Besluit van de directeur van de Omgevingsdienst West-Holland van 5 december 2023 houdende de aanwijzing van personen als toezichthouder van de Omgevingsdienst West-Holland met ingang van 1 januari 2024

De directeur van de Omgevingsdienst West-Holland,

 

gelet op:

  • 1.

    de mandaatbesluiten van de burgemeesters en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude voor de Omgevingsdienst West-Holland, alsmede het mandaatbesluit van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, zoals deze met ingang van de inwerkingtreding van de Omgevingswet komen te luiden;

  • 2.

    de artikelen 18.6 van de Omgevingswet en 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluit het volgende vast te stellen:

 

  • 1.

    de personen die zijn en worden aangesteld, geplaatst of gedetacheerd bij de Omgevingsdienst West-Holland en in die functie toezicht op de naleving van wet- en regelgeving uitvoeren worden aangewezen als toezichthouders;

  • 2.

    de onder 1. genoemde personen zijn, voor zover de gemeente dan wel de provincie daarvoor mandaat heeft verleend, belast met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens de in de mandaatbesluiten genoemde wet- en regelgeving, waaronder in ieder geval valt:

    • a.

      de Omgevingswet, met de mogelijkheid toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 18.7 van de Omgevingswet;

    • b.

      de Wet milieubeheer;

    • c.

      het Vuurwerkbesluit;

    • d.

      verordeningen van de gemeenten en de provincie, voor zover de bevoegdheid tot toezicht op de naleving daarvan is opgenomen in het mandaatbesluit van het bevoegde bestuursorgaan van de betreffende gemeente dan wel de provincie;

    • e.

      de regelingen die ter vervanging gaan strekken van de in de mandaatbesluiten genoemde wet- en regelgeving, voor zover hun aard en strekking ten opzichte daarvan niet wezenlijk veranderen.

  • 3.

    Bij toepassing van artikel 18.7 van de Omgevingswet is de onder 1 genoemde toezichthouder bevoegd om, met medeneming van de benodigde apparatuur, een woning te betreden zonder toestemming van de bewoner, indien en voor zover het toezicht op de naleving van een bij of krachtens de Omgevingswet gesteld voorschrift dit vereist, gelet op de door dat voorschrift beschermde belangen.

  • 4.

    de aanwijzing als toezichthouder vervalt met ingang van de dag, waarop het dienstverband, de opdracht of de detachering eindigt, dan wel sprake is van benoeming in een functie waarbij geen sprake meer is van het uitvoeren van werkzaamheden in het kader van toezicht op de naleving van wet- en regelgeving;

  • 5.

    aan de toezichthouder wordt ten behoeve van het toezicht op de naleving van wet- en regelgeving, een legitimatiebewijs verstrekt als bedoeld in artikel 5:12 van de Algemene wet bestuursrecht en de daarop gebaseerde ‘Regeling model legitimatiebewijs toezichthouders Awb’.

  • 6.

    het besluit aanwijzing toezichthouders Omgevingsdienst West-Holland van 23 februari 2017 wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2024;

  • 7.

    dit besluit wordt aangehaald als “Aanwijzingsbesluit toezichthouders ODWH 2024”.

  • 8.

    dit besluit wordt bekendgemaakt in de publicatiebladen van de gemeenten Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude, alsmede in het publicatieblad van de provincie Zuid-Holland en dat van de gemeenschappelijke regeling;

  • 9.

    dit besluit treedt in werking op 1 januari 2024.

Aldus vastgesteld op 5 december 2023.

De directeur van de Omgevingsdienst West-Holland,

M.E. Krul-Seen

Naar boven