Gemeenteblad van Landgraaf
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Landgraaf | Gemeenteblad 2023, 5728 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Landgraaf | Gemeenteblad 2023, 5728 | algemeen verbindend voorschrift (verordening) |
Nadere regels Wmo zelfredzaamheid en participatie gemeente Landgraaf 2023
Burgemeester en wethouders van L a n d g r a a f ;
overwegende dat het wenselijk is om nadere regels te stellen in verband met de zorg voor maatschappelijke ondersteuning;
gelet op de artikelen 2.1.1 en 2.3.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning, het beleidsplan Wet maatschappelijke ondersteuning 2022-2028 gemeente Landgraaf en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Landgraaf 2023;
Nadere regels Wmo zelfredzaamheid en participatie gemeente Landgraaf 2023
Artikel 2. Persoonsgebonden budget
De tarieven genoemd in het eerste lid worden met ingang van 1 januari 2024 jaarlijks aangepast conform de geldende CAO of tarief van de Wet langdurige zorg, waarbij als peildatum 1 september van het daaraan voorafgaande jaar wordt gehanteerd. De nieuwe tarieven gaan in op 1 januari van het daaropvolgende jaar.
Voor de uitbetaling van het persoonsgebonden budget geldt dat dit exclusief bemiddelingskosten, administratiekosten, eenmalige uitkering en feestdagenuitkering is, maar inclusief reiskosten en eventueel maandloon van de zorgverlener, maar inclusief feestdagenuitkering en reiskosten. Dit betekent dat de budgethouder vrij is om te kiezen voor uitbetaling van de zorgverlener op basis van declaratie of factuur. Uitbetaling op basis van maandloon is niet toegestaan.
Het persoonsgebonden budget voor voorzieningen als bedoeld in artikel 13, tweede lid, sub a van de Verordening Wmo is, voor zover noodzakelijk (en van toepassing), inclusief onderhoud, reparatie en verzekering, zoals dat door het college aan de leverancier wordt betaald bij de verstrekking van een voorziening in natura. Hierbij wordt rekening gehouden met de tussen het college en de leverancier reeds overeengekomen korting voor een nieuw hulpmiddel.
Artikel 3. Afleggen verantwoording persoonsgebonden budget
Degene aan wie een persoonsgebonden budget voor woningaanpassing is toegekend, dan wel de eigenaar van de woning, meldt zo mogelijk binnen een termijn van 12 maanden nadat het persoonsgebonden budget werd verleend dat de woningaanpassing is gerealiseerd onder overlegging van de hierop betrekking hebbende originele facturen.
Artikel 4. Verkorte procedure bij woonvoorzieningen
Indien een bouwkundige of woontechnische woonvoorziening noodzakelijk is en die voorziening is geheel opgenomen in de meest recente Ergolijst (opgesteld door Casadata), dan kan die voorziening tegen het in de Ergolijst opgenomen maximale bedrag worden verstrekt zonder dat de aanvrager voorafgaand een offerte te overleggen.
Het college beoordeelt conform artikel 10 en 11 van de Verordening Wmo de noodzaak tot aanpassing van de woning. Indien de noodzaak tot aanpassing van de woning is vastgesteld en de kosten van de woningaanpassing € 10.000,- of meer bedragen, dient de aanvrager te verhuizen naar een voor hem geschikte en beschikbare woning die voldoet aan het programma van eisen.
Indien aan de aanvrager het verhuisprimaat zoals bedoeld in lid 1 is opgelegd, komt hij in aanmerking voor een financiële tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten. De hoogte van deze financiële tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten bedraagt € 4580,-. Deze tegemoetkoming wordt éénmalig verstrekt.
Indien de aanvrager om persoonlijke redenen, niet zijnde de redenen als bedoeld in lid 3, niet wenst om te verhuizen terwijl een geschikte woning beschikbaar is, komt de aanvrager in aanmerking voor de financiële tegemoetkoming ter hoogte van de gebruikelijke verhuiskosten zoals bedoeld in het tweede lid, mits de aanvrager de kosten van de aanpassing van de woning die hoger zijn dan het te vergoeden bedrag dan voor eigen rekening neemt. Deze tegemoetkoming wordt éénmalig verstrekt
Artikel 6. Vervoersvoorzieningen
Indien een collectieve vraagafhankelijke vervoersvoorziening niet of niet voldoende de beperkingen van de aanvrager compenseert, kan de aanvrager in aanmerking worden gebracht:
voor een aanpassing van de eigen auto éénmaal per 7 jaar, dan wel een persoonsgebonden budget ter hoogte van maximaal de aanpassingskosten van de eigen auto. Er wordt altijd gekeken naar de oplossing die het goedkoopst-adequaat is. Indien de aanvrager een duurdere oplossing wenst, zijn de extra kosten voor eigen rekening;
indien de aanvrager geen eigen auto heeft, voor een tegemoetkoming in de taxikosten van €602,- per jaar, met dien verstande dat indien de partner eveneens in aanmerking komt voor een tegemoetkoming voor de taxikosten, de hoogte van de tegemoetkoming voor beiden wordt bepaald op anderhalf maal het geldende bedrag.
Artikel 7. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
De aanbieder of de instelling waarvoor (of in wiens opdracht) een PGB-hulpverlener werkt en de PGB-hulpverlener zelf levert deskundige zorg, handelt in overeenstemming met alle vigerende wettelijke bepalingen en maakt zich niet schuldig (en heeft zich in de afgelopen drie jaren niet schuldig gemaakt) aan overtredingen op de hierna genoemde terreinen:
De aanbieder of de instelling waarvoor (of in wiens opdracht) een PGB-hulpverlener werkt beschikt voor de uitvoering van de overeenkomst over:
één van de volgende documenten:
of een eigen kwaliteitshandboek, indien de aanbieder niet beschikt over een certificaat en zich ook niet in een certificeringtraject bevindt. Het dient een actueel en geldig kwaliteitshandboek te zijn, waarin zijn opgenomen de maatregelen die de aanbieder treft om de kwaliteit te waarborgen en te controleren, voorzien van een beleidsverklaring van het management waaruit blijkt dat het management deze maatregelen onderschrijft en controleert;
Voor een persoonsgebonden budget geldt dat de cliënt, indien hij geen vertegenwoordiger heeft aangesteld, de PGB-belangen moet begrijpen en hiervoor moet kunnen opkomen. Dit betekent dat de cliënt onder andere de volgende, aan een persoonsgebonden budget verbonden, taken op verantwoorde wijze moet kunnen uitvoeren:
goed werkgeverschap: de cliënt moet kennis hebben van arbeidsrecht en zijn of haar rechten en plichten als werkgever kennen. Activiteiten die vallen onder deze taak zijn onder andere het inwerken van zorgverleners, plannen/roosteren en monitoren of de doelstellingen uit het opgestelde zorgplan behaald worden.
Als de cliënt het persoonsgebonden budget niet zelf kan beheren is het mogelijk een vertegenwoordiger aan te stellen die het budget beheert en de verantwoordelijkheid draagt voor dat financieel beheer. Ook kan een vertegenwoordiger worden aangesteld die de verantwoordelijkheid draagt (eventueel naast de verantwoordelijkheid voor het financieel beheer) voor het veilig, doeltreffend en cliëntgericht inzetten van de diensten, hulpmiddelen, woonruimteaanpassingen en andere maatregelen die met het persoonsgebonden budget betaald moeten worden. De vertegenwoordiger kan een wettelijk vertegenwoordiger zijn of een gemachtigde. De vertegenwoordiger dient te voldoen aan de volgende eisen:
Als het niet voldoen aan de eisen zoals bedoeld in het tweede tot en met vijfde lid en in het zevende lid het gevolg is van verwijtbaar handelen of als er sprake is van voortdurende wanprestatie, dan kan het college een waarschuwing geven dan wel besluiten de PGB hulpverlener of de instelling waarvoor (of in wiens opdracht) de PGB-hulpverlener werkt niet meer te accepteren in het kader van een persoonsgebonden budget.
Artikel 8. Meldingsregeling calamiteiten en geweld
Agressie en geweld, verbaal en/of fysiek, is iedere vorm van gedrag en voorvallen in en buiten werktijd waarbij een medewerker van een dienstverlener welke namens of in opdracht van de gemeente Landgraaf handelt, psychisch en/of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd, of aangevallen en/of schade wordt toegebracht, onder omstandigheden, die rechtstreeks verband houden met de te vervullen functie van die medewerker.
Artikel 9. Jaarlijkse waardering mantelzorgers
De dag van de mantelzorgers is voor mantelzorgers. Er wordt minimaal 1 keer per jaar kosteloos een leuke dag (of dagdeel) georganiseerd met entertainment, een hapje en een drankje.
Artikel 10. Mantelzorgcompliment
In d dit artikel wordt verstaan onder:
mantelzorg: langdurige zorg, die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt geboden aan een zorgvrager/hulpvrager door personen uit diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.
Het Landgraafs mantelzorgcompliment bestaat uit:
een tegoedbon van het Theater Landgraaf of van de Oefenbunker Landgraaf ter hoogte van € 25,-, te gebruiken voor voorstellingen naar keuze uit het komende (theater)seizoen tot een maximum van het genoemde bedrag. De tegoedbon voor Theater Landgraaf of de Oefenbunker Landgraaf wordt alleen verstrekt als bij de aanvraag wordt aangegeven dat de mantelzorger deze bon wil ontvangen.
Bij de aanvraag hoeven geen bewijsstukken aangeleverd te worden, waaruit blijkt dat de mantelzorger aan de voorwaarden voldoet zoals bedoeld in lid 4. Op basis van lijsten die door het Steunpunt Mantelzorg Parkstad worden aangeleverd vindt controle op inschrijving bij het steunpunt plaats. Daarnaast vindt een steekproefsgewijze controle plaats of voldaan wordt aan de hier beschreven voorwaarden.
Landgraaf, 20 december 2022
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de secretaris, de burgemeester,
ir. J.M.C. Rijvers mr. R. de Boer
Deze nadere regels geven aan hoe de Verordening Wmo ten uitvoer zal worden gebracht. Bij een beperkt aantal artikelen in de verordening is aangegeven dat het college nadere regels zal vaststellen. Enkel deze betreffende artikelen zullen in deze nadere regels geëxpliciteerd worden.
In de Wet wordt het adagium gehanteerd dat “de voorzieningen terecht moeten komen bij de burgers die het echt niet zelf kunnen regelen en betalen”. Van belang is het kunnen sturen op de eigen inzet van de burgers en zijn sociaal netwerk. Uitgangspunt van de Wet is: eerst eigen kracht, dan kracht van het sociaal netwerk, de mogelijke inzet van algemene voorzieningen, en dan pas een maatwerkvoorziening.
De compensatieplicht vervalt en deze wordt vervangen door een zorgplicht in de vorm van een stelsel van algemene voorzieningen, maatwerkvoorzieningen en persoonsgebonden budget.
Voor een deel worden hier definities gehanteerd die ook in de Wet en/of in de verordening Wmo gehanteerd worden.
Artikel 2. Persoonsgebonden budget
Indien de aanvrager kiest voor een persoonsgebonden budget, dan kan het college aan de hand van het bepaalde in artikel 2 hiertoe besluiten.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen een persoonsgebonden budget voor een dienst en persoonsgebonden budget voor een voorziening.
Bij een persoonsgebonden budget voor diensten (zoals hulp bij het huishouden of begeleiding) is uitgangspunt voor de bepaling van de hoogte van het persoonsgebonden budget, het bedrag dat is afgesproken met de gecontracteerde aanbieders. Gemeenten mogen variëren met hun tarieven al naar gelang de professionaliteit van de met het persoonsgebonden budget ingekochte ondersteuning. Voor een niet-opgeleid persoon geldt een lager tarief dan voor een opgeleide hulpverlener.
Bij een persoonsgebonden budget voor een voorziening (bijvoorbeeld een traplift) is uitgangspunt voor de bepaling van de hoogte van de persoonsgebonden budget, het bedrag dat de voorziening nieuw zou hebben gekost en indien van toepassing, onder aftrek van de in een offerte van de gecontracteerde leverancier vaste contractueel overeengekomen korting. Onderhoud, keuring en reparatie wordt in de offerte meegerekend voor de door de leverancier vastgestelde levensduur van de voorziening. In lid 6 is geregeld dat geen nieuw persoonsgebonden budget wordt verstrekt voor hetzelfde middel als het middel nog niet is afgeschreven (levensduur is gelijk aan de afschrijvingstermijn). Dat betekent overigens niet dat een voorziening automatisch na de afschrijvingstermijn vervangen moet worden. Als het middel nog voldoet is er geen reden om dit te vervangen. Er zijn uitzonderingen om een nieuw persoonsgebonden budget eerder toe te kennen. Deze zijn beschreven in de verordening onder artikel 11, lid 1f.
Artikel 3. Afleggen verantwoording persoonsgebonden budget
In dit artikel wordt voor de maatwerkvoorzieningen in de vorm van een persoonsgebonden budget bepaald op welke wijze en binnen welke termijn hierover verantwoording dient te worden afgelegd.
Indien niet of onvoldoende wordt verantwoord, wordt dit gesanctioneerd. Hiervoor wordt verwezen naar het betreffende artikel in de verordening.
Artikel 4. Verkorte p rocedure bij woonvoorzieningen
In dit artikel is omschreven welke procedure geldt bij een verkorte woonprocedure. Indien het een eenvoudige woningaanpassing betreft, waarvan de voorzieningen zijn opgenomen in de meest recente Ergolijst, hoeft een klant geen offerte aan te vragen. Door het hanteren van de Ergolijst wordt het proces voor de klant eenvoudiger.
Ter compensatie van de beperkingen die een persoon ervaart in het gebruik van zijn woning, kunnen aanpassingen aan een woning noodzakelijk zijn. Indien de kosten van aanpassing van de woning hoger zijn dan een bedrag van € 10.000,- (zijnde een bedrag hoger dan de gemiddelde aanpassingskosten voor een woning), dan kan het college het primaat van de verhuizing opleggen. Een passende woning moet dan wel binnen een periode van 12 6 maanden beschikbaar zijn. Als een kleine aanpassing van die woning nog nodig is, kan het college daartoe overgaan. Is een geschikte of tegen een geringe kosten geschikt te maken woning niet beschikbaar dan komt alsnog de aanpassing van de woning voor vergoeding in aanmerking. Hierbij geldt wel dat een klant een eigen verantwoordelijkheid en inspanningsplicht heeft bij het zoeken naar een woning. Indien het niet lukt om een woning te vinden, dient de klant dit te kunnen aantonen.
Er kan niet automatisch het primaat van verhuizen worden opgelegd. Bij het bepalen of het verhuisprimaat van toepassing is moeten de individuele belangen van de aanvrager worden afgewogen. Hierbij wordt rekening gehouden met diverse factoren, zoals:
Sociale omstandigheden: Denk hierbij aan de binding met de buurt, de aanwezigheid van familie en/of vrienden en de mantelzorg die door verhuizing zou wegvallen;
Woonlastenconsequenties: er moet een vergelijking worden gemaakt tussen de woonlasten bij het aanpassen van en blijven wonen in de huidige woning en het verhuizen naar een andere woning. De gemeente moet bepalen welke woonlastenstijging acceptabel is. Daarbij geldt dat de persoon met beperkingen de woonlastenstijging moet kunnen opbrengen;
Snelheid waarmee het woonprobleem opgelost kan worden. Een belangrijk aspect is de termijn waarbinnen de verhuizing kan worden gerealiseerd en of die termijn medisch aanvaardbaar is. Dat zal veelal moeten blijken uit medisch advies. Als binnen de medisch aanvaardbare termijn geen woning beschikbaar is, kan niet worden gezegd dat verhuizen een compenserende oplossing is.
Indien het verhuisprimaat van toepassing is, kan de aanvrager hiervoor éénmalig een financiële tegemoetkoming krijgen. De financiële tegemoetkoming is niet bedoeld als een vergoeding voor personen die wensen te verhuizen en zich om die reden bij de gemeente melden voor een verhuiskostenvergoeding. Er worden ook geen verhuiskosten vergoed als een persoon verhuist vanuit een geschikte woning en er op grond van de beperkingen geen noodzaak bestaat voor die verhuizing. Tenslotte zal de financiële tegemoetkoming zoals bedoeld in lid 2 aan de aanvrager beschikbaar worden gesteld na overlegging van desbetreffende betaalwijzen.
Artikel 6. Vervoersvoorzieningen
Het college beoordeelt of een aanvrager voldoende gecompenseerd kan worden met een individuele vervoersvoorziening. Hieronder valt het collectief vraagafhankelijk (rolstoel)vervoer.
Indien collectief vraagafhankelijk vervoer het probleem van de aanvrager voldoende compenseert, heeft dit het primaat boven een andere verstrekking. Indien het probleem om een medische reden en/of andere zwaarwegende redenen niet gecompenseerd kan worden door de verstrekking van een collectieve vervoersvoorziening, kan de aanvrager in aanmerking worden gebracht voor aanpassing van de auto (in natura of in de vorm van een persoonsgeboden budget) of een financiële tegemoetkoming in de taxikosten. Het bedrag van de financiële tegemoetkoming is gebaseerd op het maximale aantal kilometers waarvan aangetoond is dat een klant voldoende wordt gecompenseerd (2.000 km) afgezet tegen de maximale variabele autokosten (conform Nibudprijs van het voorafgaande jaar).
Een persoonsgebonden budget ten behoeve van een autoaanpassing wordt ten hoogste éénmaal per 7 jaar verstrekt (normale afschrijvingstermijn).
Artikel 7. Kwaliteitseisen maatschappelijke ondersteuning
In dit artikel is geregeld aan welke kwaliteitseisen de beroepskracht/hulpverlener moet voldoen.
Met de leveranciers van de verschillende voorzieningen zijn (middels de aanbestedingen) afspraken gemaakt over kwaliteitseisen van de betreffende voorzieningen.
In het negende lid is aansluiting gezocht bij de 10-puntenvaardigheid die is opgesteld door het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De vaardigheden genoemd in het negende lid moeten dan ook uitgelegd worden in de lijn van onderstaande 10-puntenvaardigheid van het Ministerie. Daarnaast worden deze 10 punten meegenomen in de beoordeling of iemand het persoonsgebonden budget kan beheren.
1. U heeft een duidelijk beeld van de zorgvraag en heeft een goed overzicht van uw eigen situatie;
2. U bent op de hoogte van regels en verplichtingen die horen bij het pgb;
3. U bent in staat om de administratie rondom het pgb overzichtelijk bij te houden;
4. U bent voldoende vaardig om te communiceren (met de gemeente of andere instanties);
5. U bent in staat om zelfstandig te handelen en zelf voor zorgverleners te kiezen;
6. U bent in staat om afspraken te maken en vast te leggen;
7. U kunt beoordelen en beargumenteren of de geleverde zorg passend en kwalitatief goed is;
8. U kunt de inzet van zorgverleners coördineren;
9. U bent in staat om als werk- of opdrachtgever de zorgverleners aan te sturen;
10. U weet wat u moet doen als werkgever of opdrachtgever van een zorgverlener.
Artikel 8. Meldingsregeling calamiteiten en geweld
In dit artikel is geregeld welke eisen gelden voor het melden van calamiteiten en geweld bij de verstrekking van een voorziening.
Artikel 9. Jaarlijkse waardering mantelzorgers
De dag van de mantelzorgers is voor mantelzorgers. Er wordt dan minimaal 1 keer per jaar kosteloos een leuke dag (of dagdeel) georganiseerd met entertainment, een hapje en een drankje. Ook andere vormen van een blijk van waardering ten behoeve van de mantelzorgers mogen/kunnen worden georganiseerd/uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is een bloemenbon voor mantelzorgers.
Artikel 10. Mantelzorgcompliment
Om blijk te geven van de waardering die we als gemeente hebben voor de mantelzorgers is het mantelzorgcompliment ingevoerd. Deze bestaat uit een geldbedrag van € 100,- en een tegoedbon van € 25,- van Theater Landgraaf of de Oefenbunker (op aanvraag). Een voorwaarde voor het verkrijgen van een mantelzorgcompliment is dat de mantelzorgers zijn ingeschreven bij het Steunpunt Mantelzorg. De uitvoering van het mantelzorgcompliment is gemandateerd aan de Intergemeentelijke Sociale Dienst – Landgraaf omdat zij ervaring hebben met de uitvoering van diverse regelingen.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2023-5728.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.