Besluit tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Doesburg 2020

De raad van de gemeente Doesburg,

 

Overwegende, dat het door de inwerkingtreding van de Omgevingswet noodzakelijk is dat de Algemene plaatselijke verordening Doesburg 2020 wordt gewijzigd;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 november 2023;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet, de artikelen 2.18, eerste lid, onder f en g, 2.21, eerste lid, onder a en b, en 3.148, eerste lid, onder a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer juncto artikel 8.2.2 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet, artikel 30c, tweede lid, van de Wet op de kansspelen, artikel 3 van de Winkelsluitingswet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

 

B E S L U I T:

 

  • I.

    de op 29 oktober 2020 vastgestelde Algemene plaatselijke verordening Doesburg 2020 als volgt te wijzigen:

Artikel I  

Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1.

    In de alfabetische rangschikking wordt ingevoegd:

    • -

      beperkingengebiedactiviteit: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

  • 2.

    De definities van “bevoegd gezag”, “bouwwerk” en “gebouw” komen als volgt te luiden:

    • -

      bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een omgevingsvergunning als bedoeld in de Omgevingswet;

    • -

      bouwwerk: hetgeen daaronder wordt verstaan in de bijlage, onder A, bij de Omgevingswet;

    • -

      gebouw: hetgeen daaronder wordt verstaan in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

Artikel II  

Artikel 1:2, derde lid, komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

Artikel III  

Aan artikel 1:4 wordt een nieuw lid toegevoegd, luidende:

  • 3.

    Dit artikel is niet van toepassing op een aanvraag om een omgevingsvergunning.

Artikel IV  

Voor de bestaande tekst van artikel 1:5 wordt de aanduiding “1” geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

Artikel V  

Voor de bestaande tekst van artikel 1:6 wordt de aanduiding “1” geplaatst. Toegevoegd wordt een nieuw lid, luidende:

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op een omgevingsvergunning.

Artikel VI  

Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:

  • -

    het vijfde lid komt als volgt te luiden:

    • 5.

      Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 5.4 van de Omgevingswet.

  • -

    in het zesde lid wordt onderdeel c gewijzigd in onderdeel d en wordt een nieuw onderdeel c ingevoegd luidende:

    • c.

      beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de Omgevingsverordening van de provincie Gelderland of waterschapsverordening.

  • -

    na het zevende lid wordt een nieuw lid toegevoegd luidende:

    • 8.

      Op de aanvraag om een ontheffing, niet zijnde een omgevingsvergunning, is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.

Artikel VII  

Artikel 2:11 wordt als volgt gewijzigd:

  • -

    het tweede en het vijfde lid vervallen en de leden 3 en 4 worden vernummerd tot 2 en 3;

  • -

    het derde lid komt als volgt te luiden:

    • 3.

      Het verbod is voorts niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de Omgevingsverordening van de provincie Gelderland of waterschapsverordening of op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994, de Wegenwet, het Wetboek van Strafrecht of het bepaalde bij of krachtens de Telecommunicatiewet.

Artikel VIII  

Artikel 2:12, derde lid, komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg of waterstaatswerk waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingswet, de Omgevingsverordening van de provincie Gelderland of waterschapsverordening.

Artikel IX  

Artikel 2:21, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door hoofdstuk 10 van de Omgevingswet.

Artikel X  

Artikel 2:28, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2.

    De burgemeester weigert de vergunning indien de vestiging of de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het omgevingsplan.

Artikel XI  

Artikel 2:29, vierde lid, komt als volgt te luiden:

  • 4.

    Het bepaalde in het eerste, tweede en derde lid bepaalde geldt niet voor zover op de Omgevingswet gebaseerde vergunningsvoorschriften van toepassing zijn.

Artikel XII  

Artikel 2:39, derde lid, onder b, komt als volgt te luiden:

  • b.

    indien de vestiging of de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met omgevingsplan.

Artikel XIII  

In artikel 2:60, eerste lid, wordt na “Wet milieubeheer”, de volgende zinsnede ingevoegd “, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet,”.

Artikel XIV  

In artikel 2:60a wordt “Wet milieubeheer” gewijzigd in “Omgevingswet”.

Artikel XV  

Artikel 3:7, eerste lid, onder i, komt als volgt te luiden:

  • i.

    de voorgenomen uitoefening van het seksbedrijf strijd zal opleveren met het omgevingsplan of een bekendgemaakte ontwerpwijziging daarvan.

Artikel XVI  

Artikel 3:8, eerste lid, onder g, komt als volgt te luiden:

  • g.

    de uitoefening van het seksbedrijf strijd oplevert met het omgevingsplan.

Artikel XVII  

Artikel 4:1 wordt als volgt gewijzigd:

  • -

    in onderdeel a, wordt achter “milieubeheer” de volgende zinsnede toegevoegd: “, zoals dat besluit luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet”.

  • -

    in onderdeel b, wordt na “Wet milieubeheer”, de volgende zinsnede ingevoegd “, zoals die wet luidde direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Omgevingswet,”.

Artikel XVIII  

Artikel 4:6, derde lid, komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, de Zondagswet, de Wet openbare manifestaties, het Vuurwerkbesluit of de Omgevingsverordening van de provincie Gelderland.

Artikel XIX  

In artikel 4:13, derde lid, wordt de zinsnede “krachtens de Wet ruimtelijke ordening”, gewijzigd in “bij of krachtens de Omgevingswet”.

Artikel XX  

Artikel 4:15, vierde lid, komt als volgt te luiden:

  • 4.

    Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet voor zover de Omgevingswet, de gemeentelijke Erfgoedverordening of de Provinciale landschapsverordening van toepassing is.

Artikel XXI  

Artikel 4:17 komt als volgt te luiden:

In deze afdeling wordt onder kampeermiddel verstaan een niet-grondgebonden onderkomen of voertuig dat bestemd of opgericht is dan wel gebruikt wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.

Artikel XXII  

In artikel 4:18, eerste lid, wordt de zinsnede “bestemmingsplan, de beheersverordening, exploitatieplan of een voorbereidingsbesluit”, gewijzigd in “omgevingsplan”.

Artikel XXIII  

Artikel 5:5, tweede lid, komt als volgt te luiden:

  • 2.

    Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Wet milieubeheer of het Besluit activiteiten leefomgeving.

Artikel XXIV  

Artikel 5:6, derde lid, komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot een weg waarvoor regels zijn gesteld bij of krachtens de Omgevingsverordening van de provincie Gelderland.

Artikel XXV  

In artikel 5:18, tweede lid, wordt de zinsnede “een geldend bestemmingsplan”, gewijzigd in “het omgevingsplan”.

Artikel XXVI  

Artikel 5:25, derde lid, komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien bij of krachtens de Omgevingswet, het Binnenvaartpolitiereglement, de Waterwet, de provinciale vaarwegenverordening of de Omgevingsverordening van de provincie Gelderland.

Artikel XXVII  

Artikel 5:32, derde lid, komt als volgt te luiden:

  • 3.

    Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Omgevingswet, afdeling 3.9 van het Besluit activiteiten leefomgeving, de Zondagswet of het Besluit geluidproductie sportmotoren.

Artikel XXVIII  

Artikel 5:33, vierde lid, onder b. komt als volgt te luiden:

  • b.

    binnen de bij of krachtens de Omgevingsverordening van de provincie Gelderland aangewezen stiltegebieden ten aanzien van motorrijtuigen die bij of krachtens die verordening zijn aangewezen als toestel.

  • II.

    dit besluit treedt tegelijk met de Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet) in werking.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Doesburg in zijn openbare vergadering van 21 december 2023.

De griffier,

J.B. Voorhof

De voorzitter,

drs. L.W.C.M. van der Meijs-van de Laar

Naar boven