk de wethouder (artikel 41b, lid 1) dat zij geen nevenfuncties hebben die ongewenst zijn met het oog op een goede vervulling van hun ambt. Voor burgemeesters is daaraan toegevoegd dat zij evenmin nevenfuncties hebben die ongewenst zijn met het oog op de handhaving van hun onpartijdigheid en onafhankelijkheid of het vertrouwen daarin.

 

Het is wettelijk verplicht om nevenfuncties openbaar te maken en bij te houden in een openbaar register. De burgemeester en de wethouder zijn zelf verantwoordelijkheid voor de tijdige aanlevering van de informatie over hun nevenfuncties (artikel 41b en 67 Gemw). Voor de burgemeester zijn ambtshalve nevenfuncties hiervan uitgezonderd (artikel 67, lid 3 Gemw).

De burgemeester en de wethouder mogen geen vergoedingen ontvangen voor ambtshalve nevenfuncties; die worden in de gemeentekas gestort (artikel 44, lid 4 en 66, lid 4 Gemw).

 

Artikel 4. Informatie

De burgemeester en de wethouder ontvangen uit hoofde van hun functie een grote hoeveelheid informatie, die nodig is om hun functie adequaat te kunnen uitoefenen; in een aantal gevallen is deze informatie geheim. Openbaarheid is de regel, geheimhouding is hier de uitzondering op.

 

Het is belangrijk dat de burgemeester en de wethouder de juiste maatregelen treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphone en iPad met toegangscodes en wachtwoorden. Ook mag apparatuur niet onbeheerd worden achtergelaten of uitgeleend aan een ander.

 

Artikel 5. Omgaan met geschenken, faciliteiten, diensten van derden

Geschenken, faciliteiten of diensten van derden kunnen worden gebruikt om de besluitvorming te beïnvloeden of daarvan de schijn hebben. De norm die moet worden gehanteerd bij het omgaan hiermee is de ‘nee, tenzij’-regel; de burgemeester en de wethouder nemen dus geen geschenken aan, tenzij er goede redenen zijn om hiervan af te wijken of het een geschenk is met een waarde van ten hoogste 50 euro.

Een goede reden kan bijvoorbeeld zijn dat het weigeren van een dienst of faciliteit het ambtswerk onwerkbaar zou maken of dat het teruggeven van een geschenk de gever zou schaden. De afwijkingen dienen vervolgens bekend gemaakt te worden bij de secretaris, die bepaalt welke vervolgstappen nodig zijn. Er zijn ook situaties denkbaar waarin het aannemen van een geschenk, van welke waarde ook, onacceptabel is. Dit is bij uitstek het geval in onderhandelingssituaties. Het accepteren van faciliteiten of diensten van anderen kan een afhankelijkheid of dankbaarheid creëren die de zuiverheid van het besluitvormingsproces kan aantasten. Ook met het aannemen van faciliteiten en diensten kan de burgemeester of de wethouder gecorrumpeerd raken. Het kan daarnaast ook de schijn van corruptie opwekken.

De in het derde lid genoemde uitzondering, het accepteren van een geschenk met een waarde van ten hoogste 50 euro, is ook in dit geval alleen toegestaan indien de onafhankelijk opstelling van de burgemeester of de wethouder ten opzichte van de gever daardoor niet beïnvloed wordt. De burgemeester of de wethouder gaat na of acceptatie van het geschenk verplichtingen schept voor de toekomst en bedenkt ook hoe de buitenwereld zou kunnen aankijken tegen het aannemen van het geschenk. In veel gevallen zal dit geen probleem opleveren, denk hierbij aan bijvoorbeeld een fles wijn voor een verrichte presentatie, een ceremonieel aan de burgemeester of de wethouder overhandigd rapport van een bureau of aan bedrijfsattenties, zoals kalenders en pennen. Geschenken aan hem of haar persoonlijk, die meer dan € 50 waard zijn, accepteer de burgemeester of de wethouder sowieso niet.

 

Artikel 6. Lunches, diners en recepties

De verplichting om actief het ontstaan van de schijn van corruptie tegen te gaan, betekent dat lunchen, dineren of naar recepties gaan op kosten van anderen waar mogelijk moet worden vermeden.

 

Artikel 7. Deelname aan excursies, evenementen en buitenlandse reizen voor rekening van anderen dan de gemeente

Het gaat hier om deelname aan excursies, evenementen en buitenlandse reizen die zijn bedoeld om de burgemeester en / of de wethouder in de gelegenheid te stellen zich inhoudelijk te informeren en noodzakelijke contacten te leggen en onderhouden binnen en buiten de gemeente. De verplichting om actief het ontstaan van de schijn van corruptie tegen te gaan, betekent dat deelname hieraan gaan op kosten van anderen waar mogelijk moet worden vermeden en altijd vooraf toestemming moeten worden gevraagd aan het college.

 

Artikel 8. Gebruik van voorzieningen van de gemeente

De burgemeester en de wethouder krijgen de beschikking over een aantal faciliteiten van de gemeente. Regels met betrekking tot het gebruik hiervan zijn opgenomen in de bruikleenovereenkomst die bij de overhandiging door de gemeente en de burgemeester respectievelijk de wethouder is getekend.

 

Artikel 9. Bedreiging, intimidatie en agressie

De burgemeester of de wethouder kan te maken krijgen intimidatie, chantage, stalking of dreigbrieven. Ook kunnen ze te maken krijgen met fysiek geweld of uitingen van verbale agressie, zoals schelden of kwetsende of discriminerende opmerkingen. Bedreiging, intimidatie en agressie kan leiden tot oneigenlijke invloeden op de besluitvorming, bijvoorbeeld wanneer de burgemeester of de wethouder zich niet meer vrij voelt in beraadslagingen of besluitvormingen. Ondermijning en de vermenging van de onder- en bovenwereld staat een zuiver proces in de weg.

De werkwijze indien dit aan de orde is, is geregeld in het Protocol veilig werken politieke ambtsdragers gemeente Castricum 2022.

 

Artikel 10. Uitvoering gedragscode

Dit artikel behoeft geen toelichting.

 

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel behoeft geen toelichting.

Naar boven