Vijfde wijziging van de Verordening Maatschappelijk Ondersteuning en Jeugdhulp 2018

De Raad van de gemeente Rotterdam,

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2023 (raadsvoorstel nr. 23bb008009/23bo008728);

 

gelet op:

  • -

    de artikelen 2.1.3, eerste, tweede en vierde lid, 2.1.4, 2.1.4a, 2.1.4b, 2.1.6, 2.1.7, 2.3.6 en 2.6.6 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015;

  • -

    de artikelen 3.8 en 5.4 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

  • -

    de artikelen 2.9, 2.12 en 8.1.1, derde lid van de Jeugdwet; en

  • -

    artikel 147 en 149 van de Gemeentewet;

overwegende, dat het wenselijk wordt geacht om de Verordening maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp Rotterdam 2018 aan te passen aan de diverse recente beleidsontwikkelingen;

 

besluit:

Artikel I  

De Verordening maatschappelijke ondersteuning en Jeugdhulp Rotterdam 2018 wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

In artikel 2.1, derde lid, onderdeel e, wordt ‘tussen 19:00 en 7:00 uur’ vervangen door ‘met een maximum van 50 ritten per jaar’.

 

B.

 

Artikel 2.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan het derde lid wordt toegevoegd:

    ‘Voor de Wmo 2015 kan de ondertekening in gevallen die zich daar naar het oordeel van het college voor lenen, vervangen worden door mondelinge bevestiging, waarvan aantekening wordt gemaakt op het ondersteuningsverslag.’

  • 2.

    In het vierde lid wordt na ‘ondertekening’ ingevoegd ‘dan wel mondelinge bevestiging’.

C.

 

Artikel 2.5 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid wordt ‘op de website https://www.rotterdam.nl/wonen-leven, onder ‘Mijn Loket’’ vervangen door ‘door het college’.

  • 2.

    In het tweede lid wordt na ‘ondertekening’ ingevoegd ‘dan wel mondelinge bevestiging’.

D.

 

Na artikel 3.1.10 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

 

Artikel 3.1.10a Aanvullende criteria vervoer bij daghulp

  • 1.

    De jeugdige kan in aanmerking komen voor vervoer van en naar daghulp, als hij gelet op zijn leeftijd, beperkingen of psychosociale problematiek niet in staat is zich zelfstandig of met behulp van het eigen netwerk te verplaatsen tussen zijn woon- of verblijfadres en de voorziening waar daghulp wordt geboden.

  • 2.

    Vervoer van en naar daghulp is uitsluitend mogelijk als binnen het arrangement het ondersteuningselement dagprogramma is opgenomen.

  • 3.

    Vervoer van en naar daghulp is slechts mogelijk als de afstand van een enkele reis tussen het woon- of verblijfadres van de jeugdige en de locatie voor daghulp meer dan zes kilometer bedraagt. Hierop kan een uitzondering worden gemaakt voor jeugdigen met een zware lichamelijke beperking of mobiliteitsproblemen.

E.

 

Artikel 3.4.2, eerste lid, komt te luiden:

  • 1.

    Maatschappelijke ondersteuning of jeugdhulp binnen één resultaatsgebied, kan in de vorm van een voorziening in natura of in de vorm van een pgb worden verstrekt. Uitsluitend bij de verstrekking van jeugdhulp waaraan het ondersteuningselement dagprogramma is verbonden, is een combinatie van een voorziening in natura en een vervoersvoorziening in de vorm van een pgb toegestaan.

F.

 

Artikel 3.4.3, zevende lid, komt te luiden:

  • 7.

    Uitbetaling van een pgb voor ondersteuning vindt plaats door de SVB op basis van een zorgovereenkomst van opdracht. Uitbetaling van een pgb voor een hulpmiddel, een vervoershulpmiddel of een woningaanpassing vindt plaats door het college op basis van leveranciersfacturen.

G.

 

Artikel 3.4.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In het eerste lid, onderdeel b, subonderdeel 1°, vervalt ‘van het sociaal en persoonlijk functioneren’.

  • 2.

    In het tweede lid, onderdeel b, subonderdeel 1° vervalt ‘van het sociaal en persoonlijk functioneren’.

H.

 

In artikel 3.4.5, onderdeel b, wordt ‘€ 0,19’ vervangen door ‘€ 0,38’.

Artikel II  

De Toelichting bij de Verordening maatschappelijke ondersteuning en jeugdhulp Rotterdam wordt als volgt gewijzigd:

 

A.

 

De zesde alinea van de toelichting op artikel 2.1, komt te luiden:

 

‘Een inwoner van Rotterdam van 75 jaar of ouder kan gebruik maken van het CAV. De achterliggende gedachte is dat veel ouderen zich vaak niet veilig voelen in het openbaar vervoer, waardoor hun participatiemogelijkheden worden beperkt.’

 

B.

 

De vijfde alinea van de toelichting op artikel 2.3, komt te luiden:

 

‘In het tweede lid, onderdeel a, staat dat onderzocht wordt wat de behoeften, persoonskenmerken en voorkeuren van de cliënt zijn.’

 

C.

 

De toelichting op artikel 2.4 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    Aan de vierde alinea wordt toegevoegd:

    ‘In gevallen die zich daarvoor naar het oordeel van het college lenen, kan de cliënt, in plaats van de ondertekening van het ondersteuningsverslag, ook volstaan met een mondelinge bevestiging van het ondersteuningsverslag. Als sprake is van een mondelinge bevestiging, wordt hiervan aantekening gemaakt in het ondersteuningsverslag.’

  • 2.

    In de vijfde alinea, derde volzin, wordt na ‘ondertekening’, ingevoegd ‘dan wel mondelinge bevestiging’.

D.

 

Aan de tweede alinea van de toelichting op artikel 2.5 wordt toegevoegd:

‘In gevallen die zich daarvoor naar het oordeel van het college lenen, kan de cliënt, in plaats van de ondertekening van het ondersteuningsverslag, ook volstaan met een mondelinge bevestiging van het ondersteuningsverslag. Als sprake is van een mondelinge bevestiging, wordt hiervan aantekening gemaakt in het ondersteuningsverslag onder vermelding van de datum van de mondeling bevestiging.’

 

E.

 

Na de toelichting op artikel 3.1.10 wordt een toelichting ingevoegd, luidende:

 

Artikel 3.1.10a Aanvullende criteria vervoer bij dagbehandeling dagprogramma’s

Een individuele vervoersvoorziening met het ondersteuningselement dagprogramma kan onder de in lid 1 en 2 vermelde condities ook in de vorm van een pgb worden verstrekt. Op grond van lid 3 dient de afstand gemeten als enkele reis, wel meer dan zes kilometer te bedragen.

 

F.

Aan de vierde alinea van de toelichting op artikel 3.2.8 wordt toegevoegd:

 

‘Bij jeugdhulp is overigens daghulp in de vorm van een individuele voorziening in natura in combinatie met vervoer naar deze voorziening in de vorm van een pgb, wel mogelijk.’

 

G.

 

Aan de toelichting op artikel 3.2.15 wordt na de achtste alinea een alinea ingevoegd, luidende:

 

‘Dubbele woonlasten komen voor vergoeding in aanmerking als een cliënt tijdelijk elders moet verblijven totdat de woning is aangepast en de aanpassingen dermate ingrijpend zijn dat het niet mogelijk is voor de cliënt om hier tijdens het aanbrengen van deze aanpassingen te verblijven.’

 

H.

 

In de eerste alinea van de toelichting op artikel 3.4.2 wordt na ‘de Wmo 2015’ ingevoegd ‘of de Jeugdwet’.

 

I.

 

In de negende alinea, eerste volzin, van de toelichting op artikel 3.4.3 wordt ‘zorgovereenkomsten’ vervangen door ‘zorgovereenkomsten van opdracht’.

J.

 

In de toelichting op artikel 4.1.2, tweede streepje, vervalt ‘in de avonduren’.

Artikel III  

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2024.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 21 december 2023.

De griffier,

I.C.M. Broeders

De voorzitter,

A. Aboutaleb

Toelichting  

Door middel van de onderhavige wijziging van de Verordening worden een aantal wijzigingen doorgevoerd voor zowel de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo2015), als de Jeugdwet.

 

Voor de Wmo2015 is, naast enkele verduidelijkingen, sprake van de volgende inhoudelijke wijzigingen:

 

  • -

    de algemene voorziening CAV voor 75+ers wordt uitgebreid, in die zin dat deze voorziening niet meer enkel geldt voor alleen de avonduren. Met de inwerkingtreding van deze wijziging, kunnen de 75+ers gedurende 24 uur per dag gebruik maken van het CAV. Omdat in de praktijk is gebleken dat de afname van deze algemene voorziening in vrijwel alle gevallen beperkt is, wordt het aantal ritten binnen deze algemene voorziening gemaximeerd op 50 ritten per jaar. Voor 75+ers met een hogere vervoersbehoefte, kan op aanvraag beoordeeld worden of aanvullend verstrekking van een maatwerkvoorziening CAV passend is.

  • -

    tevens wordt voor de Wmo2015 vastgelegd dat de aanvraag voor een maatwerkvoorziening, naast de mogelijkheid tot schriftelijke ondertekening van het ondersteuningsverslag, ook ingediend kan worden door een mondelinge bevestiging van het ondersteuningsverslag. Dit geldt alleen in die gevallen die zich daar naar het oordeel van het college voor lenen. Aantekening op het ondersteuningsverslag is vereist.

Op het gebied van Jeugdhulp zijn naast enkele terminologische aanscherpingen op het gebied van de resultaatgebieden, de volgende inhoudelijke wijzigingen aan de orde:

 

  • -

    er worden aanvullende criteria opgenomen voor het kunnen verkrijgen van een vergoeding voor vervoer naar daghulp.

  • -

    in het verlengde hiervan wordt met de inwerkingtreding van de wijziging van de Verordening geregeld dat een vervoersvoorziening naar daghulp ook in de vorm van een pgb wordt toegestaan, terwijl de individuele voorziening zelf in natura wordt verstrekt.

  • -

    ten slotte wordt de vervoersvergoeding via een pgb voor iemand uit het eigen netwerk verdubbeld tot € 0,38 per kilometer.

Dit gemeenteblad ligt ook ter inzage bij het Concern Informatiecentrum Rotterdam (CIC): 010-267 2514 of bir@rotterdam.nl

Naar boven